SERIE:
OFFERZIELEN deel 13
Elke maaltijd biedt een goede versterving
De heiligen herinneren ons eraan
dat elke maaltijd een kans biedt voor versterving, ongeacht of men aan het
vasten is of niet. Eenvoudige dingen zoals het vermijden van desserts, geen
kruiden toevoegen, geen zout toevoegen, niet eten tot men vol zit, en zo kunnen
verstervingen van grote verdienste zijn. Zoals de H. Alfonsus zei: In
religieuze gemeenschappen zijn er over het algemeen verschillende maaltijden op
een dag: vandaar degenen die de versterving van de eetlust verwaarloosd zal
dagelijks duizenden fouten maken. Soberheid aan tafel is dikwijls de eerste
defensie in een gemeenschap tegen de geest van de wereld. Als een gemeenschap
geen soberheid praktiseert zal het naar beneden gehaald worden door het gewicht
van het vlees, en de steeds vermeerderende vraag van het lichaam. Zon leven is
spijtig, zeg de H. Teresa van Avila, want ze zullen overblijven met niets dan
dorheid en lethargie, ervan overtuigd dat het een beproeving is van bovenaf,
terwijl het enkel door gebrek is van zelfbeheersing. Tegenwoordig gebeurt dit
meer dan men zou denken.
H. Augustinus: Het is niet de
onreinheid van vlees dat ik vrees, maar de onreinheid van een mateloze eetlust.
Ik weet dat Noah de toelating kreeg om elk soort vlees te eten dat goed was
voor voedsel; dat Elia vlees kreeg; dat Johannes, die gezegend was met een
wonderlijke onthouding, niet aangetast was door het eten van insecten zoals sprinkhanen.
Maar ik weet ook dat Esau bedrogen was door zijn honger naar linzen en dat
David zich schuldig voelde om water te verlangen, en dat Jezus werd verleid
door brood. De Israëlieten in de woestijn verdienden hun berisping, niet omdat
ze verlangden naar vlees, maar omdat in hun verlangen naar voedsel ze zich
tegen God keerden. Temidden van deze verleidingen, worstel ik dagelijks tegen
mijn goesting naar voedsel en drank. Maar je kunt het niet voor eens en voor
altijd stoppen. En wie is hij, O Heer, die niet in enige mate meegesleept wordt
buiten de grenzen van noodzaak?"
Het vasten zou verborgen moeten zijn
De heiligen zorgden ervoor dat
anderen niet wisten dat ze aan het vasten waren, zodat hun offer grotere
verdienste had. Ze herinneren ons eraan dat offers die verborgen zijn voor de
ogen van anderen Gods tevredenheid wegdragen. Daarom is het goed dat een
religieuze aan zijn overste toelating vraagt om een taak te krijgen gedurende
etenstijd, zodat hij in het verborgene kan vasten, zonder dat mijn metgezellen
het weten. Omwille van die reden kreeg de H. Faustina tijdens etenstijd de taak
van portierster.
Vasten zonder Liefde is ellendig
Zoals de heiligen ons zeggen, is
het gemakkelijk voor beginnelingen om te beginnen met lichamelijke boetedoening
zoals vasten, maar men moet een echte geest van versterving kweken voor de
onthechting van eigenliefde.
H. Alfonsus: "Uiterlijke
werken zijn van geen waarde voor God, tenzij ze komen uit het hart." Het
vasten kan inderdaad een kostbare gave zijn aan God, maar het moet uit een
nederig hart komen. Net zoals de profeten uit het Oude Testament zich
vernederden voor God wanneer ze vastten, en genade afsmeekten voor Israël. Zo
moeten we ook als we vasten onthouden hoe we hebben gefaald voor God en Zijn
genade afsmeken voor de mensheid. Door dit te doen, zetten we in zekere zin het
werk van de oude profeten verder. Om een heilige te zijn, vraagt dit een diep
verlangen voor de redding van de mens, wat een leven van deugdzaamheid
verlangt. Zoals Paus Benedictus zegt, ligt het ware vasten niet alleen in het
uiterlijke, maar is het ook een innerlijk vasten van het hart. Dat wil zeggen: het ware sterven van het zelf; van
hoogmoed en alle vormen van eigenwil, om de ziel te bevrijden zodat de ziel
vreugdevol kan zoeken om God te behagen en Zijn wil uit te voeren met liefde. Voor zon mensen is vasten
een vrijheid van geest, vreugde, vrede en troost. Voor beginnelingen zal het eerder een last zijn.
