DE WEG NAAR DE
HEILIGHEID (Bron : www.maria-domina-animarum.net)
- Beleving
van de deugden (zie hieronder)
- Leven
in overeenstemming met Gods Wil
- Bruiloft
met het Kruis - benutting van alle lijden en beproevingen als offers aan
God
- Gebruik
van de Heilige Sacramenten
- Totale
toewijding aan Maria
- Gebed
- Geestelijke
lectuur
Beleving van de deugden in navolging van Maria
1. Liefde tot God
2. Naastenliefde
3. Zuiverheid van hart
4. Zuiverheid van geest
5. Zuiverheid van mond
6. Zuiverheid van lichaam
7. Zuiverheid van verlangens
en bestrevingen
8. Blijmoedigheid
9. Zachtmoedigheid
10. Oprechtheid
11. Eerlijkheid
12. Geduld
13. Vriendelijkheid
14. Mildheid
15. Verdraagzaamheid
16. Godsvrucht
17. Voorzichtigheid
18. Gelijkmoedigheid
19. Wijsheid
20. Matigheid
21. Offerbereidheid
22. Boetvaardigheid
23. Betrouwbaarheid
24. Onbaatzuchtigheid
25. Onzelfzuchtigheid
26. Vredelievendheid
27. Ingetogenheid
28. Nederigheid
29. Bescheidenheid
30. Eenvoud
31. Liefde tot de Stilte
32. Hulpvaardigheid
|
33. Vurigheid
34. Gehoorzaamheid
35. Geloof
36. Hoop
37. Rechtvaardigheid
38. Voorkomendheid
39. Hoffelijkheid
40. Positiviteit
41. Vertrouwen
42. Aanvaarding
43. Overgave en toewijding
44. Plichtsbewustzijn
45. Eerbied
46. Tact
47. Rouwmoedigheid
48. Vrijgevigheid
49. Vergevingsgezindheid
50. Geestdrift
51. Dankbaarheid
52. Medelijden
53. Luisterbereidheid
54. Trouw
55. Zwijgzaamheid
56. Barmhartigheid
57. Gastvrijheid
58. Zorgzaamheid
59. Bedachtzaamheid
60. Sterkte
61. Solidariteit
62. Openheid
63. Zelfkennis en Zelfbewustzijn
64. Vergeestelijking
|
1. Liefde tot God
Geen menselijke pen zal er ooit in slagen, een
allesomvattende en volkomen bevredigende omschrijving van de deugd van de
Liefde te geven. Hoe komt dit? Omdat God Zelf Liefde is, en God één en al
mysterie is, door geen mensenverstand te doorgronden. Evenmin als God zich laat
doorgronden, kan de Liefde doorgrond worden, want zij is bij uitstek de emotie
die van God uitgaat. Op het niet-stoffelijk niveau bestaat de hele Schepping
uit Liefde. De Liefde is de ware bouwsteen van Uw ziel. Precies om die reden
verwondt elke afwijking van de Liefde in de eerste plaats Uw eigen ziel.
Wanneer U dit voor ogen houdt, krijgt het nastreven van de Liefde in al Uw doen
en laten meteen een heel andere diepgang.
Liefde is de brandstof van alle handelen en werken van de
drie Goddelijke Personen. De Vader heeft de Schepping volbracht door de macht
van de Liefde. Dat kan ook niet anders: alleen in de Liefde bloeit het Leven.
Hij weet beter dan wie ook hoezeer alles doordrongen is van deze emotie, en van
de behoefte om deze emotie te ervaren in alles wat de mens doet, zegt, denkt en
nastreeft. De Eeuwige Vader weet hoe kwetsbaar de mens wordt wanneer hij zwak
is in het geven èn in het aanvaarden van Liefde. Hoe kan de mens leven wanneer
hij de Liefde niet of onvoldoende in zijn leven toelaat? Ik zei het reeds:
Liefde is de brandstof van alle handelen van God. Maar God heeft de kern van
Zijn eigen wezen in de mens gelegd, dus moeten wij de Liefde ook als brandstof
voor alle handelingen van de mens beschouwen. De mens kan gewoon niet meer
functioneren indien hij geen Liefde kan geven of deze niet kan aanvaarden,
evenzeer als een wagen benzine nodig heeft en niet kan rijden op water.
De Zoon, Jezus Christus, heeft de Verlossing der zielen
volbracht door de macht van de Liefde. Wat is Liefde anders dan een intens
verlangen dat de ander het goed zou hebben? Wat is de Verlossingsdaad in het
Lijden en de Kruisdood van Jezus anders dan het intens verlangen dat alle
mensen het opperste Goed zouden ontvangen: de Eeuwige Gelukzaligheid in de
Hemel? Wie kan zeggen dat Gods Zoon Zichzelf zou kunnen vernederen om mens te
worden, in een lichaam dat blootgesteld is aan alle pijnen en ontberingen, en
zonder Drager te zijn van enige zondeschuld Zichzelf zou onderwerpen aan
onvoorstelbare kwellingen, martelingen, spot en moord door de handen van
sterfelijke en zondige mensen, indien Hij niet was bezield door een Liefde waar
wij slechts kunnen van dromen?
De Heilige Geest is de Bezieler van alle harten die zich
voor God willen openstellen. Hij is het die elke ziel ontsteekt aan het Vuur
van de Liefde van God Zelf, opdat de ziel, brandend in deze hevigste van alle
emoties (de brandstof van Gods handelen) met onverstoorbare geestdrift in alles
zou streven naar het goede, de uiterste naleving van Gods Wet, en daardoor de
ware heiligheid zou verwerven. Want wat is de ware heiligheid? Het is een
vergevorderde ontwikkeling in alle deugden. Alle deugden hebben uiteindelijk te
maken met Liefde. Daarom ook kan elke zonde, elke tekortkoming, elke
nalatigheid, uiteindelijk worden beschouwd als een gebrek aan Liefde.
Inderdaad, de mens zondigt slechts omdat zijn Liefde voor God onvolmaakt is.
God is de Bron van alle leven, de Motor van alles. Zonder
Hem leeft en beweegt niets op deze aarde. Hoe kan een ziel dan leven zonder
God? Hoe kan zij bewegen zonder God? Hoe kan zij het Ware Geluk vinden zonder
God? Leven, bewegen, geluk... Wat is de gemeenschappelijke drijfveer voor al
deze toestanden? De Liefde. Zonder Liefde geen leven, geen beweging (al Uw
handelen) en geen geluk. Geen mens kan geluk ervaren zonder Liefde. Een mens
die de Liefde niet in zijn hart draagt, kan nooit verder komen dan schijngeluk,
dat vaak een uitvloeisel is van de bevrediging van louter wereldse
behoeften, die geen voedsel geven aan de ziel. Hoevele mensen zoeken
toch hun geluk in het ijdel vermaak der wereld, en geven daardoor de voorrang
aan de bevrediging van hun eigen schijnbehoeften boven het beoefenen van de naastenliefde
en boven het gebed als uiting van Liefde tot God.
De Liefde is het machtigste middel tot betaling voor het
ontvangen van Goddelijke genaden. De ziel groeit door opeenvolgende genaden die
haar worden verleend, in de mate waarin zij deze aanvaardt en eraan
beantwoordt, met andere woorden in de mate waarin zij de genaden in haar leven
inbouwt. Genaden worden aan alle zielen geschonken, doch ze kunnen verschillend
van aard zijn, en ze worden ook niet door iedere ziel even snel ten volle
benut. Zoals een moeder haar kind niet eerder een volgend lepeltje pap toedient
dan zodra het voorgaande doorgeslikt is, op gelijkaardige wijze geeft God de
ziel niet eerder een volgend lepeltje voedsel (genade) dan zodra het voorgaande
goed en wel verteerd blijkt. God alleen kan beoordelen wanneer dit het geval
is. Precies om die reden moeten wij ons schikken naar het verloop van de
ontwikkelingen in ons, want God zet Zijn stappen op Zijn Tijd, die niet
steeds de onze is. De ziel moet in haar gedrag laten merken dat zij de eerder
geschonken genade 'verwerkt' heeft, haar tot element van zichzelf heeft gemaakt
en haar op waardige wijze gebruikt.
