Koran â handboek voor de vernietiging van
de mensheid

(Door: Michael C. Schneider, Vertaling: E.J.
Bron)
De politieke correctheid schrijft voor wat men
mag weten! Men mag weten dat urine stinkt, dat uranium straaltâ¦dat de koran
doodt? Dat mag men niet weten. Toch weet ik het. En u ook als u de onderstaande
bloemlezing uit het gevaarlijkste boek uit de geschiedenis hebt gelezen. Het is
nu alweer enige jaren gelden dat ik voor het eerst de koran gelezen heb. Eerst
met belangstelling, daarna met afschuw en uiteindelijk met pure
ontsteltenis. De islam is tot in zijn binnenste kern een totalitaire,
fundamentalistische en een qua gedachtegoed en gevaarlijkheid met het
nationaalsocialisme te vergelijken ideologie, die gericht is op de vernietiging
van de liberaal-democratische orde. Men moet over de koran weten, dat het gaat
om de eerste en beslissende oorkonde, waarin de binnenste kern van de islam
bindend voor alle moslims voor eeuwig is vastgelegd.
De totalitaire claim van de koran
Soera 32-2: De openbaring van het Boek is
zonder twijfel van de Heer der Werelden.
Daarom
is het zeer schokkend welke fascistische ideologie dit haatboek verbreidt.
(Ik heb centrale uitspraken van de koran thematisch
gerangschikt, zodat het tot verdubbelingen kan komen als een uitspraak meerdere
thema´s betreft).
Het offeren van de menselijke waardigheid op
het altaar van de goddelijke waardigheid in de islam
De goddelijke waardigheid is zó belangrijk, dat er voor
welke soort menselijke waardigheid dan ook maar weinig overblijft: Soera
17-37: En wandel niet hoogmoedig op aarde rond want je kunt de aarde
niet doen splijten, noch kun je de bergen in hoogte evenaren. Soera
19-93: Er is niemand in de hemelen en op de aarde die niet als een
dienaar tot de Barmhartige zal komen.
De ontkenning van de menselijke waardigheid van
alle niet-moslims door de islam
Niet-moslims nemen niet deel aan de menselijke waardigheid.
Zij moeten buiten blijven: Soera 2-90: â¦Daardoor brachten zij
toorn op toorn over zich en er is een vernederende kastijding voor de
ongelovigen. Soera 37-98: En zij hadden een complot tegen hem gesmeed,
maar Wij vernederden hen. Soera 95-4 t/m 6: Voorzeker, Wij
hebben de mens in de beste vorm geschapen, daarna laten Wij hem vervallen
tot het allerlaagste, Behalve degenen die geloven en goede werken doen; hunner
is een oneindige beloning. Soera 76-4: Voorwaar, Wij hebben voor de
ongelovigen ketenen, ijzeren halsbanden en een laaiend Vuur bereid. Soera
43-32: Delen deze de barmhartigheid van uw Heer uit? Wij zijn het, Die in
het tegenwoordige leven middelen van bestaan onder hen uitdelen en Wij
verheffen sommigen hunner boven anderen in graden, opdat sommigen hunner
anderen te werk mogen stellen. En de barmhartigheid van uw Heer is beter dan
hetgeen zij vergaren. En doodt hen, waar gij hen ook ontmoet en drijft hen uit
(â¦) want vervolging is erger dan doden. (â¦) zo is de vergelding voor de
ongelovigen. Soera 47-4: Wanneer gij de ongelovigen ontmoet, treft dan
hun nek en wanneer gij overwinnaar zijt, bindt hen dan vast. Soera 4-91: â¦
grijpt hen dan aan en doodt hen waar gij hen ook vindt. Soera 4-47: ââ¦
Gelooft (â¦)voordat Wij uw leiders vernietigen en neerwerpen of hen vervloeken
(â¦) Allahâs gebod zal volbracht worden.â Soera 7-166: âEn toen zij
overtraden, hetgeen hun was verboden, zeiden Wij tot hen: ´Weest verachte
apen´.â Soera 5-60: âDezen zijn het, die Allah heeft vervloekt en over
wie Hij Zijn toorn heeft uitgestort en van wie Hij apen, zwijnen en
duivelsdienaren heeft gemaakt.â Soera 5-103: ââ¦maar de ongelovigen verzinnen
een leugen tegen God en de meesten hunner begrijpen dit niet.â Soera 8-22: âVoorzeker,
erger dan de beesten zijn in de ogen van God de doven en de stommen [d.w.z. de
ongelovigen] die niet willen begrijpen.â Soera 25-44: âDenk je dat de
meesten hunner horen of begrijpen? Zij zijn slechts als vee â neen, zij zijn
verder afgedwaald.â Soera 9-28: âO, jij die gelooft, de afgodendienaren
zijn voorzeker onrein.â Soera 5-33/34: âDe vergelding dergenen die
oorlog tegen Allah en Zijn boodschappers voeren en er naar streven wanorde in
het land te scheppen, is slechts dat zij gedood of gekruisigd worden, of dat
hun handen en hun voeten de ene rechts en de andere links, worden afgesneden,
of dat zij het land worden uitgezet. Dat zal voor hen een schande in deze wereld
zijn en in het Hiernamaals zullen zij een grote straf ontvangen. Dit, met
uitzondering van hen die berouw tonen, voordat gij hen in uw macht hebt.â

De pedofiele paradijsfantasieën van de islam
Soera 56-17: âDaar zullen jonge mannen onder
hen rondgaan die niet zullen verouderen.â Soera 76-19: âEn jonge mensen,
die niet verouderen, zullen om hen rondgaan (om hen te bedienen). Wanneer gij
hen ziet, denkt gij dat zij verstrooide paarlen zijn.â
De weigering van de mensenrechten door de islam
Soera 5-33/34: âDe vergelding dergenen die
oorlog tegen Allah en Zijn boodschappers voeren en er naar streven wanorde in
het land te scheppen, is slechts dat zij gedood of gekruisigd worden, of dat
hun handen en hun voeten de ene rechts en de andere links, worden afgesneden,
of dat zij het land worden uitgezet. Dat zal voor hen een schande in deze wereld
zijn en in het Hiernamaals zullen zij een grote straf ontvangen. Dit, met
uitzondering van hen die berouw tonen, voordat gij hen in uw macht hebt.â Soera
47-4: âWanneer gij de ongelovigen ontmoet, treft dan hun nek en wanneer gij
overwinnaar zijt, bindt hen dan vast.â
De binding van recht, staat, politiek aan het
haatboek van de islam
Soera 7-2/3: â(Dit is) een (volmaakt) Boek,
dat aan u is geopenbaard â laat er daarom in uw hart geen twijfel zijn om er
mee te waarschuwen; â dit is een aanmaning voor de gelovigen. Volgt hetgeen u
van uw Heer is neergezonden en volgt geen andere vrienden, dan Hem. Hoe gering
is de lering, die gij trekt.â Soera 7-158: Zeg: âO mensdom, ik ben u
allen tot een boodschapper van Allah, aan Wie het koninkrijk der hemelen en der
aarde behoort. Er is geen God naast Hem. Hij geeft het leven en doet sterven.
