Hildegard van Bingen
De komst
van de Antichrist en zijn heerschappij
Er zal
welstand zijn en rust; de volken krijgen hoop op een betere toekomst. Maar de
mensen zullen deze vredestijd niet gebruiken om gerechtigheid op de aarde te
vestigen. Zij leven zorgeloos en vallen gemakkelijk ten prooi aan de komende
Antichrist. In het tijdperk van het vale paard zal deze veel schade berokkenen
aan de weerloze christenen.
In die
tijd doet de Godszoon in de hemel voorspraak voor Ecclesia, zijn Bruid.
Christus herinnert de Vader aan Zijn eeuwige Raadsbesluit. Er breekt dan een
tijd aan waarin vele wonderen gebeuren onder de christelijke volken. Een grote
schare heidenen zal zich aansluiten bij de christenheid. Maar eenmaal binnen
hun gemeenschap, keren zij zich tegen de christenen.
Voorzegd
wordt dan, dat het machtige roomse imperium zal verzwakken, verbrokkelen en
zelfs verdwijnen. Ook de bisschopswaardigheid zal ondermijnd worden; de
apostolische Stoel van Rome zal afbrokkelen. Er zullen vele dwaalleraren
optreden, die verwarring zaaien onder de gelovigen.
Met het
tijdperk van het zwijn verschijnt de Antichrist in de gedaante van de Zoon des
Verderfs. In het visioenbeeld is dat als het ware te zien in de stormachtige
beweging in het rad. Deze tijd brengt een grote geloofscrisis, waardoor
gelovigen massaal afvallen van de Kerk. Dit is de tijd waarvan de apostel
Paulus schreef: Laat niemand u in verwarring brengen of vrees aanjagen, noch
door een geest(verschijning) noch door een prediking, noch door een brief die
van ons zou zijn, alsof de Dag des Heren (reeds) aanbrak. (2 Tessalonicenzen
2:2). De Zoon des Verderfs zal zich dan manifesteren met allerlei duivelskunsten
en velen verleiden. Maar ook zullen er wonderen en tekenen geschieden in de
naam van gerechtigheid. Vele getrouwe volgelingen van Christus zullen het
martelaarschap lijden, zodat het gouden getal der bloedgetuigen vol wordt.
De Liefde
(Caritas) die in het rad zittend verscheen, komt pas weer ter sprake in het
tijdperk van de grijze wolf. Dan is de nood van de christenheid zo groot, dat
de Mensenzoon de Vader bezweert, de tijd te bekorten omwille van het bloed der
martelaren. Dan zegt de Zoon: Vader, zie toch Uw Liefde, waarmee U mij in de
wereld gezonden hebt! Daarna breekt werkelijk de eindtijd aan. Henoch en Elia,
die op de aarde teruggekeerd en door de Zoon van het Verderf gedood zijn,
verrijzen en worden in de hemel opgenomen. In grote woede ontstoken, verzamelt
de Verderver zijn volgelingen en tracht met hen de hemel te bestormen. Maar hij
wordt met geweldige kracht teruggeworpen in de afgrond, waar hij stikt in de
stank van zwavel en pek. Dan totaal verslagen, zal de oude slang
knarsetandend toegeven: Nu zijn wij geheel teschande geworden. Nu zal het ons
niet meer mogelijk zijn, de mensen zo te onderdrukken als wij tot nu toe gedaan
hebben. Verwerkelijkt wordt zo, hetgeen de apostel Paulus heeft geschreven:
En dan wordt deze wetteloze (iniquus) openbaar, wie de Heer Jezus vernietigen
zal met de adem van zijn mond (2 Tessalonicenzen 2:8).
Allen die
getrouw gebleven zijn aan de Godszoon, zullen dan God roemen en roepen: Nu is
geschied het heil en de kracht en de heerschappij van onze God en de macht van
Zijn Gezalfde. (Openbaring 12:10).
De stem
uit het levende Licht zegt: Daarom, verheugt u, die in de hemel en die op de
aarde uw woning hebt. Na de val van de Antichrist zal de heerlijkheid van de
Zoon Gods zich in haar volle omvang tonen!
Uit : 10e
visioen van Hildegard van Bingen Liber Divinorum Operum
|