Inhoud blog
  • Ik verhuis naar een andere blogsite!!!
  • De mystiek achter de tweede komst van Jezus
  • Luz de Maria 24/4
  • Zalig de armen van geest
  • Aanbidden in geest en waarheid
  • 3.33 uur 's ochtends
  • De kracht van 1 Weesgegroet
  • Ze komen eraan
  • Vreemde en grote donkere wezens zullen spoedig overal binnendringen
  • Een volgende lockdown
  • Boodschap aan Anna Shelley 24/4
  • De devotie van de 7 smarten van OLVrouw
  • Toewijdingsgebeden aan God de Vader, het H. Hart van Jezus en het Onbevlekt Hart van Maria
  • Gebeden van toewijding van ziekte, lijden en levenslasten
  • De betekenis van Pinksteren - 4
  • Om een baby uit een miskraam en geaborteerde baby's te dopen
  • Exorcismegebed over je woning en grond en toewijdingsgebed
  • Gebeden van zegening en bescherming
  • Het is eindelijk aangebroken
  • Wat God me toonde over aanstootgevende kledij...
  • Wat God me toonde over feminisme
  • De betekenis van Pinksteren - 3
  • Einde van Satans invloed in zicht
  • Red de planeet, ga CO2 uitstoten
  • Over de verliezen aan Westerse kant wordt gezwegen
  • Boodschappen aan Eduardo Ferreira
  • Boodschappen aan Pedro Regis
  • Boodschappen van OLVrouw di Zaro 8/4
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Boodschappen aan Valeria Copponi (tot 19/4)
  • Instorting van economie, en munteenheden
  • De uitval
  • Over Poetin
  • Zal dit het einde veroorzaken?
  • Een miraculeuze foto van de Gekruisigde Jezus
  • Boodschap aan Anna Shelley 20/4
  • Luz de Maria 20/4
  • Rusland wordt verder uitgedaagd
  • De 3 daagse duisternis
  • De 9 cirkels van de Hel
  • In de Hel wegens echtscheiding
  • Meteoor op California
  • 23 april
  • De komst van de asteroide
  • Massale afname van bevolking in Europa komt eraan
  • Repost: Genezingsgebed van God de Vader
  • Opwarming van het klimaat? Niet dus.
  • Let op voor cosmetica en dergelijke producten
  • De uitleg van het merkteken van het beest door de Heer
  • De volgende pandemie
  • Over Obama: hij kan de Antichrist worden, door bezetenheid
  • Luz de Maria 16/4
  • Boodschap aan Anna Shelley 19/4
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Een zombievirus
  • Nano chip
  • VK zal getroffen worden
  • Dit zal gebeuren door Hem
  • Het is reeds begonnen
  • Hoe de Antichrist zal werken door AI en Biotechnologie
  • Ze komen voor onze kinderen
  • Vernietiging van 3 landen
  • Bloedmanen als waarschuwend teken
  • 5 tekenen dat je een Uitverkorene bent
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • OLVrouw van Smarten
  • Adviezen om de duivel te bevechten
  • Het sociaal kredietsysteem
  • NEEM GEEN VACCINS!!! GEEN ENKELE!!!
  • BID TEGEN ABORTUS!!!
  • De betekenis van Pinksteren - 2
  • De betekenis van Pinksteren - 1
  • Goede raad: wees niet afhankelijk van de staat
  • De plannen van de wereldelites
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Bijhorende afbeelding bij de boodschap van Lorena
  • Nog eens nieuws van de Antichrist/Maitreya
  • Boodschap aan Pedro Regis 11/4
  • Luz de Maria 12/4
  • Boodschap aan Lorena 8/4
  • Chaga
  • Dit is de waarheid
  • Boodschap aan Anna Shelley 14/4
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 9
  • Janet Klasson - 9/2 Licht van de wereld in de Goddelijke Wil
  • Geheim van gedrevenheid
  • Kom, H. Geest, kom!
  • 3 middelen die Satan gebruikt om je ziek te maken
  • Gezegend zij
  • Gods Barmhartigheid is grenzeloos
  • Boodschap aan Anna Shelley 13/4
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 7 en 8
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • De Emmaüsgangers
  • Mummie
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 6
  • Op weg naar de microchip
  • Nog steeds kunnen we het tij keren - Niburu
  • Boodschap aan John Mariani
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 5
  • Boodschappen aan Jennifer
  • 28/3 Plaats dit in je huis en land (The Unsealed Message)
  • Maria Simma openbaart 7 geheimen
  • Het Gezicht van Jezus
  • Opruimen van de wereldbevolking was altijd het doel - Niburu
  • 11 april
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 4
  • Boodschappen aan John Leary - rest van maart
  • Boodschap aan Mary of Divine Mercy
  • Grote schudding 8/4
  • Luz de Maria: Paaszondag 9/4
  • Afbraak van immuunsysteem door vaccins
  • Luz de Maria: Stille Zaterdag 8/4
  • Luz de Maria: Goede Vrijdag 7/4
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 2 en 3
  • Boodschap aan Anna Shelley 6/4
  • Zalig Pasen!!!
  • Boodschap aan Anna Shelley 8/4 DRINGEND!!!
  • Gebed op vrijdag voor de Arme Zielen
  • Boodschap aan Eduardo Ferreira 24/3
  • Droom van J. Frances 3/4
  • Boodschap aan Manuela te Sievernich (25/3)
  • Het echte gevaar van het einde van de dollar
  • Schildklier en jodium
  • Boodschap aan Manuela te Sievernich (21/3)
  • Boodschappen aan Valentina Papagna
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 1
  • Boodschap aan Marco Ferrari 26/3
  • Boodschap aan Gisella Cardia 3/4
  • De Kruisweg
  • 15 doodzonden in het Katholieke Geloof
  • Luz de Maria: Witte Donderdag 6/4
  • Het bankroet van Europa
  • Boodschap aan Anna Marie - Houston 11/2
  • Plaats terug brood op je huisaltaar
  • Boodschappen aan Pedro Regis
  • Palmzondag-rede van Vigano
  • Luz de Maria: Heilige Woensdag 5/4
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Het Communisme zal opgelegd worden door de elite
  • Boodschap aan Ned Dougherty 26/3
  • Boodschap aan Anna Shelley (3/4)
  • Het verraad van Judas Iscariot (2)
  • Het verraad van Judas Iscariot (1)
  • Luz de Maria: Heilige Dinsdag 4/4
  • Luz de Maria: Palmzondag 2/4
  • Luz de Maria: Heilige Maandag 3/4
  • Interview met Luz Maria de Bonilla
  • Grafeenoxide in vaccins
  • Boodschap aan Lorena 14/3
    Zoeken in blog

