Einde van de Wereld: De Tekenen, die eraan
zullen voorafgaan en de omstandigheden die daarbij gepaard gaan: deel 2
De Goddelijke Barmhartigheid zal al
haar bronnen en middelen hebben uitgeput. De Antichrist zal zijn ver schenen.
De mensen over de hele aarde zullen tot de kennis van de waarheid zijn
geroepen. De Katholieke Kerk zal volgroeid zijn tot de volheid van haar leven
en vruchtbaarheid voor de laatste keer. Niettemin, zullen al deze gunsten en
voortekenen, nogmaals, verdwijnen uit de harten en het denken van de mens. Door
een misdadig misbruik van de genaden,
zal de mensheid zijn teruggekeerd naar haar braaksel. Hun gehechtheden en al
hun aspiraties concentrerend op de goederen en vulgaire genoegens van deze
wereld, zullen zij, volgens de Heilige Schrift, God de rug hebben toegekeerd,
zodat zij niet meer naar de hemel kunnen opzien, en haar rechtvaardig oordeel
indachtig zijn. Alle geloof zal uit hun
hart verdwenen zijn. Alle vlees zal de weg van het verderf zijn gegaan. Het
Goddelijke Oordeel zal zodanig zijn, dat er geen redding meer aan is. Zoals
Christus zegt, het zal zijn als in de dagen van Noah. In die tijd leefden de
mensen zorgeloos, legden plantaties aan, bouwden luxueuze huizen, maakten
grappen met de oude Noah, toen hij als timmerman aan het werk ging, Dag en
nacht, bouwde hij aan zijn Ark. Gekke man! Dromer! zeiden ze. Dit ging zo
door totdat dat de vloed kwam, en de hele aarde in de golven verdween. De zondvloed kwam en vernietigde allen. Zo
zal de finale catastrofe plaats vinden, wanneer de wereld haar toppunt van
veiligheid heeft bereikt, en markten overvloeien van geld, en aandelen nooit zo
hoog. Er zullen nationale vieringen zijn, grote tentoonstellingen en de
mensheid, zwemmend in een nooit vertoonde materiële welvaart, zal de hoop op de
hemel hebben opgegeven. Banaal achter de laagste genietingen van het leven aan
lopend, zullen de mensen, zoals de vrek in het Evangelie zeggen: Mijn ziel, je bezit goederen, die vele
jaren duren. Eet en drink en wees vrolijk Maar plotseling, midden in de
nacht, -in media nocte- want
het zal te midden van duisternis zijn, en op dat noodlottige nachtelijk uur,
toen de Heer eens in Bethlehem verscheen in alle nederigheid, dat Hij weer zal:
verschijnen, dan in Majesteit en Glorie, dan zullen de mensen, uit hun slaap
opschrikken en een groot weeklagen horen en lawaai, en een stem zal hen wakker
roepen:Zie, de bruidegom is hier!
Komt naar buiten, Hem tegemoet.
In
de annalen van Savoye, wordt de herinnering en traditie bewaard van een
afschuwelijke catastrofe, die ons het beeld biedt van wat zal gebeuren wanneer
God de mensheid in de steek laat en Zijn geduld als het ware is uitgeput .