Paus Benedictus XVI: Het ware
vasten, zoals Jezus zegt, is eerder de wil van de Hemelse Vader doen, die in
het verborgene ziet, en je zal belonen (Mt 6,18). Hij geeft het voorbeeld, en antwoordt aan Satan op
het einde van de 40 dagen in de woestijn dat de mens niet leeft van brood
alleen, maar door elk woord dat uit de mond van God komt (Mt 4,4). Het ware
vasten ligt dus in het eten van het ware voedsel, wat het doen is van de
Vaders wil (cf. Jn 4,34).
Voedselverslaving en religieus leven
Als een beschaving afdwaalt in
deugd, doet het di took in zijn begrip van de wetenschap. We zeggen dit met
zekerheid, omdat zoals de H. Thomas van Aquino zegt, het gevolg van zonde een
sterven is van het intellect. Met andere woorden, zonde verwijdert de mens van
de realiteit. Het keert de waarheid om: wat eens goed was wordt slecht, en wat
eens slecht was, wordt goed.
Hetzelfde kan gezegd worden van
ons begip van voedsel. Amerika was gebouwd op een stevig dieet van verzadigde
vetten. Nu zijn verzadigde vetten de boosdoener. Amerika groeide op landbouw
waar vlees, eieren en zuivel de standaard kost waren. Nu zijn vlees, eieren en
zuivel onder verdenking. Zout was overvloedig gebruik om voedsel te bewaren. Nu
is zout slecht voor je. Suiker was zeldzaam en enkel gebruikt in kleine
hoeveelheden. Nu zit suiker in alles. Zijn deze verandering een noodzakelijk
goed?
Voor deze veranderingen bleven we
relatief gezond, geen kanker, geen hartziekten, geen diabetes, geen allergieën,
geen hoge bloeddruk, geen obesitas, geen hypertensie. Deze kwalen bestonden
eenvoudigweg niet. Maar nu zijn ze de voornaamste doders. Ook waren de meeste
psychologische aandoeningen die we nu hebben ongekend, zoals bipolaire
stoornissen, ADHD, depressie, autisme enz. Nu geeft onze medische industrie ons
medicatie zoals snoep. Het is de oplossing voor alles tegenwoordig. Maar het
behandelt de problemen niet aan de wortel.
Het voedsel van vandaag is niet
wat het 70 jaar geleden was. Het wordt verwerkt, gesteriliseerd, en bevat drie
keer zoveel suiker dan in de 40iger jaren. Deze combinatie heeft geleid tot
catastrofale gevolgen die we reeds vermeldden. Waarom? Omdat wat we in onze
mond duwen onze gezondheid meer bepaalt dan al het andere op aarde, met
inbegrip van onze omgeving.
Voor de tweede wereldoorlog was
het meeste voedsel gebaseerd op landbouw; zuivel, groenten, granen en vlees. Deze
waren de hoofdbestanddelen op het Amerikaanse menu. In feite waren ze de
hoofdbestanddelen van de meeste culturen in de geschiedenis. De bewaring van
voedsel gebeurde door zout en fermentatie (wijn, kaas bv.) in plaats van
invriezing. En deze fermentatie bracht gunstige bacteriën voort, waar onze
lichamen van afhangen voor de gezondheid.
Het genot van bederf uit: www.nemokennislink.nl
Ronald Veldhuizen 23/3/2011
Vers eten, dat is natuurlijk het
lekkerst. Maar wie denkt dat alles wat we eten vers is houdt zichzelf voor de
gek. Sterker nog, veel van onze favorieten, zoals bier, kaas en wijn zijn
voorgekauwd door bacteriën, gisten of andere kleine wezens, en balanceren
eerder op het randje van rotting dan dat ze vers zijn. Sommige gerechten, zoals
de Chinese duizendjarige eieren en het Zweedse Surströmming, zijn die grens
zelfs ruimschoots gepasseerd. Waarom doen we dat, en waar ligt de grens tussen
vers en bedorven?
