Er zijn drie zinnetjes die het krachtigste middel zijn om
een vijand onderuit te halen. Het is als David met de reus Goliath, maar dan
zonder slinger en steen. Ze kunnen altijd gebruikt worden tegen mensen met
boosheid, woede, wrok, nijd, haat, jaloersheid enz. Als je deze drie zinnetjes
allemaal na elkaar gebruikt heb je een perfect schijngevecht geleverd met de
tegenstander. Ze zijn eenvoudig, maar zeer doeltreffend.
1 Jij
ben groot en ik ben klein.
Dit zinnetje roept nederigheid op. Het ontwapent degene die
een aanval wil beginnen. Maar met dit zinnetje, hoe je het ook formuleert,
plant je een mes in het stenen hart van de tegenstander. De persoon kan geen
kant meer uit. Het is de perfecte tegenaanval.
2 Ik
vergeef je.
Dit zinnetje roept vergeving op. Je draait het mes in het stenen
hart van de tegenstander, zodat er een scheur in zijn hart ontstaat. De tegenstander
zakt ineen. De persoon kan er niet meer omheen en blijft met zijn
woedegevoelens zitten. Hij is het slachtoffer.
3 God
zegent je.
Dit zinnetje roept zegening op. Door de scheur in het hart
van de tegenstander komen nu liefdestralen recht in zijn hart. Hij valt
achterover. Hij is definitief uitgeschakeld.
Jezus was een meester in het ontwapenen van mensen. Hij
zorgde dat ze geen kant meer op konden en dat ze verslagen waren. In het
evangelie staan vele voorbeelden. Zoals het voorbeeld van de overspelige vrouw
die ze gingen stenigen, maar Jezus zei: Wie zonder zonde is werpe de eerste
steen. Wat ook treffend was de houding van Jezus in de ondervraging van Pontius
Pilatus. Pilatus was eigenlijk door Jezus verslagen. Hij kon in Jezus niet de
slechterik vinden die de Joodse hogepriesters in hem vonden. Als hij zijn wegen
had veranderd, zich bekeerd zou hebben en vergeving had gevraagd zou hij gered
zijn geweest, zoals zijn vrouw Claudia Procla.
|