Dit alles verklaart de verschillen tussen zielen in
begaafdheden, vermogens, groei en groeitempo. Het machtigste middel waarmee de
ziel de genaden betaalt, is de Liefde. Ook dit beeld kan U beter laten
begrijpen waarom ik de Liefde heb gelijkgesteld met leven: Met
Liefde verwerft de ziel haar voedsel. Het is een Goddelijk Mysterie dat God
Zijn kracht, macht, heiligheid, Wijsheid, en al Zijn eigenschappen des te
overvloediger naar de ziel toe laat stromen naarmate deze ziel Hem meer Liefde
betuigt. Liefde is de taal van God. Hoe beter U deze taal verstaat en haar ook
zelf leert spreken, des te meer leeft U op Gods golflengte. Het probleem in de
communicatie met God ligt bij ons: Hij doorgrondt ons op volmaakte wijze, doch
wij begrijpen vaak bedroevend weinig van Hem. Zo ligt het voor de hand dat
wanneer het medium, het middel, voor deze communicatie, namelijk de Liefde,
vaak zo gebrekkig stroomt, de mens vaak weinig nut haalt uit Gods Aanwezigheid,
en dan wel eens de indruk krijgt dat God slaapt, of (wat erger is) niet
bestaat. God laat Zich in de betuiging van Liefde door de mens niet misleiden
door menselijke woorden: in Zijn Alwetendheid leest Hij elke beweging en elke
emotie in Uw hart als een open boek, en "Uw Vader die in het verborgene
ziet, zal het u vergelden"...
Liefde tot God behoort onze eerste emotie te zijn. De mens
is gemaakt om God lief te hebben. Deze Liefde zit letterlijk in zijn wezen
ingebouwd, zoals ijzer naar een magneet toegetrokken wordt. Gebrek aan Liefde
tot God is weliswaar een verschijnsel van alle tijden, want er bestaat
vanzelfsprekend in de geschiedenis geen tijdperk waarin geen zonden bedreven
zijn, doch het mag worden beschouwd als een teken des tijds dat God steeds meer
naar het achterplan verdrongen wordt. Overweeg daarom heel goed het verband
tussen dit voortschrijdend gebrek aan Liefde tot God, het voortschrijdend
verval van alle zeden, en de voortschrijdende mate van vereenzaming en
ongelukkig-zijn van de mens. Is het niet ironisch dat, hoe 'beschaafder' de
mens wordt, met andere woorden hoe groter de ontwikkeling van zijn materiële
leefwereld (techniek, elektronica, computertechnologie, wetenschap enz.), des
te bedroevender het gesteld is met de enige waarden die echt van tel zijn: deze
van de ziel? Hoe komt dit? Omdat de ziel nood heeft aan Liefde, want zij kan
slechts leven door en met en in de Liefde, en de Ware Liefde is uit onze
wereld verdrongen. Wat mensen als Liefde beschouwen, heeft vaak niet veel meer
te maken met de Liefde die God als emotie in de zielen heeft gelegd. Menselijke
Liefde is vaak een gesteldheid van het gemoed die wordt ingegeven uit
eigenbelang of tot bevrediging van de zinnen. Ware Liefde is echter een
gesteldheid waarin de ziel zichzelf achteruit stelt voor het welzijn van de
ander.
God wil dat de mens niets méér liefheeft dan Hem. Waarom?
Omdat Hij Bron van alle Leven is. Wanneer de ziel haar Liefde van God laat
afwijken, wordt zij niet ten volle gevoed door de Goddelijke kracht, en
verliest zij geleidelijk haar levenskracht. Naarmate de levenskracht van de
ziel verzwakt, verliest zij haar vermogen om zich door Gods Geest te laten
heiligen, en dan kan zij ook niet meer de vruchten plukken van het
Verlossingswerk van Gods Zoon, Jezus Christus. Het is begrijpelijk dat God niet
kan toelaten dat de ziel het Verlossingswerk van Jezus verloren laat gaan, want
het Verlossingsplan is precies voltrokken om de Orde van de Schepping in stand
te houden, of beter gezegd: om deze te herstellen, want zij was reeds in
verregaande mate verstoord door gebrek aan Liefde. Door het
Verlossingswerk is het zwaar verstoorde evenwicht van de liefdesverhouding
tussen God en de mensenzielen hersteld. Mocht Jezus dit niet hebben gedaan, dan
was de wereld gewoon teniet gegaan, omdat een verregaande afwijking van Gods
Wet van Liefde alle Leven onmogelijk maakt. Geen Leven zonder Liefde. Gebrek
aan Liefde maakt de Schepping en de schepselen ziek, en voert de zielen naar de
dood.
Om die reden gebeuren thans de dingen waarvan U elke dag
opnieuw getuige bent, en die U met zoveel vragen vervullen: het verval van de
wereld, alle ellende, harteloos materialisme, oorlogen, verregaand verval van
de religieuze beleving... De mens houdt veel te weinig van God. In een wereld
die steeds meer oplossingen lijkt te bieden vanuit de hoek van de techniek,
worden de ogen steeds verder gesloten voor datgene wat slechts kan worden
gezien met de ogen van de ziel: de Bron en het wezen van het Ware
Leven (God) en het wezen van Zijn kracht zelf (de Liefde). De mens geeft God
geen kans meer in zijn leven, want hij heeft zijn hart gesloten voor het
ontastbare. Het is deze onverschilligheid (lauwheid, gebrek aan Vuur voor de
dingen van God) die het ongeluk over de wereld heeft afgeroepen, want de
mensheid is bezig, haar eigen levensdraad door te knippen door veronachtzaming
van de Ware Liefde.
God heeft de mens geschapen naar Zijn beeld en gelijkenis.
Dat betekent dat Hij de ziel een kern van heiligheid heeft gegeven waarin de
eigenschappen van God Zelf in hun kiem aanwezig zijn, klaar om tot rijping te
worden gebracht. Het is uit deze kiem dat de 'lentebloesems' van alle deugden
moeten ontspringen. De mens wordt geacht, deze kiem tot bloei te laten brengen,
en dan vrucht te laten dragen. Dat proces is de opgave van elke ziel hier op
aarde. Pas wanneer dit zich ten volle heeft voltrokken, heeft de mens naar Gods
oordeel beantwoord aan zijn levensdoel en zijn bestemming. Dit betekent meteen dat
een ziel die God, de Schepper, Bezieler en Voeder van deze levenskiem, miskent,
daardoor tevens zichzelf verloochent (aangezien het zaad van God Zelf in haar
is gezaaid). Wanneer het Leven zichzelf verloochent, kunnen slechts ziekte,
verval en dood volgen. Gebrek aan Liefde tot God is spirituele zelfmoord, en
derhalve zwaar strafbaar voor Gods Gerechtigheid, want het ondermijnt Gods Plan
van Heil voor de zielen.
Weinig mensen geven zich daar rekenschap van, maar gebrek
aan vertrouwen in Gods Voorzienigheid komt eveneens neer op een gebrek aan
Liefde voor God. Wanneer U niet vertrouwt dat alles wat in Uw leven gebeurt,
uiteindelijk voor Uw eigen goed gebeurt, op voorwaarde dat U de situatie
benadert in overeenstemming met Gods Wil, betekent dit in feite dat U twijfelt
aan Gods Liefde. Twijfelen aan iemands Liefde, kan alleen indien Uw eigen
Liefde voor die ander (in dit geval dus God) lauw is, want dan is er sprake van
wantrouwen, en wantrouwen schept afstand, niet de eenwording die tegelijk
oorzaak en vrucht moet zijn van de Liefde.
Gebrek aan Liefde tot God komt veelvuldig tot uiting in
alles wat Zijn Plan verstoort. Enkele voorbeelden: abortus, euthanasie,
anticonceptie. Ik zal daar verder nog op terugkomen. Laat ik op deze plaats
reeds verduidelijken dat deze praktijken zonden zijn omdat zij ingaan tegen het
Leven dat door God is bezield. Het zijn vormen van menselijk ingrijpen op het
Leven, terwijl dit in wezen uitsluitend berust op Gods intelligentie, die het
Leven bezielt omdat en indien het een functie heeft binnen Zijn Plan met de
mensheid. De beschikking over leven en dood komt uitsluitend God toe, en zo
hoort het ook te zijn, want alleen Hij bezit de volmaakte Wijsheid die
noodzakelijk is om de harmonie in de Schepping in stand te houden door nieuw leven
te geven en leven dat zijn opdracht heeft vervuld, weg te nemen. De zin, aard
en noodzakelijke duur van die opdracht zijn factoren die volkomen buiten het
menselijk begrip vallen. Ingrijpen op deze handelingen, die door Gods
intelligentie geregeld worden, is dan ook niet alleen een uiting van
liefdeloosheid, maar ook van dwaasheid, en zelfs van hoogmoed: de mens in
zijn beperktheid regelt processen die slechts door Gods absolute Wijsheid in
stand kunnen worden gehouden tot Heil van alle schepselen.