Mensen eten met liefde voedsel
waaraan bacteriën vrolijk hebben zitten knabbelen. Neem bijvoorbeeld
melk; wie de witte vloeistof een tijdje in een papje met bacteriën legt, ziet
de substantie veranderen in een plakkerige gel. Laat deze gel op een iets te
warme plek liggen en hij bederft nog verder.
Het resultaat: een klont oude melk, met
daarbovenop zelfs schimmels. Wie niet beter weet, zou zeggen dat de melk
is verrot. Maar we weten wel beter: de harde schimmelklont is een heerlijk stuk
kaas.
Rijp of rot?
Als kaas verrotte melk is, hoe kan dan
zoiets als verse kaas bestaan? Een beetje culinair liefhebber noemt kaas dan
ook niet bedorven, maar gerijpt. Dat impliceert dat rijpen wat anders is dan
rotten. Microbiologen onderzoekers die bacteriën, schimmels en gistcellen
bestuderen zien echter tussen rijping en bederf van voedsel technisch geen
onderscheid, zo blijkt uit het standaardwerk Microbiology van Brock. Voor
microbiologen ziet rotten of rijpen onder de microscoop er gewoon hetzelfde
uit: in beide gevallen slaan micro-organismen aan het werk om zojuist
gestorven planten of dieren in kleinere stukjes af te breken.
Bedorven fraude of eerlijk over eten?
In Italië kreeg een maffiabende het voor
elkaar om oude verrotte kaas, volledig beschimmeld en bezaaid met muizenpoep en
maden, opnieuw te verwerken en verkopen tot vers uitziende gorgonzola.
Deze gorgonzola is in Duitsland en Italië verkocht, maar voor zover we weten
werd niemand er ziek van. Het is natuurlijk crimineel om klanten de volle mep
te laten betalen voor deze gerecyclede gorgonzola, maar het feit dat
consumenten waarschijnlijk niets door hebben gehad bewijst wel dat verse en
gerecyclede gorgonzola qua rotting niet eens zo heel veel van elkaar hoeven te
verschillen. Als de goede smaakvolle schimmels er maar op zitten, en de vieze
niet, is alles wel.
Dat we het ene afgebroken stukje voedsel
verrot noemen en het ander gerijpt, heeft daarom vooral te maken met onze
afspraak over wat eetbaar is voor mensen en wat niet. Of, zoals in de
woorden van Amerikaanse voedselveiligheidsbioloog Edward Richter: Wat
bedorven is voor de één, is gerijpt voor de ander.
Door de bedorven smaak prikken
Het grote mysterie is dus niet de
vraag of we bedorven voedsel eten dat doen we namelijk wel
zeker maar waarom. Het gekke is namelijk dat hoe eetbaar we
onze gerijpte schimmelkazen en yoghurts ook mogen vinden, de smaak ervan druist
regelrecht in tegen onze aangeboren voorkeuren. Kleine kinderen houden meestal
niet van bier (te bitter) of ongesuikerde yoghurt (te zuur). Om deze dingen
lekker te vinden, moeten we ze leren eten.
Betekent dit dat de kinderlijke smaak- en
reukzin vals alarm slaan wanneer ze zuur of bitter eten voorgeschoteld krijgen?
Of zouden we er goed aan doen om schimmelkaas, yoghurt en bier te laten voor
wat het is: verrot voedsel?
Biologen buigen zich al jaren over deze
ogenschijnlijke tegenstrijdigheid. Omdat de meeste gerijpte voeding geen
ongezonde effecten vertoont niemand wordt zomaar ziek van yoghurt, kaas of
een glaasje bier is de kans groot dat onze kinderlijke smaak- en reukzin
inderdaad gewoon vals alarm slaat. Onderzoek naar de evolutie van onze smaakjes
bevestigt dat. Uit het werk van smaakexpert Adam Drewnowski blijkt dat onze
tong veel beter is in het herkennen van giftige dan gezonde stoffen, aldus de
bioloog in het blad Nutrition Reviews.
