De Heilige Thérèse Van Lisieux Mijn Roeping Is
De Liefde uit:website jongerlo
Thérèse werd geboren te Alençon
op 2 januari 1873 als jongste dochter van Louis Martin en Marie-Azélie Guérin.
Vóór Thérèse werden nog acht andere kinderen geboren, maar uiteindelijk zouden
er slechts meisjes in leven blijven: Marie, Pauline, Léonie, Céline en Thérèse.
Alle vijf zouden ook , in de loop der jaren, kloosterzusters worden.
Thérèse’s vader was uurwerkmaker
en haar moeder was kantwerkster en leidde een handel in kant. De handel was zo
succesvol dat Louis besloot de uurwerkmakerij te verkopen om mee in de handel
te kunnen werken.
Wanneer Thérèse vier jaar oud is
sterft haar moeder aan borstkanker. Het is een zware slag voor de familie.
Thérèse kiest haar oudere zus Pauline als haar nieuwe moeder. De handel in kant
wordt verkocht en op suggestie van de broer van Marie-Azélie verhuist het gezin
Martin naar Lisieux. Desondanks heeft Thérèse gelukkige kinderjaren gekend vol
warme genegenheid.
Aan het familieleven werd de grootste
waarde gehecht: het gezin Martin is maar gelukkig als allen bij elkaar zijn.
Later zou Thérèse schrijven: Heel mijn
leven lang vond de goede God het prettig om mij te omringen met liefde, mijn
eerste herinneringen zijn vol met glimlachjes en tedere liefkozingen.
Nochtans
was Thérèse niet meteen het gemakkelijkste kind. Ze had haar eigen willetje en
slaagde er nogal goed in haar eigen zin door te drijven. Van zichzelf schreef
ze later in haar autobiografie, gericht aan haar overste: U ziet, Moeder, hoe
ik lang geen meisje was zonder gebreken! Ze konden van mij zelfs niet zeggen
dat ik braaf was als ik sliep.
Van
kindsbeen af krijgt Thérèse ook een zeer godsdienstige opvoeding mee. God wordt
met voortdurend in ere gehouden in de familiekring door de gezamenlijke
gebeden, het bijwonen van de ochtendmis, de zondagsvespers en de retraites.
Heel het leven wordt er beheerst door de jaarkring van de liturgie, de
bedevaarten, de stipte naleving van de vastenregels en de gulle naastenliefde.
Maar dit godsdienstige leven had niets aanstellerigs of kwezelachtigs: alles
werd met vanzelfsprekende opgewektheid gedaan. Ja, de dienst aan God bracht
vreugde in de familie Martin.
Als
Thérèse bijna 10 jaar oud is treedt haar zus Pauline in bij de Karmel te
Lisieux. Opnieuw verliest ze een ‘moeder’ en dat maakt haar verdrietig. Ze
wordt zelfs enkele maanden ernstig ziek zonder tekenen van beterschap.
Op
pinksterzondag van het jaar 1883 lag Thérèse nog steeds zwaar ziek te bed
terwijl de zussen Marie, Léonie en Céline bij haar waren. Marie keert zich naar
het Mariabeeld in de kamer en begint vurig te bidden en Thérèse bidt met haar
mee.
Later
beschrijft ze het gebeuren als volgt: Ineens leek het of de heilige Maagd zo
mooi was, zo mooi als ik nog nooit gezien had, maar wat mij tot in het diepst
van mijn ziel drong was de verrukkelijke glimlach van de heilige
Maagd. Ach, dacht ik, de heilige Maagd heeft tegen mij geglimlacht, wat
ben ik blij. Toen Marie mijn ogen gericht zag op de heilige Maagd zei ze:
‘Thérèse is genezen!’. Ja het bloempje zou weer ontluiken voor het leven, de
lichtende zonnestraal die het had verwarmd kon niet anders dan weldadig werken.
Op 8
mei 1884, wanneer Thérèse elf is, doet ze haar eerste communie en op 14 juni
ontvangt ze het H. Vormsel. Het zijn ingrijpende ervaringen in haar jonge
leven. Van haar eerste communie zegt ze: Ach, wat was de eerste zoen heerlijk
die Jezus gaf aan mijn ziel! Het was een liefdeskus, ik voelde dat ik bemind
werd en ik zei ook: ‘Ik hou van U, ik geef mij aan U voor altijd’.
In die jaren gaat ze ook op kostschool, maar dat bevalt haar niet helemaal. Ze
wordt opnieuw ziek. Ze wordt daarom in februari 1886 van kostschool gehaald en
de lessen worden thuis voortgezet. In dat jaar gaat ook Marie naar het klooster
van de Karmel in Lisieux.
Thérèse
heeft nu al drie zussen in het klooster: Marie en Pauline in de Karmel en
Léonie bij de visitandinnen te Caen. Nu groeit ook in haar het verlangen om in
de Karmel in te treden. Ze neemt haar zus Céline in vertrouwen, maar heeft
angst om het aan haar vader te vertellen. Met Pinksteren 1887 raapt ze al haar
moed bijeen en legt haar hart open voor haar vader. Toen voegden zijn tranen
zich bij de mijne, maar hij zei geen woord om mij van mijn roeping te houden.
