In het
Boek der Openbaring hoofdstuk 13 : 11-18 gaat het over de Antichrist : Toen zag ik een ander beest. Dit
rees op uit de aarde. Het had twee hoorns als een lam, maar het sprak als een
draak. Alle macht van het eerste beest oefent het uit voor diens ogen. Het
bewerkt dat de aarde en haar bewoners het eerste beest aanbidden, waarvan de
doodwond genezen was. Het verricht grote tekenen; het laat zelfs vuur uit de
hemel op aarde neerdalen ten aanschouwen van de mensen. Het misleidt de
bewoners van de aarde, door de tekenen die het verricht in opdracht van het
beest. Het haalt hen ertoe over om een beeld op te
richten ter ere van het beest dat door het zwaard werd gewond maar in leven
bleef. Hem werd zelfs toegestaan levensadem te geven aan het beeld van het beest,
zodat het kon spreken en kon bewerken dat allen die het beeld van het beest
niet aanbaden, ter dood werden gebracht. (Dat
beeld zal in het Vaticaan worden gezet. Ze zullen de Kerk van de levende God in
een vereringsplaats voor de Antichrist maken en dit zal de verschrikkelijke
gruwel zijn. Net zoals Mozes, toen hij van de Horeb berg kwam zag dat het
Joodse Volk een gouden kalf aanbad. Bij deze gruwel begint het 3,5 jarig
tijdperk van vervolgingen op grote schaal. De terugkeer van de Heer Jezus zal
dan dichtbij zijn.) Het maakt dat allen, klein en groot, rijk en arm,
vrij en slaaf, een merkteken ontvangen op hun rechterhand of op hun voorhoofd;
niemand kan iets kopen of verkopen als hij dat teken, de naam van het beest of
het getal van zijn naam, niet draagt. Nu komt het aan op scherpzinnigheid! Wie
doorzicht heeft, kan het getal van het beest berekenen. Het duidt een mens aan,
en het getal van die mens is 666.
Eindtijd
volgens Lucas 21 : Toespraak over de val van Jeruzalem en de komst van de
Mensenzoon :
Wanneer u Jeruzalem door legers omsingeld ziet, weet dan dat haar
verwoesting dichtbij is. Laten de inwoners van Judea dan de bergen invluchten;
wie in de stad is moet haar verlaten, en wie op het land is moet haar niet
binnengaan. Dagen van vergelding zijn dit, waarin alles wat er geschreven staat
in vervulling gaat. Wee de vrouwen die zwanger zijn in die dagen, of een
kind aan de borst hebben, want het land zal in diepe nood verkeren en dit
volk zal door Gods toorn worden getroffen. Ze zullen vallen door het scherp
van het zwaard en als gevangenen worden afgevoerd naar alle heidense volken; en
Jeruzalem zal door de heidenen vertrapt worden totdat de tijd van de heidenen
voorbij is
Blijf
te allen tijde waakzaam en bid dat u de kracht zult hebben om te ontkomen aan
alles wat er gaat gebeuren en rechtop te staan voor de Mensenzoon. (Jezus
raad : blijf waakzaam!)
[15]
Wie op het dak is, moet niet naar beneden komen om nog iets uit zijn huis te
halen, [16] en wie op het land is, moet niet teruggaan om zijn jas te halen. [17]
Wee de vrouwen die dan zwanger zijn of een kind aan de borst hebben in die
dagen! [18] Bid dat het niet gebeurt in de winter. [19] Want die dagen zullen
een verschrikking zijn zoals die er nog nooit is geweest, vanaf het begin van
Gods schepping tot nu toe, en er ook niet meer zal komen. [20] Als de Heer die
dagen niet had ingekort, zou niemand gered worden. Maar omwille van zijn
uitverkorenen heeft Hij die dagen ingekort. (= Je zult de Antichrist moeten
vereren en zijn sprekend afgodsbeeld aanbidden, en hij zal de mensen dwingen door
vervolging en terreur.)