Sterker nog: meer dan vijftig
verschillende stoffen die chemisch weinig met elkaar te maken hebben, herkent
de tong als bitter en dus vies. Het lijstje van stoffen die op de
smaakpapillen de meer positieve smaken als zoet- en hartigheid losmaken,
is daarentegen veel korter. Kortom: onze tong is vooral een grote encyclopedie
van het níet wil eten.
Dat idee is evolutionair gezien eigenlijk
vrij logisch. Denk maar even aan een holbewoner in de steentijd. Wie van hen
het risico nam om zurig, enigszins bedorven voedsel uit te proberen, had soms
misschien geluk, maar werd vaak ook wel gestraft met een flinke
voedselvergiftiging. En een voedselvergiftiging maakt het moeilijk om kinderen
te krijgen. Dus zullen de meeste mensen die vandaag leven, afstammen van
voorouders die geen risicos namen en daarom liever zure en bittere smaken
volledig uit de weg gingen. Beter te hard geblazen dan je mond gebrand.
Het goede bederf
Een streng afgesteld smaak helpt je dus
te overleven, maar in ruil daarvoor hebben onze voorouders yoghurt, bier, wijn
en kaas moeten missen. Steeds meer onderzoek wijst erop dat wanneer je eten
gecontroleerd laat bederven ook wel fermenteren het meestal
langer houdbaar is en soms zelfs meer voedingsstoffen bevat dan toen het vers
was.
De uitvinding van lekkere rot
Archeologen denken dat de meeste soorten
gefermenteerde voeding tussen de 10.000 en 5000 jaar geleden zijn uitgevonden,
toen de mensheid in het Midden Oosten en omstreken ineens massaal aan landbouw
begon. Boeren die een overvloed aan vlees, granen, druivensap en dierlijke melk
produceerden, moesten het ergens opslaan. Rotting is dan niet te vermijden, en
experimenten van boeren om daar iets aan te doen waarschijnlijk ook niet. Het
kan niet anders, of in deze tijd werden kaas, wijn, bier en yoghurt
uitgevonden.
Kaas lijkt een apart verhaal te zijn. Het
ontstaat alleen als je melk mengt met de enzymen uit een dierenmaag. Aangezien
magen van geslachte beesten toentertijd werden beschouwd als waterdichte
rugzakken, is het niet onwaarschijnlijk dat iemand ooit melk in een slecht
schoongemaakte maagzak heeft bewaard, die daarna warm is geworden. De eerste
hap is vast gedaan naar aanleiding van een weddenschap. Of ontzettende honger.
Zo schrijft Geoffrey Campbell-Platt in
1994 in het blad Food Research International dat yoghurt en
kaas voor veel mensen een unieke manier oplevert om aan energierijke suikers
uit melk te kunnen komen. Koemelk zit namelijk vol lactose, een stof die
bijvoorbeeld veel Aziatische mensen niet kunnen verteren. Maar laat melk onder
de juiste omstandigheden fermenteren tot yoghurt of kaas met behulp van de
bacteriesoort Lactococcus dan wordt de lactose omgezet in
het altijd verteerbare melkzuur.
Lactobacillus helveticus is één van de soorten die melkzuurbacteriën die gebruikt worden bij
het fermenteren van melk tot kaas.
Nog handiger is dat gefermenteerde
voeding vaak langer houdbaar is. Exact het soort uitvinding dat je nodig hebt
in een wereld waar niet iedereen zijn eigen voedsel regelt, maar waarin het
wordt verhandeld. De aanwezigheid van melkzuurbacteriën maakt het
voor andere, meer giftige bacteriën moeilijk om in de gefermenteerde melk te
overleven, aldus Campbell-Platt.
Zo ontdekte Griekse microbioloog
Panagiotis Chanos dat de goede bacteriën in zijn geliefde fetakaas natuurlijke antibiotica produceren
om giftige bacteriën te weren. Dat maakt de kruimelige maar natte kaas heel
geschikt om lang te bewaren. Die strategie van gecontroleerde verzuring om écht
vieze rot te voorkomen, zie je overal ter wereld en niet alleen bij melk.
Zo worden in Azië ook groenten met veel
liefde gefermenteerd. De Amerikaanse oud-hoogleraar Keith Steinkraus maakte er
zijn levenswerk van om al deze verschillende fermentatiepraktijken in voor hem
onbekende culturen in kaart te brengen.