    ALLES GAAT VOORBIJ, BEHALVE GOD !
    agenda

    Belangrijke data in mijn agenda

    Mijn favorieten
  • Mijn bibliotheek
  • Nieuwe blogsite
  • Archief per maand
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 11--0001
    Levend geloof 9

    29-12-2016
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kleine Nellie van Heilige God

    Kleine Nellie van de Heilige God – Het leven van Nellie Organ (1903-1908)

    “Daar! Dat is het teken waarop ik wachtte” – Dat was wat Paus Pius X zei na gehoord te hebben over het heilige leven van kleine Nellie. Een paar maanden later in 1910 bracht hij “Quam Singulari” uit die de leeftijd voor de Heilige Communie voor kinderen verlaagde.

    Kleine Nellie Organ leefde om vier en een half jaar te worden, en toch is ze gekend als de “Kleine Violet van het Heilig Sacrament”. Het bijzonder verhaal van haar korte maar heilige leven start bij haar geboorte op 24 augustus 1903. Haar vader, William Organ en haar moeder Mary Aherne Organ waren gehuwd op 4 juli 1896 en hun huwelijk was spoedig gezegend met 4 kinderen: Thomas, David, Mary en Nellie. Omwille dat de werkloosheid toen in Ierland zo groot was, moest haar vader William Organ kiezen tussen emigratie en soldaat worden. Hij koos voor het laatste en in oktober 1897 ging hij in het Britse Leger dat toen Ierland bezette, in het garnizoen van Waterford.

    Nellie werd geboren op 24 augustus 1903 in de Koninklijke Infanterie Barrakken in Waterford, Ierland, die voor gehuwden bestemd waren. Spoedig nadien werd ze naar de parochiekerk van de Drie-eenheid gebracht waar ze gedoopt werd onder de naam “Ellen”, hoewel ze vertrouwelijk “Nellie” zou genoemd worden.

    “Toen ze enkel twee jaar was,” schrijft haar vader, “nam ze mijn hand vast en stapte naar de Mis, babbelde ze de hele weg over Heilige God. Dat was de manier waarover ze altijd over God sprak, en ik weet niet waar ze het geleerd kan hebben.” Nellie hield veel van haar vader, en haar eerste vraag wanneer haar moeder om boodschappen was, was een rozenkrans mee te brengen voor Papa. Op een nacht zei haar vader dat hij de wacht moest houden. Nellie zei “Ik zal de wacht houden in jou plaats.” “Ga slapen,” zei haar vader. “Nee,” zei Nellie, “ik zal op je wachten”-en wanneer hij terugkeerde was ze wakker, wachtend op hem.

    De heilige namen waren de eerste woorden die Nellie leerde, en ’s avonds wanneer de rozenkrans werd gebeden. Haar moeder leerde haar de crucifix en de grote kralen te kussen. Een gewoonte dat ze zou behouden.