Honderden jaren geleden, 24 november 1248, op de vooravond van de dag dat de
Kerk het feest viert van de H. Catharina gebeurde het. Het was een zachte
avond, de lucht kalm, en de sterren twinkelden aan de hemel. De hele vallei,
waar de huidige stad Chambéry lag, was het rustig en veilig. Een boosaardig en
ongodsdienstig man heerste als een tiran over een stad, die nu voor altijd weg
is, maar die naast de stad van mijn verhaal stond. Deze man had een groot
aantal vrolijke kameraden bijeen verzameld. Met feesten en drinkgelagen, vierde
hij de heilig schendende plundering van een klooster, dat hij veranderde in een
profaan gebruik, nadat hij meedogenloos de monniken en de heilige bewoners, die
de wettige eigenaars waren, had verdreven. Zoals Balthasar in de tijd van
Daniël drinkgelagen hield met de Heilige Vaten van de Tempelroof zo deed ook
die tiran met zijn edelen als zijn gasten en een feestmaal hield dat gepaard
ging met godslasteringen en duivelse spot. Zo, zal de eindcatastrofe
geschieden, wanneer de wereld zich het meest veilig waant, Plotseling, in een
oogwenk, in het midden van de nacht, begon de grond te schudden met een akelig
lawaai. Hemel en de aarde leek te vergaan door een hevige orkaan, stemmen en
geloei van stormen, die leken te komen uit de donkere krochten van de Hel; en,
voordat men tijd had om een veilig heenkomen te zoeken werden zij levend
begraven onder de neerstortende massa van een gigantische berg: een stad, vijf
dorpjes, en een hele streek van zes duizend inwoners werden in de afgrond
verzwolgen, de sporen daarvan staan geschreven in onuitwisbare letters op de
fragmenten van onze zielen, en blijven als een onuitwisbaar en levende
herinnering van gemengde gevoelens en afschuw in de geesten van onze mensen. Dit
beeld, ontleend aan een van de meest gedenkwaardige en vreselijke gebeurtenissen,
die zich hebben voorgedaan in onze geschiedenis, is, in zekere zin, meer
treffend dan die van Noah en de Zondvloed: want toen hadden de mensen nog tijd
om hun gedachten te verzamelen en genade van berouw te verkrijgen, alvorens ten
onder te gaan, en de ramp trof hen niet onvoorbereid en onverwacht. Ofschoon niet iedereen zich kon
redden voor t aardse leven, zegt de H. Petrus duidelijk, kon toch een groot
aantal naar God terugkeren en zichzelf redden voor het andere leven. In de
eerste brief van de Apostel Petrus, zegt hij dat, toen de heilige Ziel van
Jezus Christus was gescheiden van Zijn Lichaam, was het in de geest dat Hij
ging prediken tot de geesten in de gevangenis. Zij hadden niet gehoorzaamd vanaf Noahs dag, toen
God geduldig wachtte tot de Ark klaar was. Op de dag van het Oordeel echter,
zal het worden zoals beschreven in het voorgaande verhaal: het zal gebeuren onmiddellijk
en met geweld. Christus leert ons: Als
een man op het dakterras is, moet hij niet naar beneden gaan om iets uit zijn
huis te halen. Als een man op het veld is, moet hij niet terugkeren om zijn
mantel op te halen. Het zal zwaar zijn voor de zwangere vrouwen en voedsters in
die dagen. Als iedereen je zegt: Kijk, de Messias is hier of Hij is daar
geloof het niet, want zoals de bliksem schicht van het oosten naar het westen,
zo zal de komst van de Mensenzoon zijn. Hoe en waarmee deze grote
verwoesting zal plaats vinden? Wat zal de effectieve oorzaak zijn, de
veroorzaker, en het directe, onmiddellijke instrument? Op deze vragen kan en
wil de Heilige Schrift geen antwoord geven noch één van de omstandigheden vermelden
van deze gebeurtenis, de ernstigste en definitieve van al die sinds de
schepping zich hebben voorgedaan. Het leert dat de wereld niet ten onder zal
gaan zoals tijdens de Zondvloed, en dat zij ook niet ineen zal storten door
vloedgolf van lava zoals dat was met Herculaneum en Pompeji in de streek van
Titus, maar zal worden verbrand en verwoest door vuur: Terra autem et quae in ipsa sunt opera exurentur. Dat was al het
aloude geloof van de Egyptische en de Perzische wijsgeren. Cicero zei, dat de
wereld zou eindigen door vuur. Het is opmerkelijk, dat de huidige wetenschap
parallel loopt met de Heilige Schrift, en aantoont, dat vuur de grote architect
zal zijn van Gods Gerechtigheid en van de vernieuwing, die zal volgen, wanneer
dit zich voordoet. Zo zegt de wetenschap, zoals de Bijbel leert, dat vuur de eerste geschapen kracht was,
die haar energie heeft ontwikkeld en haar activiteit heeft getoond. Het was
door vuur, dat de natuur vruchtbaar werd en de elementen in werking traden.
Daaruit kwamen de grote transformaties van de primitieve wereld voort, het
ontstaan van bergen en sterren en tenslotte het opkomen van het universum, met
haar hele orde en verscheidenheid, die zich aan onze bewonderende blik toont.