Er is
echter een probleem: ze is nog te jong en de Karmel geeft geen toestemming voor
haar intrede. ze zou zelfs moeten wachten tot haar 21ste verjaardag! Maar nu
licht er iets op van het bijzondere karakter van Thérèse. Ze weigert op te
geven en doet een beroep op de bisschop. Maar die weigert ook. Hij doet wel de
suggestie om haar verzoek voor te leggen aan paus Leo XIII zelf. Dat valt bij
Thérèse niet in dovemansoren. Drie dagen later is ze al met haar vader en zus
Céline op weg naar Rome!
Op 20
november 1887 is het zover en is ze met vele andere pelgrims present bij de
audiëntie. Hoewel het haar verboden was spreekt ze de paus aan en richt ze tot
hem haar smeekbede om te mogen intreden op vijftienjarige leeftijd. U zult
intreden als de goede God het wil, luidde het antwoord van de paus.
Het is
hopen tegen alle hoop in. Terug thuis schrijft ze kort voor Kerstmis opnieuw
een brief aan de bisschop. De tijd van wachten wordt een oefening in overgave.
Dan komt op 1 januari het verlossende antwoord met de toestemming van de
bisschop. Thérèse mag naar de Karmel! Maar ze moet nog drie maanden wachten
omdat ze niet in de winter mag intreden.
Op 9
april 1888 treedt Thérèse binnen in de Karmel. Ze is 15 jaar en drie maanden
oud. Op 10 januari 1889 ontvangt ze habijt.
Een
maand later krijgt haar vader een beroerte en wordt gehospitaliseerd te Caen
waar hij drie jaar zal verblijven. Stilaan vertroebelt zijn geest en
uiteindelijk sterft hij op 29 juli 1894 te Lisieux. In september van dat jaar
treedt ook zus Céline binnen in de Karmel.
Intussen
heeft Thérèse haar geloften afgelegd (8 september 1890) en een jaar later wordt
ze mee verantwoordelijk voor de vorming van de novicen.
Wat
zocht Thérèse in de Karmel? In haar geschriften zegt ze het zo: Wat ik in de
Karmel kwam doen heb ik verklaard aan de voeten van Jezus in het heilig
Sacrament, tijdens het onderzoek dat vooraf ging aan mijn professie: ‘Ik ben
gekomen om zielen te redden en vooral om te bidden voor de priesters.
Voor
haar medezusters en haar overste (haar eigen zus Pauline) wordt het duidelijk
dat Thérèse een diep spiritueel leven leidt in een mystieke verbondenheid met
Jezus. Mits de nodig aandrang schrijft ze haar levensverhaal neer, te beginnen
met haar vroegste jeugdherinneringen. Het boek krijgt als titel ‘De geschiedenis
van een ziel’ en wordt een echte bestseller.
De
kloosterjaren van Thérèse waren intens en gelukkig. Maar het kruis en het
lijden werden haar niet bespaard. Ze maakt een geloofsverduistering mee en ook
haar gebed verdort. Maar het geestelijk lijden dat ze ondergaat zou
uiteindelijk haar hart alleen maar groter maken en vervullen van dankbaarheid
en vreugde.
Maar
het lijden wordt alleen nog maar scherper en harder wanneer ze dodelijk ziek
wordt. Begin april 1896 dienen de eerste symptomen van haar ziekt zich aan:
bloedopstuwingen maken duidelijk dat ze aan tuberculose lijdt. Een ongeneeslijke
ziekte in die tijd.
Ze
omhelst het lijden en verenigt zich langs die weg nog meer met Jezus. In juli
1897 moet Thérèse ondergebracht worden in de ziekenkamer. Ze weet dat ze gaat
sterven, maar zegt: Ik sterf niet, ik ga het ware leven binnen. Op 30 september
wordt haar toestand erger. Ze staart naar het kruisbeeld en roept uit: Oh, ik
hou van U, mijn God, wat hou ik van U. Dat worden haar laatste woorden.
Toen ze stierf werd haar kamer vervuld met een geur van rozen.
In
oktober 1898 verschijnt de eerste editie van haar autobiografisch geschrift ‘De
geschiedenis van een ziel’. Het is in alle opzichten een succesverhaal.
In de
jaren die volgen komen steeds meer pelgrims naar Lisieux om de tombe van
Thérèse te bezoeken en manifesteren zich ook de eerste wonderen die op haar
voorspraak werden verkregen. Het proces tot heiligverklaring wordt ingezet in
1910.
Op 29
april 1923 wordt ze door paus Pius XI zalig verklaard en worden haar relieken
van het kerkhof overgebracht naar het klooster.
Twee
jaar later volgt de heiligverklaring en in 1927 wordt ze uitgeroepen tot
patrones van de missies, samen met de H. Franciscus Xaverius. Toch wel
merkwaardig voor een kloosterzuster die nooit haar klooster heeft verlaten.
Maar ze heeft altijd een groot hart gehad voor priesters en missionarissen en
heeft in gebed innig met hen verbonden gevoeld.
In
1929 wordt gestart met de bouw van een immense basiliek.