De mensheid betaalt de tol van de ontregeling van de
Goddelijke Orde, die hijzelf heeft verstoord, doch in zijn hoogmoed en doordat
hij de Liefde heeft vermoord, is hij niet meer in staat om Gods zachte
waarschuwingen te begrijpen. Eigenlijk kan de Liefde tot God op verschillende
manieren gedefinieerd worden, maar één uiting ervan is zeker de mate waarin U
de gaven en genaden die U van Hem hebt gekregen en nog dagelijks krijgt, laat
renderen. Wie het nalaat, zich met al zijn krachten en genadegaven in te zetten
voor Gods Rijk op aarde, geeft daarmee te kennen dat hij deze genaden niet
voldoende waardeert. Genaden zijn als betaalmiddelen voor Uw Eeuwige
Gelukzaligheid en het Heil van andere zielen. Het zijn dus geschenken waarvan U
de waarde onmogelijk kunt overschatten. Laat ze niet tot Uw eigen veroordeling
worden door ze niet, of niet goed, te gebruiken.
De Liefde tot God kan ook afgemeten worden volgens de mate
waarin U Uw leven rond religieuze werken, gebeden, offers enzovoort
organiseert. Wanneer U bijvoorbeeld Uw werk of Uw hobby tot afgod maakt, dus
veel meer tijd aan Uw beroepsuitoefening besteedt dan noodzakelijk is of van U
verwacht wordt, of het grootste gedeelte van Uw vrije tijd besteedt aan een
hobby, gaat dit onvermijdelijk ten koste van Uw religieuze oefeningen. Wanneer
de Liefde tot God (Maria) waarlijk groot is, zult U erop gebrand zijn om in
gebed bij Hen te verwijlen.
In punt 16 zullen wij de Liefde tot God vanuit een
bijkomende hoek bekijken. In mij brandt echter het verlangen om op dit punt de
volgende openbaring van Maria met U te delen, in de vorm van een oefening in
het opwekken van de Liefde tot God:
Kijk vooral in de lente en de zomer in de wijde natuur eens
om U heen. Aanschouw de plantengroei, en neem zo veel mogelijk details ervan in
U op. Overweeg dan even hoevele duizenden soorten bloemen, planten en bomen God
geschapen heeft. Laat diep tot U doordringen welke Liefde achter een dergelijke
gedetailleerde pracht schuilgaat. Al die vormen, al die kleuren, al die
geuren, de onnavolgbare intelligentie die in die ontelbare levende bouwwerken
aanwezig zijn. Wees U er vervolgens van bewust wat zich binnen in al die
verschillende planten, bloemen en bomen afspeelt: ieder van die duizenden
soorten bezit haar eigen stofwisseling, waardoor zij ook haar eigen producten
aanmaakt, waarvan zeer vele welbepaalde geneeskrachtige eigenschappen bezitten
(en de meeste daarvan zijn nog niet eens ontdekt). Een overweldigende reeks
getuigenissen van Gods Liefde voor hem die bedoeld was als kroon op de
Schepping: de mens. Kunt U Hem voor dit alles ooit bij benadering met Uw eigen
Liefde terugbetalen?
Laten wij in onze beschouwing nog een stap verder gaan, en
bedenken dat die ontelbare planten, bloemen en bomen, samen met alle ontelbare
dieren, door God in een wonderbare Orde geschapen zijn, en dat de mensheid deze
Orde van Liefde op de meest brutale wijzen verstoord heeft (en dit nog elke dag
doet) door roofbouw te plegen op de natuur en gruwelijke verwoestingen aan te
richten. Bedenk tevens dat ook elke mensenziel deel uitmaakt van die Orde, en
eveneens door zonden, ondeugden en onderlinge onvrede en haat de Goddelijke
Orde van de Schepping nog meer ontwricht. Tracht U even in te leven in het Hart
van God, brandend van Liefde, die dit alles heeft gemaakt voor de mens, dus ook
voor U, en zich zozeer verheugde over de blijheid en verrukking die de
mens over al deze liefdevolle pracht zou voelen... doch die Liefde brutaal in
Zijn Gelaat teruggeworpen krijgt, elke dag opnieuw miljoenen malen, sedert de
zondeval van Adam en Eva.
Indien Uw ziel door dit onrecht vanwege de mensheid jegens
God geraakt wordt, neem U dan voor, Uw bijdrage te leveren tot goedmaking van
deze liefdeloosheid en tot herstel van de Goddelijke Orde van de zwaar
verstoorde Schepping, en wijd U volledig toe aan God (via het Onbevlekt Hart
van Maria - zie hoofdstuk 2, punt 5) met Uw hele verleden, heden en toekomst.
Stel Uw hele leven in dienst van God tot eerherstel voor de zonden van alle
tijden en tot herstel van de Goddelijke Orde, en zeg Hem via Maria dat U wil
leven in harmonie met de Wil van Zijn Eeuwige Wijsheid, uit Liefde.
2. Naastenliefde
Het moet in punt 1 wel duidelijk zijn geworden dat de Liefde
tot God en de Liefde tot de naaste, de medemens, niet over de hele lijn van
elkaar te scheiden zijn. Wie zijn naaste niet bemint, zondigt automatisch in de
Liefde tegen God Zelf, want God woont in elke mens (de levenskern in de ziel,
zoals in punt 1 aangetoond). Heeft Jezus niet gezegd "Wat gij voor één
dezer geringsten van Mijn broeders hebt gedaan, hebt gij voor Mij gedaan"?
Elke weldaad die U aan een medemens bewijst, bewijst U in de diepte aan Jezus.
Elke zonde die U bedrijft tegen een medemens, bedrijft U in wezen tegen Jezus.
Liefde is het cement van alle relaties tussen mensen
onderling. Dat is zo omdat God de Liefde heeft voorzien als drijfveer van al
ons handelen, voelen en verlangen. Daarom is elke handeling, elke gedachte, elk
gevoel, elk verlangen, elk woord dat niet van aard is om een liefdevolle omgang
met mensen in overeenstemming met Gods Wil te bevorderen, in wezen een
tekortkoming in de naastenliefde. Het zal U duidelijk worden dat alle deugden
die verder nog aan bod komen, op één of andere wijze passen binnen het vak van
de naastenliefde en/of van de Liefde tot God. Om Jezus woorden te citeren:
"Dat is Wet en profeten", met andere woorden: God heeft Zijn
Schepping gevestigd op de kracht van de Liefde, Hij houdt ze in stand op
diezelfde kracht, en Hij openbaart deze Wet en al zijn implicaties ook tot in
den treure. Niemand die van God uitgaat, kan andere woorden prediken dan
woorden van Liefde. De ene Eeuwige Waarheid, het groot Mysterie van God, is
Liefde.
Ik wil de bespreking van de deugd van de naastenliefde
beperkt houden, precies omdat zij zo veelomvattend is en op vele wijzen tot
uiting komt, in vrijwel alle andere deugden, die verder ter sprake komen. De
betekenis van de naastenliefde kan onmogelijk overschat worden. Zij is de
absolute maatstaf volgens dewelke Uw ziel na dit leven beoordeeld zal worden.
Waarom komt aan de martelaren de grootste heerlijkheid toe? Omdat zij zich
totaal hebben gegeven in de Liefde. "Geen groter Liefde kan iemand hebben
dan deze, dat hij zijn leven geeft voor zijn vrienden". Heilig zijn in de eerste
plaats zij die heldhaftig zijn in de Liefde, en zichzelf totaal opzij weten te
schuiven voor de belangen van hun medemens. Dàt is het ware heldendom in Gods
ogen: een zodanige overwinning op zichzelf behalen dat de eigen behoeften
verloochend worden voor deze van de ander, en zelfs alle vrees overwinnen die
menselijkerwijs op het voorplan treedt zodra men de zwakheden van het eigen
wezen onder ogen ziet (bijvoorbeeld wanneer men zijn eigen behoeften achteruit
stelt bij deze van zijn medemens). Hart en ziel laten ontvlammen voor het lot
van de medemens, is pas mogelijk naarmate men zichzelf méér overwint. De mens
heeft een soort ingeboren neiging tot zelfbehoud, die in feite neerkomt op een
'voor zichzelf zorgen', dus een al dan niet uitgesproken neiging tot zelfzucht
(zie punt 25).