Genesis 1,2 zegt: De aarde was ongeordend en leeg, en
duisternis hing over de wereldzee en Gods Geest zweefde over de wateren. Met
andere woorden, zoals deskundigen verklaren, was de materie vervluchtigd en in
de toestand van damp. Voordat de Schepper de materie haar eigenschappen en verschillende
vormen had gegeven, door haar te delen en coördineren in zes dagen arbeid,
waren al deze onderdelen een warboel, ongeordend, en in een chaotische
toestand. Aarde, zon en sterren boden een beeld van een kolossale vloeibare,
gasachtige zee, verspreid over een reusachtige ruimte. Deze zee was
bewegingloos, log en traag. Het borrelde aan de oppervlakte en in haar aller
binnenste diepte, werd alles in beweging gezet onder de levendmakende adem van
een Beweger, die geen ander was dan de Geest van God: en Gods Geest zweefde over de wateren. De elementen zullen worden verwoest door vuur. De Heilige
Geest onderwierp de materiële substantie aan een soort incubatie. Onder de
werking van deze extreme hitte van onmetelijke intensiteit, ondergingen de
elementen een gieten en hergieten, vervolmaakten zichzelf, verwierven hun
kracht en energie, en vergoten hun afval, zoals goud, dat verfijnd en
gescheiden wordt van roest, in de smeltkroes, waarin het gegoten is. Wanneer
dus omgevormd door de windstoot of gloed van deze oven van de Heilige Geest,
werden zij in staat gebracht om Gods Woord te horen en de Schepper riep en zei:
Daar zij licht. En er was licht; en
nadat Hij nacht en dag had gemaakt en het uitspansel had ontworpen, Hij
scheidde de vaste materie van de dampige massa erom heen, en zei, het droge noemde God aarde en het
samengevloeide water noemde God zee God sprak ook tot de wateren, en
liet, op onze globe, buiten het vloeibare deel, slechts wat nodig is om de
aarde te irrigeren en de bassins van de zeeën te vullen, en de rest weg te
zenden in de toestand van damp en lucht: God maakte het uitspansel en scheidde het water boven het uitspansel
van het water eronder.
Het was een groots en subliem
schouwspel, dat aanzet zou worden voor lange en prachtige ontwikkelingen. Wie
zou niet begeesterd geraken en zijn hart voelen trillen, bij het schouwspel van
de scheppende daad, het meesterwerk van goddelijke wijsheid en macht, die
stromen licht en schoonheid opwerpt van de vormeloze, schemerige oceaan, en die
alle logge wezens in beweging zet en die de goddelijke Geest bekleed heeft met
zijn karakter, hen doordringend met Zijn vuur en straling? Door het Woord van de Heer werden de hemelen
geschapen; door de adem van Zijn mond heel hun heir. Vandaag, echter,
kunnen we slechts ter loops over deze wonderlijke werken spreken, en voor zover
het betrekking heeft op ons onderwerp. Welnu, dezelfde Geest van God, die
schatten van harmonie en volmaaktheid heeft uitgestrooid over het universum,
zal evenzo handelen, wanneer het komt tot het ordenen van de nieuwe hemel en
het bouwen van dat paleis, dat eeuwig zal dienen als woonplaats voor de
verheerlijkte mens. Hier zijn ze niet aan het fantaseren, en is ons woord niet
het onze maar dat van al de profeten, die gesproken hebben en van al de
Evangelisten, die geschreven hebben: Vuur
gaat voor Hem uit, en verteert Zijn vijanden alom...De bergen smelten als was
voor de Heer. Voor haar schittering, zal de zon verduisteren en de maan
zal geen licht meer geven en de sterren zullen vallen. Dat betekent, ontbonden
geweest te zijn voor de tweede keer, zullen zij vervliegen als stofdeeltjes in
de lucht. Dat vuur zal het zijn, dat de bozen zal verslinden als stro, en merg
en been zal doordringen, en hen voor altijd zal verteren. Het zal voor de
rechtvaardigen in de laatste dagen de laatste beproeving zijn- Voor hen zal het
de plaats innemen van het Vagevuur, waarvan de louterende vlammen, op het
moment van de verrijzenis, zullen worden uitgedoofd, om nooit meer te worden
aangestoken. Het zal de vuurproef zijn, waarin zij de overblijfselen zullen
afwerpen van hun aardse rust, zodat geen smet de glans van hun gewaden zal
vervagen, wanneer zij zullen verschijnen voor de troon van God. Dit alles staat
zonder enige twijfel met absolute zekerheid te gebeuren, zoals God zelf dat is
en zoals Zijn geest van Waarheid is, die zich niet kan vergissen noch liegen of
bedriegen kan. Men kan met zekerheid vaststellen, dat allen deze wereld hier
beneden zullen hebben verlaten, voordat wij van dit grote schouwspel van
verwoesting en vernietiging getuigen zullen zijn.