En op
17 oktober 1997 wordt ze door paus Johannes Paulus II uitgeroepen tot kerklerares
omwille van de uitzonderlijke diepgang van haar geschriften en de spirituele
leer die erin vervat ligt.
In
2008, tenslotte, worden de ouders van Thérèse zalig verklaard door paus
Benedictus XVI.
De
hele spirituele en mystieke rijkdom van de H. Thérèse in enkele lijnen
samenvatten is onbegonnen werk. Maar centraal in haar spirituele boodschap
staat wat ze zelf is gaan noemen ‘de kleine weg’.
Wanneer Thérèse het klooster binnen gaat heeft ze maar één verlangen: heilig
worden. Maar al snel wordt ze geconfronteerd met haar eigen zwakheden en haar
onvermogen om dit hoge ideaal te verwezenlijken.
Heiligheid
lijkt ver buiten ons bereik te liggen. Heiligen lijken reuzen en wij dwergen.
Kleine mensen moeten daarom de weg naar de hemel afleggen met kleine stappen
langs een kleine weg.
Thérèse gebruikt het beeld van een lift. Daarmee geraak je op de snelste en
eenvoudigste manier op een hogere plaats.
Bestaat
er een lift naar de hemel? Ja, zegt Thérèse: De lift, die mij tot in de hemel
moet tillen zijn uw armen, o Jezus! Daarvoor hoef ik niet groter te worden,
integendeel, ik moet klein blijven, ik moet steeds kleiner worden.
Inderdaad, hoe kleiner ik ben, hoe lichter ik weeg in de armen van Jezus en hoe
eenvoudiger het voor Hem is om mij op te tillen naar de hemel.
Als ik het niet kan, zo luidt Thérèse’s boodschap, dan moet ik me in de armen
van Jezus leggen en dan moet hij het doen voor mij.
Zo
komt ze er toe te bidden in haar gebed van overgave: Ik verlang er naar heilig
te worden, maar ik voel mijn onvermogen aan. Ik vraag daarom, o mijn God, dat
Gij zelf mijn heiligheid zou zijn! Thérèse leerde ons zo dat ‘heilig worden’
binnen ieders bereik legt.
Ik heb
steeds verlangd om een heilige te worden.
Maar helaas, ik heb steeds geconstateerd, als ik mij vergeleek met de heiligen,
dat er tussen hen en mij hetzelfde verschil bestaat als tussen een berg,
waarvan de top zich verliest in de hemel, en het verborgen zandkorreltje dat
vertrapt wordt onder de voeten van de voorbijgangers.
In plaats van daarover ontmoedigd te worden, zei ik bij mezelf: de goede God
kan geen onvervulbare verlangens ingeven!
Ondanks mijn kleinheid mag ik dus toch verlangen naar heiligheid. Ik kan mezelf
niet groter maken, dat is onmogelijk, ik moet mezelf verdragen met al mijn
onvolmaaktheden.
Maar ik wil een manier vinden om naar de hemel te gaan langs EEN KLEINE WEG die
heel kort en recht is, een heel nieuw weggetje.
Ook
voor de zwakken, de kleinen, de gewonden, de armen. Dat is haar kleine weg: de
eigen zwakheid aanvaarden en datgene wat men maar is aanbieden aan God opdat
Hij werkzaam zou kunnen zijn in ons. Deze weg is de overgave van het kleine
kind dat zonder angst inslaapt in de armen van zijn Vader: Als iemand heel
klein is, laat Hij dan naar Mij toekomen.
DE KLEINE WEG VAN DE H. THERESIA in de
boodschappen van Bayside
"VOLG
MIJ":"Ik ben
Theresia van het Kind Jezus. Ik zocht niet naar de rijkdommen van deze wereld,
maar heb mijzelf verborgen met armoede van lichaam maar rijkdom van geest. Ik
vond in mijn duisternis een grotere glorie in het licht van de Hemel. Volg mijn
kleine weg. Volg mij hier in dit glorierijke Koninkrijk. Hoe waardeloos zijn de
dingen van de wereld wanneer ze geplaatst worden naast de glories van de
Hemel." - St. Theresia, 2 oktober 1970
GEHEIM
TOT VROOMHEID: "Gebruik de kleine weg. Wees eenvoudig
van hart en gedachten en gesprek. Want jullie moeten anders zijn als jullie
over de drempel komen, mijn zuster. Aanvaard alle beproevingen. Gebruik ze voor
de repatriëring van jullie broeders en zusters in het vagevuur. Je zult
begrijpen, Veronica, mijn zuster, dat spoedig je zult uitkijken naar deze
kleine ergernissen, want je wordt de kans geboden om meer zielen te redden,
mijn zuster. Je zult het wel begrijpen. Genaden worden gegeven op de meest
vreemde manieren, mijn zuster. Je zult leren om tegenkanting lief te hebben,
want het is het geheim tot vroomheid."
