God woont in ons Thomas Merton
God zoekt zichzelf in ons, en de dorheid en het verdriet
van ons hart zijn het verdriet van God, die in ons onbekend blijft, die zich
niet in ons kan vinden omdat zij niet durven geloven en vertrouwen in de
ongelooflijke waarheid dat Hij kan wonen in ons en daar kan wonen uit vrije
keuze, uit voorkeur. Maar wij bestaan inderdaad enkel en alleen hiervoor: de
plaats te zijn die Hij heeft gekozen voor zijn aanwezigheid, voor zijn
verschijnen in de wereld, voor zijn epifanie. Maar zij verduisteren en
ontluisteren dat alles omdat wij het niet kunnen geloven, omdat wij weigeren
het te geloven. Het is niet dat wij God haten, nee, eerder haten wij onszelf en
wanhopen wij aan onszelf. Mochten we eenmaal, nederig maar waarachtig, de werkelijke
waarde van onszelf beginnen te onderkennen, dan zouden we zien dat die waarde
het teken van God in ons bestaan is, zijn merkteken in ons wezen.
Gelukkig is ons de liefde van onze medemens gegeven als het
middel om ons hiervan rekenschap te geven. Want de liefde van onze broer of
zuster, geliefde, vrouw of kind is er om met de klaarheid van God zelf te zien
dat wij goed zijn. Het is de liefde van mijn geliefde, mijn broeders of mijn
kind die God ontdekt in mij, die God geloofwaardig maakt voor mijzelf in mij.
En het is mijn liefde voor mijn geliefde, mijn kind, mijn broer die het mij
mogelijk maakt God te tonen aan hen in henzelf. Liefde is de openbaring van God
in onze armoede.
Uit: Wijsheid uit de abdijen
|