Toch heeft Jezus Christus het
nuttig geacht, dat wij hiervan op de hoogte zouden worden gesteld en
onderricht, omdat deze grote waarheden niet van een speculatieve orde zijn,
maar bedoeld zijn, om praktische en onmiddellijke uitwerkingen op ons dagelijks
levens gedrag uit te oefenen. Inderdaad, als de aarde en alles wat zij bevat in
één dag moet verdwijnen door vuur, dan zijn de goederen van deze wereld van
niet meer waarde dan hout of stro. Wat voor zin heeft het dan, van die dingen
het voorwerp te maken van onze begeerten en zorgen? Waarom bouwen willen en
sporen na laten van ons vernuft en kunnen, daar waar wij geen vast verblijf
hebben en waar de vorm van deze wereld zal verdwijnen, als een tent, die geen
schuilplaats biedt aan de reiziger? Zullen we zeggen, dat deze afschrikwekkende
ramp niet zal gebeuren dan in de eeuwen der eeuwen? Maar Jezus Christus heeft
ons gezegd, dat een duizend jaar slechts een ogenblik zijn vergeleken met de
Eeuwigheid, en wanneer het moment zal zijn gekomen wanneer, wij van het land
van het toekomstig leven, de getuigen en acteurs zullen zijn in dit hoogste
drama dan zal de hele tijdspanne van de mensheid zo kort lijken te zijn, dat
wij nauwelijks beseffen, dat het niet langer heeft geduurd dan één dag. De
grote profeet, de Apostel Paulus, voor wie tijd een begrip was zonder grenzen, ruimte en maat, geloofde,
dat hij daar in vervoering al was gewest. En Hiëronimus in zijn grot te
Bethlehem, kon de doemtrompet horen om de doden op te wekken, en zijn haar
stond steil overeind van schrik en zijn vlees en beenderen trilden met een
onbeschrijflijke huiver. Tenslotte, zegt Christus ons, dat wij over deze grote waarheden
moeten nadenken. Want het is zeker dat we voor een verrassing komen te staan en
dat de tijd eerder komt dan we vermoeden. Einde veertiende eeuw, een
buitengewoon iemand kwam onderuit Spanje vandaan. Hij heette Vincent Ferrer. Vanaf
zijn jonge jaren een profeet en wonderdoener groeide hij op onder algehele
verbazing van iedereen. De Geest van God lag op hem en bezielde hem met vurige
ijver gelijk die van de Apostel Paulus. Ondanks zijn zwakke gezondheid en
strenge levenswandel verrichtte hij zijn zware taak. Hem was de genade van de
wondermacht gegeven. Kortom, zijn woord had een wonderbaarlijke kracht, die
zich sinds de Apostel Paulus niet was gezien. Een bovenmenselijk wezen,
ofschoon hij een mens was, weigerde hij alle eerbewijzen, die de paus hem
opdrong te aanvaarden. Zijn leven was er een van voortdurend gebed en vasten en
prediken. Twintig jaar lang trok hij door Europa heen, dat trilde onder de
kracht van zijn stem.
