De
vervolging van de Antichrist en de bekering van de Joden: deel 1
De wereld zal een einde hebben. Dat is een waarheid, die
zij hebben vastgesteld en die het Geloof en de rede als zodanig aantonen. Het
einde van de wereld, en de laatste komst van de Zoon van God, die daarop zal
volgen, zal onverwacht plaatsvinden, als een bliksemschicht, die door de wolken
schiet van het oosten naar het westen. Maar de exacte datum van die dag is een
geheim, verborgen in de diepten van de Goddelijke Raadsbesluiten. Wij weten
daarvan noch dag, noch het uur, en Jezus Christus, ambassadeur van de Godheid
op aarde, verklaart, dat Hem uitdrukkelijk is bevolen, dit niet aan ons te
openbaren. Dus alle opinies van geleerden en vrome lieden in diverse tijden,
die het zich hebben veroorloofd hierover uitspraken te doen, zijn niet meer dan
persoonlijke meningen, beweringen die nergens op berusten dan op louter gissen
en waarvan meer dan eens de gebeurtenissen de dwaling en nutteloosheid ervan
hebben aangetoond.
Cyprianus en Tertullianus zagen in de woede van de
vervolgers en de gewelddadigheden van deze uitroeiingsoorlogen tegen Christenen
tot het uiterste doorgevoerd, als duidelijke tekenen van de nabijheid van het
Laatste Oordeel. Het einde van de wereld is niet ver weg, zei Johannes
Chrisostomos. Aardbevingen en de verkoeling van de liefde zijn, als het ware,
de voorboden en onheilstekenen van die vreselijke gebeurtenis. We weten
allemaal, dat ten tijde van het verval van het Romeinse Rijk en de
ineenstorting van de sociale orde, die met die grote ramp gepaard ging en later
bij het begin van het jaar 1000 van de Christelijke jaartelling, de mensen
dachten, dat de aangekondigde eindtijd nabij was, en dat dit het voorspel was
van die finale verwoesting, die zich laat zien in rampen en verval van
instituties. Eerder had in de tijd van de Apostel Paulus een soortgelijke
angst zich meester gemaakt van de geesten.
Zieners en sekteleiders legden de woorden van het Evangelie
van Mattheus 24 uit in een grove letterlijke betekenis. Overtuigd dat de
verwoesting van de wereld spoedig op die van Jeruzalem zou volgen, gaven zij
zich over aan voorbarige en overdreven voorspellingen, die de mensen met angst
vervulden. Zij trokken mensen weg van hun burgerlijke en religieuze
plichtsvervulling, en drongen aan niet meer te trouwen, en niet meer te bouwen,
maar gaven zich over aan geestdodende passiviteit, in afwachting van de komende
catastrofe. De apostel Paulus meende deze dolende en dwalende zielen uit hun
droom te moeten helpen en zei hen: Wij smeken u broeders, je niet te
gemakkelijk te laten verontrusten of beangstigen door te geloven dat de dag van
de Heer aanstaande is daar de massale apostasie nog niet heeft plaats gevonden,
ook de man van de wetteloosheid heeft zich nog niet geopenbaard, de zoon van
het verderf en de tegenstander, die zichzelf verheft boven iedere zogenaamde
god, die zich ter aanbidding aandient, hij die zelf in Gods Tempel zit en
zichzelf tot God verklaart.
Hier is dan een exact feit, uitgesproken door de H. Geest
en dat de Apostel Paulus duidelijk aankondigt, om de angsten te verjagen
waaraan sommige geesten zich overgaven en om trouwe Christenen te helpen op hun
hoede te zijn tegen valse leringen en onzekere en gewaagde voorspellingen. Maar
wat uit de aangehaalde tekst naar voren is gekomen en ontegenzeggelijk
duidelijk, dat is, dat er voor het einde van de wereld, een door en door
boosaardig mens zal verschijnen, bekleed als het ware met boven menselijke
kracht, die Christus zal uitdagen, en een snode dwaze oorlog tegen Hem zal
voeren. Door de angst die deze man zal inboezemen en bijzonder door zijn trucs
en verleidende vernuft, zal hij erin slagen bijna de hele wereld te veroveren.
