11e overweging

Sterven is hard, ook voor Jezus! Jong sterven: 33 jaar oud,
- onschuldig: voor anderen, de schuldigen,
is ontzettend. Dit ondervond Jezus
in de tuin van Olijven. Maar door de aanvaarding van de dood leert Jezus ons
sterven: gerust, kalm en gelaten. Mijn ziel, zie de Heiland, die, droef
verlaten, de hevigste doodstrijd doorworstelde.
O God! Welk een schouwspel! Jezus, de sterkte van de Vader,
de vreugde van de Hemel, valt in doodstrijd. Zo hevig wordt zijn Hart gefolterd
door angst en droefheid, dat het dreigt te breken. Bevoorrechte Apostelen van
de Heer Petrus, Jacobus en Johannes, - sta op uit uw slaap en ga tot uw
Meester, die gij op Tabor hebt gezien, met licht en heerlijkheid omgeven. Zie
Hem hier ter aarde uitgestrekt, overdekt met bloedig zweet. Noch Mozes, noch
Elia zijn hier.
Geen stem van God de Vader weerklinkt uit de hemel. Enkel:
het droevig zuchten van Jezus, die beeft en rilt, verlaten en in doodstrijd;
terwijl zijn Bloed, uit zijn Hart geperst, in dikke druppels op de aarde
neerdruipt.
Minnelijke Verlosser, wat heeft het U gekost: ons te
beminnen. Gij hebt U borg gesteld bij uw hemelse Vader voor de schuldige
mensheid; al de zonden, bedreven sedert de val van Adam en die nog zullen
bedreven worden, hebt Gij op U genomen; en uw menselijke natuur bezwijkt onder
de last, kermt in doodsangst.
Ach mijn Jezus! Het gewicht van mijn zonden alleen was
voldoende om U in doodstrijd te doen vallen, hoeveel te meer al de boosheden
van heel de wereld! Gij zag op dat ogenblik zoveel mensen, die nooit uw liefde
zouden kennen; anderen, die uw lijden met de voeten zouden treden, het
verachten, zich openlijk uw vijanden verklaren. Helaas!
Christenen en anderen zullen zo ondankbaar zijn, dat zij zich aan de
zonde overgeven, de duivel boven U verkiezen en zich bij uw ergste vijanden
aansluiten. Jezus moet Zich afwenden: Hij walgde van al die boosheid. Meer nog:
Hij was dodelijk bedroefd, dat, niettegenstaande al zijn lijden, miljoenen en
miljoenen zielen voortzondigen en zich rampzalig verdoemen.
Goddelijke Zaligmaker, was mijn ziel in uw Bloed, en moge
dat Bloed voor mij een onderpand zijn van eeuwig leven. Laat toch niet toe, dat
uw kostbaar Bloed voor mij vruchteloos vloeide.
Lang en pijnlijk was het gebed van Jezus. Telkens maar
steeg een dringend gebed hemelwaarts Vader, als het niet
mogelijk is dat die beker voorbijgaat zonder dat Ik hem drink: dat dan uw wil
geschiede. (Matt. 26,39-42) O Vader, zult Gij doof blijven voor
de smeekbede van uw Zoon?
Eindelijk gaat de Hemel open:
een Engel daalt neer naar de lijdende Verlosser om Hem te versterken. Mijn
ziel, luister naar de troostwoorden, die hij tot Jezus richt. De Engel toont
aan onze goddelijke Zaligmaker, dat zijn Vader
oneindig zal verheerlijkt worden door zijn lijden en dood; dat talloze
menigten uitverkorenen aan Hem hun zaligheid zullen danken.
Reeds eeuwen lang verzuchten
de rechtvaardigen uit het Oud Verbond naar het ogenblik van hun verlossing.
Voortaan zullen miljoenen martelaren hun bloed en hun leven voor Hem ten beste
geven; ontelbare belijders en maagden geen andere liefde verkiezen dan de
Zijne.
Al degenen die zalig worden,
zullen Hem in eeuwigheid prijzen en danken voor zijn lijden en dood. Dit
troostvol vooruitzicht beurt Jezus afgetobd lichaam op: Hij stemt toe in al
het lijden, dat komen gaat. En zijn goddelijke lippen prevelen het fiat:
Vader, uw Wil geschiede. De strijd is gestreden;
ons pleit is gewonnen.
Gesterkt staat Jezus op en gaat het Lijden tegemoet.
Mijn ziel, wees ook gij voor
Jezus een troostengel. Werp u neer aan de voeten van uw Zaligmaker. Droog met
een liefde gloeiend hart, het bloedig zweet af van zijn goddelijk gezicht.
Troost Hem door uw medelijdende tranen. Sla uw armen om zijn hals en laat uw
hoofd op zijn goddelijke borst rusten. Spreek Hem toe met gevoelens van
hartelijk berouw: Minnelijke Verlosser, allerliefste Vader, wat verdriet heb ik
U aangedaan!
Hoeveel smarten heeft U mijn
arme ziel gekost! En ik stel die ziel zo weinig op prijs. Voortaan wil ik U
troosten en slechts leven voor U alleen.
|