Gelooft daarom in Allah en Zijn boodschapper, de reine Profeet, die in Allah en
Zijn woorden gelooft en volgt hem opdat gij recht geleid moogt worden.â Soera
8-1: âZij vragen u over de oorlogsbuit. Antwoord: âDe oorlogsbuit behoort
aan Allah en de boodschapper. Vreest daarom Allah en regelt (uw geschillen)
onderling inschikkelijk en gehoorzaamt Allah en Zijn boodschapper als gij
gelovigen zijt.â Soera 96-1: âVerkondig de naam van uw Heer, de
Schepper.â
De vurige haat tegen de westerse vrijheid en
losse westerse moraal van de kant van de islam
Soera 8-1: âDe oorlogsbuit behoort aan Allah
en de boodschapper. Vreest daarom Allah en regelt (uw geschillen) onderling
inschikkelijk en gehoorzaamt Allah en Zijn boodschapper als gij gelovigen
zijt.â Soera 24-2: âGesel iedere echtbreekster en echtbreker met honderd
slagen. En laat medelijden met hen u van de gehoorzaamheid aan Allah niet
afhouden indien je in Allah en de Laatste Dag gelooft. En laat een groep
gelovigen getuigen zijn van hun afstraffing.â Soera 2-219: âZij vragen
je omtrent wijn en kansspel. Zeg hen: âIn beide is groot nadeel en ook enig
voordeel voor de mensen, maar het nadeel is groter dan het voordeel.â Soera
5-90: âO gij die gelooft, wijn en het hazardspel en afgoden en toverpijlen
zijn niet anders dan gruwelen, door Satan gewrocht. Vermijdt ze dus, opdat gij
voorspoedig moogt zijn.â Soera 4-29: âO, gij die gelooft, gebruikt
elkanders eigendom niet met leugen en bedrog maar handelt bij onderlinge
overeenkomst. En pleeg geen zelfmoord. Voorzeker, Allah is u Genadevol.â
De heilige drie-eenheid van angst, bedreiging
en moord als 6e zuil van de islam
Soera 51-10: âVervloekt zijn zij die
vermoedens uiten.â Soera 4-92: âHet betaamt een gelovige niet, een
andere gelovige te doden, tenzij dit bij vergissing gebeurt.â Soera 2-178: âO
jij die gelooft, vergelding inzake doodslag is je voorgeschreven: de vrije man
tegen de vrije man, de slaaf tegen de slaaf en de vrouw tegen de vrouw.â Soera
2-191: âEn doodt hen, waar je hen ook ontmoet en drijft hen uit, vanwaar zij
u hebben uitgedreven; want vervolging is erger dan doden. Maar indien zij je
bevechten, bevecht hen dan â zo is de vergelding voor de ongelovigen.â Soera
4-89: âEn indien zij tot vijandschap vervallen, grijpt hen dan en doodt hen
waar gij hen ook vindt; en neemt vriend noch helper uit hun midden.â Daar
komt de verplichting van iedere moslim bij om de normale menselijke remming om
te doden of te verwonden in zichzelf te overwinnen om in de jihad te trekken: Soera
2-216: âVechten is je geboden ofschoon je er afkerig van bent; maar het kan
zijn, dat je tegenzin hebt in iets terwijl het goed voor je is en het kan zijn,
dat je iets behaagt terwijl het slecht voor je is. Allah weet het en jij weet
het niet.â Geen recht op leven voor niet-moslims: Soera 3-141: âOpdat
Allah de gelovigen moge louteren en de ongelovigen vernietigen.â Soera
3-181: âEn voorzeker, God heeft de uiting gehoord van degenen, die zeiden:
âAllah is arm en wij zijn rijk.â Wij zullen hetgeen zij hebben gezegd en hun
pogingen om de profeten onrechtvaardig te doden, optekenen en Wij zullen
zeggen: âOndergaat de straf van het branden.â Soera 4-14: âEn wie Allah
en Zijn boodschapper niet gehoorzaamt en Zijn grenzen overschrijdt zal Hij het
Vuur doen binnengaan; hij zal daarin verblijven en dit zal voor hem een
vernederende straf zijn.â Soera 4-56: âGewis, degenen die Onze tekenen
verwerpen zullen Wij weldra het Vuur doen binnengaan. Wij zullen hen telkens,
wanneer hun huiden zijn verbrand, andere huiden er voor in de plaats geven;
opdat zij de straf ten volle zullen ondergaan. Waarlijk, Allah is Almachtig,
Alwijs.â Soera 32-20: âMaar het tehuis van de ongehoorzamen zal het Vuur
zijn. Telkens wanneer zij er uit willen komen, zullen zij er weer in worden
teruggedreven en hun zal worden gezegd: âOndergaat de straf van het Vuur dat ge
ontkende.â; zo is een 9/11 moeiteloos te legitimeren. En zo: Soera
41-27/28: âMaar Wij zullen zeker de ongelovigen een strenge straf doen
toekomen en Wij zullen hun slechtste daden vergelden. Dat is het loon van
Allahs vijanden: het Vuur. Daar zullen zij een langdurig tehuis hebben; een
vergelding, omdat zij Onze tekenen niet erkenden.â Iedere nog zo
voorzichtige kritiek op de islam staat de moslims moord, verminking en
verdrijving toe: Soera 5-33/34: âDe vergelding dergenen die oorlog tegen
Allah en Zijn boodschappers voeren en er naar streven wanorde in het land te
scheppen, is slechts dat zij gedood of gekruisigd worden, of dat hun handen en
hun voeten de ene rechts en de andere links, worden afgesneden, of dat zij het