Veronica – De H. Theresia heeft gezegd dat we alle
tegenkantingen zouden moeten accepteren. We zouden moeten uitkijken naar
ergernissen, omdat ze kunnen gebruikt worden als genade, om genade te ontvangen
die kan helpen om het lijden van de lijdende zielen in het vagevuur te
verzachten. Ik begrijp dat Theresia heeft gezegd dat je dit leert door de
praktijk. Het is een eenvoudige weg naar de Hemel. En Theresia heeft gezegd dat
je moet eenvoudig zijn, zoals een kind, in je benadering tot de wereld en op je
weg naar de Hemel. Met het vertrouwen van een kind en vertrouwen in de Vader. Je
moet alles aanvaarden in de Wil van God. Je moet je hele ziel en leven geven
voor de wil van God. Je moet de Eeuwige Vader aanvaarden als je gids zoals je
een liefdevolle vader vertrouwt. Theresia zegt dat er geen reden is om de Vader
in de Hemel te vrezen, want Hij is vol liefde. Alle straffen die gegeven worden
aan de mensheid zijn door de mensheid veroorzaakt. De mensheid heeft gezorgd
dat er straffen komen omdat ze zich afgekeerd heeft van Gods leiding. Het is
een vorm van kastijding en reiniging, want over de drempel moet je zuiver en
heilig zijn zoals een engel om het eeuwig koninkrijk van God binnen te gaan.” –
St. Theresia, 10 februari 1978
NEDERIGE
LES:
"Ik ben gekomen om je een nederige les te geven, een les over de kleine
weg om je heiliging te bereiken op aarde, zodat je zeker bent om het Koninkrijk
binnen te gaan. Als je je menselijk leven op aarde leeft, zal je zeggen tot
jezelf: ‘is Jezus tevreden over mij?’ Velen moeten hun dagelijks brood
verdienen op aarde. Ze moeten dit doen met eer. Van de uren die je wakker bent
moet je zeggen: ‘vandaag offer ik op om mijn God tevreden te stellen.’ Op deze
manier zal je geleid worden in het licht. Jullie hebben allen door jullie
doopsel de kans gekregen om het Koninkrijk te bereiken. De weg is zeer
gemakkelijk te volgen. Je mag niet zoeken om erkenning onder de mensen. Je moet
zorgen om God tevreden te stellen. Want als je probeert erkenning te vinden van
mensen op aarde, ben je gedoemd tot groot verdriet. Want al de uren van je
leven moeten 1 doel hebben: dat je werkt aan je weg naar het Koninkrijk.” - St.
Theresia, 31 december 1972
LEEF MET
VERTROUWEN: "Ik weet, Mijn kind, dat je kruis zwaar
wordt, maar We plaatsen een groot vertrouwen op jou. De Vader kent je grote
liefde voor Hem. Daarom, moet je verder leven met vertrouwen. We kunnen je geen
leven beloven zonder lijden, want genaden worden niet gemakkelijk verdiend,
Mijn kind, hoewel ze vrijelijk worden gegeven. Maar als je de leiding volgt van
je zuster, Theresia, die je haar kleine weg om in de Hemel te komen geleerd
heeft door lijden, zal je er komen. Mijn kind, maak het kenbaar dat er geen
lijden verloren gaat, want er zijn genaden verbonden met deze kruisen." –
OLVrouw, 8 juni 1973
WARE
LIEFDE: "Ik gaf mijn leven op aarde als een kind. Mijn kleine
weg was een weg van liefde. Ware liefde zoekt geen zelfbevrediging, maar het
welzijn van de geliefden. Het is enkel door te geven dat je zult ontvangen.
Allen moeten zich nu terugtrekken uit de wereld die gegeven werd aan satan.
Jullie kunnen niet beiden hebben. Jullie moeten nu het kruis opnemen en het
dragen. Enkel op die manier zal je op de weg blijven. Het is een smalle weg, en
wanneer je ervan afwijkt, is het moeilijk om de weg terug te vinden. De weg
naar het Koninkrijk werd aan de mens gegeven. Het is een eenvoudig plan van
liefde. Beledig en doe niemand pijn.”- St. Theresia, 25 maart 1973
KLEINE
WEG NAAR HEILIGHEID: "Gebed is de manier om je af te keren van
werelds plezier. De geest heeft geen deel aan het vlees. Jullie moeten leven in
de geest en vechten tegen de pleziertjes van het vlees. Deze pleziertjes moeten
gebruikt worden op de manier die door God de Vader werd gegeven.”- St. Theresia,
28 september 1974
VERTROUWEN
EN LIEFDE: "Veronica, wees niet bedroefd. We hebben geweend, en
onze tranen zijn op jou en de wereld gevallen. Ik heb mijn klein plan voor
redding gegeven op aarde, dat aan mij werd gegeven door OLVrouw: vertrouwen en
liefde. Heb Jezus lief, heb onze Vader lief, en aanroep de Heilige Geest.