[21] Als iemand dan tegen jullie zegt: Kijk, hier is de Messias, kijk, daar is
Hij, vertrouw het niet. [22] Want er zullen valse messiassen en valse profeten
(= de valse messias
is de Antichrist en de valse profeet is de Valse Paus. Zij werken samen om
zoveel mogelijk zielen te doen vallen) opstaan en ze zullen tekenen en wonderen
laten zien, om, als het mogelijk zou zijn, de uitverkorenen op een dwaalspoor
te brengen. [23] Maar jullie moeten uitkijken. Ik heb het jullie allemaal van
tevoren gezegd.
[24] Maar in die dagen na de verschrikking zal de zon
verduisterd worden, en de maan haar licht niet meer laten schijnen, [25] en
zullen de sterren van de hemel vallen en de hemelse machten wankelen. (= dit is de
driedaagse duisternis die veroorzaakt zal worden door de Komeet die door
Veronica Lueken uit Bayside werd voorzegd. Deze komeet (een stuk) zal in
botsing komen met de Aarde. Eerst zou de komeet in een baan om de Aarde komen
en een stuk zou in de Atlantische Oceaan vallen niet al te ver van New York en
vloedgolven veroorzaken van 60-100m) [26] En dan zal men de Mensenzoon op
wolken zien komen, met veel macht en heerlijkheid. [27] Dan zal Hij de engelen
uitzenden en zijn uitverkorenen verzamelen uit de vier windstreken, van het
uiteinde van de aarde tot aan het uiteinde van de hemel. (= let erop : zowel
degenen op aarde als degenen in de hemel worden verzameld) [28] Leer van het
beeld van de vijgenboom: als zijn twijgen zacht worden en zijn bladeren zich
ontvouwen, dan weten jullie dat de zomer in aantocht is. [29] Zo moeten jullie
ook weten: wanneer je deze dingen ziet gebeuren, dan staat het vlak voor de
deur. [30] Ik verzeker jullie, deze generatie gaat niet voorbij voordat dit
allemaal gebeurd is. [31] Hemel en aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden
zullen niet voorbijgaan.
[32] Maar wanneer die dag of dat uur aanbreekt, weet
niemand, de engelen in de hemel niet, de Zoon niet, maar alleen de Vader. [33]
Kijk uit, wees waakzaam. Want je weet niet wanneer het moment daar is. [34] Het
is als met iemand die naar het buitenland is, zijn huis heeft achtergelaten en
het beheer heeft overgedragen aan zijn knechten, ieder zijn eigen taak, en aan
de poortwachter heeft opgedragen om waakzaam te zijn. [35] Wees dus waakzaam,
want je weet niet wanneer de heer des huizes komt, s avonds laat of
midden in de nacht of bij het kraaien van de haan of bij het eerste
ochtendlicht, [36] zodat hij niet onverwacht komt en jullie in slaap vindt. [37]
Wat Ik jullie zeg, zeg Ik tegen iedereen: wees waakzaam. (= zorg dat je
gebiecht hebt, regelmatig de eucharistievieringen bijwoont, en eventueel ander
sacramenten, want Jezus komt op een tijdstip dat niemand weet, behalve God
zelf)
Dit
is het hoofdstuk 11 van het boek Daniel (21-45) dat helemaal in het teken staat
van de Antichrist
In
zijn plaats staat een verachtelijk man op, aan wie geen koninklijke waardigheid
is verleend. Hij komt uit het niets en weet het koningschap door sluwheid te
verwerven. Binnenvallende strijdkrachten worden door hem overrompeld en
gebroken, zo ook een leider van het verbond. Wie zich met hem verbindt, wordt
door hem bedrogen. Zo werkt hij zich omhoog en wordt hij machtig, al heeft hij
maar weinig aanhangers. Onverhoeds komt hij in de vruchtbaarste delen van de
provincie en doet wat geen van zijn voorouders ooit heeft gedaan: roofgoed,
buit en rijkdom strooit hij voor zijn aanhangers uit. Ook tegen versterkte
plaatsen smeedt hij plannen, maar dat duurt slechts korte tijd. Hij zal zijn
krachten verzamelen en met een groot leger optrekken tegen de koning van het
Zuiden. De koning van het Zuiden zal zich opmaken voor de strijd met een zeer
groot en krachtig leger, maar hij zal geen stand kunnen houden, want men zal
een aanslag tegen hem beramen. Zijn eigen disgenoten bewerkstelligen zijn
ondergang, zijn leger wordt onder de voet gelopen en er vallen vele doden.