land worden uitgezet. Dat zal voor hen een schande in deze wereld zijn en in
het Hiernamaals zullen zij een grote straf ontvangen. Dit, met uitzondering van
hen die berouw tonen, voordat gij hen in uw macht hebt. Weet derhalve, dat
Allah Vergevensgezind, Genadevol is.â Soera 5-45: âEn Wij schreven hen
daarin voor: Een leven voor een leven, oog om oog, neus om neus, oor om oor,
tand om tand en (rechtvaardige) vergelding voor wonden.â

De Jodenpogroms van de islam
Soera 7-167: âEn toen verkondigde uw Heer
dat Hij dezulken zou zenden, die hen (de Joden) met een marteling zouden
kwellen tot de dag der Opstanding. Voorzeker, uw Heer is vlug in vergelding en
Hij is Vergevensgezind, Genadevol.â Soera 9-29: âBestrijdt diegenen
onder de mensen van het Boek, die in Allah noch in de laatste Dag geloven, noch
voor onwettig houden wat Allah en Zijn boodschapper voor onwettig hebben
verklaard, noch de ware godsdienst belijden totdat zij de belasting met eigen
hand betalen, terwijl zij onderdanig zijn.â
De christenvervolging van de islam
Soera 8-12: âToen uw Heer aan de engelen
openbaarde: âIk ben met u; versterkt de gelovigen. Ik boezem ontzag in de
harten der ongelovigen. Slaat daarom hun hoofd af en slaat alle toppen van hun
vingers af.â Soera 8-67: âEen profeet kan geen gevangenen maken voordat
hij tot geregeld vechten in het land komt. Gij wenst de goederen van deze
wereld terwijl Allah het Hiernamaals voor u wenst. En Allah is Almachtig,
Alwijs.â
De wrede moord-, martelaars- en
oorlogsideologie van de islam
Soera 9-111: âVoorzeker, Allah heeft van de
gelovigen hun persoon en hun bezittingen gekocht in ruil voor het paradijs â
zij vechten voor de zaak van Allah en zij doden en worden gedood.â De
cijfers 9 en 11 zijn geen toeval, want het was deze soera die de daders van
9/11 heeft geïnspireerd: Soera 16-33: âZij (de ongelovigen) wachten op
niets anders dan dat de engelen over hen komen of dat het gebod van uw Heer zal
worden uitgevoerd. Degenen, die vóór hen waren deden dat evenzo. Allah deed hun
geen onrecht aan, maar zij deden zichzelf onrecht aan.â Soera 47-4: âWanneer
gij de ongelovigen (in oorlog) ontmoet, treft dan hun nek en wanneer gij
overwinnaar zijt, bindt hen dan vast.â
De sadistische marteling, verminking,
vernietiging in de islam
Soera 2-104: â⦠Er is voor de ongelovigen
een pijnlijke straf.â Soera 2-175: âZij zijn het, die dwaling in ruil
voor leiding hebben aanvaard en straf voor vergiffenis. Hoe groot is hun
overmoed tegenover het Vuur!â Soera 3-56: âDoch de ongelovigen zal Ik in
deze wereld en in de volgende streng straffen en zij zullen geen helpers
hebben.â Soera 3-127: âOpdat Hij een deel der ongelovigen kon afsnijden
en hen vernederen, zodat zij onverrichter zake zouden teruggaan.â Soera
5-33/34: âDe vergelding dergenen die oorlog tegen Allah en Zijn
boodschappers voeren en er naar streven wanorde in het land te scheppen, is
slechts dat zij gedood of gekruisigd worden, of dat hun handen en hun voeten de
ene rechts en de andere links, worden afgesneden, of dat zij het land worden
uitgezet. Dat zal voor hen een schande in deze wereld zijn en in het
Hiernamaals zullen zij een grote straf ontvangen. Dit, met uitzondering van hen
die berouw tonen, voordat gij hen in uw macht hebt. Weet derhalve, dat Allah
Vergevensgezind, Genadevol is.â Soera 8-12: âToen uw Heer aan de engelen
openbaarde: âIk ben met u; versterkt de gelovigen. Ik boezem ontzag in de
harten der ongelovigen. Slaat daarom hun hoofd af en slaat alle toppen van hun
vingers af.â
Verkrachting in het huwelijk en
vrouwenmishandeling in de islam
Soera 2-223: âUw vrouwen zijn een akker voor
u â komt daarom tot uw akker, zoals het je behaagt en doet goed voor jezelf en
vrees Allah en weet, dat je Hem zult ontmoeten en geef goede tijdingen aan de
gelovigen.â Soera 4-34: âMannen zijn voogden over de vrouwen omdat Allah
de enen boven de anderen heeft doen uitmunten en omdat zij van hun rijkdommen
besteden. Deugdzame vrouwen zijn dus zij, die gehoorzaam zijn en heimelijk
bewaren, hetgeen Allah onder haar hoede heeft gesteld. En degenen, van wie gij
ongehoorzaamheid vreest, wijst haar terecht en laat haar in haar bedden alleen
en tuchtigt haar. Als zij u dan daarna gehoorzamen, zoekt geen weg tegen haar.
Waarlijk, Allah is Verheven, Groot.â Soera 38-43: âNeem een handvol
gedroogde stengels in uw hand en sla er mee, en breek uw eed niet.â
De lichamelijke straffen in de islam
Soera 5-38: âEn snijdt de dief en de dievegge
de hand af, als straf voor wat zij misdeden, een voorbeeldige straf van Allah.