Iedereen werd een antwoord gegeven. Satan zoekt om het bestaan van deze
waarheden weg te nemen." - St. Theresia, 1 februari 1973
TOEWIJDING: "Als
een instrument van de Hemel, heb je een toewijding aan de Vader aanvaard voor
je hele aardse leven. Je zal
veel tegenkanting ondervinden. Alles wat je doet, moet je voor de Vader doen en
weinig geven om de mening van de mensen. Theresia, je zuster, zal je
begeleiden op de weg, en je zult de noodzaak leren van een ware dorst voor
zielen.” - OLVrouw, 18 maart 1974
EEN
GEHEIM: "Veronica, ik koos er niet voor om te rusten op
aarde, noch te rusten in de Hemel. Ik bid dat je ook deze beslissing zult
nemen, want we hebben allen nodig in de komende strijd. Ik zal niet rusten,
want ik wil mijn tijd doorbrengen in de Hemel door op aarde te komen om te
helpen zielen verzamelen. Houd mijn hand vast, en de weg zal gemakkelijker
zijn. Tezamen kunnen we over de rozenblaadjes lopen en vele doornen ontwijken. Weet je hoe dit te doen? Je
moet meer bidden en vragen om meer te lijden. En ik heb een geheim voor je: de
Vader zal je minder beproevingen geven! De Vader is heel teder, Veronica. Je
zult leren Hem lief te hebben, zoals ik Hem lief heb.”- St. Theresia, 6
september 1975
ZOEKTOCHT
NAAR ZIELEN: "Ik ben blij dat je mij herkend hebt deze
avond, hoewel mijn hart ook zwaar is, omdat de Koningin van de Hemel veel lijdt
voor de zonden van de mensheid. De Eeuwige Vader plant een zware boete voor de
mensheid. O mijn zuster, kun je mij vergezellen op de zoektocht naar zielen?
Onthoud, ik heb je vele jaren geleden gevraagd te gaan vissen met mij, en ik
zei je dat we samen vissers zijn naar zielen. In je wereld van verwarring,
betekent dit niet dat we ons voegen bij de vrouwen die opstandig zijn voor het
plan van God. Je moet aan alle vrouwen op aarde zeggen dat de Eeuwige Vader hen
hun rol als kinderen van God gegeven heeft. Ze moeten niet opstandig zijn tegen
Hem en zich bevrijden van hun rol, want ze worden bedrogen door Lucifer. Jullie
Bijbel moet goed bestudeerd worden, en jullie zullen begrijpen dat de Eeuwige
Vader je werkelijk een eenvoudige weg gegeven heeft om te volgen. Het gaat het
menselijk verstand te boven, omdat zonder gebed, lijden en boetedoening, je
niet de gave zult krijgen van de Eeuwige Vader om zelfs de Heilige Schrift te
begrijpen.”- St. Theresia, 2 oktober 1979
WAARDE
VAN HET LIJDEN: "Je zult ten volle begrijpen wanneer ik
je vertel over de waarde van het lijden. Je kunt dit altijd offeren voor de
zielen dat de repatriëring nodig hebben. Geen lijden gaat ooit verloren. Maar
je moet het aanvaarden, wetend dat zelfs onze lieve Jezus heeft geleden op
aarde in de handen van degenen die Hij liefhad. Maar dit weet je al: Hij heeft
nooit opgegeven om hen lief te hebben, zelfs al hebben ze Hem opnieuw
gekruisigd.” - St. Theresia, 2 oktober 1989
ZOALS
KLEINE KINDEREN: "Onthoud, Mijn kinderen, dat Jezus heeft
gezegd: ‘Tenzij jullie worden als kleine kinderen, kunnen jullie het Koninkrijk
van de Hemel niet binnengaan.’ De weg
naar de Hemel is eenvoudig, net als de smalle weg dat zo weinigen
volgen. Maar als je luistert naar de weg dat de kleine Theresia uitlegt, is het
echt eenvoudig. Je moet enkel je hart openen voor Jezus als een kind, klein
zijn en naar Hem gaan en Hij zal je troosten. Wanneer je tot Hem spreekt,
spreek tot Hem zoals Theresia deed. Mijn kind, dat is hoe Theresia haar weg
vond naar het Koninkrijk van de Hemel. Ze was een teder kind en een tedere
volwassene. Daarom zal je haar weg volgen, wat ook de weg is van Jezus.”- OLVrouw,
18 juni 1982
UITSPRAKEN
VAN ST. THERESIA
Theresia over liefde
"Ik begrijp heel goed dat het enkel door liefde is dat
we ons kunnen overgeven om de goede Heer te behagen, dat liefde het enige is
waar ik naar verlang. De wetenschap van liefde is de enige wetenschap die ik
verlang."
"Ik ken geen ander middel om perfectie te bereiken dan
door liefde. Liefhebben: hoe perfect zijn onze harten daarvoor gemaakt! Soms
kijk ik om een ander woord te gebruiken, maar in dit land van ballingschap,
drukt geen ander woord zo goed de vibraties van onze ziel uit. Vandaar dat we
dat ene woord moeten gebruiken: liefde."
"Verdienste bestaat er niet in veel te geven of veel
te doen. Het bestaat erin veel lief te hebben."
"Hoe gemakkelijk is het om Jezus te behagen, om Zijn
Hart te betoveren. We moeten Hem liefhebben, terwijl we tegelijkertijd, onszelf
vergeten."
"Directeurs doen mensen in perfectie vooruitgang
boeken door een groot aantal van deugden te stellen, en ze hebben gelijk. Maar
mijn Directeur, die Jezus zelf is, leert me om alles door liefde te doen."