Wij mogen het als een aanwijzing voor de bereikte graad van
volmaaktheid beschouwen wanneer de ziel de kracht kan opbrengen om zichzelf
achteruit te stellen bij de belangen, de behoeften en het welbehagen van de
ander, en wel des te méér naarmate het daarbij gaat om behoeften die werkelijk
te maken hebben met levensbehoud. Wie kan geen bewondering opbrengen voor daden
zoals deze van de Heilige pater Maximilian Kolbe, die zich tijdens de Tweede
Wereldoorlog in het concentratiekamp van Auschwitz kandidaat stelde om in de
plaats te treden van een veroordeelde vader om in de hongerbunker een zekere
dood door uithongering tegemoet te gaan?
Ieder mens ervaart in zijn dagelijks leven situaties waarin
hij de naastenliefde kan beoefenen, dus zijn eigen belangen en behoeften
achteruit kan stellen bij deze van zijn medemens. Op de diverse elementen van
de naastenliefde kom ik verder nog veelvuldig terug. U zult merken dat het veel
verder reikt dan vele mensen vermoeden, want op één of andere wijze houdt elke
deugd verband met de Liefde tot de naaste en/of tot God, net zoals elke zonde
uiteindelijk neerkomt op een overtreding tegen de Liefde. Om de deugden en hun
overtredingen nader te bekijken, moeten wij daarom in de bijzonderheden van de
veel voorkomende menselijke gedragingen en levenspatronen treden, en dat kunnen
wij alleen vanuit de volgende punten.
Gebrek aan naastenliefde is elke handeling of uitspraak
waardoor U Uw medemens schade toebrengt of kunt toebrengen (want het
volstaat reeds dat de handeling of uitspraak van aard is om dit tot gevolg
te hebben, zelfs al blijkt dit uiteindelijk niet het geval te zijn),
benadeelt of kunt benadelen, hem Uw bijstand, steun, hulp of Liefde ontzegt,
hem kwetst of kunt kwetsen, hem ontmoedigt of kunt ontmoedigen. Gebrek aan
naastenliefde is ook elk verzuim, elke nalatigheid waardoor U Uw medemens in de
steek laat. Voor zover U geen enkele negatieve bedoeling hebt, vormt een
eventueel negatief gevolg geen aanleiding om U schuldig te maken aan gebrek aan
naastenliefde. Zo kunt U ook iets doen of zeggen met de beste bedoelingen maar
niettemin Uw medemens schaden of kwetsen. Uiteraard is daarbij geen sprake van
gebrek aan naastenliefde. Zoals steeds geldt echter dat God, die in het
verborgene van Uw hart kijkt, de enige Rechter is.
De naastenliefde strekt zich uit tot buiten de grenzen van
het aardse leven. Geeft U er zich voldoende rekenschap van dat het als een
gebrek aan naastenliefde aangemerkt kan worden indien U nalaat, te bidden voor
de zielenrust van een overleden familielid? U wordt geacht, deze mens met gebed
en offer te 'begeleiden' naar het Eeuwig Heil. Precies dit is de diepe
betekenis van gebed en Misoffers voor de zielen in het vagevuur. De
eeuwige lotsbestemming van een overledene wordt aan de mens op aarde niet
geopenbaard, doch U moet steeds uitgaan van de veronderstelling dat hij
eventueel nog een zuiveringsperiode moet doormaken ter verzoening van zijn ziel
met de Eeuwige Gerechtigheid. Indien U voor een overledene bidt, en deze zou
intussen (wat U niet kunt weten) in de Eeuwige Gelukzaligheid zijn, dan worden
Uw gebeden voor een andere ziel in het vagevuur of op aarde gebruikt, want geen
gebed gaat verloren.
Ik wil U de volgende ingeving meegeven. Overweeg haar
zorgvuldig, zij kan onvermoede denkpaden voor U openen bij het bepalen van de
doelstellingen in Uw leven: Streven naar heiligheid kan een grote daad van
naastenliefde worden: een leven in heiligheid betekent een leven dat in zeer
hoge mate in overeenstemming is met Gods Wet. Aan een ziel die in deze toestand
verkeert, weigert God vrijwel niets (voor zover de verzoeken vanwege de ziel
volkomen passen binnen Gods beschikkingen). Daarom kan een heilige ziel heel
veel genaden bekomen voor haar medemens. Dat is wat men in de ware zin van het
woord noemt: een 'verdienstelijk leven'. Dit is precies wat Maria van Haar
toegewijden verwacht. Dit toont aan dat U ook voor Uw eigen ziel kunt zorgen en
tegelijkertijd het belang van Uw medemens dienen tot het uiterste toe: de
zelfverloochening, het aspect dat zovelen afschrikt in het beoefenen van de
naastenliefde, en dat voor zovelen een fatale grens vormt die slechts met de
grootste moeite overschreden wordt, brengt ook voor de eigen ziel de grootste
vruchten voort. Waarom dan die grote terughoudendheid? Omdat de meeste mensen
niet in staat zijn om de aangelegenheden en belangen van de ziel te
beschouwen als wat zij werkelijk zijn, namelijk het enige ware doel van het
leven.
3. Zuiverheid van hart
De deugden die tot en met punt 7 aan bod komen, lopen ten
dele in elkaar over. Deze elementen van zuiverheid kunnen niet altijd scherp
van elkaar gescheiden worden. Zo is bijvoorbeeld elke uiting van onzuiverheid
van mond op zich reeds een uitvloeisel van onzuiverheden in het hart, want
"waar het hart van vol is, loopt de mond van over".
De mens staat elke dag bloot aan tal van negatieve
gevoelens, die hem (vaak onbewust) negatief beïnvloeden. Dit feit ligt mede aan
de basis van bepaalde onverklaarbare gesteldheden in het hart. Het is nodig, U
daartegen te wapenen, opdat U niet ontwricht zou worden zonder zelfs te weten
waar die negatieve ingesteldheid vandaan komt, want zij belemmert een leven in
deugdzaamheid.
Zuiverheid betekent: handelen, denken, spreken, voelen en
willen zoals God dit van U verwacht, en aldus alles vermijden wat de ziel
vervuilt en U van de toestand van heiligheid verwijdert.
In de deugd van de zuiverheid van hart vloeien zuiverheid en
Liefde in elkaar over. Ik heb erop gewezen hoezeer de Liefde de ware essentie
van het Wezen van God, en daarom ook van het wezen van de mens zelf is, en
hoezeer zij ook alle leven doordringt. De absolute tegenpool van de Liefde is
de haat. De haat is de uiting van de grootst denkbare ontsporing van de
zuiverheid die God in het hart van de mens heeft voorzien. Haat is de meest
verwoestende emotie, die een ernstige bedreiging vormt voor de ziel. Wij mogen
gerust stellen dat haat de drijfveer vormt voor vele doodzonden, maar ook langs
minder drastische wegen leidt tot de vernietiging van de eigen ziel. Wie zijn
medemens haat, hoopt daarmee bewust of onbewust schade toe te brengen aan die
medemens, doch verwoest in de eerste plaats zijn eigen ziel. Hoe werkt haat als
een sluipend gif in de ziel?
- ten
eerste doordat haat een constante toestand van spanning en onvrede in de
ziel schept;
- ten
tweede doordat zij alle kanalen van Gods genade naar de eigen ziel toe
afsluit;
- ten
derde doordat zij de ziel belast met een zware schuld, namelijk
veroordeling wegens zwaar gebrek aan Liefde en wegens het verstoren van
Gods Heilsplan (dat slechts door stromen van Liefde tot voltooiing
gebracht kan worden);
- ten
vierde doordat, indien de haat daadwerkelijk tot zondige handelingen
aanleiding geeft, deze handelingen de ziel in een staat van ongenade
kunnen brengen die haar alleen nog door intens berouw, oprechte biecht,
liefdevolle boetedoening en Gods Barmhartigheid van de eeuwige dood kunnen
redden.
Wanneer U Uw medemens haat, haat U in feite God in hem. Deze
onzuiverheid in Uw hart is dus tevens een zonde tegen de Liefde tot God en
tegen de naastenliefde.
