Nogmaals de Meesteres in verband
met de waarschuwingsboodschappen en met misverstanden met betrekking tot Haar
leerstellingen in dit verband – waarschuwing voor misleidende interpretaties
die volkomen tegen het christen-zijn indruisen - uit: www.maria-domina-animarum.net
TOTUS TUUS, MARIA !
Lieve zus in Jezus en Maria,
Dank voor Uw antwoord. Duidelijkheidshalve wil ik
erop wijzen dat er een reden is waarom Maria niet achter de door U aangehaalde
boodschappen staat:
De Openbaring van de Heilige Johannes is natuurlijk
juist. De Moeder Gods beweert ook niet dat God werkeloos toeziet hoe de wereld
zich ontwikkelt. Waar Zij echter met de grootste nadruk steeds opnieuw op
wijst, is het feit dat de waarschuwingsboodschappen door de duivel worden
misbruikt. In die boodschappen bespeelt de satan de aangeboren behoefte van
vele mensen om van elk kruis van het dagelijks leven te worden bevrijd. Deze
boodschappen hebben derhalve tot gevolg dat de zielen niet meer aan zichzelf
werken, doch er slechts op wachten dat Jezus terugkomt om hen uit hun ellende
te bevrijden. De mens wil dus niet langer God dienen, maar verwacht dat God hem
dient. De zielen worden er weliswaar toe opgeroepen, te bidden, maar dit gebed
is dan gericht op de wederkomst van Jezus en niet op de eigen
heiliging, waarbij naar deze wederkomst vooral wordt verlangd omdat
daardoor eindelijk aan al het lijden van het leven een einde komt.
Precies daarvoor waarschuwt de Moeder Gods: Het overgroot gedeelte
van de zielen die naar de vervulling van deze boodschappen verlangen, doen dit
vanuit een volledig verwrongen hartsgesteldheid, doordat zij niet de Liefde
opbrengen om door liefdevol opgeofferd lijden Gods Werken te helpen bevorderen,
zoals Jezus zo zeer heeft gewenst en zoals de Heilige Apostel Paulus het heeft
verkondigd als de ware christelijke ingesteldheid: "om door het
eigen lijden datgene aan te vullen wat nog aan het Lijden van Jezus
ontbreekt" (wat aan het op zich volmaakte Lijden van Christus 'ontbreekt',
is een door elke ziel bewust en uit louter Liefde verlangde eenheid van het
eigen dagelijks lijden met het Kruis van Christus). Alleen God weet wat in het
hart van elke individuele ziel omgaat, maar de Moeder Gods spoort elke ziel
ertoe aan, het eigen hart te onderzoeken en er in de eerste plaats vurig voor
te bidden dat haar Liefde voortdurend moge groeien, omdat in Gods ogen slechts
een leven van ononderbroken en uit Liefde tot God en tot Zijn Werken toegewijde
beproevingen, een vruchtbaar leven is.
Uiteindelijk zal elke ziel volgens de mate van haar
Liefde geoordeeld worden. De zielen behoren er onder geen beding voor te
bidden of erop te wachten dat God hen van hun kruisen zou bevrijden, want het
zijn precies de kruisen van het leven die de voltooiing van de Verlossing en de
heiliging brengen. Jezus heeft toch gezegd dat wie Hem volgt, zijn kruis
moet opnemen. Hij heeft niet gezegd dat Zijn volgelingen er moeten op wachten
tot God komt om hen van hun kruisen te bevrijden, of dat zij moeten bidden om
door God van hun beproevingen bevrijd te worden. Hij heeft Zich precies om die
reden aan de hele Passie onderworpen, opdat de zielen dit Goddelijk voorbeeld
zouden volgen. Het met Liefde geofferd en toegewijd lijden, en uitsluitend dit,
wordt aan het Lijden van Christus toegevoegd om als act van medeverlossing het
Goddelijk Heilsplan te voltooien en Gods Rijk op aarde te vestigen.
