|
Samenvatting : De Weg der Volmaaktheid van
Teresa van Avila
In haar boek kunnen we een verdeling aanbrengen van een
tweeluik. In het eerste gedeelte geeft Teresa ons al haar ascetische
raadgevingen over de deugden en het inwendig gebed. In het tweede gedeelte
geeft zij een commentaar op het Onze Vader, een schitterende verhandeling over
het mystieke gebed. Deze twee delen kunnen als twee afzonderlijke
verhandelingen beschouwd worden, waaraan men wel eens twee namen heeft willen
geven namelijk aan het eerste El Librillo (het Boekje) en aan het tweede El
Padre Nuestro (het Onze Vader).
In een inleiding geeft Teresa het apostolisch doel van haar
eerste stichting aan, namelijk de noodzaak de Lutheraanse heresie te bestrijden
en de verzwakking van de christelijke geest te herstellen door het in praktijk
brengen van de armoedebeleving en door het gebed voor de werkers voor het ware
geloof. Zij geeft hier ook de middelen aan om dit doel te bereiken, namelijk
het onderhouden van de Regel en de Constituties. Zij schrijft: ik vraag u
niets nieuws, mijn dochters, maar alleen, dat wij leven overeenkomstig onze
geloften; dit is onze roeping en hiertoe zijn wij verplicht, ofschoon er een
groot onderscheid bestaat tussen het onderhouden van de Regel. Het gaat Teresa
niet alleen om het naleven van de letter, zij vraagt meer, namelijk ten volle
de geest van de Regel en de Constituties te beleven.
Wanneer men dit hooggestelde doel wil bereiken is een
serieuze inspanning vereist: Het spreekt vanzelf, dat men zich veel moeite
moet getroosten om onze daden en werken aan zon edel doel waardig te maken, en
daarom is het nodig dat wij edelmoedige verlangens koesteren. Op de eerste
plaats wordt er dus een atmosfeer van edelmoedigheid vereist. Bovendien hebben
wij hier te maken met een levenswijze, waarin het gebed een centrale plaats
inneemt: Onze Regel schrijft ons op de eerste plaats voor, zonder ophouden te
bidden. Wanneer wij dit punt onderhouden, dat het voornaamste is, dan zullen
wij ook niet nalaten de vastendagen, de lijfskastijdingen en het door de Orde
voorgeschreven stilzwijgen te onderhouden. Gij weet immers, dat het gebed,
opdat het een goed gebed is, van deze zaken vergezeld moet gaan: gemakzucht en
gebed zijn niet verenigbaar.
Teresa scheidt het gebed nooit van het in praktijk brengen
van de deugden en zij toont steeds een bijzondere zorg het gebed een serieuze
ascetische basis te geven. Hierin ligt de kracht van haar leer. In een tijd van
overdreven subjectivisme legt zij de nadruk op gehoorzaamheid; in een tijd van
luxe legt zij de nadruk op armoede en soberheid; tegen het humanistisch
intellectualisme legt zij de nadruk op nederigheid en geduld; tegen het
Lutheraans rationalisme in legt zij de nadruk op armoede van geest en eenvoud.
En terwijl pseudomystiekers de zinloosheid van de versterving verkondigen,
wijst Teresa juist op de waarde van versterving.
Deel 1
: El Librillo of het boekje
A. Ascetische
raadgevingen
Er zijn drie deugden die noodzakelijk zijn voor ieder die
het gebed in praktijk wil brengen :
1 De
naastenliefde
Teresa omschrijft wat de echte naastenliefde is. Zij
bestaat niet in gevoelige genegenheden. Dergelijke genegenheden worden beheerst
door gevoelens van sympathie of antipathie. Juist hierdoor mogen wij ons nooit
laten leiden. Vervolgens spoort zij haar zusters aan tot echte onderlinge
liefde en merkt op: Ik acht het een belediging u hiertoe aan te sporen. Waar
is men zo onbeschaafd dat men elkaar geen liefde toedraagt, wanneer men altijd
met elkaar omgaat. Daarna wijst Teresa, om te laten zien, waarom en hoe men de
naaste moet beminnen, op twee soorten van liefde namelijk; een geestelijke
liefde en een zinnelijke liefde. De laatste sluit zij uit, zij wil alleen
spreken over de ware, zuiver geestelijke liefde. Maar wij moeten deze goed verstaan.