Allah is Almachtig, Alwijs.â Soera 5-45: ââ¦Een leven voor een leven, oog
om oog, neus om neus, oor om oor, tand om tand en (rechtvaardige) vergelding
voor wondenâ¦â Soera 24-2: âGesel iedere echtbreekster en echtbreker met
honderd slagen. En laat medelijden met hen u van de gehoorzaamheid aan Allah
niet afhouden indien je in Allah en de Laatste Dag gelooft. En laat een groep
gelovigen getuigen zijn van hun afstraffing.â Soera 24-63: âBehandelt de
uitnodiging van de boodschapper onder u niet zoals je de uitnodiging van
elkander behandelt. Allah kent degenen uwer die wegsluipen en zich verbergen.
Laat daarom degenen die tegen Zijn gebod ingaan, zich in acht nemen opdat hen geen
rampspoed overkome of een pijnlijke straf hen achterhale.â Soera 45-11: âDit
is de leiding. En voor degenen die de tekenen van hun Heer verwerpen, is de
kwelling van een pijnlijke straf gereed.â
Terreur als belangrijkste fundament van de
islam
Soera 8-2: âWare gelovigen zijn slechts
degenen wier hart vol vrees klopt, wanneer de naam van Allah wordt genoemd en
wanneer Zijn tekenen hun worden voorgelezen, doet dit hen in geloof toenemen en
op hun Heer vertrouwen.â
De genocide als programma van de islam
Soera 4-104: âEn toont geen zwakheid in de
vervolging van dit (vijandige) volk. Als gij lijdt, lijden zij ook zoals gij
lijdt. Maar gij verwacht van Allah, wat zij niet verwachten. En Allah is
Alwetend, Alwijs.â
De vrouw als broedmachine en seksspeeltje van
de man in de islam
Soera 42-11: âHij is de Schepper der hemelen
en der aarde. Hij heeft u tot paren gemaakt, evenals het vee, te uwen behoeve.
Daardoor vermenigvuldigt Hij u. Er is niets aan Hem gelijk en Hij is de
Alhorende, de Alziende.â Soera 2-25: ââ¦En zij zullen er reine
metgezellen hebben en zij zullen er vertoeven.â Soera 44-54: âZo zal het
zijn. En Wij zullen hen met schone meisjes die grote, mooie ogen hebben,
verenigen.â Soera 52-20: ââ¦En Wij zullen hen met schone meisjes
verenigen die grote, mooie ogen hebben.â Soera 78-33: âEn jeugdige
gezellen, gelijk in leeftijd.â Soera 37-48/49: âEn naast hen zullen
vrouwen zijn van bescheiden blik met mooie ogen. Rein, alsof zij zorgvuldig
bewaarde eieren waren.â Honderden Jihadisten
wereldwijd, ook in ons land, zijn bereid om voor zo´n zorgvuldig bewaard
pornografisch ei hun leven op te offeren. Soera 2-223: âUw vrouwen zijn
een akker voor u â komt daarom tot uw akker, zoals het je behaagt en doet goed
voor jezelf en vrees God en weet, dat je Hem zult ontmoeten en geef goede
tijdingen aan de gelovigen.â

Onbeschermdheid en rechteloosheid van de vrouw
in de islam
Soera 2-228: ââ¦de mannen hebben voorrang
boven haar, Allah is Machtig, Alwijs.â Soera 2-282: â⦠En roept van
onder uw mannen twee getuigen en als er geen twee mannen zijn, dan één man en
twee vrouwen van degenen, die je als getuigen aanstaanâ¦â Soera 4-34: âMannen
zijn voogden over de vrouwen omdat Allah de enen boven de anderen heeft doen
uitmunten en omdat zij van hun rijkdommen besteden. Deugdzame vrouwen zijn dus
zij, die gehoorzaam zijnâ¦â Soera 2-229: âIs de echtscheiding twee keer
geschied, behoud haar dan op behoorlijke wijze of zend haar met vriendelijkheid
weg.â Soera 65-1: âO, profeet, indien gij van de vrouwen scheidt,
scheidt dan van haar voor de vastgestelde periode en berekent de periode, en
vreest Allah uw Heer.â Soera 4-3: âEn als gij vreest dat gij niet
rechtschapen zult zijn bij het behandelen der wezen, huwt dan vrouwen die u
behagen, twee of drie, of vierâ¦â Soera 4-11: âAllah gebiedt u aangaande
uw kinderen: voor het mannelijke kind evenveel als het deel van twee
vrouwelijke kinderenâ¦â Soera 4-176: â En als er meer zijn â zowel
mannen als vrouwen â dan zal de man evenveel als het aandeel van twee vrouwen
ontvangen. Allah legt u dit uit, opdat gij niet zult afdwalen; Allah heeft
kennis van alle dingen.â Soera 4-34: âEn degenen, van wie gij
ongehoorzaamheid vreest, wijst haar terecht en laat haar in haar bedden alleen
en tuchtigt haar.â Soera 38-44: âNeem een handvol gedroogde stengels in
uw hand en sla er mee, en breek uw eed niet.â Soera 24-31: âEn zeg tot
de gelovige vrouwen dat zij ook haar ogen neergeslagen houden en hun passies
beheersen, en dat zij haar schoonheid niet tonen dan hetgeen ervan zichtbaar
moet zijn, en dat zij haar hoofddoeken over haar boezem laten hangenâ¦â
Discriminatie, volksophitsing en genocide als
lot van de niet-moslim in de islam
Soera 2-14: âEn wanneer zij de gelovigen
ontmoeten, zeggen zij: âWij gelovenâ, doch wanneer zij naar hun leiders gaan,
zeggen zij: âWij zijn waarlijk met u, wij spotten slechts (met hen).â Soera
2-89: âAllahs vloek rust derhalve op de ongelovigen.â Soera 2-161: âVoorzeker,
die verwerpen en als ongelovigen sterven, over hen zal de vloek komen van Allah
en van de engelen en van alle mensen.â Soera 2-171: âDe ongelovigen (â¦)
zijn doof, stom en blind.â Soera 3-87: âDe vergelding van dezulken is
slechts, dat de vloek van Allah, de engelen en de mensen, op hen rust.â Soera
3-118: âO gij die gelooft, neemt buiten uw volk geen ander tot intieme
vrienden; zij zullen niet in gebreke blijven u te benadelen. Zij houden van
leedvermaak. Nijd laten zij blijken en wat hun innerlijk verbergt is nog
erger.â Soera 4-50/52: âZie, hoe zij een leugen tegen Allah smeden.
