Leven van Benedictus van Nursia: grondlegger van het
westerse monastieke leven en spiritueel leermeester tot de dag van vandaag

Benedictus
van Nursia (ca. 480-21 maart 543) leefde in de buurt van Rome in een turbulente
en onrustige tijd: plunderingen, oorlogen, ziektes en migratiestromen hadden
Rome en omstreken veranderd in een onveilige omgeving. Over Benedictus van
Nursia zijn maar weinig biografische gegevens bekend. De gegevens die we hebben
zijn afkomstig uit het tweede boek van de Dialogen van paus Gregorius de Grote
(rond 593). Gregorius beschreef het leven van Benedictus als een heilige die in
de voetsporen trad van Bijbelse profeten als Mozes, Elia en David.
Als we
ons baseren op deze Dialogen dan kunnen we het leven van Benedictus als volgt
schetsen: Benedictus werd omstreeks 480 geboren in Nursia (het huidige Norcia,
Umbrië) in een aanzienlijke familie. Hij had een zuster, Scholastica genaamd,
die een belangrijke rol zou spelen in zijn leven. Benedictus ging naar Rome om
daar een opleiding te volgen in de artes liberales (de vrije kunsten), maar
die studies brak hij na een korte periode af om te kiezen voor een radicaal
ander leven: hij trok zich in eenzaamheid terug, eerst in Enfide (in de
Sabijnse bergen), later in Subiaco (in het dal van Anio). Eerst leefde hij
enkele jaren als kluizenaar, later werd hij de abt van een gemeenschap van
cenobieten, die daarna uitgroeide tot een grotere groep van kleine
communiteiten die dicht bij elkaar lagen en onder de leiding van Benedictus
stonden. Maar hij was zo streng dat de monniken het benauwd kregen en zelfs
probeerden hem te vermoorden door hem een gifbeker voor te zetten. Toen hij die
echter zegende, brak de beker. Daarom wordt hij in de kunst veelal afgebeeld
met een beker in de hand waaruit een slang tevoorschijn komt. Om dit soort
conflicten in het vervolg te vermijden stichtte hij zijn eigen gemeenschap op
de Monte Cassino.
In 529 stichtte hij daar een
eigen mannenklooster. Ook stichtte hij in de buurt daarvan een vrouwenklooster
waarvan hij de leiding aan zijn zuster Scholastica toevertrouwde. Hij bleef in
Monte Cassino tot zijn dood. In Monte Cassino stelde hij zijn Regel voor
monniken op. Benedictus is, dankzij de grote invloed van zijn Regel op het
monnikenleven in Europa, door paus Paulus VI in 1964 tot de beschermheilige van
Europa uitgeroepen.
De Regel
van Benedictus (RB):
Benedictus
stond in een traditie van monnikenleven zoals dat al enkele generaties bestond:
eerst in het Midden-Oosten en later in het Westen. In Zuid-Gallië bestonden al
bloeiende monastieke gemeenschappen, bijvoorbeeld onder leiding van abt
Johannes Cassianus, die in zijn geschriften een verbinding legde tussen het
monachisme van de Egyptische woestijnvaders en -moeders en het Westerse
monastieke leven.
In de
omgeving van Rome kwam Benedictus in aanraking met de Regel van de
Meester(RM) Deze Regel vormde een inspiratiebron voor Benedictus tijdens het
schrijven van zijn eigen Regel. Hij nam passages over uit de RM en liet
passages weg, maar hij verbeterde ook bepaalde stukken van de tekst en vulde de
RM aan met eigen toevoegingen en accenten. Ook was Benedictus vertrouwd met
andere monastieke documenten, zoals o.a. de Regels van Pachomius en van
Augustinus. Bovendien verwerkt hij persoonlijke ervaringen met het monastieke
leven in zijn Regel.
Volgens Benedictus moesten de monniken drie geloften
afleggen: armoede, kuisheid en gehoorzaamheid aan de abt. De monniken moesten
zich toeleggen op "ora et
labora", waarmee het bidden en de handenarbeid bedoeld wordt. Het
bidden werd gedaan door acht maal per dag deel te nemen aan het koorgebed. Ten
slotte moesten de monniken zich bezighouden met de lectio divina, het
mediterend lezen van de Bijbel en de Kerkvaders. De regel van Benedictus is een
afgewogen ritme van acht uur bidden, acht uur werken en acht uur rusten.
Hierdoor verspreidde de orde der Benedictijnen, zoals ze naar Benedictus zouden
gaan heten, zich in snel tempo over heel Europa.
Een paar
citaten uit de Regel:
Om een
korte impressie te geven van de tekst volgt hieronder volgen een aantal citaten
uit de Regel voor monniken. Deze citaten zijn afkomstig uit de vertaling van F.
Vromen osb.