Teresa wijst hier niet op een abstracte en zuiver innerlijke liefde. Wij zijn
mensen en geen zuivere geesten. In een daadwerkelijke liefde speelt onze
affectiviteit een rol. Waar het om gaat is dat deze affectiviteit juist geïntegreerd
is. Zij mag niet aan de oorsprong staan van onze liefde. Zij is eerder de weg
waarlangs onze liefde zich veruitwendigt en er toch tegelijk ook een eenheid
mee vormt. Daarom kon Teresa dan ook schrijven: want ik geloof, dat ik niet
begrijp wanneer de liefde zuiver geestelijk is en wanneer het zinnelijke zich
daarin mengt.
2 De
onthechting van het geschapene
Teresa bespreekt deze onthechting in drie graden :
1 onthechting aan aardse zaken,
2 aan zijn bloedverwanten en
3 aan zichzelf.
Ook dit alles moeten wij niet mis verstaan. Wij leven in de
wereld en in die wereld moeten wij handelen. Het gaat er nu om dat wij van dat
alles geen doel maken. Het zijn slechts middelen en ook noodzakelijke middelen,
maar zij mogen ons niet van God afsluiten. Ook hier moeten wij in ons zelf de
eenzaamheid voor God bewaren.
3 De
nederigheid
Dit is de deugd die altijd met de zelfverloochening gepaard
gaat. De nederigheid vormt de basis van het werkelijke mystieke leven en zelfs
van ieder religieus en serieus christelijk leven. Teresa leert ons hoe wij deze
deugd kunnen verwerven waar zij schrijft: Neemt nou de volgende raad van mij
aan en vergeet die nooit: Wilt gij u op de duivel wreken en spoediger van zijn
bekoring bevrijd worden dan moet gij niet enkel inwendig in de nederigheid
voortgang maken, maar er ook op uit zijn om door uitwendige daden uw bekoring
tevens tot nut van uw medezusters te laten zijn door de priorin te vragen u een
of andere nederige bediening op te leggen.
Dit zijn de drie ascetische raadgevingen waarmee Teresa
begint. Wij kunnen ons natuurlijk afvragen waarom zij hiermee begint. De reden
moet wel liggen in het feit dat wij door het opvolgen van deze raadgevingen ons
in een geestelijke eenzaamheid gaan bevinden waarin wij vrij komen te staan
voor God. Vanuit deze eenzaamheid kunnen wij pas vrij tot God gaan spreken. Zowaar
Jahwe leeft voor Wiens aanschijn ik sta. Teresa begint nu inderdaad te spreken
over het gebed. Zij begint met verschillende raadgevingen.
B. Raadgevingen
voor het inwendig gebed
1 Meer
algemene beschouwingswijzen
Er bestaat een verschil tussen het inwendig gebed waar de
mens als actieve werker optreedt en het contemplatieve gebed d.w.z. het bovennatuurlijk
gebed zoals Teresa dit noemt, waar de mens meer passief is.
Teresa spreekt over het mondgebed. Men kan dit doen met of
zonder aandacht. In het laatste geval laat Teresa het aan de theologen over uit
te maken of dit een gebed is of niet. In het eerste geval houdt zij eraan dat
dit gebed ook een inwendig gebed is en zij verzekert dat het kan leiden tot de
hoogste contemplatie.
Vervolgens spreekt Teresa over het eigenlijke inwendige
gebed. Teresa die altijd zorg heeft voor de individuele vrijheid van de mensen
en als pedagoge er altijd op bedacht is de werkwijze van het inwendig gebed aan
te passen aan ieders karakter, vergeet niet te zeggen dat de overweging
verschillende vormen kan hebben. Niet allen zijn geschikt voor het
contemplatieve gebed, maar een werkelijk nederig mens stelt zich dan tevreden
met het inwendig gebed. Men moet zich dan tevreden stellen met datgene waartoe
de Heer haar roept en zich onwaardig achten Zijn dienares genoemd te worden.
Het kan ook een troost zijn voor hen die moeizaam het inwendig gebed beoefenen,
te weten dat degenen die tot de contemplatie zijn geroepen een bijna
ondraaglijk lijden te verduren hebben. Meent niet, mijn dochters ik spreek
tot degenen van u, welke God niet langs de weg van de beschouwing leidt dat het
kruis dat de beschouwende zielen te dragen hebben, lichter is dan het uwe. Ik
zeg dit, omdat ik het zelf heb gezien en gehoord.