Daar zit het juist: De zielen moeten niet afwachten
tot Jezus persoonlijk komt om het Rijk Gods vόόr hun ogen te grondvesten, om de
'zondaars' van de aardbodem weg te vegen en de overigen zonder meer uit alle
ellende te bevrijden, zij zouden beter bidden en offeren opdat zij de genade
waardiger zouden worden om zich aan de hand van Gods richtlijnen voor de
heiliging in die mate te kunnen zuiveren dat het Rijk Gods in hen zou
kunnen worden gegrondvest. Hoe groter het getal der zielen wordt, dat zich er
door liefdevolle inspanningen op voorbereidt dat in hen het Rijk Gods kan
worden gegrondvest, des te sneller zal de mensheid als geheel de eenheid met
Gods Wetten benaderen. De eenheid van de mensheid met Gods Wetten zou elke ramp
in de Schepping automatisch uitsluiten, want deze eenheid zou betekenen dat
het evenwicht in de Schepping hersteld is, en daardoor Gods Rijk op aarde zou
zijn gevestigd. God wil helemaal niet 'waarschuwen'. Hij tracht te onderrichten,
en in onze tijd doet Hij dit via de Wetenschap van het Goddelijk Leven.
God zal de zielen vanzelfsprekend waarschuwen,
echter niet zoals sommigen ons willen laten geloven, maar diep in het
individueel geweten. Juist daarom betreft het hier in de ware zin geen
waarschuwingen, maar onderrichtingen en innerlijke omvorming. De natuurrampen
zijn niet aan Gods hand toe te schrijven, doch aan het door de verschrikkelijke
zondelast veroorzaakt onevenwicht in de Schepping, zoals de Meesteres van alle
zielen het nu reeds jaren laat verkondigen en aantonen. God wil niet de dood
van de zondaar, maar wel zijn bekering, en Hij wil met dat doel voor ogen het
geweten van elke ziel wekken, en wel op een zodanige wijze dat de zielen erdoor
in staat worden gesteld, uit vrije wil elke afwijking tegenover de
Goddelijke Wet in te zien, en niet uit angst voor één of andere bedreiging.
Een gebed dat uit angst voor dreiging en straf wordt aangeboden, is voor God zo
goed als waardeloos, want het ontspringt niet uit Liefde en uit vrije wil.
De Koningin des Hemels laat nogmaals herhalen, opdat niemand hierover
onwetendheid zou kunnen voorwenden:
- wat heiliging is,
- hoe de heiliging
verwezenlijkt moet worden, en
- hoe de Schepping, die nu
eenmaal zo is geprogrammeerd dat zij steeds tracht, Gods Wet,
Intelligentie en Wijsheid voor honderd procent te volgen, in onevenwicht
is gekomen, en daar derhalve ook op reageert.
Het staat elke ziel vrij, de haar door God
geschonken levensuren te gebruiken om af te wachten tot God haar uit al haar
ellende komt bevrijden. In Gods ogen komt dit echter neer op een verspilling
van de door Hem geschonken levenstijd evenals op een gebrek aan ware
christelijke inzet. Dit is immers niet het doel waartoe elke ziel van God een
leven op aarde heeft gekregen. De enige twee doelstellingen van het leven zijn:
de eigen heiliging, en de persoonlijke bijdrage tot de voltooiing van Gods
Heilsplan. Geen van deze beide doelstellingen wordt verwezenlijkt doordat de
ziel zou wachten op de komst van Jezus om van haar beproevingen te worden
bevrijd, noch doordat zij daar gericht voor bidt, wel integendeel. Ik verwijs
nogmaals met klem naar de tekst die Maria met deze bedoeling heeft laten
schrijven, en die U kunt vinden onder Het MDA Werk Apostolaat > Het
Apostolaat.
Zoals ik bovendien reeds bij herhaling heb moeten
schrijven, zou God nooit één of andere aanwijzing geven
over het tijdstip waarop een gebeurtenis zal plaatsvinden ('in dat jaar', 'op
die dag', 'binnen ... maanden of weken'...) omdat een dergelijke aanwijzing de
voltooiing van Zijn Plannen volledig zou tegenwerken.