Kimchi, een vrij populair Koreaans gerecht
van gefermenteerde sojabonen, kolen en pepers.
Steinkraus heeft bijvoorbeeld uitgezocht
welke bacteriesoorten meeëten bij kimchi. Dat is een Koreaanse mix
aan sojabonen, kolen en pepers die in een luchtdicht vat fermenteren tot
langer houdbare en smaakvolle prutjes. Doordat de celwanden van de
planten tijdens dit proces scheuren en de bacterie suikers vrijmaakt, heeft
kimchi meer voedingswaarde dan de gemiddelde rauwe sojaboon.
De fermentatie voorbij
Hoewel fermentatie allerlei voordelen
biedt, worden mensen soms nog op lelijke manieren geconfronteerd met het feit
dat fermentatie in principe niets anders is dan voedselbederf, en waaraan soms
gevaarlijke microben deelnemen.
Wanneer je bijvoorbeeld kool laat
fermenteren tot zuurkool, is het belangrijk om voldoende zout toe te
voegen, schrijft Joseph Hotchkiss in het studieboek Food Science. Doe
je dat niet, dan geef je bepaalde bacteriën die giffen achterlaten een kans om
mee te snoepen. Zout maakt het verschil tussen gewenste fermentatie en totale
verrotting, aldus de auteur. De tip is belangrijk, want dat er schadelijke
bacteriën meesnoepen is soms niet te proeven.
Bedorven vis
Surströmming is een traditioneel Zweeds
gerecht dat uit gefermenteerde haring bestaat. De methode om haring door middel
van fermenteren te bewaren zou zijn ontstaan in de 16e eeuw,
toen Zweden door oorlogen had Zweden te kampen had met een zouttekort. Doordat
bij het pekelen minder zout kon worden toegevoegd, begon de vis zelfs na het
inmaken nog te gisten. Tegenwoordig wordt de vis aan de buitenlucht, in de
volle zon, gefermenteerd totdat deze begint te ruiken. Dan wordt de vis snel
ingeblikt, waar ze nagist. Wanneer het blik wordt geopend, komt daarbij een
geur vrij die nog het meeste lijkt op die van rotte eieren of van een stinkbom.
De haring is echter nog goed te eten; de smaak is sterk zoutig, maar moet
volgens kenners mild en aangenaam zijn. Voor veel mensen vormt de geur echter
een te grote barrière om de vis daadwerkelijk te kunnen of zelfs maar te willen
proeven.
Maar niet in alle gevallen is zout
afdoende om te verhinderen dat fermentatie tot bederf leidt. Noordpoolbewoners
die traditioneel zeehonden- en walvisvlees laten fermenteren, doen twee dingen:
ze maken het vlees in zekere zin voedzamer, maar balanceren daarmee vaak op de
rand van giftig bederf.
En soms gaan ze daar overheen: jaarlijks
loopt minstens één Inuit de dodelijke zenuwziekte botulisme op.
Die aandoening wordt veroorzaakt door giffen van de botulismebacterie, die
graag op het vlees leeft. Alleen al in Alaska liepen in totaal 317 Eskimos
botulisme op.
In Nederland komen zulke vergiftigingen
niet vaak meer voor bij populair verrot voedsel. Volgens het Nederlandse
Tijdschrift voor de Geneeskunde stamt de laatste grote vergiftiging door
bijvoorbeeld kaas uit 1939. In het plaatsje Sint Oedenrode werden 16 mensen
ziek van Nederlandse kaas.
Maar ja, dat is lang geleden. Wie nu nog
een spannend hapje kaas wil eten, moet vooral veel van die Franse zachte
kaasjes eten. Daar wil nog wel eens de beruchte Listeria-bacterie op
zitten.
De voordelen van voedsel laten rotten
zijn duidelijk: we kunnen gezonder voedsel krijgen en het langer bewaren. Maar
tegelijk moeten we voorzichtig blijven. Rotten balanceert altijd op de rand van
gevaar. Andere, vervelende bacteriën of schimmels kunnen mee gaan eten en
gifstoffen achterlaten. Dat gevaar kunnen we met onze neus maar slecht
herkennen, omdat we onszelf aanleren om nare smaakjes te eten.