"Het enige goed is God lief hebben met heel je hart en
hier beneden arm van geest te zijn."
"Er is maar één ding dat we moeten doen in de nacht
van dit leven en dat is liefhebben, Jezus liefhebben met al de energie van ons
hart en zielen te redden zodat Hij geliefd moge worden door hen. O laat ons
ervoor zorgen dat Jezus geliefd moge worden door de mensen!"
"Liefde alleen telt."
Theresia over hoe lief te hebben
"Je weet het, O mijn God, om je op aarde lief te
hebben, heb ik niets maar vandaag."
"Om uit liefde te leven betekent het alle vrees te
verbannen/ Alle herinneringen aan voorbije fouten./ Ik zie geen sporen van mijn
zonden,/ In een moment van liefde die alles verbrandt heeft."
"We moeten Hem liefhebben, zonder naar onszelf te
kijken, zonder teveel onze fouten te onderzoeken."
"Gerechtigheid zelf, en gerechtigheid meer dan enige
andere goddelijke perfectie, lijkt mij gehuld te zijn in liefde."
"Een blik van liefde naar Jezus en de wetenschap van
onze diepe miserie brengt eerherstel voor alles."
"Ik verzeker je dat de goede Heer veel liefdevoller is
dan je je kunt inbeelden. Hij is tevreden met een blik, een zucht van liefde.
Zelf vind ik het gemakkelijk om perfectie in praktijk te brengen, omdat ik
geleerd heb dat de weg naar Jezus door Zijn Hart gaat. Beschouw een klein kind
die zijn moeder geërgerd heeft door een driftbui of ongehoorzaamheid. Als het
kind zich verbergt in een hoek omwille van vrees voor een straf, voelt het kind
dat zijn moeder hem niet zal vergeven. Maar als hij in de plaats zijn kleine
armpjes naar haar uitstrekt en met een lach uitroept: ‘Liefde, kus me, mama, ik
zal het niet meer doen,’ zal zijn moeder dan de kleine niet aan haar hart
drukken met tederheid, en vergeten wat het kind heeft gedaan? En toch weet ze
zeer goed dat haar liefste kleine zich opnieuw zal misdragen bij de eerste
kans, maar dat betekent niets als het kind een beroep doet op haar hart. Hij
zal nooit gestraft worden"
"Zelfs als het vuur van liefde lijkt te zijn
uitgedoofd, zou ik brandstof erop blijven gooien en Jezus zou ervoor zorgen dat
het terug fel brandt."
"We moeten alles doen wat in onze macht ligt; we
moeten geven zonder tellen; we moeten voortdurend aan onszelf verzaken. In één
woord, we moeten onze liefde bewijzen door alle goede werken die we kunnen
doen; maar, omdat we maar zeer weinig kunnen doen, is het van het grootste
belang dat we ons vertrouwen in Hem stellen die onze werken heiligt end at we
erkennen dat we inderdaad onnutte dienaren zijn die hopen dat de goede Heer ons
door genade alles zal geven wat we verlangen."
"Mijn moeder, hoe zoet is de weg van liefde! Er is
geen twijfel mogelijk, we lopen de kans te vallen, standvastig te falen, maar
liefde weet hoe profijt te trekken uit alles. Het verteert vlug alles wat
onaangenaam kan zijn voor Jezus, en het laat enkel een nederige en diepe vrede
achter op de bodem van ons hart."
"Ik heb geen ander middel om mijn liefde voor jou te
bewijzen, maar door bloemen te gooien, dat betekent om geen klein offer, geen
blik, geen woord te laten voorbijgaan om voordeel te halen uit alle kleine
dingen en hen uit liefde te doen. Vandaar dat ik elke bloem pluk voor Jezus dat
ik op mijn weg vind. En als ik dan mijn bloemen strooi voor Hem verlang ik te
zingen, hoewel ik ze geplukt heb tussen de doornen. En hoe scherper de doornen,
hoe zoeter mijn lied is."
"Kleine dingen uit liefde gedaan zijn degenen die het
Hart van Christus charmeren. Meer zelfs, de meest briljante daden, die zonder
liefde werden gedaan, betekenen niets."
"Je doet me denken aan een klein kind dat leert om te
staan maar nog niet weet hoe te lopen. In zijn verlangen om de boven de trap
zijn moeder te vinden, heft hij zijn kleine voet omhoog om de eerste trap te
beklimmen. Het is allemaal tevergeefs, en bij elke nieuwe inspanning valt hij.
Wel, wees zoals dit kleine kind: in de praktijk van al de deugden, hef altijd
je kleine voet om de trap van heiligheid te nemen, maar beeld je niet in dat je
in staat zult zijn op zelfs de eerste trede te nemen! Nee, maar de goede God
vraagt niet meer dan dat je je goede wil toont. Van boven de trap kijkt Hij
naar jou met liefde. Spoedig, doordat hij je nutteloze inspanningen heeft
bemerkt, zal Hij naar beneden komen en je in Zijn armen nemen, en Hij zal je
dragen. Maar als je stopt met je kleine voet omhoog te heffen, zal Hij je een
lange tijd op de grond laten staan."