Het wezen van de haat bestaat hierin dat U diep in Uw hart
wenst dat het de medemens die U haat, slecht zou gaan, dat hij ongelukkig zou
zijn, tegenslag zou hebben, enzovoort. De onzuiverheid ligt hierin dat deze
emoties niet verenigbaar zijn met de eigenschappen die God in de ziel heeft
gelegd. God heeft in elke ziel een kern van heiligheid gelegd die de mens op
God doet gelijken. God is zuiverheid. Zuiverheid betekent: vrij zijn van smet,
van vervuiling, van duisternis. Zuiverheid betekent: volkomen doorlaatbaarheid
voor Gods Licht. Een raam waarvan het glas smetteloos zuiver is, laat het
zonlicht door zonder de geringste hinder of schaduw. Zo moet het ook met Uw
hart zijn. Een zuiver hart is een hart dat volkomen doorlaatbaar is voor het Licht
van de Heilige Geest, en dat zoals een smetteloze spiegel dat Licht ook
doorgeeft naar andere harten toe. Om die reden bezit een zuiver hart bij
uitstek het vermogen om zielen te bekeren.
Andere uitingen van haat zijn het vervloeken en het
verwensen van een medemens. Hierbij spreekt U woorden uit waardoor U die
medemens kwaad toewenst en diep in Uw hart hoopt dat hem het grootst mogelijke
ongeluk moge overkomen. In Gods ogen komt dit zo over, alsof U daarmee een
moord zou plegen op de ziel van Uw medemens. In wezen voert U immers met
woorden uit wat U met daden niet aandurft, vanwege het feit dat Uw schuld dan
openbaar zou worden en U last zou krijgen met de wet, maar voor het overige
wenst Uw hart in deze gesteldheid niets minder dan de dood van Uw medemens.
Zoals Jezus zegt dat iemand die naar een vrouw kijkt om haar te begeren, in
zijn hart (geest) reeds overspel met haar heeft bedreven, geldt in dit geval
dat wie zijn medemens verwenst, hem in zijn hart reeds heeft gedood.
Veel voorkomende uitingen van onzuiverheid in het hart zijn
nijd, afgunst en jaloersheid. Deze gesteldheden komen in wezen neer op
opstandigheid tegen de toestand waarin God U heeft geplaatst. Wanneer U
afgunstig bent op Uw medemens vanwege bepaalde dingen die hij bezit en die U
moet ontberen, begeert U andermans goed (zonde tegen het tiende gebod) en hecht
U bovendien een bovenmatig belang aan materiële dingen. U kunt ook afgunstig
zijn op geestelijke kwaliteiten van Uw medemens, op de schoonheid van Uw
medemens, op zijn talenten, enzovoort. In al deze gevallen wordt Uw
ingesteldheid opgewekt en gevoed door een vorm van opstandigheid tegen God
omdat Hij Uw medemens iets heeft gegeven dat U niet (of volgens U in mindere
mate) hebt, en dat voor U belangrijk is. Nijd, afgunst en jaloersheid scheppen
steeds onvrede in het gemoed, en sluiten U daardoor af voor Gods ingevingen.
God wordt aangetrokken tot zuivere harten, doch ontvlucht
harten waarin geen vrede woont. Om die reden zijn vele mensen zelf
verantwoordelijk voor het feit dat zij zich geen dag gelukkig voelen. Deze
mensen zijn vaak niet tevreden met de gang van hun leven, de dingen die zij
bezitten, verlangens die niet ingelost worden, en hebben het moeilijk wanneer
zij zien dat andere mensen het op bepaalde vlakken beter lijken te hebben. Zij
houden bovendien geen rekening met het feit dat God hen de dingen die zij
begeren, vaak niet geeft omdat Hij weet dat deze hen in het verderf of in
dwaling zouden brengen, of hen nog verder van God zouden verwijderen (materiële
welstand roeit bij vele mensen de communicatie met God in verregaande mate
uit), en zij beseffen evenmin dat zij het lijden dat met bepaalde genaden
gepaard gaat, niet eens zouden kunnen (of willen) dragen.
Een bepaalde vorm van afgunst komt tot uitdrukking in het
misprijzen van een medemens of het bezoedelen van diens naam, in een poging om
hem in de ogen van anderen naar beneden te halen en zelf beter te lijken.
Onzuiverheid en onvrede in het hart is één van de
hoofdschuldigen voor het veelvuldig gebruik van verslavende en in werkelijkheid
ziekmakende medicijnen zoals antidepressiva, kalmeer- en slaapmiddelen, die de
levensstroom totaal ondermijnen en het zenuwstelsel zodanig ontwrichten dat het
gevoelsleven in een vicieuze cirkel terecht komt. Uw reacties ten opzichte van
het leven worden erdoor verwrongen omdat U door de kunstmatige, chemische
beïnvloeding van Uw gedrag Uw omgeving niet meer met dezelfde ogen waarneemt.
Een ziel die regelmatig gevoed wordt met vergiftigende prikkels, leeft niet
meer volgens de energiestromen die God voor haar heeft uitgetekend. Dit heeft
een verregaande weerslag op al Uw waarnemingen, interpretaties, reacties,
gedragingen, en kan zelfs Uw kijk op deugd en zonde benevelen. Houd hier
rekening mee, en wees U ervan bewust dat problemen die mensen vaak naar
dergelijke medicijnen drijven, veel beter opgelost kunnen worden door intens
gebed, voedende spirituele lectuur of een goed gesprek met een begripvolle
priester. Het komt er op aan, in Uw ziel de bron van de onvrede te ontdekken en
te trachten, deze met een nieuwe inhoud op te vullen, dus een nieuwe basis te
scheppen waaruit U hoop en Licht voor een vernieuwing van Uw leven kunt putten.
Onvrede in het hart schept een voortreffelijke basis voor
onvrede tussen mensen onderling: een mens die onvrede in het hart koestert, zal
gemakkelijk geneigd zijn om mensen tegen elkaar op te zetten en zodoende
onvrede te stichten in de harten van anderen. Onvrede van hart maakt niet
zelden agressief. Agressiviteit is een vorm van gewelddadigheid tegenover de medemens,
die zich kan uiten in daden maar ook in woorden. Verbale agressie (dus in
woorden) is het op een onstuimige wijze lucht geven aan ongenoegen, door
scheldwoorden, stemverheffingen, klinkende ruzies, bijtende en opzettelijk
kwetsende verwijten. Ik verwijs in dit verband ook naar punt 45.
Agressie heeft vele vormen. Het opzettelijk slaan, pijnigen,
kwellen (lichamelijk en ook geestelijk) van een medemens is een uiting van
onbeheerst gedrag waardoor U Uw medemens door het toebrengen van lichamelijk
letsel of pijn 'tot andere gedachten' poogt te brengen, hem tracht te
vernederen, hem vrees poogt aan te jagen of hem op één of andere manier poogt
uit te schakelen (bijvoorbeeld als een mogelijke concurrent in welke zin dan
ook). In geen enkel geval is een dergelijk gedrag aanvaardbaar in Gods ogen.
Voor een tik, toegediend in een ogenblik van zware teleurstelling, in paniek of
door een plotse 'kortsluiting' door machteloosheid, zoals vele ouders dat wel
eens doen met een moeilijk handelbaar kind, kunnen soms verzachtende
omstandigheden ingeroepen worden.
In elk ander geval is het toebrengen van lichamelijk leed
aan een medemens niet te rechtvaardigen. Het berooft hem van zijn waardigheid,
vernedert hem, en is hoe dan ook een uiting van het bestrijden van het kwaad
met zijn eigen wapens, die niet deze van God zijn: God beïnvloedt de zielen,
Hij bedient zich niet van de natuurlijke zwakheid van het menselijk lichaam als
drukkingsmiddel. Extreme vormen van dit gedrag zijn de kwelling (onder andere
foltering), aangewend met de bedoeling, de medemens te doen breken in lichaam
en ziel om hem tot een willoos voorwerp te herleiden. Een aparte categorie is
hierbij het sadisme, een geheel van gedragingen waarbij de medemens,
doorgaans louter uit ziekelijke machtswellust, gekweld wordt in lichaam en
geest.
Er zijn vormen van agressie die niet tot uitdrukking
worden gebracht, bijvoorbeeld in gedachten ruzie maken of twistgesprekken
voeren met een medemens. U kunt Uw medemens in Uw hart haten, doch uit vrees
voor de buitenwereld vermijden om dit te laten blijken. Hier is ook sprake van
agressie, die reeds in het hart bedreven is.