Hij zal voor zichzelf altaren laten oprichten en hij zal alle volkeren
dwingen hem te aanbidden. Zal deze vreemde man, uitzonderlijk door zijn
boosheid, één van ons ras zijn, een mens dus? Zal hij menselijke gelaatstrekken
hebben en zal hetzelfde bloed als het onze door de aderen van deze ringleider
van dwaling en bederf stromen? Of, zoals sommigen hem zien als de incarnatie
van Satan, een demon uit de hel en vermomd in de gedaante van een mens?
Of weer, zoals andere Doctors de mening zijn toegedaan, is
dit boosaardig schepsel gewoon een mythe, of een allegorische figuur, waarin de
Heilige Schrift en de Vaders een samenvattend beeld plachten te schilderen van
de totaliteit van tirannen en vervolgers om het collectieve beeld prominent
voorop te zetten van alle boosaardige lieden en ketters, die tegen Christus en
Zijn Kerk, gestreden hebben vanaf het begin van de wereld? Deze verschillende
interpretaties kunnen niet worden verzoend met de definitieve, juiste tekst van
de Heilige Schrift. Bijna alle Doctors en Vaders, Augustinus, Hiëronimus en
Thomas van Aquino, zijn er duidelijk vast van overtuigd dat die
verschrikkelijke boosdoener, dit monster van goddeloosheid en verdorvenheid,
een menselijke persoon zal zijn. De geleerde Bellarminus toont aan dat het
onmogelijk is aan de woorden van de Apostel Paulus en die van Daniël 11,36-37
een andere betekenis te geven. De Apostel Paulus noemt deze grote tegenstander
met de naam: de man van de zonde, de zoon van het verderf. De profeet Daniël
zegt, dat de Antichrist alles wat heilig is en respectvol zal aanvallen, zich
brutaal tegen de Allerhoogste God zal verheffen en de God van zijn Vaders als
niets te beschouwen: In Deum patrum suorum non reputabit.
De Apostel Paulus voegt er nog aan toe, dat Christus hem
zal doden. Al deze verschillende aspecten en eigenaardigheden kunnen niet echt
worden toegepast op een ander abstract wezen. Zij passen alleen op een individu
van vlees en bloed op een echte bepaalde persoon. De Vaders en Doctors
poogden de oorsprong van de Antichrist vast te stellen, en te ontdekken van wat
voor ouders en ras hij zal komen. De meesten onder hen zijn van mening, dat hij
uit joodse ouders zal geboren worden en wel uit de stam van Dan zal zijn. Zo is
de uitleg die zij geven aan deze tekst van Genesis; Laat Dan een slang
worden op de weg, een schorpioen op het pad. En aan die andere van Jeremias; Van
Dan hebben wij briesende paarden gehoord. Zij veronderstellen, dat Johannes in
zijn Apocalyps, heeft nagelaten de stam van Dan te vermelden uit haat tegen de
Antichrist, maar dit is niet zeker. Wat wel als zeker moet worden verondersteld
is, dat de Antichrist zal voortkomen uit het joodse ras van Israël. Ambrosius,
in zijn commentaar op de brief van de Thessalonicenzen zegt, dat hij al zijn
onderdanen zal verplichten zich te onderwerpen aan de besnijdenis; dit volgens
Sulpicious Severus in boek II van zijn dialogen, waarin hij zegt, dat hij al
zijn onderdanen zal verplichten zich te laten besnijden.
Overigens, zijn allen het erover eens en zeggen, dat aan
het begin van zijn regering hij erin zal slagen, door zijn bedrog en zijn
misleidingen, de joden te doen geloven dat zij niet ophouden te wachten en zij
in hun verblindheid zich haasten hem te aanvaarden en te eren als zodanig. Dat
is de uitleg die Suarez en de meeste commentatoren geven aan dit woord van Onze
Heer Jezus Christus in Johannes: Ik ben gekomen in naam van mijn Vader, en u
ontvangt mij niet, als een andere in zijn eigen naam komt, dan ontvangt u hem
wel. Dezelfde betekenis moet men geven aan dat andere woord van de Apostel
Paulus aan de Thessalonicenzen: Omdat zij de Waarheid niet hebben willen
ontvangen, daarom zendt God hen een kracht ter misleiding, waardoor zij de
leugen geloven. Welnu is het waarschijnlijk, dat de joden het zouden
toejuichen, als de Messias iemand zou zijn, die niet tot hun ras zou behoren en
niet zou zijn besneden? De Antichrist zal dus een jood zijn. Zal hij geboren
worden uit een onwettig huwelijk? De theoloog Suarez zegt, dat het niet zeker
is. Toch vermoedt hij, dat een man zo diep pervers, zo tegengesteld aan
Christus in zijn leven en in zijn zeden, een schandelijke afkomst zal hebben.