"Je bent verkeerd als je dit of dat bekritiseerd, en verlangt
dat iedereen jou standpunt zou overnemen. We willen zijn als kleine kinderen,
en kleine kinderen weten niet wat het best is. Alles lijkt goed voor hen."
"We mogen nooit iemand weigeren, zelfs niet als het
ons veel pijn kost. Bedenk dat het Jezus is die deze dienst vraagt van jou; hoe
vurig en enthousiast zal je zijn het verzoek te vervullen."
"Ik moet de verlangens van anderen voor zijn; tonen
dat ik vereerd ben om een dienst te kunnen bewijzen. De goede Heer wil dat ik
mezelf vergeet om anderen een plezier te kunnen doen."
"Ik weet nu dat ware naastenliefde erin bestaat de
gebreken van al onze naasten te verdragen—niet verbaasd te zijn door hun
zwakheid, maar gesticht door hun kleinste deugden."
"Als we een leven willen leven uit liefde voor God, mogen
we niet falen in onze liefde tegenover onze naaste."
"Er is niets zoeter dan goeds te denken over zijn
naaste."
"Ik ben blij om te zien dat wanneer we God liefhebben
ons hart groter wordt, en we geven veel meer tedere liefde aan degenen die ons
genegen zijn dan wanneer onze liefde zelfzuchtig is en dor. Liefde wordt gevoed
en ontwikkeld door offer. Hoe meer we ons ontzeggen van natuurlijke voldoening,
hoe sterker onze liefde wordt."
"Hij wil niet dat we Hem liefhebben voor Zijn gaven,
maar voor Hem alleen. Hij is zo prachtig, zelfs al blijft Hij stil, zelfs
wanneer Hij zich verbergt."
"O mijn Jezus, U weet goed dat het niet voor de
beloning is dat ik U dien, maar alleen omdat ik U liefheb en om zielen te redden."
"Ik verlang geen voelbare affectie, een liefde dat ik
kan voelen, maar enkel een liefde dat gevoeld wordt door Jezus. O! Om Hem lief
te hebben en te zorgen dat Hij wordt geliefd!"
"Onze liefde voor Jezus is werkelijk groot wanneer we
zijn zoetheid niet voelen. Dan wordt het een martelaarschap. Terwijl als we
onszelf zoeken, ware liefde sterft. Spijtig genoeg, dienen velen Jezus wanneer
Hij hen troost, maar weinigen willen Hem gezelschap houden wanneer Hij
slaapt."
"Ware liefde wordt enkel gevonden als we onszelf
vergeten, en het is enkel nadat we ons onthecht hebben van elk schepsel dat we
Jezus vinden."
"Wat een vreugde om te kunnen lijden voor Hem die we
liefhebben!"
"Laat ons verteerd worden door liefde! De H.
Franciscus de Sales zegt: "Wanneer het vuur van liefde in het hart is,
vliegen alle meubels uit de ramen". O! Laat ons niets achterlaten, niets
in ons hart dan Jezus!
Geloof niet dat je kunt liefhebben zonder te lijden, zonder een groot deel te
lijden. Het is onze arme
natuur! En ze is er niet voor niets! Dit is onze rijkdom! Het is zo
kostbaar dat Jezus naar onze aarde kwam om ook zo te worden. Laat ons bitter lijden, zonder moed! "Jezus leed
met droefheid! En zonder droefheid, lijdt de ziel dan?" En
we zouden willen genereus lijden! Celine!
Wat een illusie zou dat zijn!"
"Lieve Celine,
zoete echo van mijn ziel! Als je maar mijn miserie kende! O! Als je eens wist. Heiligheid bestaat er
niet in mooie dingen te zeggen, het bestaat er zelfs niet in ze te denken, in
ze te voelen! Het bestaat in lijden
en in alles te lijden. «Heiligheid! Het moet overwonnen worden op
het punt van het zwaard, men moet lijden. Men moet een doodsstrijd ondergaan!»"
"Als je wenst een aantrekking voor lijden te voelen en
te hebben, ben je op zoek naar je eigen troost, want wanneer we alles
liefhebben, verdwijnt de pijn."
"Mijn vreugde bestaat erin met liefde te lijden, / Ik lach
als ik tranen huil/ Ik aanvaard dankbaar/ De doornen die gemengd zijn met de
bloemen."
"Bedenk dat als de goede Heer ons het hele universum
gegeven heeft, met al zijn schatten, het nog niet zou kunnen vergeleken worden
met het lichtste lijden."
"Om te lijden en veracht te worden – welk een
bitterheid, maar welk een glorie!"
"Wat een ontuitsprekelijke vreugde om ons kruis met
ZWAKTE te dragen."
"De zandkorrel wil werken zonder vreugde, zonder moed,
zonder kracht, en met al deze titels zal het zijn onderneming vergemakkelijken:
het wil door Liefde werken."
"Hou moed, Jezus hoort zelfd de laatste echo van onze
pijn."
