
Heer,
onze God, hoe vol macht is uw naam wijd en zijd op de aarde; gelijk Gij uw majesteit doet verschijnen
hoog aan de hemel, uit de mond der kleinen, de kreet van het kind uw vermogen bevestigt, dat uw tegenstanders het weten, dat vijand en verstoorder moet zwijgen. Als uw hemel ik zie - uwer vingeren werk, maan en sterren die Gij daar stelde, wat is dan de mens dat Gij acht op hem slaat, het mensenkind dat Gij hem aanziet? En nochtans gaaft Ge hem een haast goddelijke staat; met waardigheid hebt Gij, met schoonheid gekroond die Gij heerser maakt over het werk uwer handen. Want alles hebt Gij aan zijn voeten gelegd: de schapen, het hoornvee bijeen, enen de ander, de dieren des velds, de vogelen des hemels, de vissen der zee: wat de banen der zeeen doorkruist. Heer, onze God, hoe vol macht is uw naam wijd en zijd op de aarde. - Psalm 8
|