Dezen zijn degenen die Allah heeft vervloekt en die Allah vervloekt voor hen
zul je geen helper vinden.â Soera 4-101: âVoorwaar, de ongelovigen zijn
een openlijke vijand voor u.â Soera 8-35: âEn hun gebed in het Huis (de
Kaaba) is niet anders dan fluiten en klappen in de handen.â Soera 2-34: ââ¦
onderwierpen zich allen, behalve Iblies (de duivel). Hij weigerde, hij was
hoogmoedig. Hij behoorde tot de ongelovigen.â Soera 7-11: ââ¦en zij
onderwierpen zich, behalve Iblies; hij behoorde niet tot degenen die zich
onderwierpen.â Soera 15-30/31: âDe engelen onderwierpen zich allen
tezamen. Maar Iblies weigerde tot degenen te behoren die zich onderwierpen.â Soera
17-61: âEn toen Wij tot de engelen zeiden: âBetuigt eer aan Adamâ, betuigden
zij eer, behalve Iblies.â Deze demonisering van het
weigeren van de islamitische gebedshouding keert constant terug: Soera
18-50: âToen Wij tot de engelen zeiden: âBuigt voor Adamâ, zij bogen, doch
Iblies niet.â Soera 20-116: âEn toen Wij tot de engelen zeiden: âBewijst
Adam eer,â bewezen zij allen eer, doch niet Iblies. Hij weigerde.â Soera
38-73/74: âDerhalve vielen alle engelen neder, doch Iblies niet, hij
toonde hoogmoed en behoorde tot de ongelovigen.â Islamitische gebedshouding
is voor iedereen plicht: Soera 13-15: âEn wie in de hemelen en op aarde
is, onderwerpt zich willens of onwillens aan Allah en hun schaduwen doen âs
morgens en âs avonds hetzelfde.â Vandaar het openbare gebed in
binnensteden op vrije plaatsen als machtsdemonstratie van de islam. Soera
22-77: âO, gij die gelooft, buigt u neder en werpt u ter aarde, en aanbidt
uw Heer, en doet goed, opdat je moge slagen.â Soera 32-15: âSlechts zij
geloven in Onze tekenen (de koranverzen), die, wanneer zij er aan herinnerd
worden, zich met het gelaat ter aarde werpen en hun Heer verheerlijken met de
lof die Hem toekomt, en die niet hoogmoedig zijn.â Soera 53-62: âWerpt u
voor Allah neder en aanbid (Hem).â
Antisemitische haattirades in de islam
Soera 2-75: âVerwacht je, dat zij je zullen
geloven, terwijl een aantal hunner het woord van Allah heeft vernomen en het
verdraait, nadat zij het hebben begrepen, tegen beter weten in.â (opnieuw
de beschuldiging dat de Joden de schrift vervalst zouden hebben). Soera
2-141: âDit is een volk, dat is heengegaan: voor hen is, hetgeen zij
verdienden en voor u is, hetgeen je verdient; en je zult niet worden
ondervraagd over hetgeen zij deden.â Daarom is iedere Holocaust
herdenkingsdag voor moslims een aanleiding om feest vieren. Soera 3-71: âO,
mensen van het Boek, waarom verwar je de waarheid met de leugen en verbergt de
waarheid tegen beter weten in?â Soera 3-75: âDat komt, omdat zij (de
Joden) zeggen: âWij zijn niet aansprakelijk voor de zaak van de ongeletterden.
Daarmee uiten zij tegen beter weten in een leugen tegen Allah.â Soera
4-45/46: âAllah kent uw vijanden goed. Allah is voldoende als Vriend en
Allah is toereikend als Helper. Er zijn onder de Joden, die woorden uit hun
verband rukken. En zij zeggen: â Wij horen en gehoorzamen nietâ en âluister je,
zonder te horenâ en âRaainaaâ, terwijl zij woorden verdraaien en het geloof
zoeken te schenden. En indien zij gezegd hadden: âWij horen en wij gehoorzamenâ
en âhoort toeâ en ,,Kijk ons aanâ het dit beter en oprechter voor hen zijn geweest.
Maar Allah heeft hen wegens hun ongeloof vervloekt, zij geloven dus slechts
weinig.â Soera 4-160: âEn wegens de onrechtvaardigheid van de Joden en
hun weerhouden van Godâs weg, verboden Wij hen de reine dingen die hen
(voordien) waren toegestaan.â Het nazi-stereotype van de joodse
woekeraar komt uit de islam. Soera 7-169: âNa hen kwam er een boos
geslacht dat het Boek erfde. Zij namen de goederen van deze wereld en zeiden:
âHet zal ons worden vergeven.â Maar als meer dergelijke goederen tot hen kwamen
zouden zij deze ook hebben genomen.â Soera 5-41: âO gij boodschapper,
laat degenen, die gemakkelijk in het ongeloof vervallen u niet verdrieten, n.l.
zij die met hun mond zeggen: âWij geloven,â maar in hun hart hebben zij niet
geloofd. En onder de Joden zijn er die naar een leugen zouden willen luisteren,
dezen luisteren terwille van een ander volk dat niet tot u is gekomen. Zij
verdraaien woorden, nadat zij op hun juiste plaatsen waren gezet en zeggen:
âAls u dit wordt gegeven, neemt het dan aan, maar als het u niet wordt gegeven,
past dan op.â En wie Allah wenst te beproeven, gij zult hem tegen Allah stellig
niets baten. Dit zijn degenen, wier hart het Allah niet heeft behaagd te
louteren; er zal voor hen schande in deze wereld en een grote straf in het
Hiernamaals zijn.â Soera 5-64: âEn de Joden zeggen: âDe hand van God is
gebonden.â Hun handen zijn gebonden en zij zijn vervloekt voor hetgeen zij
zeggen.â Soera 5-82: âWaarlijk, gij zult de Joden en de afgodendienaren
het meest vijandig jegens de gelovigen vinden.â Soera 16-118: âEn Wij
verboden voordien de Joden al hetgeen Wij u hebben vermeld. En Wij deden hun
geen onrecht aan doch zij handelden onrechtvaardig jegens zichzelf.â Dat
is de oorsprong van de nazi-argumentatie dat het de eigen schuld van de Joden
is als ze door pogroms worden getroffen. Soera 62-5: âDegenen die belast
zijn met de Torah en deze niet naleven, zijn als een ezel die boeken draagt.