    De dood van haar moeder

    In 1905 verhuisde de familie naar Spike, een eiland fort dat gesitueerd was in de haven van Cork. De gezondheid van haar moeder dat nooit goed was geweest, verslechterde zienderogen. In haar laatste maanden keerde ze zich volledig naar God en haar rozenkrans was nooit uit haar handen. Naar het einde toe hing ze zodanig aan Nellie dat het kind uit haar armen moest gerukt worden. In januari 1907 stierf ze aan tuberculoze.

    De oudste van de Organ kinderen was maar negen jaar op dat tijdstip en haar vader moest de hele dag zijn militaire plichten vervullen. In het begin hielp een buurvrouw hem in de Organ huishouding. Maar de kinderen waren nog zo jong en konden niet veel helpen bij de noodzakelijke huishoudelijke werkzaamheden. Men zag spoedig in dat dit niet kon voortduren. Bovendien was Nellies gezondheid delicaat en had ze bijzondere zorg nodig want men had ontdekt dat ze een kromgegroeide rug had.

    Rechtop in een stoel zitten was pijnlijk voor haar en haar lichaam stil houden voor bepaalde tijd deed haar veel pijn. Haar heup en haar gedraaide rug waren ontwricht. Ze weende maar er was geen liefdevolle moeder om haar te sussen en te troosten. Nellie’s vader besefte ten slotte dat dit zo niet verder kon in een moederloos gezin en vroeg een priester om een thuis te vinden in een klooster voor zijn ongelukkige weeskinderen.

    Nellie en haar zuster werden naar de Goede Herder Zusters gezonden

    De priester kwam hem te hulp en met zijn hulp werden de kleintjes geplaatst in tehuizen van liefdadigheidsinstellingen van het diocees. Thomas werd naar de School van Broeders van Liefde in Upton gestuurd; David, naar de kloosterschool van de Barmhartige Zusters te Passage West; en Mary en Nellie zouden naar de St Finbarr’s School gestuurd worden bij de Zusters van de Goede Herder in Cork.

    Nellie en haar zuster kwamen eraan op 11 mei 1907. Met moederlijke zorg werden Mary en Nellie omgeven door de goede zusters en Nellie was er gelukkig en ze noemde al de Zusters “Moeders.” Toen ze er aankwam was Nellie drie jaar en negen maanden. Ze zou de resterende acht maand van haar leven bij de Zusters blijven.

    De diagnose van de dokter

    Mary Long was een jong meisje die naast Nellie sliep en ze vertelde de Zusters dat Nellie pijn had en nachten huilde en dikwijls kuchte. Daardoor werd kleine Nellie verplaatst naar de school infirmerie waar ze haar maaltijden deelde met een klein zwart poesje. Ze was dol op dit beestje en het poesje was dol op haar.

    Terwijl de lessen voor het zieke meisje waren gestopt, werd ze soms naar buiten geholpen om de kleuterspelletjes op de speelplaats mee te doen. Op een dag kreeg ze een doos kralen aan een lint. Ze stak er sommige in haar mond en slikte ze half door. Ze bleven in haar keel hangen en ze leek te stikken. De leraar tilde haar op en liep om een zuster te vinden. Samen liepen ze met het meisje naar de infirmerie waar degenen aanwezig een operatie uitvoerden om de kralen eruit te halen. Het was opmerkelijk dat Nellie niet weende gedurende de pijnlijke ervaring. Maar enige tijd later was ze lusteloos, daarom werd de dokter erbij geroepen. Samen met haar gedraaide ruggegraat was Nellie het slachtoffer van tuberculoze—de ziekte die haar moeder fataal werd. Omdat de ziekte reeds in een vergevorderd stadium was had de dokter geen hoop op haar herstel. Hij stelde de zusters op de hoogte dat ze maar enkele maanden meer te leven had.

    Haar devotie tot het Kind Jezus

    Kleine Nellie bleef voor twee maanden in de infirmerie. Haar verpleegster, juffrouw Hall bleef dikwijls de nacht bij haar doorbrengen en Nellie’s dankbaarheid was vol kinderlijke liefde—“Heilige God nam mijn Moeder,” zei ze, “maar Hij heeft me jou gegeven om mijn Moeder te zijn.” Ze stak haar hand tussen de rails van haar bedje om de hand te nemen van haar “Moeder”, en ze hield haar hand stevig vast tot ze in slaap viel.

    Gedurende deze tijd toen Nellie het bed moest houden in de infirmerie, trok een klein altaar waarop een beeldje stond van het Heilig Kind van Praag haar aandacht. Ze vroeg juffrouw Hall over het beeldje. Ze legde uit aan Nellie dat het beeldje de afbeelding was van Onze Heer toen Hij een kind was. Onmiddellijk was Nellie geinteresseerd. Juffrouw Hall vertelde het verhaal van de geboorte van Christus en Zijn grote liefde voor ons. Het kind luisterde met enthousiasme en hield van het verhaal van Heilige God toen Hij een klein kind was.

