Broederschap van de allerheiligste drievuldigheid
Op de octaafdag van de consecratie van de kerk
stelde men dit broederschap in, ter afkoping van slaven. Bepaalde
personen werden belast met het rondhalen van aalmoezen gedurende de
goddelijke diensten; zij mochten zich "slavenmeester van de confrérie
van de H.H. Drievuldigheid" noemen. Het geld werd bezorgd aan de Orde van
de Trinitariërs. (Trinitas= Drievuldigheid). Deze orde bestaat nu nog
en is gevestigd in Marseille (Frankrijk). De Overste is een Vlaming:
Père François Stroobants (afkomstig uit de streek van Leuven). Het geld
diende om slaven vrij te kopen uit de handen van de Sarazenen. De Orde
van de H. Drievuldigheid werd gesticht omstreeks 1200 door de H.
Johannes de Matha (1213) en Felix van Valois (1212) De leden droegen
een wit schapulier met een rood kruis er op.
|