De eerste
zinnen van de Regel:
Luister,
mijn zoon, naar de richtlijnen van uw meester, en neig het oor van uw hart:
aanvaard gewillig de vermaningen van uw liefdevolle vader en breng ze
metterdaad tot uitvoer, om zo door de inspanning van uw gehoorzaamheid weer tot
Hem terug te keren van wie u zich door de slapheid van de ongehoorzaamheid hebt
verwijderd. Tot u richten zich nu mijn woorden, wie u ook moogt zijn, die
afstand doet van uw eigen wil om in dienst te treden van de ware Koning:
Christus de Heer, en die daartoe de sterke en roemrijke wapenen van de
gehoorzaamheid opneemt. (RB, proloog, 1-3).
Uit de
proloog:
Wij
willen daarom een oefenschool gaan stichten voor de dienst van de Heer. In haar
opzet hopen wij niets te bepalen dat te moeilijk, niets dat te zwaar is. In
haar opzet hopen wij niets te bepalen dat te moeilijk, niets dat te zwaar is.
Maar mocht er toch iets in voorkomen, dat wel wat streng lijkt, maar op
redelijke gronden voor de verbetering van fouten en het behoud van de liefde
vereist wordt, laat u dan niet aanstonds afschrikken en ontvlucht niet de weg
van het heil, die aanvankelijk altijd nauw is. Naarmate men echter vooruitgang
maakt in het monniksleven en in het geloof, verruimt zich het hart en snelt men
met een onuitsprekelijke blije liefde langs de weg van Gods geboden. (RB,
proloog, 45-49).
Over de
abt:
Ook moet
hij (de abt, JV) onbaatzuchtig, matig en barmhartig zijn, en altijd late hij de
barmhartigheid het winnen van de rechtvaardigheid, opdat hij zelf dit ook eens
wedervaren mag. Laat hij het kwaad haten, maar de broeders liefhebben. (RB 64,
10-11)
Laat hij
(de abt, JV) deze en andere voorbeelden van gematigdheid, die de moeder der
deugden is, ter harte nemen en alles met zoveel maatgevoel regelen, dat er voor
de sterken nog iets te verlangen blijft, en de zwakken niet worden
afgeschrikt. (RB 64,
19)
Hij (de
abt, JV) mag geen aanzien des persoons kennen in het klooster. De een mag hij
niet meer liefhebben dan de ander, tenzij iemand een hogere graad van deugd en
gehoorzaamheid blijkt te bezitten. Een vrijgeborene mag geen voorrang krijgen
boven iemand die van slaaf monnik wordt, tenzij hiervoor een andere gegronde
reden aanwezig is. Oordeelt de abt op rechtvaardige gronden, dat dit inderdaad
zo is, dan handele hij, ook bij de rangbepaling van elkeen, volgens deze
maatstaf. (RB 2,
18-19)
Over
besluitvorming:
Telkens
als er in het klooster iets belangrijks gebeuren moet, roept de abt de gehele
gemeente bijeen en zegt dan zelf waarover het gaat. Terwijl hij luistert naar
de raad van de broeders, denkt hij zelf over de zaak na en doet dan wat hij het
nuttigst oordeelt. De reden nu waarom wij hebben vastgesteld, dat allen voor
het beraad bijeengeroepen moeten worden, is, dat de Heer vaak aan een jongere
openbaart wat het beste is. (RB 3, 1-3)
Over de
broederliefde:
´De
broeders moeten elkander dienen en niemand mag dan ook ontslagen worden van de
keukendienst, tenzij hij ziek is of in beslag genomen door bezigheden van groot
belang. Want dit is een bron van rijke beloning en liefde (caritas). (RB 35,
1-2)
Over de
zwijgzaamheid:
Daarom
zal aan volmaakte leerlingen vanwege het grote belang van het stilzwijgen maar
zelden verlof gegeven worden voor een gesprek, zelfs als het goede, heilige en
vruchtbare gesprekken betreft. Want er staat geschreven: Bij veel spreken kan
men de zonde niet vermijden en elders De tong heeft macht over dood en
leven. (RB 6,
3-5)
Over de
gastvrijheid:
Alle
gasten die aankomen moeten worden ontvangen als Christus zelf, want Hij zal
eens zeggen: Ik kwam als gast en gij hebt Mij opgenomen. (RB 53, 1)
Over de
nederigheid:
Dit
afdalen en opklimmen wil ons ongetwijfeld niets anders zeggen dan dat men door
hoogmoed afdaalt en door nederigheid omhoogklimt. (RB 7, 7)
De
stijlen van die ladder zijn- naar wij menen- ons lichaam en onze ziel, en in
die stijlen heeft Gods roeping verschillende sporten van nederigheid en
zelftucht ingevoegd, waarlangs wij omhoog moeten klimmen. (RB, 7, 9)
Zodra de
monnik al deze trappen van nederigheid beklommen heeft, zal hij die liefde tot