2
Speciale raadgevingen
Om het inwendig gebed goed te beoefenen moet men steeds het
te bereiken doel voor ogen houden. Wat is het einde van deze weg? Het is het
levende water dat Christus beloofde aan de Samaritaanse vrouw. Onder dit beeld
van het water zeg Teresa dan haar uiteenzetting over het inwendig gebed voort.
Hierbij bespreekt zij drie eigenschappen die het water bezit :
1 het verfrist,
2 het reinigt en
3 het lest de dorst.
Iedere vorm van gebed biedt troost en men moet zich niet
laten afschrikken door de hindernissen die de duivel stelt. Teresa legt uit wat
het inwendig gebed is : het bestaat niet in geijkte gebedsformules. Het wezen
van het inwendig gebed bestaat hierin dat ik mij te binnen breng Wie het is tot
Wie ik spreek. Dit kan samengaan met het mondgebed. Weet mijn dochters, dat
het wezen van het inwendig gebed niet hierin bestaat dat men de lippen niet
beweegt. Indien ik mijn woorden geheel versta en erkennend dat ik met God
spreek en aan die erkenning meer aandacht schenk dan aan de woorden die ik
uitspreek dan heb ik het mondgebed en inwendig gebed verenigd.
Voor hen die moeilijk tot een echt inwendig gebed kunnen
komen raadt zij aan een bepaald geformuleerd gebed uit te kiezen zoals de
geloofsbelijdenis of het Onze Vader, en dit zo te bidden dat men werkelijk
begrijpt wat men bidt. Het schijnt mij redelijk toe, dat wanneer ik het Credo
bidt, ik begrijp en weet wat ik geloof; eveneens schijnt de liefde te vorderen,
dat ik bij het bidden van het Onze Vader weet wie die Vader is en welke
leermeester ons dit gebed heeft geleerd. Wij kunnen niet tegelijk met God
spreken en met andere dingen bezig zijn. Hier is eenzaamheid en een openstaan
voor God voor nodig. Wij zullen dit zeker niet onmiddellijk bereiken, er is
geduld en volharding voor nodig. Wanneer zij ons gebed zo verrichten dan mogen
wij erop vertrouwen, dat God ons de beschouwing zal schenken, want de
beschouwing is een gave van God.
Teresa geeft ook het verschil aan tussen beschouwing en
inwendig gebed. Nu zult gij begrijpen welk verschil er bestaat tussen de
beschouwing en het inwendig gebed. Het inwendig gebed bestaat hierin, dat wij
overdenken en begrijpen wat wij bidden, met wie wij spreken en wie wij zijn die
durven met zon verheven Heer te spreken. Tot het inwendig gebed behoort het te
overwegen hoe weinig wij God gediend hebben en welke grote verplichting wij
hebben om Hem te dienen en soortgelijke waarheden; meent niet dat het Arabisch
voor u is en laat de naam u geen schrik aanjagen. Tot het mondgebed en ook tot
het inwendig gebed kunnen wij met Gods hulp nog zelf iets bijdragen, maar tot
de beschouwing waarover ik juist gesproken heb, niet. Hier doet de Goddelijke
Majesteit alles; zij is Haar werk en gaat onze natuurlijke krachten te boven.
Deel 2
: El Padre Nuestro of Onze Vader
Het is een verhandeling over wat Teresa het bovennatuurlijk
gebed noemt. Het is een kleine verhandeling over het gebed van het Onze Vader.
Maar Teresa handelt eerst nog over het affectieve gebed of liever over de
affectieve wijze om het mondgebed te beoefenen. Ik vraag u niet, dat gij in uw
gedachten met hem bezig blijft, verheven begrippen vormt of met uw verstand
lange en hoge bespiegelingen houdt, ik vraag u alleen dat gij uw blikken op Hem
vestigt. En wie belet u de ogen van uw ziel 1 enkel ogenblik, als gij het niet
langer kunt, op onze Heer te slaan? Wij kunnen ons aangepast, aan de stemming
waarin wij verkeren, Christus voorstellen. Gevoelt gij u opgeruimd, beschouwt
in Hem dan zijn Verrijzenis. Zijt gij in lijden of in droefheid, beschouwt Hem
op weg naar de Hof van Olijven. Beschouwt hem anders aan de geselkolom, vol
pijn, uit liefde tot u over geheel zijn lichaam in stukken gereten. Beschouwt
hem anders nog beladen met het kruis en hoe men Hem zelfs geen adem liet
scheppen.