Dit moest ik U absoluut mededelen. Doordat ik mij,
zoals in het verleden, nog steeds formeel van deze boodschappen distantieer,
kom ik mijn gelofte van gehoorzaamheid jegens de Koningin des Hemels na. Elke
ziel die beslist, haar leven te richten naar die boodschappen, doet dit op haar
eigen verantwoordelijkheid, vooral wanneer het gaat om een ziel die het
onmetelijk geschenk heeft ontvangen, door de Meesteres van alle zielen de
waarheid over het onevenwicht in de Schepping ten gevolge van de zonden en het
mechanisme van de voltooiing van haar Verlossing te mogen leren kennen. Ik voor
mijn part weet dat ik nooit een woord heb verkondigd zonder dat dit mij door de
Koningin des Hemels Zelf werd opgedragen.
Derhalve getuig ik met klem dat ik steeds slechts
de Waarheid heb verkondigd zoals de Moeder Gods mij deze sedert jaren voor het
Heil der zielen onderricht, en dat zal ik blijven doen, zolang de Moeder Gods
mij dit opdraagt. Maria heeft mij toegestaan, U ook deze woorden over te
brengen als woorden van genade, opdat U Waarheid en misleiding duidelijk moge
kunnen onderscheiden. Het zal van de beslissing van de zielen zelf afhangen in
hoeverre God de geschenken die hij voor de zielen wil bereiden, daadwerkelijk kan
bereiden. Ik althans, hoop met heel mijn hart dat ook nu, via de Meesteres van
alle zielen, niet nog eens moet blijken dat God de zielen het zaad van
inzicht vruchteloos heeft geschonken. Vruchteloos zal het opnieuw zijn wanneer
de zielen niet de Liefde kunnen opbrengen om de kruisen, waarin immers de
wortels van de Wederkomst van Jezus in de eigen ziel en de grondvesting van
Gods Rijk op aarde verborgen liggen, vastberaden aan te nemen, deze door vurige
toewijding aan de Koningin des Hemels met het Kruis van Christus te laten
versmelten, en zichzelf daarbij door de handen van de Meesteres in een spiegel
van Christus te laten omvormen.
Ik wens U de ware Vrede van Christus in de Liefde
van de Meesteres van alle zielen,
Haar Myriam
P.S.: Uit brieven met betrekking tot dit thema blijkt
steeds opnieuw dat de meeste zielen die dreigboodschappen najagen of er zich
intensief mee bezighouden, doorgaans misnoegd zijn en ontevreden over hun
leven. Het meest betreurenswaardige daarbij is echter de vaststelling dat
deze zielen in de ware zin van het woord doorgaans nauwelijks nog als
gelovigen kunnen worden beschouwd, want een werkelijk gelovige ziel
hangt niet vast aan verwachtingen ten aanzien van dit stoffelijk leven, maar
leeft voor het Eeuwig Leven, voor haar eigen heiliging, en om binnen Gods
Heilsplan vruchtbaar te zijn. Uit het oogpunt van de christen die strijdt
voor de vestiging van Gods Rijk op aarde, is dit een tragische vaststelling,
want de ingesteldheid vanuit dewelke men een God verwacht die verwoest en die
'diegenen die het waardiger zijn' of de 'minder grote zondaars' uit hun
beproevingen komt bevrijden, druist in tegen de hele gezindheid van Christus
Zelf.
Bepaalde zielen zijn van mening dat zij reeds
genoeg geleden hebben, en dat nu wel eens anderen aan de beurt mogen komen,
en om deze reden verlangen zij naar de komst van een 'zuiverende' Christus.
Deze zielen verwachten echter geen God die innerlijk zuivert, dit wil
zeggen, die zielen op de wegen naar hun heiliging leidt, doch een God die uiterlijk
zuivert, dit wil zeggen, die de 'onwaardige zondaars' van de aarde laat
verdwijnen, en wel door rampen die Hij Zelf doet ontstaan of ten uitvoer
brengt, opdat zielen massaal zouden bidden dat Hij ermee moge ophouden, deze
rampen over de wereld te sturen, en dat Hij moge komen om diegenen te
bevrijden die zichzelf voor goede christenen houden. Deze ingesteldheid bergt
zeer grote gevaren in zich, en getuigt evenmin van een waar geloof in Gods
Liefde.