God bereiken, die volmaakt is en de vrees buitensluit. (
) Hij handelt niet
langer uit angst voor de hel maar uit liefde tot Christus en gedreven door de
gewoonte zelf om het goede te doen en door de vreugde die hij vindt in de
deugd. (RB 7,
67 en 69)
Over de
matigheid:
´
als
maar vóór alles onmatigheid vermeden wordt, zodat nooit een monnik onpasselijk
wordt, want niets is zo strijdig met wat van ieder christen verwacht wordt als
onmatigheid, zoals onze Heer het zegt: Ziet toe, dat uw geest niet afgestompt
wordt door onmatigheid. (RB, 39, 7-8)
Ieder
heeft zijn eigen gave van God gekregen, de ene deze, de ander die, en daarom
durven wij slechts met een zekere angstvalligheid de maat van voedsel voor
anderen vaststellen. (RB 40, 1-2)
Over de
stabiliteit:
´De
werkplaats waar wij dit alles met toeleg moeten doen is de beslotenheid van het
klooster en het bestendig (stabilitas) verblijf binnen de gemeenschap.´ (RB 4, 78)

De
Benedictijnse familie:
De Regel
van Benedictus was een groot succes en verspreidde zich over de
kloostergemeenschappen van het westerse christendom. Karel de Grote stimuleerde
de verspreiding van de RB nog verder door deze Regel in zijn hele Rijk als
enige toegestane kloosterregel verplicht te stellen.
De
benedictijnse monniken droegen in belangrijke mate bij aan de opbouw van
Europa, aan de landontginningen en aan het doorgeven van de culturele tradities
uit de Oudheid. De monniken legden immers een gelofte van stabiliteit af aan de
kloostergemeenschap waarin zij intraden en konden daarom een stabiele factor
vormen in de geschiedenis van de Europese Middeleeuwen.
Uit de
benedictijnse monastieke tak zijn veel zijtakken tot bloei gekomen, die ook de
Regel van Benedictus volgen, maar wilden terugkeren tot de benedictijnse
wortels van eenvoud en matigheid. Zo ontstond in de 12e eeuw onder
leiding van Bernardus van Clairvaux (1090-1153) in Frankrijk de orde van de
cisterciënzers. Zij streefden het ideaal van een eenvoudig monastiek leven na
zoals Benedictus het zou hebben bedoeld. Aan het eind van de 12e
eeuw waren er al honderden cisterciënzer abdijen verspreid over heel Europa.
Het
verlangen naar eenvoud zou in de loop der tijd bij de cisterciënzers steeds
aanleiding geven tot hervormingen. Zo ontstond in de 17e eeuw de
orde van de ´cisterciënzers van de strikte observantie' (O.C.S.O), in de
volksmond trappisten genoemd naar het klooster La Trappe in Normandië, waar
deze beweging begon onder leiding van abt Armand-Jean de Rancé. Vooral de
stiltebeleving is kenmerkend voor de trappisten.
Uit: www.benedictijnsewijsheid.nl
Gebeden tot de
Heilige Benedictus
De
volgende twee gebeden tot de H. Benedictus worden elke dag gebeden door de monniken
van de Allerheiligste Familie Abdij. We bevelen hen ook aan
anderen aan. De H. Benedictus
is een zeer krachtige voorspreker voor ons in de Hemel.
Gebed tot
de H. Benedictus voor een Gelukkige Dood
"O heilige Vader Benedictus, gezegend door God zowel in genade als
in naam. U die in gebed met de armen naar de hemel gericht, uw engelachtige
geest in de handen overliet van uw Schepper. U hebt beloofd om degenen die u herinneren aan uw
glorievolle dood en hemelse vreugde te beschermen tegen de valstrikken van de
vijand in de laatste doodsstrijd. Bescherm mij, smeek ik U, O glorierijke
Vader, vandaag en alle dagen, door uw heilige zegeningen, dat ik nooit
gescheiden raak van onze lieve Heer, van u, en van al de heiligen. Door
Christus onze Heer."
De H.
Benedictus zelf openbaarde aan de H. Gertrudis ook een van de grootste
heiligen in de geschiedenis van de Katholieke Kerk, en ook een Benedictijnse
non zijnde dat "degene die mij herinnert aan het buitengewone privilege
dat God mij gegeven heeft om mijn laatste momenten in verheerlijking door te
brengen, mijn bijstand zal ervaren in zijn laatste strijd. Ik zal een trouwe
beschermer zijn tegen de aanvallen van de vijand. Gesterkt door mijn
aanwezigheid zal hij ontsnappen aan de valstrikken van de boze en veilig
binnengaan in eeuwige gelukzaligheid." (De H. Benedictus stierf
onmiddellijk nadat hij de H. Communie had ontvangen)
|