A De
gebedsgraden
1 Het
gebed van ingekeerdheid
Gij overweegt hier de woorden van het Onze Vader: Onze
Vader die in de hemelen zijt. Teresa zegt zelf: O hoeveel reden heeft de ziel
om hier in zichzelf te treden ten einde zich beter boven zichzelf te verheffen,
zodat deze heilige Zoon haar de heerlijkheid laat zien van de plaats, waar
volgens zijn woorden zijn Vader woont, Die in de Hemel is. Er is hier nog
sprake van een zich vrijmaken van alle banden om vrij voor God te staan. Teresa
wil de grote en troostvolle waarheid van Gods aanwezigheid in ons goed doen
beseffen. Wij hebben dit alles nodig om ons in waarheid te kunnen voorstellen
dat er in ons binnenste iets bestaat, dat onvergelijkelijk kostbaarder is dan
wat wij buiten ons zien; denken wij toch niet dat ons binnenste leeg is. Want
ik houd het voor onmogelijk, indien wij zorgden ons te herinneren welk een hoge
gast wij in ons binnenste dragen, dat wij ons zo zeer aan aardse dingen zouden
overgeven; wij zouden inzien hoe nietig zij zijn in vergelijking met hetgeen
wij in ons binnenste bezitten.
Omdat God wezenlijk in ons tegenwoordig is, zal Teresa
leren hoe wij ons moeten inkeren in ons binnenste om daar intiem met Hem te spreken:
Spreekt met Hem als met een Vader, een broeder, een meester en bruidegom, nu
eens op deze, dan op die wijze; Hij zal uzelf leren wat gij moet doen om Hem
welgevallig te zijn. Vraagt hem zijn woord als uw bruidegom, opdat Hij met u
omga als met zijn bruid. De mystiek schijnt hier niet ver meer af te zijn.
Teresa merkt op: Op deze wijze zal haar goddelijke meester haar spoediger
onderwijzen en haar eerder het gebed van rust schenken dan op welke manier ook.
Zij die zich op deze wijze kunnen opsluiten in de kleine hemel van hun ziel. Ik
geloof, dat zij een voortreffelijke weg bewandelen en spoedig zullen komen aan
de plaats, waar zij zich aan de bron zelf kunnen laven; want in korte tijd kan
men een grote weg afleggen.
Het mystieke gebed is nabij op voorwaarde dat men tenvolle
edelmoedig blijft. Juist op deze plaats formuleert Teresa haar ascetisch
principe: zolang wij onszelf niet geheel aan Hem schenken, geeft hij Zich van
zijn kant niet geheel aan ons. De mens moet zich helemaal geven, ook bij het
actief najagen van de intimiteit met God. Hij mag zijn inspanning niet beperken
tot de uren van inwendig gebed, maar moet heel de dag door de Heer gezelschap
houden. Teresa zegt: Wij moeten temidden van onze bezigheden in onszelf keren.
Spreekt men, dan tracht men zich te herinneren dat in ons binnenste iemand
woont met wie men kan spreken; luistert men, dan denkt men eraan dat men moet
luisteren naar Hem die het dichtst bij ons is en tot ons spreekt. Ik ben ervan
overtuigd dat indien gij u 1 jaar of misschien een half jaar geoefend hebt, gij
met Gods hulp haar zult bezitten.
2 Het
gebed van rust
In het gebed van ingekeerdheid heerst er nog een zekere
onrust en onzekerheid, maar langzaam aan breidt zich onweerstaanbaar een rust
over de geest uit. Het is de zekerheid dat God daar is; een vreemde nieuwe
zekerheid, die al hetgeen dat een aardse objectieve evidentie zou kunnen
voortbrengen, voorbijstreeft. De ziel begrijpt, ofschoon op een heel andere
wijze dan met de uitwendige zintuigen, dat zij zich in Gods nabijheid bevindt.
God begint zich aan de mens mee te delen. Ziehier de woorden, waarin de goede
Jezus ons leert vragen dat het rijk van zijn Vader kome: Uw naam worde
geheiligd, uw rijk komen. Welnu, het grote geluk dat men naar mijn mening
tegelijk met vele andere geneugten in het rijk van de hemel deelachtig wordt,
bestaat hierin, dat men vrij is van alle aardse beslommering, in zichzelf rust
en grote heerlijkheid vindt, zich verblijdt, omdat allen er blij zijn, en er
een eeuwige vrede geniet en een innige voldoening in zichzelf bij het zien dat
allen de Heer zegenen en loven en zijn naam verheerlijken en niemand Hem
beledigt.