Al deze verandering kwam met de
komst van verwerkt voedsel in de 40iger jaren. Maak een grafiek van deze
ziekten over een lange tijd, en je zult zien dat het bijna overeenkomt met
komst van dat verwerkt voedsel. Uiteindelijk werd het voedsel een product van
engineering in een laboratorium om te ruiken op een bepaalde manier, te smaken
op een bepaalde manier, om een bepaalde textuur te hebben. Het voedsel begon
steeds minder op de oorspronkelijke vorm te lijkenin de vorm waarop God het
gemaakt haden zorgde er dus voor dat het moeilijkheden gaf voor het lichaam om
het af te breken. Amerikanen leken ook banger te worden voor bacteriën (niet
beseffend dat 80% van ons immuunsysteem precies de bacteriën zijn in onze
ingewanden) en het voedsel werd steeds meer gesteriliseerd, verder bijdragend
tot ziekten en kwalen. (Had Hippocrates het dan toch juist wanneer hij zei dat alle
ziekten beginnen in het darmkanaal?).
Er is geen twijfel dat suiker
tegenwoordig dit probleem heeft vergroot. Volgens de WHO (Wereldgezondheidsorganisatie)
zou een mens niet meer dan 45 gr suiker per dag mogen eten (ong 10 theelepels),
wat het equivalent is van ongeveer een coca cola van 355ml. Maar Amerikanen
consumeren gemiddeld ong 175 gr suiker per dag (ong 40 theelepels), wat nooit
voorgekomen is in de geschiedenis. Amerikanen eten tegenwoordig ongeveer 600
calorieën meer per dag dan in 1970. Wat ertoe leidt dat we meer wegen dan
vroeger. Het is duidelijk dat we meer eten dan we nodig hebben (hoewel we zelfs
minder gevoed zijn), wat suggereert dat we een voedselverslaving hebben
ontwikkeld.
De reden waarom we dit vermelden
is omdat het noodzakelijk is te realiseren dat Amerikanen vandaag een strijd
voeren met hun vlees. Voedsel is meer verslavend dan ooit, met miljoenen
dollars die worden uitgegeven om het zo te maken. En als we meer gehecht zijn
aan voedsel, dan is onze maatschappij gevallen in een geestelijke verdoving. En
dat zet zich verder in het geestelijke leven. Voedsel is in feite het ene
element van de wereld dat vrijelijk de omheining binnendringt zonder dat er op
gelet wordt. Een klooster kan volledig afgesloten zijn van de wereld, behalve
wanneer het aankomt op voedsel. Als we denken met de geest van onze
tegenstander: wat is er een betere manier om te infiltreren dan door de
voedselvoorraad?
H. Teresa van Los Ades: Ik weet
niet wat te doen met betrekking tot verstervingen, sinds de priester vertelde
geen te doen, maar ik heb zon goesting om caramels te eten. Vandaag had ik zon
honger dat ik ze allemaal opat. Het doet me pijn te zien dat ik zo ben. Echt, ik weet niet wat te
doen. Ik zal Moeder Izquierdo vragen wat te doen. Mijn Jezus, mijn Moeder, heb
medelijden met mij. Bevrijd me van mijn lauwheid. Ik ben ziek in mijn ziel. Ik zal mijzelf meer verstervingen opleggen."
Gezondheidsvoordelen van het vasten
Medische rapporten zeggen dat
regelmatig vasten het verteringssysteem de kans geeft om te rusten en zo het
lichaam zijn energie teruggeeft. Zo kan het lichaam vechten tegen latent
aanwezige kwalen. Het vasten kan ook iemands energieniveau doen stijgen
(moeheid terwijl men vast is gewoonlijk een symptoom dat het suikergehalte niet
in evenwicht is, wegens afhankelijkheid van verwerkte suikers). Strikt vasten
stelt het lichaam ook in staat om te ontgiften van bepaalde toxines dat
aanwezig zijn in vetcellen, en het geeft het lichaam een kans om terug normaal
te functioneren. Het vasten helpt ook voor een stabiele gemoedstoestand.
|