    Haar opmerkelijke genezing

    Van dat moment af sprak ze tot de kleine Jezus met de eenvoud van een kind, en op het voorstel van de nonnen deed ze een noveen tot Hem, om Hem te vragen om haar beter te maken. Wanneer de noveen ten einde was, was ze zover genezen dat ze in de tuin kon wandelen aan iemands hand. Dit gaf haar een groot vertrouwen in het Heilig Kind, met wie ze nu vertrouwelijk babbelde en ze de meest buitengewone dingen vroeg.

    Toen juffrouw Hall ziek werd, vroeg Nellie aan de oudere meisjes : “Ga en breng me Heilige God (verwijzend naar het beeld van het Kind Jezus) en zet Hem op de stoel bij me. Ik wil Hem vragen om Moeder beter te maken. Hij maakte mij beter, daarom.”

    Het dansende Kind Jezus

    Onder het speelgoed van Nellie was een blikken fluitje waarmee ze graag speelde. Op een dag naar het einde van september, was Mary Long bezig in de keuken en schreef ze enige verzen die de kinderen moesten opzeggen ter gelegenheid van een bezoek van de Provinciale Moeder Overste. Voor een tijdje speelde Nellie met haar speelgoed, maar toen kwam ze naar Mary en vroeg : “Longie, geef me mijn baby,” want zo sprak ze over het kleine beeldje van het Kindje Jezus van Praag. Mary lette er niet op, maar Nellie bleef zodanig aandringen dat Mary het beeldje aan Nellie gaf. Nellie was perfect gelukkig en omhelsde het beeldje en droeg het in haar armen en kuste het. Dan zette ze het beeldje op de grond.

    Mary Long : “Plotseling werd Nellie opgewonden en riep uit: ‘Longie, Hij danst voor mij! Longie, speel wat muziek,’ en ze blies op haar fluitje en ze zei : ‘Hij danst voor mij! Longie, speel eens muziek!’ Ik dacht dat het kind gek geworden was. Dan kwam Josephine, het meisje dat hielp schoonmaken binnen en zei, ‘Wat is er met Nellie?’ Nellie haar gezicht straalde en ze riep tot het beeldje- ‘Jo! Speel wat muziek! Hij danst voor mij; nu zal ik dansen voor Hem,’ en Nellie danste met uitgestrekte armen. Na een paar minuten stopte ze plots en zei met een spijtig stemmetje ‘Hij is gestopt’. En ze werd terug stil.”

    “Gods bloemen”

    Toen de maanden voorbijvlogen werd Nellie opnieuw ziek. Dikwijls brachten de goede Zusters bloemen om haar op te fleuren gedurende haar lange dagen van ziekte. “Is Heilige God niet goed,” zei ze, “om zo’n mooie bloemen te maken voor mij?”

    Op een dag zag Mary Long Nellie terug in bed kruipen met in haar hand een bloem die ze uit een vaas die op tafel stond had gepakt. Toen Nellie Mary zag stak ze de bloem onder de dekens, en dacht dat haar daad niemand had gezien. Maar Mary had het gezien en ondervroeg het kind: “Wie stal dat mooie bloemetje uit de vaas?” “Niemand, Longie.” “Waar is het dan? Misschien onder het bed?” en Mary deed alsof ze ernaar op zoek was. Met een lach haalde Nellie de bloem boven. “Oh, jij stout meisje,” zei Mary om haar te plagen, ”ik zeg Moeder dat je de bloem gestolen hebt.” Nellie zei niets maar drukte de bloem aan haar borst, en zei dat het altaar met de bloemen van haar was. Toen ze alleen was met Mary zei Nellie haar: “Moeder, sorry dat ik de bloem heb gepakt; maar ik was aan het babbelen met Heilige God, en Hij gaf me de bloem…Hij deed het, Moeder.”

    Eens dat Nellie verwelkte bloemen zag bij het Heilig Hart beeld buiten de infirmerie zei ze: “Kijk vuile bloemen, neem ze weg.” Lang erna, wanneer ze zo zwak was en haar bed niet uit kon, vroeg ze Moeder of de “vuile bloemen” werden weggenomen van het beeld van de Heilige God.

    Nellies devotie tot de “Verborgen Jezus” in de Eucharistie

    Door haar vele huishoudelijke taken was Mary Long niet altijd wakker om naar de Mis te gaan elke morgen. Op een van zo’n dagen, begon Mary haar werk te doen in de keuken tot ze de kinderen hoorde passeren naar de refter na de Mis. Dan opende ze de deur van Nellies kamer en zie: “Wel, Nellie, hoe gaat het met je vandaag?” Tot haar verbazing antwoordde Nellie verwijtend, “Je bent Heilige God niet gaan halen deze morgen.”