Slecht is de staat van het volk dat de tekenen van Allah verwerpt. En Allah
leidt het onrechtvaardige volk niet.â Soera 62-6/8: âZeg: âO gij Joden
als gij denkt dat gij met uitsluiting van andere mensen de vrienden van Allah
zijt, wenst dan de dood als gij de waarheid spreekt.â Maar zij zullen deze
nooit wensen vanwege hetgeen hun handen hebben uitgevoerd. En Allah kent de
onrechtvaardigen goed. Zeg: âDe dood waarvoor gij vlucht zal u zeker treffen.
Dan zult gij tot de Kenner van het onzichtbare en zichtbare teruggebracht
worden, en Hij zal u inlichten over hetgeen gij placht te doen.â Soera
2-109: âVelen van de mensen van het Boek, wensen, nadat je gelovig geworden
bent, je uit afgunst weer tot ongelovigen te maken, nadat de Waarheid hen is
duidelijk geworden. Maar vergeef en wees toegeeflijk totdat Allah Zijn gebod
uitbrengt. Voorzeker, Allah heeft macht over alle dingen.â
Omgangsverboden voor moslims met niet-moslims
in de islam
Soera 3-28: âLaat de gelovigen geen
ongelovigen als vrienden verkiezen boven de gelovigen â en wie dat doet heeft
geen deel aan Allah, tenzij gij u zorgvuldig voor hen hoedt. En Allah
waarschuwt u voor Hemzelf en tot Allah zullen allen weerkeren.â Soera
3-118: âO gij die gelooft, neemt buiten uw volk geen ander tot intieme
vrienden; zij zullen niet in gebreke blijven u te benadelen.â Soera 4-89: âZij
wensen dat gij verwerpt, evenals zij hebben verworpen, zodat gij aan hen gelijk
zult worden. Neemt derhalve geen vrienden uit hun midden totdat zij voor de
zaak van Allah werken. En indien zij tot vijandschap vervallen, grijpt hen dan
en doodt hen waar gij hen ook vindt; en neemt vriend noch helper uit hun
midden.â Soera 4-144: âO, gij die gelooft, neemt geen ongelovigen tot
vrienden boven de gelovigen. Wil je Allah een duidelijk bewijs tegen uzelf
geven?â Soera 5-51: âO, gij die gelooft, neemt de Joden en de christenen niet
tot vrienden. Zij zijn elkanders vrienden. En wie uwer hen tot vrienden
neemt, is inderdaad één hunner. Voorwaar, Allah leidt het overtredende volk
niet.â Soera 5-57: âO, gij die gelooft, neemt niet degenen tot vrienden
die een spotternij en een spel maken van uw godsdienst, uit de kring dergenen
wie het Boek was gegeven vóór u, noch van de ongelovigen. En vreest Allah als
gij gelovigen zijt.â Soera 6-106: âVolg, hetgeen u van uw Heer is
geopenbaard: er is geen God naast Hem; en wend u van de afgodendienaren af.â

Steeds opnieuw oproepen tot moord op de
ongelovigen in de islam
Soera 2-191: âEn doodt hen, waar je hen ook
ontmoet en drijft hen uit, vanwaar zij u hebben uitgedreven; want vervolging is
erger dan dodenâ¦zo is de vergelding voor de ongelovigen.â Soera 4-89: âNeemt
derhalve geen vrienden uit hun midden totdat zij voor de zaak van Allah werken.
En indien zij tot vijandschap vervallen, grijpt hen dan en doodt hen waar gij
hen ook vindt; en neemt vriend noch helper uit hun midden.â
Discriminatie van geestelijk gehandicapten in
de islam
Soera 4-5: âEn geeft eigendom, dat Allah als
middel van bestaan heeft gegeven niet aan de dwazenâ¦â
Discriminatie van homoseksuelen in de islam
Soera 7-81: âGij nadert met wellust mannen, in
plaats van vrouwen. Neen, U bent een volk dat de perken te buiten gaat.â
Discriminatie van Europeanen in de islam
Racisme tegen Midden- en Noord-Europeanen (die ten tijde
van het opstellen van de koran al bekend waren als kooplieden en zeevaarders)
komt uit het haatboek: Soera 20-102: âDe Dag waarop de bazuin zal worden
geblazen zullen Wij de zondigen bijeenverzamelen en hun ogen zullen zonder
licht zijn.â De vrome moslim kan zich een slechte zondaar helemaal niet
anders voorstellen dan een Duitser of Scandinaviër.
Afwijzing van het begrip tussen de volkeren in
de islam
Soera 60-13: âO gij die gelooft, bevriend u
niet met een volk waarmee Allah vertoornd is;â¦â Soera 47-4: âWanneer gij
de ongelovigen ontmoet, treft dan hun nek en wanneer gij overwinnaar zijt, bind
hen dan vast.â
Afwijzing van de religieuze tolerantie door de
islam en de bereidheid tot massamoord
Soera 3-19: âGewis, de ware godsdienst voor
Allah is de Islam.â Soera 2-43: âEn houdt het gebed en betaalt de Zakaat
en bidt met hen, die bidden.â Soera 2-83: â⦠zegden Wij, dat je
niemand zult aanbidden, dan Allah alleenâ¦â Soera 16-60: âHet kenteken
van degenen die niet in het Hiernamaals geloven is slecht, terwijl Allahs
kenteken het beste is, Hij is de Almachtige, de Alwijze.â Soera 35-7: âEr
is een strenge straf voor hen die niet geloven.â Soera 40-35: âDegenen
die twisten over de tekenen van Allah zonder dat enig gezag (daarover) tot hen
kwam; dit is afkeurenswaardig in de ogen van Allah en de gelovigen. Alzo
verzegelt Allah het hart van iedere hoogmoedige en onderdrukker.â Soera
2-135: âEn zij zeggen: âWees Joden of Christenen, dan zul je worden geleidâ.