Laat ons het leven zien in het ware licht. Het is een
moment tussen twee eeuwigheden. Laat ons lijden in vrede. Om te lijden in vrede
is het genoeg om echt alles te willen wat Jezus wil"
Theresia’s
uitspraken
“Het lijkt mij als een kleine bloem zou kunnen spreken het
eenvoudigweg zou zeggen wat God heeft gedaan voor haar zonder te proberen zijn
zegeningen te verbergen. Het zou niet zeggen onder een valse nederigheid, dat het
niet mooi is en zonder parfum, dat de zon haar luister heeft weggenomen en dat
de storm haar stengel heeft gebroken wanneer ze weet dat het niet waar is. De
bloem zou haar verhaal vertellen en zich verheugen om de gratis gaven dat ze
gekregen heeft van Jezus tentoon te spreiden. Ze weet dat niet in haarzelf in
staat was om de goddelijke glans aan te trekken en dat Zijn genade alleen al
het goede in haar heeft gebracht.”
“Mijn gelukkig karakter veranderde compleet na Mama’s dood.
I die eens zo vol leven was, werd verlegen, trok mij terug en werd extreem gevoelig.
Een blik was genoeg om mij te doen wenen, en de enige manier dat ik tevreden
was, was als ze mij volledig alleen lieten. Ik kon het gezelschap van vreemden
niet verdragen en ik vond mijn vreugde enkel binnen de intimiteit van het gezin.”
“Ik heb niet de moed om mij te dwingen om mooie gebeden uit
te zoeken in boeken. Er zijn er zovelen dat het mij hoofdpijn bezorgd! En elk
gebed is nog mooier dan het andere. Ik kan ze niet allemaal bidden en omdat ik
niet kan kiezen, doe ik zoals kinderen die niet weten hoe te lezen, ik zeg
eenvoudigweg aan God wat ik wil zeggen, zonder mooie zinnen ineen te steken, en
Hij begrijpt mij altijd. Voor mij, is gebed een aspiratie van het hart, het is
een eenvoudig blik naar de hemel, het is een roep van dankbaarheid en liefde
temidden van beproeving en vreugde; uiteindelijk is het iets groots,
bovennatuurlijk, wat mijn ziel vergroot en mij verenigd met Jezus.”
“Zelfs al had ik alle mogelijke misdaden gepleegd op mijn
geweten, zou ik zeker niets van mijn vertrouwen verliezen. Met een gebroken
hart met berouw, zou ik mijzelf gewoonweg in de armen van mijn Redder gooien,
want ik weet hoeveel Hij van de verloren zoon houdt. Ik heb gehoord wat Hij zei
tot Maria Magdalena, tot de overspelige vrouw en de Samaritaanse vrouw. Niemand
kan me nog bang maken, omdat ik weet wat te geloven over Zijn barmhartigheid en
Zijn liefde; Ik weet dat in een ogenblik al die duizenden zonden zouden verteerd
worden als een druppel water dat in het vuur wordt geworpen.”
“Ik dank Onze Heer dat Hij me niets dan bitterheid in
menselijke affecties heeft laten ervaren. Ik zou gemakkelijk gevangen geweest
zijn, en dan waren mijn vleugels afgeknipt. Onze Heer wist dat ik veel te zwak
was om met verleiding geconfronteerd te worden. Hij wist dat ik mij zeker zou
verbrand hebben in het verbijsterende licht van aardse dingen, en daarom heeft
Hij het niet laten schijnen in mijn ogen. Waar sterkere zielen vreugde vinden
maar onthecht blijven omdat ze trouw zijn, vond ik enkel miserie.”
“Ondanks alles, voel ik dat ik vervuld ben met moed; ik ben
zeker dat God mij niet zal in de steek laten. O, ik wil Hem niets weigeren, en
zelfs hoewel ik mij bedroefd en alleen voel op deze aarde, blijft Hij nog
altijd bij mij. En heeft de H. Teresa
niet gezegd: God alleen volstaat.”
“M. Révérony zei onmiddellijk: "Heilige Vader, dit is
een kind die in de Karmel wil binnengaan op 15 jaar, maar de oversten zijn deze
zaak op dit moment aan het overwegen." (De goede paus is zo oud dat men
zou zeggen dat hij dood is; ik had hem nooit zo voorgesteld.) De Heilige Vader
zei eenvoudigweg: "Als God dit wil, zul je binnengaan." Ik weende
veel toen ik deze brief schreef; mijn hart is zwaar. Maar God kan mij geen
beproevingen geven die mijn kracht te boven gaan. Hij heeft me de moed gegeven
om deze beproeving te dragen. Ik ben het Kind Jezus’ kleine bal; als Hij wenst
zijn speelgoed te breken, is Hij vrij dit te doen. Ja, ik wil alles wat Hij wil.”
“Ik vind dat beproevingen veel helpen in de onthechting van
deze wereld. Ze doen ons hoger
lijken dan deze wereld. Hier beneden, kan niets ons bevredigen. We
kunnen van geen rust genieten behalve als we klaar zijn om Gods wil te doen. Werkelijk,
het leven is niet vrolijk. Het is zeer moeilijk om eraan gehecht te zijn. Tot ziens, lieve Pauline, mijn vertrouwelinge.”