    Mary dacht dat Nellie haar had gehoord toen ze in de keuken bezig was, en zo wilde Mary Nellie eens op de proef stellen. Ze ging naar de deur van het gebouw opende ze en deed ze weer dicht om Nellie de indruk te geven dat ze echt naar de Mis gegaan was. Ze deed haar botten weg en gedurende de Mis was ze stil in de keuken. Wanneer ze naar Nellies kamer was gegaan was Mary er van overtuigd dat Nellie niets gemerkt had. Maar het kind, keek indringend naar Mary en zei verwijtend: “Je hebt Heilige God niet gaan halen vandaag.” “Hoe weet je dat, liefje?” zei Mary. “Heb je mij de deur niet horen dichtdoen?” “Het maakt niet uit,” zei het kind, “Ik weet dat je Heilige God niet bent gaan halen.”

    Verpleegster Hall gaf een verslag van Nellie’s buitengewone gedrag wanneer ze voor de eerste keer naar de kapel ging gedurende de Aanbidding van het Heilig Sacrament.

    Op een morgen droeg verpleegster Hall Nellie naar de kapel. Nellie had nooit tevoren de Heilige Hostie in de monstrans gezien. Wat was juffrouw Hall verrast toen ze de kleine hoorde zeggen : “Moeder, daar is Hij, daar is Heilige God! En met haar kleine hand wees ze naar de monstrans, en ze bleef maar kijken naar de Hostie, terwijl een uitdrukking van extase haar gezicht omvormde.

    Moeder overste herinnert zich het volgende over hetzelfde bezoek: “Het was de eerste vrijdag van de maand oktober, en ik passeerde in de gang, wanneer de kapeldeur open ging en Nellie buitenkwam stappen, de hand van de verpleegster vasthoudend. Ik knielde neer op een knie en zei: “Wel, hoe is het met Nellie vandaag?” En als antwoord legde de kleine haar gezicht op mijn schouder en weende stilletjes; maar ze was niet triestig, het was een heilige emotie, ze was overweldigd door geluk. Op dat moment werd ik in mijn binnenste gewaar dat God een speciale bedoeling had met het kind en dat ik als Moeder Overste, moest meehelpen met Hem om ze te vervullen.”

    Van die dag af, door een innerlijke waarschuwing wist Nellie altijd wanneer er een Aanbidding was in het klooster. Nellie was geboren in legerbarakken, waar de gevangenis “cel” werd genoemd. Betreffende de Eucharistie in het Tabernakel bezag ze Jezus als de “Gevangene” in de “cel”. Op dagen van Aanbidding zei ze: “Neem me mee naar de kapel. Ik weet dat Heilige God niet in de cel zit vandaag.” Soms noemde ze de Eucharistie “de verborgen Jezus”.

    Nellies pijnlijke kaak

    Er kwam een tijd toen Nellies eetlust, dat altijd maar klein was geweest, volledig stopte. Ze hield haar kleine kom brood met melk vast en lepelde er telkens in met haar lepel zonder iets te eten. Wanneer ze iets moest inslikken deed het haar pijn en ze schudde haar hoofd om te zeggen dat haar “keel” pijn deed.

    De dokter werd erbij geroepen om Nellies keel te onderzoeken maar kon niets vinden. Nellie was kalm en weende niet, ook niet toen ze pijn had, maar bleef zeggen dat haar “keel” pijn deed. Uiteindelijk werd de kleine mond grondig onderzocht en was het een nieuwe tand die op de verkeerde kant was gegroeid in het kaakbeen en haar veel pijn berokkende. Toen de tand eruit moest weende ze niet.

    Moeder Francis Xavier Hickey had Nellie de betekenis van de crucifix uitgelegd en iedere avond kwam ze langs om naar Nellie te kijken. Dan knielde de Moeder bij Nellie haalde haar crucifix uit en legde het leven van de Heer uit.

    Al die tijd zorgde de tuberculoze ervoor dat het kind verzwakte. Niet enkel waren Nellie’s longen aangetast maar ook haar kaakbeen begon weg te teren door een virus. Op het einde kwamen er stukjes los en de geur was onaangenaam en met keren ondraaglijk. De toegewijde verpleegster spoot de plaats dikwijls in met desinfecterende middelen. Hoewel dit pijn veroorzaakte bleef het kind er kalm bij. Wanneer de verpleegster de injectienaald bovenhaalde, nam Nellie haar crucifix. Ze onderging deze pijn die God op haar gelegd had met moed. Toen de pijn het grootst was lag ze bewegingsloos in bed, haar armen gekruist op haar borst, haar kleine vingertjes rond haar crucifix.

