Soren Kierkegaard, Deens filosoof
Ik ontdekte dat ik minder en minder te zeggen had, tot ik
uiteindelijk stil werd en begon te luisteren. En in die stilte hoorde ik de
stem van God.
Dat een vogel kan leven, dat begrijp ik wel, die weet er
immers niets van af dat hij bestaat voor God; maar te weten dat men voor God
bestaat - en dan te kunnen leven!
De verhouding tussen God en mens is doodeenvoudig zo:
verlang geen openbaringen en dergelijk, maar begin met de vrijheid te nemen
jezelf te zijn. Niet omdat je zelf zo belangrijk zou zijn, maar omdat Gods
liefde alle haren op je hoofd al geteld heeft. Hij houdt dus van jou. Handel
daar dan ook naar.
Een priester kan nooit helemaal `privé' zijn en er zich op
instellen om eens per week een uur te declameren en voor de rest privé te zijn.
Is hij aanwezig bij zedenbederf, dan moet hij getuigen.
Christus heeft geen docenten aangesteld, maar om navolgers
gevraagd.
Ook het
verstand is een gave Gods, mits men het in vrees en beven gebruikt om de
waarheid bloot te leggen.
Wie God om iets bidt en vervolgens niet gelooft dat Hij het
geeft, houdt God voor de gek.
Christus heeft nooit gewerkt met het onderscheid tussen
orthodox en ketters, maar wel met het verschil in vruchten waaraan men beide
kan kennen.
God is geen uitwendige macht die met de vuist op tafel
beukt en zegt: Ho, nu zal ik je eens leren! Neen, God doet alsof Hij niet
eens bestaat, zodat alles aan onszelf wordt overgelaten.
Het gebed is een dochter van het geloof, maar het is de
dochter die de moeder moet onderhouden.
De
grootheid van een mens hangt wezenlijk af van de sterkte van zijn
Godsverhouding.
De ware martelaar commandeert zelf het peloton dat hem
terecht moet stellen.
De
waarheid mededelen betekent dat je moet lijden; lijd je niet, dan spreek je ook
de waarheid niet.
|