Liefdadigheid
Ik ga u vandaag spreken over een mooi woord waarvan zij de
betekenis gewijzigd hebben. Dit woord is liefdadigheid. Velen denken dat
liefdadigheid betekent, aalmoezen geven aan de armen, maar dat is niet zo. Als
uw liefhebbende Vader wil Ik u leren wat liefdadigheid is. Liefdadigheid wil
niet weggen aalmoezen geven aan de armen en ze daarna vergeten. Neen, mijn
kinderen, liefdadigheid is voornamer, meer verheven, het is liefde.
Liefdadigheid betekent eerst en vooral God beminnen boven al, met al uw liefde,
met geheel uw verstand, met geheel uw hart, met gans uw ziel en met geheel uw
wezen. Op de eerste plaats komt de liefde tot God uw Schepper. Pas daarna komt
uw naaste beminnen gelijk uzelf uit liefde tot God. Hebt gij dit goed verstaan?
De wereld heeft dit woord verdraaid en heeft er een andere betekenis aan
gegeven. Velen denken dat zij aan naastenliefde doen, maar dat is niet zo, en
Ik zal u uitleggen waarom. Velen denken dat zij door aalmoezen te geven, soms
grote bedragen, in vrede kunnen leven. Hun geweten is gesust. Het zegt hen dat
we hebben gedaan, wat ze moesten doen, doch als iemand veel aalmoezen geeft,
maar God daarbij vergeet, doet hij niet aan liefdadigheid. Indien een vrouw een
hoop geld aan de armen geeft, maar zij heeft zich bezondigd aan
vruchtafdrijving, heeft zij dan aan liefdadigheid gedaan? Neen, mijn kinderen,
neen.
Naastenliefde is niet af en toe aalmoezen geven aan de
armen. Liefdadigheid is liefde, liefde. Doch eerst en vooral moet gij God
bovenal liefhebben, uw Schepper, en door deze Goddelijke Liefde uw naaste
beminnen, maar niet door aalmoezen te geven, zoals gij dat doet aan een
bedelaar. Gij moet hem uw liefde geven, uw geloof. De liefde bestaat hierin dat
ge hem niet zult laten verdwalen, dat ge goed zult doen aan deze persoon. Ge
moogt niet over hem roddelen en zodoende hem zijn eer en roem ontnemen. Want al
geeft gij aalmoezen aan de armen, indien gij hen die u nabij zijn kwetst, dan
zijt gij niet liefdadig.
Liefdadigheid is liefde, liefde. Het is geven van wat goed
is in de mens. De mensen geen kwaad toewensen is liefdadigheid, hen helpen, hen
de waarheid leren, hen de waarheid tonen naar de eeuwige zaligheid. Mijn zonen,
de priesters, bisschoppen, kardinalen, onderhouden het eerste gebod niet Bemin
God bovenal. Bemin uw naaste, en dat doen zij niet. Zij leiden hen niet naar
het goede, ze schenken hem niet hun liefde. Ze onderrichten de onwetenden niet
maar trachten hen te misleiden zodat zij zullen omkomen in de handen van de
antichrist. Alle priesters, bisschoppen, kardinalen, zusters en leken die het
eerste gebod kennen en er niet aan gehoorzamen, zijn in staat van doodzonde.
Ja, mijn kinderen, Ik kom u dit zeggen omdat mijn zonen, de priesters preken
dat gij aan de armen moet geven. Ze zeggen aan de rijken dat ze moeten geven.
Maar ze zeggen niet wat ze moeten geven. Sommigen van hen nemen het zelfs met
geweld weg bij anderen en dat is geen liefdadigheid. Als gij aan de ene geeft
wat gij aan de andere ontnomen hebt, dan neemt gij hun eer en hun bezittingen
weg. Dat is geen liefdadigheid.
Open uw ogen, wees waakzaam, want de geest van verwarring
hangt over de wereld en mijn zonen hebben leerstellingen aangenomen die
indruisen tegen mijn ware Leer. Zij preken een liefde voor anderen die niet
echt is omdat zij niet van God uitgaat. God neemt niet van de ene om het aan de
andere te geven. Begrijp dit goed. De tijden zullen komen dat iemand het
vaandel van de liefde van anderen zal overnemen. Dit zal zeer velen schaden.
Als mijn volk zal inzien, dat het misleid is, zal het te laat zijn.
Open uw ogen, zeg aan iedereen die over liefde spreekt, die
niet van mij komt, dat het verkeerd is. Liefdadigheid is niet geven aan de ene
wat gij de andere afneemt. Verstaat gij dit? Deze leer heerst nu in mijn Kerk,
in de hele wereld. Deze leer is in mijn Kerk binnengeslopen en de priesters
zeggen Ik kan niet preken voor legen magen. Waaraan zijt gij het meest
geinteresseerd, aan magen of aan zielen? Gij moet uw ogen openen. Laat u niet
misleiden door slechte herders. Laat u geen leer opdringen die in tegenstelling
is met mijn Leer, die Ik u heb nagelaten.
-
Zuster Guadelupe : De Heer is nabij
|