    Een visioen van Jezus

    Kleine Nellie’s devotie aan degene die ze “Heilige God” noemde was buitengewoon en heroisch, terwijl ze tegelijkertijd eenvoudig en kinderlijk bleef, want ze was maar 4 jaar.

    Op een morgen gingen Zuster Immaculata en Verpleegster Hall tesamen de kleine patient een bezoek brengen. Nellie had een rusteloze nacht gekend door haar vele lijden. Het was toen dat de buitengewone conversatie plaatsvond:

    “Hoe voel je je, liefje?” vroeg verpleegster Hall. “Ik dacht dat je reeds bij Heilige God zou zijn.”

    “Oh nee!” antwoordde Nellie, “Heilige God zegt dat ik nog niet goed genoeg ben om naar Hem te gaan.”

    “Wat weet je over Heilige God?” vroeg de verpleegster.

    “Hij kwam en stond hier,” antwoordde het kind, wijzend naar de zijkant van haar bed,” en Hij zei dat.”

    De verpleegster en de zuster keken verbaasd naar elkaar.

    “Daar,” antwoordde ze wijzend naar dezelfde plaats.

    “En hoe zag Hij eruit?” vroeg de zuster opnieuw.

    “Zoals dat,” antwoordde Nellie, haar hand op haar borst leggend.

    Zuster Immaculata en verpleegster Hall waren verbaasd over deze openbaring. Was het een kinderlijke fantasie of had God echt dit kleine kind uitverkoren net zoals Hij andere zielen uitkoos? Na enige discussie besloten ze beiden dat het voorzichtig was er met niemand over te praten, tenzij Nellie erover begon. En op een dag toen ze op de drempel van de eeuwigheid stond herhaalde ze het verhaal van het bezoek van “Heilige God”.

    Voor een kind van vier jaar maakte Nellie vlug vooruitgang in geloof en heiligheid. Ze had de morgen en avondgebeden, de akten van geloof, hoop en liefde, de voornaamste mysteries, en veel van het leven van Jezus van buiten geleerd. Ze had een opmerkelijke devotie voor het Lijden van Onze Lieve Heer, en wanneer ze haar opriepen om haar lijden te verbinden met dat van Jezus, leek ze het idee onmiddellijk te begrijpen en was ze bereid om een heroisch offer te brengen en het meest verschrikkelijke lijden zonder klagen te dragen. Ze hield een crucifix naast haar op bed, en wanneer haar lijden bijna ondraaglijk werd nam ze het in haar kleine hand, staarde ernaar en fluisterde, “Arme Heilige God! O arme Heilige God!” Als anderen over haar situatie begonnen lachte ze en zei, “Wat is het vergeleken met wat Hij leed op het Kruis voor mij?”

    Ze bad dikwijls gedurende de dag en haar overpeinzing gedurende het gebed was stichtend. Ze bad voor allen die haar dierbaar waren-de Zusters, de Bisschop, de verpleegsters, haar kameraadjes, de Kerk en de Paus.

    Nellie’s bidden van de Rozenkrans was vooral stichtend. Ze kuste elk van de grote kralen en de crucifix en zei elk gebed traag op, met een geest van overpeinzing dat zeer opmerkelijk was voor iemand van die leeftijd.

    “Op een avond,” schreef Moeder overste, “terwijl ik naast haar op bed zat, zei ik tot haar: ‘Zal ik wat babbelen, of zullen we de Rozenkrans bidden?”

    “De Rozenkrans bidden, Moeder,’ antwoordde ze. Ik had enkel een paar Weesgegroetjes gezegd, toen ik haar hoorde fluisteren, ‘Kniel neer, Moeder.” Ik lette er niet op en bleef voortbidden tot het einde van het eerste tientje, wanneer ze herhaalde op een beslissende toon, ‘Kniel neer, Moeder,’ en ik moest de Rozenkrans op mijn knieen verder bidden.”

    Haar vurig verlangen om Jezus te ontvangen in de Heilige Communie

    Niet lang nadat Nellie volledig bedlegerig was, had ze een sterk verlangen om naar de Mis gedragen te worden om Jezus te aanbidden in het Heilig Sacrament. En wat meer was ze zuchtte van verlangen om de Heilige Communie te mogen doen. Gedurende die tijd was de normale leeftijd voor de Eerste Communie tenminste 12 jaar. Dikwijls hoorde men haar zeggen: “O, ik verlang naar Heilige God! Ik vraag me af wanneer Hij zal komen! Ik verlang ernaar Hem in mijn hart te hebben.”