Ik heb reeds aangeduid dat kwelling niet alleen lichamelijk
maar ook geestelijk kan gebeuren. Vele mensen maken hun medemens het leven
zuur, vergallen zijn leven, maken hem tot mikpunt van allerlei plagerijen. Deze
handelingen nemen soms de vorm aan van regelrechte vernietiging van die
medemens. Begrijp wel dat in Gods ogen weinig verschil bestaat tussen
stelselmatige kwelling en moord. In een gelijkaardige lijn ligt het gedrag
waarmee 'probleemkinderen' soms hun ouders zwaar en langdurig bedroeven.
Er zijn nog andere negatieve gemoedsgesteldheden die onder
de noemer 'onzuiverheid van hart' ondergebracht kunnen worden. Ik verwijs
hiervoor ook naar punt 40.
Onzuiverheid in het hart kan ook tot uiting komen in
onoprechtheid (ik kom hier in punt 10 op terug).
Onzuiverheid van hart is een gevaarlijke toestand doordat
zij de levenskracht ondermijnt. Zij snijdt de ziel af van de stroom van
Goddelijke genaden, en maakt het hart onbewoonbaar voor God, die de opperste
Zuiverheid is.
Onzuiverheid sluipt gemakkelijk in het hart wanneer de ziel
onvoldoende in staat is om de blik gevestigd te houden op wat in het leven echt
telt. Wanneer de mens de stoffelijke belangen van dit aardse leven te veel
gewicht begint toe te kennen, loopt hij steeds het risico om zich door God
achteruit gestoken te voelen ten opzichte van andere mensen. Dan volgen
uitspraken zoals 'die heeft alle geluk...' en dergelijke. Houd U steeds voor ogen
dat U hier op aarde voor de keuze wordt gesteld: ofwel werkt U voor materiële
doeleinden, ofwel werkt U voor Uw ziel en de zielen van Uw medemensen. Indien
Uw keuze op de tweede mogelijkheid valt, feliciteer dan Uzelf, want dan hebt U
het beste deel gekozen, maar aanvaard dan in Liefde dat U, in wereldse termen
gesproken, een zwaar kruis te dragen kunt krijgen. Maar vergeet nooit dat het
leven hier op aarde geen doel op zich kan zijn, doch niets méér dan een middel,
een weg naar het Eeuwig Leven. Werken moet men slechts voor een doel,
nooit voor een middel. Benader daarom Uw omstandigheden met een zuiver
hart, een hart dat waarlijk klopt op Gods ritme, en Uw schat in het
Eeuwig Leven zal oneindig groter zijn dan datgene dat U hier op aarde moet
missen, en dat niets anders is dan vergankelijk stof. U kunt geen twee heren
tegelijk dienen: God, en de mammon (met andere woorden: de heer van de
materiële genoegens). Wie kiest voor de mammon, kan onmogelijk de zuiverheid
vrijwaren die noodzakelijk is om zijn ziel tot bloei te brengen.
4. Zuiverheid van geest
God had grootse plannen met de mens, en heeft hem daarom
geschapen naar Zijn beeld en gelijkenis, en hem het koningschap over de aarde
toevertrouwd. De aarde is Gods bezit en eigendom, maar de mens was bedoeld als
een soort schatbewaarder. Door de zondeval heeft de eerste mens een eigen koers
gekozen, die afwijkt van Gods Wet. Vanaf dat ogenblik werd tot hem gezegd dat
hij niet langer in de overvloed van het Aards Paradijs zou leven, doch zijn
brood zou verdienen "in het zweet van zijn aanschijn". De noodzaak om
voor zijn eigen behoeften te zorgen, heeft de mens ertoe gedwongen, zijn
verstand te gebruiken om oplossingen te vinden die hem het overleven in de
stoffelijke wereld mogelijk moesten maken.
Zo is geleidelijk aan de ontwikkeling van techniek en
wetenschap op gang gekomen. Het verderf heeft echter een gelijklopende
ontwikkeling doorgemaakt, want naarmate techniek en wetenschap verder gevorderd
zijn, heeft de mens zichzelf steeds méér tot een god gemaakt, met alle gevolgen
vandien, onder andere een totaal wegredeneren van alle zondebesef. De erfzonde
was een zonde van ongehoorzaamheid (zie punt 34) maar tevens een zonde van
hoogmoed. De mens is nog evenzeer stof en as als in de eerste dagen na zijn
schepping, doch in zijn gedachten is hij een verwaande afgod voor zichzelf
geworden. Deze gesteldheid van geest is zodanig tot zijn vlees en bloed
geworden dat zij in deze moderne tijden reeds in het gedrag van de jeugd
merkbaar is. Hoogmoed is een zonde van zelfoverschatting. De mens heeft alle
zin voor verhouding verloren, zijn zelfbeeld stemt steeds minder overeen met
zijn werkelijke aard. Hij heeft zijn geest laten verontreinigen door een
dwaling die alle gebieden van het leven heeft aangetast. Ik verwijs hier eveneens
naar punt 28. Zeer nauw verwant met de hoogmoed is de trots, die de mens er
vaak van weerhoudt om uit de dwaling terug te keren uit valse vrees voor
gezichtsverlies. Ook hiervoor verwijs ik U verder naar punt 28.
Zuiverheid van geest heeft, in het algemeen beschouwd, te
maken met onreine gedachten. Dit zijn alle processen en vruchten van een
denken dat niet meer gericht is op de dingen van God: gedachten die
geïnspireerd worden door invloeden die de ziel van God willen verwijderen en
haar aldus willen verzwakken, en gedachten die gericht zijn op doelstellingen
die hetzelfde willen bewerken, namelijk de ziel lossnijden van de Bron van het
Ware Leven. Dergelijke gedachten verzwakken de levenskracht doordat zij de ziel
omlaag halen naar het niveau van de wereldse behoeften en verhinderen
dat zij nog op de verheven dingen der eeuwigheid geconcentreerd zou zijn. Het
gevaar schuilt hierin, dat een geest die geregeld met wereldse dingen bezig is,
geleidelijk aan het vermogen verliest om het verhevene nog te begrijpen,
precies doordat hij de genade verliest. God schenkt geen nieuwe genaden voor
verdere groei wanneer de mens geen belangstelling toont voor de verheven dingen
van God. Hierdoor verkleint de ziel haar bagage voor groei en heiliging, en
doordat het wereldse op zichzelf reeds het dagelijks leven neigt te
overheersen, wordt deze gesteldheid spoedig tot een verslaving. Naarmate de
wereldse behoeften meer voedsel krijgen, vragen zij ook steeds meer, en zo
worden de behoeften van de ziel stap voor stap volledig in de verdrukking
gebracht.
Een andere uiting van onzuiverheid van geest ligt in
negatieve gedachten. Ik heb het reeds gehad over haat, afgunst, nijd en
jaloersheid die tegen de medemens gericht zijn. In verdere punten zal ik U nog
aantonen welke schade aan de ziel wordt toegebracht door droefgeestigheid,
sombere stemmingen, depressiviteit. Dit alles berust op onzuiverheid in hart en
geest, want zij vloeien vaak voort uit het feit dat mensen toegeven aan
bepaalde bekoringen. God heeft de mens niet bedoeld als een wezen dat
ongelukkig zou zijn. Negatieve gedachten zijn vervuld van duisternis, zij
worden niet bezield door Gods Geest maar dragen ten volle de stempel van de
wereld. Vele gesteldheden van neerslachtigheid zijn van voorbijgaande aard.
Soms zijn zij zelfs een uitvloeisel, niet alleen van een plotse tegenslag die
het geestelijk evenwicht kortstondig maar hevig heeft verstoord, maar zelfs van
een lichamelijke vergiftigingstoestand (ziekte, oververmoeidheid, gebruik van
bepaalde zware medicijnen, slapeloosheid...). Vanzelfsprekend is in deze
laatste gevallen geen sprake van zonde, doch louter van een onvolkomenheid, die
met een groter bewustzijn ten aanzien van het eigen gedrag en met een grotere
ontwikkeling van de Liefde te verhelpen is. Wanneer droefgeestigheid werkelijk
uitgroeit tot langer durende depressie, moet in ieder geval het eigen
waardepatroon even bekeken worden: het is in dergelijk geval best mogelijk dat
U zich te weinig rekenschap geeft van het vergankelijke van alle werelds lijden
en van de grote waarde ervan op het bovennatuurlijke vlak. Bedenk dat Maria
Haar hele leven lang heeft geleden in Hart en geest, voor het Zielenheil van
alle mensen van alle eeuwen.