Bepaalde zielen stellen dat de Moeder Gods toch
Zelf rampen, en in aansluiting daarop de Wederkomst van Christus heeft
voorspeld. Inderdaad, dat heeft Zij. De Meesteres van alle zielen spreekt
dit ook in geen geval tegen. Nooit heeft Zij Haar Myriam het tegendeel laten
schrijven. Maar ... Maria heeft nooit beweerd dat God hoogstpersoonlijk
aan de basis van deze rampen en verwoestingen zal liggen. In de Wetenschap
van het Goddelijk Leven onderricht Zij nu hoe de schokkende gebeurtenissen in
de natuur te wijten zijn aan de spirituele gesteldheden en de zondelast van
de mensheid, en niet aan één of andere wraakzucht van Gods wege of enige
interventie van God op deze planeet.
Lieve zielen, laten wij aandachtig en waakzaam
blijven, en constant bij ons geweten te rade gaan of wij ons nog in alle
ernst christenen kunnen noemen wanneer wij niet langer de eigen
heiliging en de verwezenlijking van Gods Heilsplan als levensdoelstellingen
nastreven, doch slechts naar de bevrijding uit onze beproevingen verlangen.
Wij moeten absoluut verlangen naar de Komst van Christus, want de ziel die
niet verlangt naar de Eeuwige Liefde, is geen drager van het Goddelijk Leven.
Wij moeten echter vanuit een spiritueel gezonde gesteldheid en tegen
de achtergrond van gezonde verwachtingen naar Hem verlangen, dit wil zeggen
dat het verlangen naar de Komst van Christus moet worden aangedreven door de
wil om deze Komst volledig in harmonie met de Goddelijke Wet door eigen
inzet in de navolging van Christus (dit wil zeggen: door het kruis en de
beleving van de Ware Liefde in alle details van ons dagelijks leven) mogelijk
te helpen maken. De ware Wederkomst van Christus is Zijn Komst, men kan
tevens zeggen: Zijn Verrijzenis, IN HET EIGEN HART van elke ziel, namelijk in
haar diepste gesteldheden. Het gaat daarbij om de Komst en grondvesting van
de Ware Liefde in de harten.
De ziel die ermee begonnen is, de nalatenschap
van Christus werkelijk te herkennen, weet dat het van haar actieve inzet in
het eigen leven afhangt, in welke mate Christus in haar binnen kan
komen.
Actieve inzet in de navolging van de Wetenschap
van het Goddelijk Leven betekent:
1. de ontsluiting van de eigen
heiligheid en het bevorderen van de voltooiing van Gods Heilsplan;
2. daardoor automatisch, krachtens
de Goddelijke Wet, een vermindering van de rampen, aangezien deze ontstaan
door het onevenwicht in de Schepping door de zondelast;
3. eveneens daardoor de geschikte
voorbereiding op de Komst van Christus in de eigen ziel.
In de mate waarin deze Wederkomst zich in een
toenemend aantal zielen voltrekt, wordt Gods Rijk op aarde gegrondvest. De
Meesteres van alle zielen laat sedert verscheidene jaren verkondigen dat de
totale toewijding aan Haar en de gewetensvolle en liefdevolle toepassing van
Haar leerstellingen in de Wetenschap van het Goddelijk Leven de gouden weg
naar dit doel zijn.
Zij onderwijst ons nu eenmaal in het ware
christen-zijn, in de wegen naar de hoogste vruchtbaarheid.
Welke ziel zou derhalve in Gods ogen de meest
vruchtbare zijn:
1. diegene die al haar denken,
handelen en verwachten richt op berichten en voorspellingen met betrekking
tot rampen en speculaties met betrekking tot de Komst van Christus,
of
2. diegene die onvoorwaardelijk
haar hele wezen en haar hele leven in het teken van haar spirituele
ontwikkeling en van haar bijdrage tot de voltooiing van Gods Werken stelt?
Gods Wijsheid zal het elke ziel in het hart
fluisteren. De ziel zal het horen zodra zij het razen van de onheilsprofeten
niet langer boven het zacht gefluister van de Koningin des Hemels verheft.
|
|