En zoals Jezus Christus de Onbevlekte Maagd tot moeder heeft gehad, zo kan men
concluderen naar analogie of inductie, dat zijn verklaarde tegenstander geboren
zal worden uit een onzuivere vereniging en dat hij de vrucht zal zijn van een
vrouw van onkuisheid.
Hij zal een zoon van onkuisheid zijn, zegt Johannes
Damascenus, en zijn geboorte zal doordrongen zijn van de geest en adem van
Satan. Wat men zeker van deze man der ongerechtigheid kan zeggen is, dat hij
vanaf zijn jeugd helemaal bezeten zal zijn door de geest en het genie van de
Demon. De Leeuw van de afgrond, die God in de laatste periode van de mensheid
zal loslaten, en om de mensen voor hun ontrouw te straffen zal hij zich op alle
mogelijke manieren met hem identificeren en hij zal in hem de volheid van
zijn boosaardigheid in enten. Zonder twijfel zal hij niet gefrustreerd worden
door de bijstand van zijn goede engel, noch door de noodzakelijke bijstand van
de genade, die God in dit leven aan iedere mens zonder uitzondering verleent.
Maar zijn haat tegen God zal zo hevig zijn, zijn afkeer voor ieder goed werk zo
onoverwinnelijk, zijn gedrag en zijn omgang met de geest van de duisternis zo
nauw en zo vast, dat vanaf zijn wieg tot zijn laatste adem hij onveranderlijk
opstandig zal blijven voor alle goddelijke uitnodigingen en dat de genade van
Boven nooit enige toegang in zijn hart zal hebben. Thomas van Aquino zegt, dat
hij in zijn persoon en in zijn daden zich laat zien als de tegenvoeter van de
Zoon van God, dat hij de bespotting van Zijn wonderdaden en Zijn werken zal
zijn. De slechte geest heeft vanaf zijn oorsprong slechts één doel nagestreefd
en dat was, zich wederrechtelijk de plaats van de Almachtige God toe eigenen,
en voor zichzelf hier beneden een koninkrijk opbouwen, dat hem schadeloos stelt
voor dat van de Hemel, waarvan zijn opstand hem ervan uitgesloten heeft.
En om met meer zekerheid dit doel te bereiken, heeft hij de
gewoonte, zegt Tertulianus, zich voor te doen als de aap van God, door Hem na
te bootsen in al Zijn werken. De tegenstander van de eindtijd zal zich dus niet
alleen opstellen als de verklaarde en persoonlijke vijand van Jezus Christus.
Maar hij zal openlijk ernaar streven Hem te onttronen, en Hem te onderkruipen
en verdringen uit de achting en verering van de mensen, en aan zichzelf de
aanbidding en de glorie doen toekennen, die alleen aan de Schepper toekomt. Hij
zal, zegt Thomas van Aquino, eisen, dat hij het eeuwige Opperwezen is, en op
deze titel zal hij zich de eer en goddelijke aanbidding en cultus doen
toekomen. Zo, zal hij priesters hebben die hem offers brengen. Hij zal eisen
dat zijn naam wordt aangeroepen in de eden en dat de mensen zich ervan bedienen
om het geloof te verzegelen met verdragen: Ita ut ostendens tamquam sit Deus.
Om dit bedrog bij de mensen beter ingang te doen vinden, zal hij tegenover de
goddelijke openbaringen zijn valse leer stellen; en in plaats van de ceremoniën
van de goddelijke Eredienst, zijn goddeloze riten stellen. In plaats van de
Eeuwige Kerk, gesticht door Jezus Christus, staat een abominabele maatschappij,
waarvan hij het hoofd en de Pontif zal zijn.