Verdriet is een normale emotie. Het geeft uitdrukking aan
een toestand die de geest en het hart beklemt. De uiting ervan moet echter op
een gezonde wijze gebeuren, en deze toestand moet verwerkt worden door de
betrachting, het samen met Jezus en Maria te dragen, in het besef dat
geestelijk lijden vruchtbaar is indien het daadwerkelijk met het Kruisoffer
verenigd wordt. Het koesteren van verdriet, het zich wentelen in het verdriet,
is echter een uiting van onzuiverheid. Het verdriet dragen op een gezonde
wijze, is een offer van medeverlossend lijden. Zodra U echter ergernis of protest
tegenover de oorzaak van het verdriet voelt, of U eraan vasthoudt, is de satan
aan het werk: hij spant zijn strikken om U van God weg te houden en wat een
mooi offer zou kunnen zijn, te doen verworden tot een afgrond voor Uw ziel, een
afgrond die U zelf graaft door Gods Licht niet langer toe te laten. Ik kom op
dit verschijnsel ook in hoofdstuk 3 nog terug.
Iemand kwaad toewensen, is het uitspreken van negatieve
gedachten. Alleen een onzuivere geest kan een medemens ongeluk wensen. Deze
toestand of neiging kan van voorbijgaande aard zijn, wanneer een verwensing of
vervloeking uitgesproken wordt in een opwelling van diepe teleurstelling over
een medemens die U grof onrecht heeft aangedaan of U het leven nodeloos
moeilijk heeft gemaakt. Zij komt dan voort uit de bedenking dat Uw leven er
wellicht 'beter' had uitgezien indien die medemens niet Uw levensweg had
gekruist. In bepaalde gevallen wordt een dergelijke banvloek gevolgd door
inkeer: het geweten begint te spreken, en U begrijpt plots dat Uw houding God
beledigt. In andere gevallen wordt deze gesteldheid tot een aanhoudend patroon.
Wanneer dat het geval is, verkeert U wellicht in een toestand van haat, en
bewerkt U zelf méér Uw eigen ondergang dan die medemens dat doet.
Dergelijke toestanden komen wel eens voor doordat de mens te
veel nadenkt en vergelijkt: wat heeft het leven mij gegeven, en hoeveel had
het mij kunnen geven? Wanneer de berekening niet zo gunstig uitvalt als men
hoopt, wordt wel eens een zondebok gezocht of wordt iemand, die men toch al
niet erg mag, tot grote schuldige aangewezen. In sommige gevallen is dat dan
wel zo, en is die medemens ook werkelijk de oorzaak van veel ellende, maar in
die gevallen moet U zich voor ogen leren houden dat dit alleen zo is omdat die
toestand een plaats vindt in Gods Plan met Uw leven. Weet daarbij dat God
alleen maar beoogt wat voor Uw Eeuwig Leven het beste voor U is, en niet
hier op aarde. Deze bedenking kan U leren, bepaalde teleurstellingen beter te
verwerken en te aanvaarden, en U daardoor ten minste in de geest te verzoenen
met de mensen die het U moeilijk hebben gemaakt.
Laat ik hier nog even wijzen op enkele factoren die
verontreiniging van de geest in de hand werken. Eerst en vooral de opvoeding
van de jeugd, die steeds minder verwijst naar de diepe spirituele waarden van
het leven, doch de jeugd denkpatronen aanleert die louter de klemtoon leggen op
verstandelijk redeneren, en het bovennatuurlijke niet zelden in het
belachelijke trekt. Hierdoor wordt een wereldbeeld ingeprent waarin God geen plaats
meer krijgt: de Bron van alle Licht wordt nu beschouwd als duisternis, want Hij
kan niet wetenschappelijk verklaard worden, en derhalve wordt het religieuze
beschouwd als een uiting van een primitief verstand. De wetenschappelijke
vorming leidt weg van God, en bevordert bovendien de hoogmoed.
Het is een verleidelijke gedachte voor de studerende mens,
dat het leven in al zijn elementen gevat kan worden in welbepaalde theorieën en
wiskundige formules. De ware essentie van het Leven, namelijk de Liefde en alles
waaruit Gods Mysteries is opgebouwd, valt echter volkomen buiten die vakjes en
formules, en wordt daarom volkomen genegeerd, en dit schept een uiterst
gevaarlijke situatie, want dàt is ware duisternis. God beoordeelt een
ziel niet op haar wetenschappelijke vorming, kennis, titels of diplomas, doch
op haar verdiensten in de deugden, in de eerste plaats in de Liefde. Ik wil met
de grootste nadruk pleiten om in de scholen zowel als binnen de gezinnen terug
te keren naar onderwijsprogrammas en opvoedingsmethodes die gebaseerd zijn op
de oorspronkelijke christelijke waarden en leerstellingen. De mens moet leren
denken vanuit Gods belangen, niet vanuit menselijke belangen.
Een tweede en zeer weid verspreide bron van geestelijke
onzuiverheid wordt gevormd door de communicatiemedia: kranten (vooral de
schandaalpers), televisie (vooral programmas die de laag-wereldse behoeften
voeden, dus niet alleen pornografische programmas maar ook de vele series met
een bedenkelijk zedelijk niveau en vaak schokkend taalgebruik). Wees bijzonder
selectief in de programmas die U bekijkt, evenals in de kranten en
tijdschriften die U leest. U wordt wat U bekijkt en leest. Aan Uzelf dus de
keuze waarmee U Uw ziel wil 'voeden', maar bedenk dat een slechte keuze U niet
alleen verzwakt, maar U ook voor Gods Genade kan afsluiten, want God bezoekt
geen hart of geest die zichzelf verontreinigen onder inwerking van onzuivere
invloeden die zij zelf door hun eigen keuze kunnen vermijden. Bij het oordeel
dat U na dit leven wacht, wordt U ter verantwoording geroepen voor elke keuze
die U tijdens Uw leven op aarde maakt. Bedenk dat U geen verontschuldigingen
kunt inroepen voor de keuzen die niet in overeenstemming zijn geweest met Gods
Heilsplan of met de roeping die in Uw eigen ziel is gelegd, want als christen
wordt U verondersteld, te weten wat Gods Wet van U verwacht. De beste middelen
om Uw geest te zuiveren en die zuiverheid in stand te houden, zijn gebed, zo
mogelijk dagelijkse Heilige Mis, zielenvoedende lectuur en het Sacrament van de
Biecht. Ik kan niet voldoende beklemtonen dat een grondige Biecht daarenboven
veel doeltreffender is als geneesmiddel tegen depressieve toestanden dan het
nemen van medicijnen of het bezoek aan een psychiater.
5. Zuiverheid van mond
Het is ontstellend hoeveel mensen ervan overtuigd zijn dat
zij nooit zondigen, omdat zij nooit een moord, diefstal of overspel hebben
gepleegd. De deugd van de zuiverheid van mond biedt één van de beste
voorbeelden om aan te tonen hoe voorzichtig de mens moet zijn in het oordeel
over de onberispelijkheid van zijn eigen gedrag. Onzuiverheid van mond is één
van de meest bedreven categorieën van zonden, en tevens één van deze waarvan
velen zich het minst bewust zijn. Wie kan in alle ernst beweren dat hij nooit
een negatief woord spreekt over een medemens?
Jezus zei reeds "wat uit de mond van de mens komt,
verontreinigt hem". Dit moge reeds een aanwijzing geven hoe belangrijk het
is, op de zuiverheid van Uw woorden te letten. Laten wij even bekijken wat in
de ziel gebeurt bij roddel en achterklap. U spreekt daarbij negatieve woorden
over een mens die op dat ogenblik niet aanwezig is.
- Ten
eerste kan die mens zich niet verdedigen.
- Ten
tweede zijn die woorden vrijwel steeds waardegeladen, met andere woorden:
houden zij een oordeel in, wat niet geoorloofd is, want "oordeel niet
opdat gij niet geoordeeld wordt".
- Ten
derde bestaat een grote kans dat U aan het liegen bent, want U bent
helemaal niet in staat om de volle waarheid te kennen. Alleen God kent
alle omstandigheden waarin de betrokken mens heeft gehandeld, en de
drijfveren voor zijn handelingen. U kunt deze onmogelijk allemaal kennen,
dus zal Uw kijk op zijn gedrag op zich reeds afwijken van de waarheid.