Er zijn ogenblikken, dat de Heer aan de zielen die vermoeid
zijn van het gaan, een rust van de vermogens en een vrede van de ziel geeft,
die haar duidelijk als bij voorsmaak doen kennen welk geluk er gelegen is in
hetgeen de Heer schenkt aan hen die Hij in zijn Rijk opneemt. Het rijk van
God, dat wij gevestigd willen zien met de woorden Uw rijk kome is het gebed
van rust, de eerste trap van de mystieke beschouwing, waarin God zich begint te
laten smaken en ons in zijn rijk begint binnen te leiden.
3 Het
gebed van vereniging
Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel. Hier bereikt
de ziel haar volmaaktste gave van zichzelf aan God, hetgeen het zedelijk ideaal
is dat Teresa aan haar dochters voorstelde. Men bereikt deze hoogte echter
slechts met behulp van het gebed van rust. Gij hebt goed gedaan, mijn goede
Meester met eerst de voorafgaande bede (Uw rijk kome) tot de Vader te richten,
opdat wij kunnen volbrengen wat Gij in onze naam belooft; want waarlijk, o
Heer, anders zouden wij hiertoe niet in staat zijn.
Teresa legt bij de vereniging nog het accent op de wil.
De vereniging heeft plaats in het centrum van de ziel. Dan becommentarieert
Teresa de woorden van het Onze Vader: En geef ons heden ons dagelijks brood.
Nadat wij eerst onze wil aan God hebben gegeven, in deze zin dat wij hem
gelijkvormig hebben gemaakt met de Wil van God, vragen wij God iets te geven.
Zij gaat dan spreken over de H. Eucharistie. Het dagelijks voedsel van de
Eucharistie moet ons de kracht geven met de vereiste edelmoedigheid te leven;
terwijl anderzijds de H. Communie een kostbaar ogenblik is om tot de intimiteit
met de Heer gebracht te worden.
B De
gevaren van het geestelijk leven
In haar commentaar op de woorden: Vergeef ons onze schuld,
zoals wij ook aan anderen hun schuld vergeven., behandelt Teresa de schulden
en fouten, die ons nog aankleven. Wij staan allen nog bij God in het krijt,
daarom behandelt zij hier ons al te gemakkelijk te kwetsen eergevoel. Ik kan
niet aannemen dat een ziel, die de barmhartigheid zelf van zo nabij ondervindt
en inziet wat zij is en hoeveel God haar vergeven heeft, niet aanstonds met
gemak vergeeft en zou kunnen nalaten hartelijk en goed te zijn voor wie haar
beledigde. Wij hebben echter nog andere vijanden en deze behandelt zij in haar
commentaar op de woorden van het Onze Vader: En leidt ons niet in bekoring,
maar verlos ons van het kwade. Zij spreekt hier niet zozeer over gewone
bekoringen, maar over die welke zich voordoen als iets goeds. Deze kunnen ons
misleiden. Wij blijven alleen veilig, wanneer in de liefde en de vreze des
Heren blijven. Daarom spreekt zij dan ook over de liefde en over de vrees, door
de theologen ook wel kinderlijke vrees genoemd, omdat zo weer gebaseerd is op
de liefde.
En op het einde besluit Teresa haar boek met een parafrase
en op het woord Amen, een verlangen naar de eeuwigheid. O, hoe heel anders
moet dat leven zijn, waarin men niet meer naar de dood verlangt! Welk verschil
bestaat er tussen de neigingen van onze wil en die van de wil van God! Hij
verlangt dat wij de waarheid zoeken, wij echter willen de leugen; Hij wil dat
wij naar het eeuwige verlangen, wij haken hier beneden naar wat eindig is; Hij
wil dat wil naar grote en verheven dingen verzuchten, wij stellen ons tevreden
met de nietige dingen van deze wereld; Hij wil dat wij alleen het zekere
kiezen, wij beminnen wat twijfelachtig is.
Ik heb er eveneens over gedacht iets te zeggen over de
manier om het Wees gegroet te bidden, maar ik heb hier alles zo in den brede
uiteengezet, dat ik het bij dit commentaar laat, het is voldoende voor u te
hebben begrepen hoe men het Onze Vader moet bidden om op dezelfde manier alle
ander mondgebeden te verrichten.
Pater Schepers ocd +
|