
Een
kleine jongen en God
Er was eens een kleine jongen die graag God wilde
ontmoeten. Hij was zich ervan bewust dat de weg naar de plaats waar God leefde
heel lang zou zijn. Dus pakte hij zijn rugzak, stopte er enkele blikjes
frisdrank en een paar chocoladerepen in, en ging op stap.
Na een kleine wandeling kwam hij in een park. Daar zag hij
een oud mannetje op een bank. Hij keek naar de duiven die de broodkruimels
oppikten die hij voor hen op de grond gooide. De kleine jongen ging bij de man
op de bank zitten en deed zijn rugzak open. Toen hij een blik frisdrank wilde
opentrekken, ontmoette zijn blik die van de oude man. Dus pakte hij een
chocoladereep en gaf die aan de man.
Dankbaar nam die de zoetigheid aan en glimlachte daarbij.
De jongen vond het een heel mooie glimlach en gaf de man ook een blikje
frisdrank. De man glimlachte weer, nog mooier dan eerst.
De kleine jongen vond het prachtig. Zo zaten die twee een
hele tijd op de bank in het park en aten met elkaar de chocoladerepen en
dronken frisdrank, maar geen van beiden zei een woord. Toen het donker werd, voelde
de jongen dat hij moe werd en besloot hij terug naar huis te gaan. Na enkele
stappen stopte hij, keerde terug naar het oude mannetje en gaf hem een dikke
knuffel. Het mannetje glimlachte weer heel gelukkig.
Toen hij thuiskwam zag zijn moeder de vreugde op het
gezicht van haar zoontje en vroeg: wat heb je vandaag voor leuks gedaan dat je
zo vrolijk kijkt? En de kleine jongen zei: ik heb vandaag met God gegeten en
hij heeft een heel mooie glimlach!
Ook de oude man was naar huis gegaan waar zijn zoon op hem
wachtte. Ook die vroeg hem waarom hij er zo blij uitzag. En hij antwoordde hem:
Ik heb vandaag met God gegeten en hij is veel jonger dan ik had gedacht.
We moeten het niet te ver zoeken, om God te ontmoeten.
www.kuleuven.be/thomas
|