- Ten
vierde bent U bezig, een mens in zijn afwezigheid te kleineren, te vernederen,
al dan niet werkelijk bestaande negatieve eigenschappen extra in het licht
te stellen. Dat komt U niet toe, want de rechterstoel wordt alleen door
God Zelf bezet. Bedenk ook in dit opzicht dat U Jezus kwetst in die
medemens.
Dit alles samen betekent in wezen dat roddel of achterklap U
schuldig maakt aan overtreding tegen verscheidene deugden tegelijk. De gouden
regel is deze: indien U het gevoel hebt (al dan niet terecht) dat U over een
medemens geen goede dingen kunt zeggen, zwijg dan liever dan Uzelf te
veroordelen door in anderen over die mens negatieve gevoelens te wekken of bij
hen reeds bestaande negatieve gevoelens te versterken door Uw eigen
neerbuigende woorden. Een bepaalde vorm van achterklap is deze waarbij U een
medemens in diskrediet brengt door over hem bepaalde gebreken of fouten (al dan
niet op waarheid berustend) bekend te maken waardoor deze mens in de ogen van
andere mensen aan prestige verliest en zij hem met argwaan of aarzelend kunnen
beginnen te benaderen, of hem zelfs helemaal de rug kunnen toekeren. Hierdoor
worden mensen soms ronduit geruïneerd, zowel moreel als financieel.
Positieve dingen zeggen over Uw medemens in zijn
afwezigheid, is geen roddel of achterklap, want deze wekken liefdevolle
gevoelens of waardering voor die medemens bij de mensen tegen wie U ze
uitspreekt. In feite zou men kunnen zeggen dat U daardoor Gods werk in de
medemens prijst tegenover een andere mens, terwijl U bij roddel en achterklap
in wezen Gods Schepping bekritiseert.
Nog een stap verder dan roddel gaan laster en
kwaadsprekerij, waarbij bewust en heel gericht iemands naam en faam slecht
worden gemaakt, met de intentie, deze medemens werkelijk te schaden. Terwijl
roddel en achterklap vaak nog enigszins 'toevallig' worden geuit, worden bij
laster gewoonlijk de gelegenheden om te schaden echt bewust geschapen. Laster
is ook in het spel wanneer U achter de rug van Uw medemens over hem dingen zegt
waarvan U niet weet of ze wel waar zijn. In dezelfde lijn ligt de
verdachtmaking, waarbij dingen worden uitgesproken die ervoor zorgen dat een
medemens in de ogen van andere mensen een ongunstige naam of reputatie krijgt,
vaak zonder dat enig bewijs wordt geleverd. Vaak wordt de verdachtmaking
trouwens ook voor waarheid aanvaard zonder dat naar bewijzen wordt gevraagd, en
in dit geval kan het best zijn dat U zich schuldig maakt aan totale ruïnering
van een medemens.
Nog een vorm van onzuiverheid van mond is het uitspreken van
kwetsende woorden. Dat kan bewust en opzettelijk gebeuren, maar ook onbewust en
onopzettelijk. In het eerste geval is sprake van een ware zonde tegen de
naastenliefde, in het tweede geval eerder van een onvoorzichtigheid of een
gebrek aan tact of eerbied. Kwetsende woorden zijn uitspraken die de medemens
beledigen, hem om één of andere reden pijn doen in het hart, hem verdriet
berokkenen. In bepaalde gevallen gaat het daarbij om woorden die weliswaar
berusten op waarheid. In dat geval kan men misschien spreken over een terecht
verwijt, doch dit rechtvaardigt in geen enkel geval de uitspraak, omdat een
verwijt altijd een oordeel in zich sluit, en geen mens heeft het recht om een
oordeel te vellen over een medemens.
In dezelfde lijn ligt ook het uiten van scheldnamen die
bedoeld zijn om een medemens te kwetsen of hem in de ogen van anderen belachelijk
te maken. Ook dat is een zonde tegen de naastenliefde. In andere gevallen
worden kwetsende woorden ook wel uitgesproken zonder de bedoeling om echt te
kwetsen, doch eerder als een ongecontroleerde uiting van teleurstelling of
verbittering. Doorgaans beseft U zelf terwijl U ze uitspreekt, dat U liefdeloos
bent geweest, en hebt U daar meteen een slecht gevoel over. Deze situatie komt
vaak voor tijdens kleine ruzies, woordenwisselingen, onenigheden. Vaak vinden
zij hun aanleiding in het gevoel dat men in een hoek gedrongen wordt, en men
zijn verdediging dan kracht wil bijzetten door de medemens met een scherpe
uitspraak een slag toe te brengen die hem even doet wankelen. Men beseft echter
spoedig het onterechte van de situatie, en in vele gevallen weet men zelfs dat
de uitspraak niet eens op waarheid berust, en geeft men dat ook weldra toe. Het
merkwaardige is, dat de mens die onopzettelijk kwetst, vaak méér schuldbewust
is dan hij die opzettelijk kwetst. Een situatie tussen beide in, is deze waarin
scheldnamen worden uitgesproken wanneer over een medemens wordt gesproken,
zonder echt stil te staan bij de inhoud ervan. Scheldnamen maken wel eens deel
uit van de 'lokale folklore'. Het is echter wenselijk dat U er even bij
stilstaat dat de mens die deze scheldnaam draagt, daarover diep in zijn hart
niet steeds even gelukkig is als eventueel op het eerste gezicht zou blijken.
Vaak aanvaardt iemand zijn scheldnaam schijnbaar met een glimlach omdat
diezelfde 'buurtfolklore' hem weinig andere keuzen laat. Leer dergelijke
woorden te beschouwen als een gebrek aan Liefde en eerbied.
In verband met de zuiverheid van mond wil ik U nog de
woorden van Jezus in herinnering brengen over het toekeren van de andere wang
wanneer iemand U iets onaangenaams laat ondergaan. Het is in meer dan één
opzicht spiritueel 'gezonder' om een ruzie te ontlopen dan erop in te gaan.
Wanneer een medemens onaangename dingen tot U zegt en U voelt aan dat hij
nauwelijks voor rede vatbaar is, laat hem dan in zijn wijsheid, antwoord niet
of zo neutraal mogelijk, laat U niet tot een discussie verleiden, en bid voor
hem. Dat is geen lafheid, dat is louter navolging van Jezus die voor de
hogepriester beschuldigd werd en zweeg, die met doornen gekroond en bespot werd
en zweeg, en die door Pilatus de kans kreeg om zich te verdedigen en eveneens
zweeg. Door te zwijgen, ontneemt U Uzelf de kans om in de valstrikken van de
satan te lopen, en ontneemt U de ander de kans om nog meer in de verleiding te
komen om met U een woordenstrijd aan te gaan.
Mensen die twistziek zijn, geven hierdoor uiting aan hun
innerlijke onvrede, en verontreinigen hun mond door het spreken van woorden die
ook bij de medemens onvrede stichten.
Onzuiverheid van mond komt bovendien wel eens tot uiting
door sarcastische uitspraken. Sarcasme is een vorm van bitterheid in de wijze
van spreken en in de inhoud van de gesproken woorden. Sarcastische uitspraken
zijn uitlatingen waarmee U het tegenovergestelde zegt van datgene wat U in
feite bedoelt, met de bedoeling om te kwetsen. Bijvoorbeeld: iemand zegt tot U:
"Je hebt dat verkeerd aangepakt", en U antwoordt (omdat U gekwetst
bent en de bal terug wil slaan) "En jij maakt nooit fouten!". Hiermee
bedoelt U net het tegenovergestelde, namelijk "beschuldig mij niet, want
jij bent ook niet onfeilbaar". Dit kan als een grapje bedoeld zijn, maar
kan ook (afhankelijk van de toon) bedoeld zijn om te kwetsen. Wanneer sarcasme
met nog meer bitterheid vermengd is, kan sprake zijn van cynisme. Dit kan reeds
het karakter van bijtende, vlijmscherpe spot aannemen, die doorgaans een
bijmenging van haat in zich draagt. Net zoals met elke vorm van onzuiverheid
van mond, geldt ook voor sarcasme en cynisme dat zij vaak uitdrukking geven aan
ontevredenheid met de situatie waarin U zich bevindt, want woorden verraden
niet zelden onvrede die in het hart leeft.
|