
EERSTE GEHEIM :
HET VISIOEN VAN DE HEL
« Onze-Lieve-Vrouw opende opnieuw haar handen,
zoals de twee voorbije maanden. De weerkaatsing leek tot in de aarde door te
dringen. Wij zagen een geweldige vuurzee, en in dat vuur ondergedompeld de
duivels en de zielen. Deze zagen eruit als transparante gloeiende kolen, zwart
of donkerbruin, met menselijke vormen. Zij dreven in de vuurgloed, nu eens
opgeheven door de vlammen die uit hen opstegen samen met wolken van rook, dan
weer naar alle kanten neervallend zoals vonken bij grote branden, zonder
gewicht of houvast. Dat alles gebeurde onder kreten en zuchten van pijn en
wanhoop, die ons deden huiveren en rillen van ontzetting. De duivels
onderscheidden zich van de zielen door hun afschuwelijke, weerzinwekkende
vormen van onbekende en angstaanjagende beesten ; ze waren doorschijnend als
vurige zwarte kolen.
« Dit visioen duurde maar een ogenblik, dank
zij onze goede hemelse Moeder, die tijdens de eerste verschijning beloofd had
ons naar de Hemel te brengen ; zonder die belofte geloof ik dat we gestorven
zouden zijn van schrik en ontzetting. »
TWEEDE GEHEIM :
DE VRAGEN VAN HET ONBEVLEKT HART
« Beangstigd en als om hulp vragend hieven we
onze ogen op naar Onze-Lieve-Vrouw, die ons met goedheid en droefheid zei :
« Jullie hebben de hel gezien waar de zielen
van de arme zondaars terechtkomen. Om ze te redden wil God in de wereld de
godsvrucht tot mijn Onbevlekt Hart verspreiden. Als men doet wat ik jullie zeg,
zullen vele zielen gered worden en zal er vrede komen. De oorlog gaat eindigen.
Maar als men niet ophoudt God te beledigen, zal er tijdens de regering van
Pius XI een tweede, nog vreselijker oorlog uitbreken. Wanneer jullie een
nacht zullen aanschouwen die verlicht wordt door een onbekend licht, weet dan
dat dit het grote teken is dat God geeft dat Hij de wereld gaat straffen om
haar misdaden, door middel van oorlog, hongersnood en vervolgingen tegen de
Kerk en de H. Vader.
« Om dit te verhinderen zal ik de toewijding
van Rusland aan mijn Onbevlekt Hart en de eerherstellende communie op de eerste
zaterdagen komen vragen. Als men gehoor geeft aan mijn beden, zal Rusland zich
bekeren en zal men vrede hebben. Zoniet, dan zal het zijn dwalingen over de
wereld verspreiden en oorlogen en vervolgingen tegen de Kerk uitlokken. De
goede mensen zullen gemarteld worden, de Heilige Vader zal veel te lijden
hebben, verschillende naties zullen vernietigd worden.
« Tenslotte zal mijn Onbevlekt Hart
triomferen. De Heilige Vader zal Rusland aan mij toewijden dat zich zal bekeren
en er zal een zekere tijd vrede aan de wereld geschonken worden.
« In Portugal zal het dogma van het geloof
altijd bewaard blijven, enz. »
DERDE GEHEIM :
DE HEROPSTANDING VAN DE ONVERDEELDE KERK
« J.M.J.
« Het derde deel van het geheim dat op 13 juli
1917 geopenbaard werd in de Cova da Iria te Fatima.
« Ik schrijf in gehoorzaamheid aan U, mijn
God, die mij opdracht geeft door de tussenpersoon van Zijne Hoogwaardige
Excellentie Mgr. de Bisschop van Leiria, en van Uw Allerheiligste Moeder,
die ook mijn Moeder is.
« Na de twee delen die ik al heb verteld,
zagen wij links van Onze-Lieve-Vrouw iets hoger een Engel, die een vurig zwaard
in de linkerhand hield. Vonken vlogen eraf en vlammen sloegen eruit, alsof die
de wereld in brand moesten steken. Maar de vlammen doofden uit toen zij in
aanraking kwamen met het schitterend licht dat Onze-Lieve-Vrouw er vanuit haar
rechterhand op liet stralen. De Engel die met de rechterhand naar de aarde
wees, riep met luide stem : Boete, boete, boete !
« En wij zagen in een buitengewoon licht dat
God is : iets wat er uitziet als mensen in een spiegel, wanneer zij daar
langs lopen een Bisschop in het Wit gekleed (wij hadden het voorgevoelen dat
het de Heilige Vader was).
« Verschillende andere Bisschoppen, Priesters,
geestelijken en zusters beklommen een steile berg, waar zich op de top een
groot kruis bevond uit ruwe stammen als van kurkeiken met schors. Alvorens daar
aan te komen, ging de Heilige Vader door een grote stad die voor de helft
verwoest was. Half bevend, met wankele tred, door pijn en verdriet
neergeslagen, bad hij voor de zielen van de lijken die hij op zijn weg
ontmoette. Boven op de berg aangekomen knielde hij neer aan de voet van het
grote kruis. Daar werd hij door een groep soldaten, die met vuurwapens en met
pijlen op hem schoten, gedood. Precies zo stierven één na één de Bisschoppen,
Priesters, geestelijken en zusters, en verschillende leken, mannen en vrouwen
van uiteenlopende standen en posities. Onder de beide armen van het kruis
stonden twee Engelen, ieder met een kristallen schenkkan in de hand. Daarin
verzamelden zij het bloed van de Martelaren en daarmee besprenkelden zij de zielen
die naderden tot God.
« Tuy, 3-1-1944. »
|