Het laatste oordeel was het
favoriete onderwerp van zijn prediking. Hij beschouwde zichzelf als speciaal
gezonden door de soevereine Rechter om de nabijheid van de laatste dagen te aan
te kondigen. In Salamanca, een stad, die beroemd was om haar theologen en
geleerden, drong een menigte zich om hem heen, om naar die hemelse boodschapper
te luisteren: Ik ben de engel van de Apocalyps, die de Heilige Johannes midden
door de hemel zag vliegen, riep hij uit: Jullie mensen, vrees de Heer en geef
Hem eer en glorie, want de dag van het oordeel is nabij. Bij het horen van
deze vreemde woorden, ontstond er onder de menigte een gemompel. Er klonken
kreten van: Gekheid! Bluffer! Onzin. De boodschapper van God hield even
stil, keek naar de hemel in een soort van vervoering en ecstasy. En, met stemverheffing
riep hij weer: Ik ben de engel van de Apocalyps. De opwinding en het gemompel
bereikte een hoogtepunt. Blijf kalm! zei de heilige. Erger je aan niet mijn
woorden. Met eigen ogen zullen jullie zien, dat ik ben, wat ik zeg. Ga naar de
Paulus poort aan het einde van de stad, en daar een dode vrouw aantreffen.
Breng haar hier bij mij, en ik zal haar tot het leven opwekken, als bewijs van
wat de Heilige Johannes over mij heeft gezegd. Nogmaals, kreten en zelfs
groter protest begroette dit voorstel. Niettemin, besloten een paar mannen naar
de aangewezen poort te gaan. Daar vonden ze inderdaad een dode vrouw, namen
haar op en legden haar neer te midden van de menigte. De apostel, die niet voor
een minuut week van de plaats waar hij stond te prediken, zei: Vrouw, in de
naam van God, ik beveel je op te staan. De dode vrouw stond onmiddellijk op.
Zij wierp de windsels af die haar gezicht bedekten en stond levend op te midden
van de menigte. Vincent zei toen: Voor de eer van God en het Heil van deze
mensen, zeg, nu je kunt spreken, of ik werkelijk de engel ben van de Apocalyps,
belast met de opdracht het laatste nabije oordeel te verkondigen. Jij bent de
engel antwoordde de vrouw, Echt, jij bent het. Om dit prachtig getuigenis
te plaatsen tussen twee wonderen, sprak de heilige weer tot haar: Wilt u
kiezen te blijven leven of wenst u weer te sterven? Ik zou graag willen
leven antwoordde de vrouw. Leef dan! Ze leefde inderdaad nog vele jaren, een
levend getuigenis, zegt een geschiedschrijver, van een verbazingwekkend wonder,
en van de hoogste zending ooit toevertrouwd aan een mens.
We zullen de authenticiteit van dit
verhaal niet betwisten. Het heeft twijfel gewekt onder sommige biografen, en de
omstandigheden er omheen gaven aanleiding tot kritiek en ontkenning. Ter
verdediging van onze mening, voldoet te zeggen, dat de Kerk het nooit
veroordeeld heeft, omdat in de bul van de heiligverklaring, staat: Hij moest
het eeuwige Evangelie verkondigen, zoals de Engel, die midden door de hemel
vloog, en hij moest het Rijk Gods en het laatste Oordeel aan de mensen van
iedere taal, stam een natie aankondigen. Het is echter meer dan vijfhonderd
jaar geleden, dat dit gebeurde, en het laatste oordeel, dat door de
wonderdoener van de veertiende eeuw werd aangekondigd, heeft nog niet plaats
gevonden. Moeten we dan hieruit concluderen, dat de heilige was misleid, of dat
het wonder van deze opwekking, bevestigd door serieuze geloofwaardige getuigen,
en in beeld in de herinnering vastgelegd, verwezen naar het rijk van fabels en
beschouwd moet worden als allegorie of verzinsel? St. Vincent Ferrer sprak
zoals heilige Doctors hebben gedaan vóór hem, en de meesten van deze grote
apostolische mannen dat ook na hem hebben gedaan. Zo censureerde Hiëronimus een
zekere Juda, de beroemde auteur van een Kerkgeschiedenis,
die zou hebben beweerd, dat hevigheid van de Christenvervolgingen het
einde van de wereld voorspelde, dat binnenkort zou plaats vinden. Toch
beschreef dezelfde Hiëronimus in één van zijn brieven prachtig de calamiteiten
en rampen, waarvan hij getuige was, en was zelf bijna van dezelfde opinie. De
Heilige Cyprianus Epistel 58 schreef
deze woorden: Je kunt niet anders dan constateren, dat de eindtijd er al is en
de laatste verwoesting al begonnen is of op komst is. De tijd van de Antichrist
is nabij. In de lofrede op zijn broer Satyrus, roept Ambrosius uit: Hij was
uit het leven verwijderd, opdat hij niet getuige hoefde zijn van het einde van
de wereld, en de complete verwoesting van het universum. De H. Gregorius de
Grote en de H. Bernardus drukten dezelfde gedachten uit in hun boeken en
toespraken. Deze illustere Doctors en grote heiligen spraken op deze wijze,
hetzij omdat zij in die tijd zagen, dat het geloof verslapte en de rampen
iedere dag steeds meer alarmerende vormen aannamen, en omdat zij waren gegrepen
door angst bij de gedachte van die grote dag. Zij wilden bij de mensen een
heilzame vrees inplanten vooral bij hen. die op het verkeerde pad terecht gekomen
waren.