En eveneens, voegt de doctor en Kerkleraar Thomas van
Aquino toe, zoals de volheid van de Godheid lichamelijk woont in het geïncarneerde
Woord, zo zal de volheid van alle kwaad wonen in deze verschrikkelijke man,
wiens missie en werken slechts een averechts kopie zullen zijn en een
verfoeilijke na-aperij van de missie en daden van Jezus Christus. Op hem zal
Satan zijn stempel van goddeloosheid drukken. Hij zal, hoe dan ook, actief alle
sinistere plannen, die hij maar tegen de mensen bedenken kan, uitvoeren. Hij
zal de mens een brandende en onverzoenlijke haat tegen God inprenten; en in
Zijn verborgen raadsbesluiten zal de Heer van de Hemel toestaan dat deze windlucifer
van de Hel voor een poos de overhand heeft. Thomas van Aquino, Doctor en
Kerkleraar, typeert deze afgezant van Satan, en noemt hem: Caput omnium
malorum ofwel hoofd van alle kwaad: de Vorst en inspirator van de
begeerlijkheden van het vlees en van alle dwalingen van de geest, zozeer dat de
meesters van leugen en bedrog, die elkaar in de loop der tijden opvolgen, bij
deze man vergeleken niet meer zullen zijn dan pygmeeën bij een reus. Zo zal hij
de schanddaden van Nero herhalen; hij zal bezield zijn van de haat en van het
geweld van Diocletianus; hij zal de sluwheid en de dubbelhartigheid hebben van
Julianus de Apostaat (afvallige); Hij zal zijn toevlucht nemen tot intimidatie
en zal de aarde doen buigen onder zijn scepter, zoals Mohammed; hij zal geleerd
zijn, filosoof, welsprekend, uitblinken in kunst en wetenschap en technologie.
Gelijk Voltaire zal hij weten te spotten en de Kerk
belachelijk te maken. Ook zal hij wonderen verrichten en zich verheffen in de
lucht zoals Simon de magiër. Als je vraagt, waarom God in Zijn Voorzienigheid
hem zal toestaan, zon macht en verleiding te ontplooien, dan geeft de Apostel
Paulus ons het antwoord: Omdat zij hun harten niet voor de Waarheid hebben
geopend om gered te worden, stuurt God voor straf hen een perverse geest, die
hen doet geloven in de leugen, zodat al degenen die niet in de Waarheid hebben
geloofd, maar behagen hebben gehad in ongerechtigheid zullen worden verdoemd.
Suarez zegt, dat God de komst van de Antichrist zal toelaten vooral om de
ongelovige Joden te straffen. Dezen, omdat zij de ware Messias niet wilden
erkennen, noch overtuigd waren van zijn leer en wonderwerken, zal God tot hun
straf toelaten een valse Messias aan te hangen en geloof te hechten aan zijn
snode goddeloze daden en leer, en hem volgen in zijn losbandig leven. In die
tijd zal het zielenheil gevaar lopen en het schandaal van besmetting algemeen
zijn. Niettemin, opdat zij die bij verrassing genomen zijn niet hun rampspoed
toeschrijven aan niemand anders dan henzelf, heeft de Heilige Geest ons vooraf
de voornaamste fasen van die vreselijke, beslissende beproeving willen
aangeven, de climax van alles wat de mensheid zal hebben ondergaan.
Ten eerste, om ons het geweld en de woestheid van de man
van zonde te openbaren en de sluwheid, waarmee hij de oorlog zal voeren tegen
de Heiligen, schildert Johannes de Apostel hem in Openbaring 13 af onder het
beeld van een monstrueus beest met tien hoofden of diademen op zijn horens en
er staat op iedere diadeem de naam geschreven van een godslastering. Volgens
uitleggers betekenen deze tien hoofden en tien diademen tien van hem
afhankelijke koningen, die zijn luitenanten zullen zijn en die zullen handelen
al de uitvoerders van zijn bedrog en wreedheden. Bovendien, zo zegt Johannes,
zal hij worden bekleed met absolute macht die hij zal uitoefenen over alle
stammen en volkeren, over mensen van iedere natie en taal. Omdat hij erin
slaagt de Heiligen te overwinnen door tot het uiterste doorgevoerde vervolging,
zal hij de vrije loop geven aan willekeur en er zal geen vrijheid zijn dan voor
het kwaad.
Uiteindelijk zal hij een meester zijn in de occulte
wetenschappen en in de toverkunst en, door de werking van demonen, zal hij
wonderlijke daden verrichten, die onnozele mensen als ware wonderen zullen
beschouwen. De eerste van deze drie wonderen, vermeld door Johannes zal een
schijnverrijzenis zijn. In één van de oorlogen, waarin de Antichrist zal
verschijnen als gezeten op een wagen van licht en vuur zal hij dodelijk worden
gewond in het hoofd. Eventjes zal hij levenloos lijken te zijn. Dan zal hij
plotseling opstaan en onmiddellijk genezen worden van zijn verwonding. Bij het
zien hiervan, zullen onnozele mensen, ongelovigen en vrijdenkers van die tijd
met enthousiasme en bewondering uitroepen: Wie is als het beest? Wie kan
vechten en het beest overwinnen?.