Zeg (hen): âNeen, maar (volg) de godsdienst van Abraham, de oprechte: hij
behoorde niet tot de afgodendienaren.â Soera 42-51: âHet is voor een mens
niet mogelijk dat Allah tot hem zou spreken anders dan door ingeving of van
achter een sluier of door een boodschapper te zenden om door Zijn gebod te
openbaren wat Hij wil. Voorwaar, Hij is de Verhevene, de Alwijze.â Daarom
werden door de mainstream islam talrijke soefi sektes verbitterd vervolgd en
velen van hen volledig uitgeroeid, omdat zij dit wilden.
Verbod van het christelijke geloof door de
islam
Soera 2-116: âEn zij zeggen: âAllah heeft
Zich een zoon verwekt. Heilig is Hij. Neen, alles, wat in de hemelen en op
aarde is, behoort Hem toe en alles gehoorzaamt Hem.â Soera 5-17: âVoorzeker,
zij lasteren Allah die zeggen: âDe Messias, zoon van Maria, is zeker Allah.â Soera
5-72: âZij lasteren Allah, die zeggen: âWaarlijk Allah, Hij is de Messias,
de zoon van Maria.â Soera 10-68/69: âZij zeggen: âAllah heeft een zoon
tot Zich genomen. Heilig is Hij, Hij is Zichzelf genoeg. Aan Hem behoort wat in
de hemelen en op aarde is. Gij hebt hier geen gezag over. Zeg je over Allah wat
gij niet weet? Zeg: âDegenen, die over Allah een leugen verzinnen, zullen niet
slagen.â Soera 18-4/5: âEn om diegenen te waarschuwen, die zeggen:
âAllah heeft Zich een zoon genomen.â âZij hebben er geen kennis van en hun
vaderen evenmin. Erg is het woord, dat uit hun mond komt. Zij zeggen slechts
onwaarheid.â Soera 19-34/35: âAldus was Jezus, de zoon van Maria. En
(dit is) het ware woord waaraan zij twijfelen. Het past niet bij Allah Zich een
zoon te verwekken, Heilig is Hij. Wanneer Hij een beslissing neemt, zegt Hij
daartoe slechts: âWeesâ, en het âisâ. Soera 19-88/92: âEn zij zeggen:
âDe Barmhartige heeft zich een zoon genomen.â Gij hebt voorzeker een lastering
uitgesproken. De hemelen dreigen vaneen te scheuren, en de aarde te splijten en
de bergen in stukken te vallen. Daar zij aan de Barmhartige een zoon hebben
toegekend. Terwijl de Barmhartige te verheven is om een zoon te hebben.â Soera
23-91: âAllah heeft zich geen zoon genomen, noch is er enige God naast Hem,
anders zou elke God hetgeen Hij schiep, voor zich houden, en sommigen hunner
zouden zeker anderen hebben overwonnen. Verheven is Allah boven al hetgeen zij
beweren.â Soera 25-2: âAan Wie het Koninkrijk der hemelen en der aarde
toebehoort, Hij heeft zich geen zoon genomen noch heeft Hij een mededinger in
Zijn Koninkrijk, Hij heeft alles geschapen, en het de juiste maat gegeven.â Soera
39-4: âHad Allah een zoon begeerd dan zou Hij uit wat Hij geschapen heeft
kunnen nemen, wie Hij wilde. Heilig is Hij. Hij is Allah, de Ene, de
Opperste.â
Antichristelijke haattirades en oproepen tot
moord in de islam
Soera 5-14: âEn met degenen die zeggen: âWij
zijn Christenen, sloten Wij (eveneens) een verbond, maar zij vergaten een deel
van hetgeen hen was voorgehouden. Daarom deden Wij vijandschap en haat onder
hen ontstaan, tot de Dag der Opstanding. Allah zal hen weldra laten weten, wat
zij deden.â Soera 9-30: âEn de Joden zeggen: âEzra is de zoon van Allahâ
en de Christenen zeggen: âDe Messias is de zoon van Allah.â Dit is, hetgeen zij
met hun mond zeggen. Zij spreken de woorden na van degenen die vóór hen
ongelovig waren; Allahs vloek zij over hen, hoe zijn zij afgekeerd!â Soera
63-4: âEn wanneer gij hen ziet, behaagt hun uiterlijk u en indien zij
spreken luistert gij naar hen. Zij lijken op aangeklede stukken hout. Zij
denken dat ieder gerucht tegen hen is. Zij zijn (uw) vijanden, neemt u daarom
voor hen in acht. Allahs vloek zij over hen! Hoe ver zijn zij afgewend (van de
Waarheid)!â
Antihindoeïstische haattirades en oproepen tot
moord in de islam
Soera 2-165: âOnder de mensen zijn er, die
voorwerpen van aanbidding buiten Allah nemen en ze liefhebben, zoals zij Allah
behoren lief te hebben. Maar zij die geloven zijn sterker in hun liefde voor
Allah. En als zij die overtreden (nu) de tijd kunnen zien wanneer zij de straf
zullen zien, (dan zouden zij beseffen) dat alle macht aan Allah toebehoort en
dat Allah streng is in het straffen.â Soera 2-255: âAllah! Er is geen
God dan Hij, de Levende, de Zelfbestaande.â Soera 3-2: âAllah! Er is
geen God, dan Hij, de Levende, de Zelfbestaande.â Soera 3-62: âDit is
voorzeker de ware uitleg, en er is geen God dan Allah en waarlijk, Hij is de
Almachtige, de Alwijze.â Soera 4-87: âAllah! Er is geen God, dan Hij.