En om ze zo terug te brengen naar
het ware Geloof in God en tot bekering. Toch, kunnen we niet zeggen, dat zij
van de waarheid waren afgeweken; Zij spraken volgens de H. Schrift, die, met
nadruk op deze fundamentele waarheid, steeds de komst van de uiteindelijke als
voor de deur staande Gerechtigheid in het vooruitzicht stelt:Prope est iam Dominus. Hierin hebben
de Apostelen en geïnspireerde schrijvers ons niet bedrogen, in zover dat tijd
voor hen niet iets is, die de grenzen van het huidige leven overschrijdt. De
hele spanne tijd van eeuwen, zegt de Heilige Schrift, is niet meer dan een
voorbij vliedende dag: tamquam dies
hesterna, quae praeteriit. Zo zijn er ook in het universum sterren, die
tien duizenden mijlen van elkaar verwijderd zijn, en die, vanwege hun afstand,
samen lijken te vallen, zodat zij één enkel punt vormen. Zo ook zal de tijd
zijn, van God uit gezien en van de hoogten van het leven van God, waar wij eens
zullen worden ondergedompeld, alsof het niet bestond. Een jaar honderdduizend
jaren miljoenen jaren, beschouwd in de boezem van de eeuwigheid, zal niet
meer lijken dan paar puntjes. Tijdsduur is in ons denken zo microscopisch
klein, dat wij geen verschil zien tussen dit en dat van later. Bij gevolg,
kunnen deze woorden van Johannes de Evangelist volledig worden toegepast op -de
algemene verrijzenis, maar ook op de gedeeltelijke verrijzenis door Jezus
Christus verricht. Het uur komt, waarin al degenen opstaan, die voort zullen
komen in de verrijzenis van het leven. Bovendien,
zal onze eeuwige bestemming onherroepelijk bij de dood worden bepaald, en het
bijzondere oordeel dat moet volgen, zal spoedig de omstandigheden bepalen
waarin wij zullen verschijnen bij het tribunaal van de goddelijke Gerechtigheid
en de plaats, die aan ons zal worden toegewezen. Vergeleken met dit
onvermijdelijke einde van de bestemming van de mens, zijn al onze politieke
controversen niets dan ijdel gepraat. Revoluties, die volken doen verdwijnen en
republieken en rijken omverwerpen, zijn minder dan een verandering van toneel
of decor in een theater. Al deze geweldige prestaties en prachtige werken,
waartoe menselijke geest in staat is, en tot stand brengt ten koste van grote
offers en de zeer riskante ondernemingen, lijken even onbeduidend als die van
een spinnenweb, die meestal niet langer dan een dag duren.
Het enige verschil tussen mensen
zal dan die van verdiensten en deugd zijn. Alle ijdele en ambitieuze plannen
zullen verdwijnen. Politiek zal ophouden. Wetenschap zelf zal worden verwoest: scientia destruetur. Zalig zij, die het goddelijk Woord hebben
gehoord en het trouw in hun hart hebben bewaard. Zalig zij, die uit hun slaap
wakker worden met een open en eerlijke levenswandel, de aanbevelingen van de
apostelen hebben gevolgd. Zalig zij die, als de wijze maagden gezorgd hebben
voor olie in hun lampen, en hun korenschoof klaar hadden voor de dag van de
schitterende oogst. Dezen zullen als uitverkorenen geroepen worden, omdat zoals
Johannes zegt: hun namen staan geschreven in het Boek des Levens van het Lam,
dat was geslacht vanaf het begin van de wereld. Moge die bestemming voor ons
zijn weggelegd. Amen!
|