Jezus en St Pieter gingen op wandel en ze kwamen aan een
groot stuk land. Daar stonden een boer en boerin de oogst binnen te halen. Ze
hadden veel werk. St Pieter vroeg aan de boer : Mijn beste man, je hebt
precies veel werk? Ja, antwoordde de boer, we moeten nu harder werken omdat
onze zoon ons niet meer kan helpen. Hij studeert namelijk voor advocaat. St
Pieter bleef nog wat babbelen met de boer en boerin en toen gingen ze verder.
St Pieter keek nog even om en zag dat er een grote donderwolk over het land van
de boer en boerin kwam. Een bliksemschicht verwoestte de hele oogst. St Pieter
keek naar Jezus en zei verschrikt : Jezus, hun hele oogst is mislukt! Maar
Jezus sprak : God is goed en Hij doet alles met inzicht.
Toen gingen ze verder. Het was al avond en de duisternis
viel in. Ze kwamen aan een klein huisje waar een kluizenaar woonde. St Pieter
klopte op de deur. De kluizenaar deed open en was blij hen te zien. Hij vroeg
hun of ze bij hem wilden eten en slapen. St Pieter gaf de kluizenaar wat geld
en ze gingen aan tafel zitten. De kluizenaar haalde een heel mooi potje uit de
kast en gaf Jezus en St Pieter te drinken. St Pieter zei tot de kluizenaar : Mijn
beste man, je hebt een heel mooi potje. Ja, antwoordde de kluizenaar, ik
ben eraan gehecht. De volgende morgen vertrokken Jezus en St Pieter. Na een
tijdje had St Pieter dorst en Jezus haalde het mooie potje van de kluizenaar
boven en gaf St Pieter te drinken. St Pieter werd lijkbleek en zei tot Jezus. Maar
Jezus je hebt het mooie potje van de kluizenaar meegenomen. Maar Jezus sprak :
God is goed en Hij doet alles met inzicht.
Daarna gingen ze terug op pad en ze kwamen bij een grote
rivier. Er lag een veerboot en ze stapten in de boot. Ze zagen de veerman komen
aangelopen. Hij zette de beide mannen over aan de overkant. Ondertussen had
Jezus stiekem een gat in de boot geboord. Toen de boot terugvoer zonk de boot
en verdronk de veerman. St Pieter had alles gezien en werd vuurrood. Maar
Jezus, je hebt de man laten verdrinken. Maar Jezus sprak : God is goed en Hij
doet alles met inzicht.
Toen gingen ze opnieuw verder. Na een tijdje zagen ze een
man die aan de kant van de weg zat te huilen. Hij was dronken. St Pieter vroeg
aan de man : Mijn beste man, waarom ben je zo aan het huilen? De dronken man
snikte dat zijn vrouw kwaad was op hem en dat hij zijn kinderen amper eten kon
geven. Hij was van miserie beginnen drinken. Jezus haalde het mooie potje van
de kluizenaar boven en gaf het aan de man. Jezus sprak : Verkoop het potje,
geef het geld aan je vrouw en zorg dat je kinderen goed te eten hebben. En stop
met drinken. Nu werd St Pieter heel kwaad. Hij riep : Maar Jezus, je hebt
alle mensen die ons goed gedaan hebben, met kwaad vergolden. Maar Jezus
kalmeerde St Pieter.
Hij sprak : Ik ga je het uitleggen. De zoon van de boer
en boerin zou enkel slechter worden van inborst en hoogmoedig worden. Nu zou
hij zijn ouders helpen met de boerenstiel en nederig blijven. Het hele gezin
zou tevreden zijn. De kluizenaar zou minder denken aan zijn potje en bidden in
de plaats. Wat de veerman betreft : hij was een slecht mens maar hij kwam juist
van de biecht en had al zijn zonden beleden. Hij is dus gestorven als een goed
mens. En wat de dronkaard betreft : hij verkocht het potje en gaf het geld aan
zijn vrouw en ze zorgden dat de kinderen het goed hadden. Het hele gezin was
blij en de man stopte met drinken.
Nu begreep St Pieter alles. Hij zei : Heer, je hebt
gelijk. God is goed en Hij doet alles met inzicht.
|