    Moeder overste bleef Nellie elke avond bezoeken. Op een gelegenheid toen ze het kind “Goede nacht” wenste verbaasde ze zich over het volgende verzoek. “Moeder”, vroeg Nellie, “morgenochtend, wanneer je Heilige God ontvangt, kun je Hem naar mij brengen?” Moeder overste wist niet wat antwoorden. Ze overwoog het eventjes en antwoordde dan: “Morgenochtend zal ik Heilige God die je heel graag ziet brengen na de Mis.” Dit leek het kind te bevredigen. Later op de avond riep ze verpleegster Hall en zei haar, “Moeder Francis gaat me Heilige God brengen in de morgen.” Wat was haar teleurstelling groot toen Moeder Francis de volgende dag bij haar kwam maar zonder haar de Heilige Communie te brengen! Toen ze Moeder Francis zag binnenkomen zonder “Heilige God” begon ze te wenen van teleurstelling.

    Gedurende de rest van de dag sprak Nellie nauwelijks een woord en voor enige dagen na die pijnlijke ervaring lag Nellie triestig te kijken. Soms zuchtte ze en wanneer men vroeg of ze iets nodig had zei ze: “Nee, ik denk aan Heilige God.” Spoedig had ze het plan opgevat die haar troost kon bieden, hoewel het haar verlangen naar de Heilige Communie niet kon bevredigen. “Moeder,” fluisterde ze op een morgen aan de verpleegster, “wanneer je Heilige God ontvangt in de kapel, kom je dan terug om mij te kussen? Dan kun je teruggaan naar de kapel.” Deze kus was niet voor de verpleegster, maar het was voor het Heilig Sacrament. De kus werd aan ieder gegeven, non of verpleegster, elk die onmiddellijk na het ontvangen van de Heilige Communie naar haar kwamen. Soms aarzelde haar verpleegster om Nellie te verlaten om naar de Mis te gaan, maar Nellie stond erop dat ze naar de Mis gingen. “Moeder, ga naar de Mis,” zei ze, “en haal Heilige God en kom terug om mij te kussen. Dan kun je teruggaan naar de kapel.” De hele maand november 1907 ging voorbij in heilig verlangen, in geduldig lijden en in liefdevolle gedachten aan Jezus in het Heilig Sacrament.

    Haar Eerste Heilige Communie

    Toen december kwam hadden de Zusters een tiendaagse retraite begonnen die eindigde op 8 december, het Feest van de Onbevlekte Ontvangenis. Fr. Bury S.J. was de directeur. Natuurlijk vermelden de Zusters hem het verlangen naar de Heilige Communie van hun “buitengewoon kind”. Nellie was enkel 4 jaar oud, en op die tijd waren kinderen in het algemeen niet toegelaten voor de Heilige Communie tot ze 10 of 12 jaar waren. Vader Bury zei hen: “De H. Alfonsus, gaf de Heilige Communie aan een klein kind die ernaar verlangde. Als de Bisschop het mij toestaat, zou ik hetzelfde willen doen met Kleine Nellie.”

    Op die dag ging Vader Bury naar Nellie en vroeg haar “Wat is de Heilige Eucharistie?”. Nellie antwoordde op haar eigen manier. “Het is Heilige God, het is Hij die de nonnen en al de rest heilig maakt.” Op een andere gelegenheid zei ze, “Jezus komt op mijn tong en gaat naar mijn hart.” De woorden waren de woorden van een kind, maar de doctrine was correct. Onder de indruk door Nellie’s antwoord schreef Vader Bury een brief naar de Bisschop om speciale toelating te verkrijgen om haar de Heilige Communie te geven. Volgens Vader Bury, “Met betrekking op het ontvangen van dit Sacrament was Nellie tot verstand van jaren gekomen.” Hij vertelde de Bisschop dat Nellie een vurige liefde voor God had en het verlangen had om verenigd te zijn met Hem in de Heilige Communie.

    Het antwoord kwam toen Vader Bury in het klooster dineerde. Hij had de toelating gekregen en hij ging direct het heuglijke nieuws vertellen aan de kleine. Toen Nellie het nieuws hoorde was haar vreugde onbeschrijflijk. “Ik zal Heilige God in mijn hart hebben! Ik zal Heilige God in mijn hart hebben!” bleef ze herhalen met onbeschrijflijke vreugde. De nacht voor haar Eerste Communie was Nellie zodanig blij dat ze die nacht niet had geslapen. Ze hield de verpleegster de hele nacht wakker vragend of het nog geen tijd was om op te staan. “De sterren zijn weg, Moeder! Is het nog geen tijd om op te staan?” vroeg ze. De morgen brak eindelijk aan. Het was de morgen van 6 december 1907. Na een slapeloze nacht vreesde men dat de opwinding teveel zou zijn voor het kind en dat ze niet in staat zou zijn om het Heilig Sacrament te ontvangen. Maar Nellie was kalm; ze lag stil in haar bed, en hoewel haar ledematen lichtjes beefden, ging de ziekte eventjes weg.