Hij zal u zeker bijeenroepen op de Dag der Opstanding, waaromtrent geen twijfel
is. En wie is waarachtiger in Zijn woord, dan Allah?â Soera 4-116: âAllah
vergeeft niet dat iets met Hem vereenzelvigd wordt en Hij zal, buiten dat,
vergeven wie Hij wil. En wie iets met Allah vereenzelvigt, is inderdaad ver
afgedwaald.â Soera 26-213: âRoep daarom naast Allah geen andere god aan,
anders zul je gestraft worden.â Soera 31-13: ââ¦afgoderij is inderdaad
een grote ongerechtigheid.â Soera 41-6: âEn wee de afgodendienaren.â Praktische
aanwijzingen voor de omgang met Hindoes en andere polytheïsten: Soera 9-5: âWanneer
de heilige maanden voorbij zijn, doodt dan de afgodendienaren waar je hen ook
vindt en grijpt hen en belegert hen en loert op hen uit elke hinderlaag.â Voldoende
bekend uit de geschiedenis van bijvoorbeeld India. Soera 48-6: âEn dat
Hij de huichelaars en huichelaarsters en de afgodendienaren en -dienaressen
moge straffen, die boze gedachten jegens Allah koesteren. Over dezulken zal
tegenspoed en de toorn van Allah komen. Hij heeft hen vervloekt en de hel voor
hen gereed gemaakt. En dit is een slechte bestemming.â
Anti-mormoonse haattirades in de islam (omdat
Mohammed vermoedde dat zij later zouden verschijnen)
Soera 33-40: âMohammed is niet de vader van
één uwer mannen, maar de boodschapper van Allah en het zegel der profeten;
Allah heeft kennis van alle dingen.â

Religieus gemotiveerde genocide in plaats van
religieuze tolerantie in de islam
Soera 2-191: âEn doodt hen, waar je hen ook
ontmoet en drijft hen uit, vanwaar zij u hebben uitgedreven; want vervolging is
erger dan doden.â Soera 4-89: âEn indien zij tot vijandschap vervallen,
grijpt hen dan en doodt hen waar gij hen ook vindt; en neemt vriend noch helper
uit hun midden.â Soera 3-112: âWaar zij zich ook bevinden, worden zij
door vernedering getroffen, tenzij zij een verbond met Allah of een verbond met
andere volkeren hebben.â (d.w.z. tenzij ze zich tot de
islam bekeren of zich onderwerpen). Soera 23-77: âMaar, wanneer Wij voor
hen de poort der gestrenge straf openen, dan zullen zij tot wanhoop vervallen.â
Moorddreigingen tegen alle apostaten door de
islam
Soera 2-217: âMaar wie onder u zich van zijn
geloof afkeert en sterft als een ongelovige â diens werken zullen tevergeefs
zijn in deze wereld en in de toekomende. Deze zijn de bewoners van het Vuur en
zij zullen daarin verblijven.â Soera 3-85: âEn wie een andere godsdienst
zoekt dan de Islam, het zal van hem niet worden aanvaard en hij zal in het
Hiernamaals onder de verliezers zijn.â Soera 9-74: ââ¦maar indien zij
zich afwenden zal God hen met een pijnlijke straf in deze wereld en in het
Hiernamaals straffen en zij zullen op aarde vriend noch helper hebben.â Soera
16-106: âWie Allah verwerpt, na te hebben geloofd â behalve hij die wordt
gedwongen terwijl zijn hart in het geloof vrede blijft vinden â en zijn hart
voor het ongeloof opent, op hem rust Allahs toorn; en er zal een grote straf
voor hem zijn.â Soera 20-124: âDoch degene die zich van Mijn gedachtenis
zal afwenden, zal in benarde omstandigheden leven en op de Dag der Opstanding
zullen Wij hem blind doen opstaan.â Soera 88-23/24: âMaar hij die zich
afwendt en niet gelooft, Allah zal hem straffen met de strengste straf.â Soera
92-14/15/16: âDaarom waarschuw Ik u voor het laaiend Vuur; Niemand zal er
binnengaan dan de rampzaligste, Die loochent en zich afwendt.â Soera
5-33/34: âDe vergelding dergenen die oorlog tegen Allah en Zijn
boodschappers voeren en er naar streven wanorde in het land te scheppen, is
slechts dat zij gedood of gekruisigd worden, of dat hun handen en hun voeten de
ene rechts en de andere links, worden afgesneden, of dat zij het land worden
uitgezet. Dat zal voor hen een schande in deze wereld zijn en in het Hiernamaals
zullen zij een grote straf ontvangen. Dit, met uitzondering van hen die berouw
tonen, voordat gij hen in uw macht hebt. Weet derhalve, dat Allah
Vergevensgezind, Genadevol is.â Soera 8-12: âIk boezem ontzag in de
harten der ongelovigen. Slaat daarom hun hoofd af en slaat alle toppen van hun
vingers af.â Soera 9-12: âMaar indien zij na hun verbond hun eden breken
en uw godsdienst smaden, bestrijdt dan de leiders van het ongeloof â waarlijk,
hun eden zijn niets â opdat zij mogen ophouden.â
Volksophitsende laster tegen anders gelovigen
in de islam
Soera 9-34: âO, jij die gelooft, velen der
priesters en monniken verteren de rijkdommen der mensen door valse middelen en
leiden de mensen van de weg van Allah af. En degenen, die goud en zilver
ophopen en het niet voor de zaak van Allah besteden, deel hun het nieuws van
een pijnlijke straf mee.â
Irrationele bedreigingen tot aan lichamelijke
vernietiging toe voor ongelovigen in de islam
Soera 10-99/100: âEn indien uw Heer had
gewild, zouden allen die op aarde zijn, zeker tezamen hebben geloofd. Wil je de
mensen dan dwingen, gelovigen te worden? Doch geen ziel kan geloven zonder
verlof van Allah. En Hij werpt onreinheid over degenen die hun verstand niet gebruiken.â
Soera 47-4: âWanneer gij de ongelovigen ontmoet, treft dan hun nek en
wanneer gij overwinnaar zijt, bindt hen dan vast.â
|