Beide koningen hebben kwaad in de zin, al zitten ze samen aan één tafel. Ze
misleiden elkaar maar het baat hun niet, want de vastgestelde tijd is nog niet
aangebroken. Dan keert de koning van het Noorden beladen met rijkdommen
naar zijn land terug, vol haat tegen het heilig verbond. Zo zal hij optreden en
naar zijn land terugkeren. (= Dit zal de wereldoorlog III zijn die volgens de
spelregels van de Antichrist zal verlopen : bedrog)
Op de vastgestelde tijd
zal hij opnieuw het Zuiden binnenvallen, maar de tweede keer verloopt anders
dan de eerste. Schepen van de Kittiërs vallen hem aan, zodat hij wordt
afgeschrikt en rechtsomkeert maakt. Eenmaal terug richt hij zijn woede tegen
het heilig verbond en besteedt hij zijn aandacht aan hen die het heilig verbond
verzaken. Hij brengt strijdkrachten op de been; die zullen het heiligdom, de
vesting, ontwijden, het dagelijks offer afschaffen en een verwoesting brengend
afgodsbeeld oprichten. (= dit is het Vaticaan te Rome) Degenen die zich niet houden aan het
verbond, verleidt hij op listige wijze tot afvalligheid, maar degenen die hun
God trouw zijn zullen zich met kracht verzetten. De verlichten onder het volk
brengen velen tot inzicht, maar een tijd lang worden zij te vuur en te zwaard
bestreden, gevangengezet en beroofd. (= vervolging van de profeten en de
gelovigen) Tijdens
hun onderdrukking krijgen ze enige hulp, al zullen velen zich onder valse
voorwendselen bij hen aansluiten. Maar ook sommige van de verlichten komen ten
val; mogen zij worden gelouterd, gereinigd en gezuiverd tot aan de eindtijd,
want de vastgestelde tijd is nog niet aangebroken. De koning doet wat hij wil.
Hij wordt hoogmoedig en stelt zich boven iedere god, en tegen de God der goden
spreekt hij lasterlijke woorden. Toch zal hij in voorspoed leven totdat de
toorn is uitgewoed, want wat besloten is moet worden uitgevoerd. Ook op de
goden van zijn voorouders slaat hij geen acht, noch op de bij vrouwen geliefde
god, noch op enige andere god, want hij stelt zich boven alle goden. In plaats
daarvan vereert hij de god van de vestingen; met goud, zilver, edelstenen en
andere kostbaarheden vereert hij een god die zijn voorouders nooit gekend
hebben. Versterkte vestingen valt hij aan met hulp van die vreemde god. Allen
die hem erkennen, overlaadt hij met eerbewijzen en maakt hij heerser over
velen; als beloning geeft hij hun grond. In de eindtijd zal de koning van het
Zuiden met hem in botsing komen en de koning van het Noorden zal hem bestormen
met wagens en ruiters en talloze schepen. Hij zal landen binnenvallen en er als
een vloedgolf doorheen razen. Ook het Sieraadland valt hij binnen. Velen worden
onderworpen, alleen de volgende volken zullen aan hem ontkomen: Edom, Moab en
het belangrijkste deel van de Ammonieten. Hij wordt heer en meester over vele
landen, ook Egypte ontkomt niet aan hem. Hij eigent zich de goud- en
zilverschatten en de andere kostbaarheden van Egypte toe. Libiërs en Nubiërs
maken deel uit van zijn gevolg. Maar geruchten uit het oosten en het noorden
zullen hem opschrikken, en hij zal in grote woede uittrekken om velen te
verdelgen en te vernietigen. Hij zal zijn koninklijke tenten opslaan tussen de
zee en de berg van het heilig Sieraad, maar dan vindt hij zijn einde zonder dat
iemand hem helpt.
|