Ten tweede, zal de man van de zonde vuur laten neerkomen
van de hemel, om de mensen te doen geloven, dat hij de meester is van de
natuur, de beheerser van de elementen en seizoenen en dat hij macht heeft over
het sterrenhemel.
Ten derde, zal hij een standbeeld laten spreken. Demonen
zullen een boom gebruiken of een levenloos stuk hout als een middel waarmee zij
hun verzinsels en valse orakels uiten. Meubels zal men zien bewegen en draaien
uit zichzelf, bergen zullen zich plotseling verplaatsen en demonen zullen in de
lucht verschijnen als engelen van licht. Dan, door een onbegrijpelijk oordeel
van God, zullen de vrijdenkers en de godloochenaars van de eindtijd deze
bedriegers en goocheltrucs serieus nemen. Bedrogen door hun eigen verwaandheid
en lichtgelovigheid, storten zij zich hals over kop in alle zottigheden van
zwarte magie en waarzeggerij, en zo bewijzen zij voor de hele wereld, het
orakel van de Gewijde Boeken: De Geest zegt duidelijk, dat in de laatste dagen
sommigen zich van het Geloof zullen afwenden en aandacht zullen schenken aan
bedrieglijke geesten en onderrichtingen afkomstig van demonen.
Ten laatste lezen we verder nog, dat de hoogmoed van de man
van de zonde grenzeloos zal zijn. Hij zal zijn mond openen in godlasterlijke
taal tegen Gods Heilige Naam, tegen Zijn Heilige Tabernakel, tegen de Heiligen
in de Hemel. De Profeet Daniël zegt, dat hij zich macht aanmatigt om tijdloze
tradities en wetten af te schaffen. Dat betekent, dat hij feestdagen en de
Zondagplicht zal onderdrukken, de jaarkalender van maanden en weken zal
verdelen en wijzigen. Christelijke namen worden van de kalender gehaald, en
vervangen door symbolen van dieren. Kortom, deze na-aap van Christus zal een atheïst
zijn in de volle betekenis van het woord. Hij zal het Kruis opruimen en voor
ieder religieus symbool aldus Daniël, - zal hij abominabele riten in de
plaats stellen ter vervanging van het Christelijke Offer in iedere kerk. De
preekstoel zal zwijgen, het onderricht en opvoeding zal door leken gedaan
worden en goddeloos zijn. Jezus Christus zal van de wieg van het kind verbannen
worden. Het Altaar waarvoor bruidsparen elkaar het Jawoord gaven zal
verdwijnen. Hij zal niet meer tot het bed van de stervende worden toegelaten.
Over de hele aarde zal de eredienst aan God, anders dan die van Satan, niet
worden geduld. In Zijn ondoorgrondelijke plannen, zal God toelaten, deze voor
de mensen zeer ernstige toestand te moeten ondergaan, om hen te leren hoe groot
de macht van de Duivel is en hoe immens hun eigen zwakheid.
Hij wilde ons waarschuwen, zodat wij ons op de beproeving
konden voorbereiden ter volharding en door toevlucht tot Hem te nemen in gebed,
en onszelf te wapenen met de geestelijke wapens van liefde en geloof. Bovendien
is de Antichrist erop uit om de trouw en standvastigheid op de proef te stellen
van hen wier namen staan opgeschreven in het Boek des Levens, en van hen, tegen
wie al zijn geweld en grillen niets vermogen uit te richten.
Anderzijds is het zeker, dat de duur en hevigheid van deze
vervolging, het laatste criterium of laatste test voor het onderscheid zal zijn
tussen de uitverkorenen en de verdoemden. Het kan ook de ondergang zijn van
velen, die geen stand houden. Zo zal het een toets zijn bestemd ten val en
opstanding van velen, zodat de gedachten van vele harten zullen worden
blootgelegd. Groot zal het getal der afvalligen zijn, en klein dat van de
moedigen en dapperen. Het staat geschreven, dat de Krachten van de hemel zullen
worden geschokt en de sterren van de hemel zullen vallen. Met andere woorden
men zal de leiders van naties zien knielen voor het heersende idool. En wat nog
erger is, een groot deel van wetenschappers en theologen en redenaars zullen de
waarheid verlaten en zich laten meeslepen in de maalstroom van verdorvenheid.
|