    Het was de eerste vrijdag. Helemaal in het wit, werd ze naar beneden gedragen en in een kleine gemakkelijke stoel voor het Heiligdom geplaatst. De gemeenschapsmis was juist gedaan. Nellie bleef stil en bewegingsloos met haar hoofd gebogen in gebed en aanbidding. Elk oog was op dit kind gericht. Een klein kind dat de Heilige Communie ontving! Dan kwam Vader Bury in stola en surplice. Spoedig zag ze de priester naderen en ze hield haar verlangend gezicht omhoog. “Het kind,” schreef Vader Bury, “hongerde naar haar God, en ontving Hem van mijn handen in een overdracht van liefde.”

    Zo werden Nellies verlangens bevredigd. Heilige God was uiteindelijk in haar hart gekomen. Een priester schreef in oktober 1911, over Nellie’s dankzegging na haar Eerste Communie. “Het gelukkige moment zal lang herinnerd blijven door degenen die het privilege hadden om aanwezig te zijn. Nellie leek in extase, en allen merkten het hemelse licht op dat uit het kinds gedragingen bleek.” En toen werd een vreemde zaak genoteerd: de ondraaglijke geur die eerst uit haar mond en kaakbeen kwam werd nooit meer terug ervaren na die Eerste Communie morgen. Maar temidden van zo’n onbeschrijflijke vreugde, werd Nellie’s tuberculoze ergen en haar gezondheid werd slechter.

    De Heilige Paus Pius X brengt de leeftijd voor de eerste Communie naar beneden toen hij over Nellie hoorde

    Spoedig na haar heilige dood wanneer de H. Paus Pius X hoorde over het buitengewone leven van Nellie en haar opmerkelijke verlangen naar de Heilige Communie, riep hij uit “Hierzie! Dat is het teken waarop ik aan het wachten was.” En een paar maanden later in 1910, bracht hij “Quam Singulari” uit die de leeftijd van de heilige Communie voor kinderen van de leeftijd van 12 naar de leeftijd van 7 bracht. Een de Paus vroeg ook aan de lokale Bisschop van Cork een relikwie van Nellie en op 4 juni 1912 schreef de Paus aan de Bisschop: “Moge God alle zegen geven aan Vader Prevost en aan allen die veelvuldige Communie aanmoedigen aan jonge jongens en meisjes, met Nellie als hun model” – Paus Pius X

    Op de drempel van de Hemel

    Het Nieuwjaar van 1908 brak aan, maar het bracht geen hoop voor degenen die kleine Nellie liefhadden. Het was een wonder voor allen dat ze bleef leven: haar kleine lichaam was uitgeput. Ze kon niets binnenhouden, zelfs geen lepel broodmelk. Ze leek te leven op het Heilig Sacrament alleen. Haar lijden was zo groot dat een Zuster begon te wenen. Maar Nellie was berustend in haar toestand. “Waarom ween je, Moeder?” vroeg ze. “Je zou blij moeten zijn dat ik naar Heilige God ga.” Als haar verpleegster klaagde over hoofdpijn of andere pijn, zei Nellie, “Wat is dat in vergelijking met wat Heilige God heeft geleden voor ons.”

    Op een andere gelegenheid vroeg een van de nonnen aan Nellie om te bidden voor een zuster van haar die zeer ziek was. “Heeft ze kinderen, Moeder?” vroeg Nellie. “Ze heeft veel kinderen,” antwoordde de non. “Dan,” zei Nellie vertrouwvol, “zal ik bidden tot Heilige God, en Hij zal ervoor zorgen dat ze genezen is.” En, inderdaad, de vrouw genas.

    Nellie hield van heilige kaartjes met afbeeldingen en medailles, en ze plaatste ze in haar kamer en op haar ziekbed. Op een dag toonde Moeder overste aan Nellie een nieuw heiligenkaartje van Jezus. Ze antwoordde “dat is niet zoals ik Hem zie.” “Hoe zie je Hem dan?” vroeg Moeder. “Op deze manier”, antwoordde Nellie, en ze hield haar handen op haar borst op dezelfde manier zoals ze over haar visioen gesproken had aan Zuster Immaculata en verpleegster Hall. Moeder overste was verbaasd. Ze had nog niet gehoord van het “bezoek van Heilige God”. Ze sprak tot de Zuster en de verpleegster en ze dankten God.

    Nellies stil gebabbel met God werd elke dag langer en frequenter. Ze vroeg dikwijls aan de anderen haar kamer te verlaten, omdat ze wenste te spreken tot Heilige God. Soms vroeg men haar als ze niet eenzaam was of bang gedurende hun afwezigheid, maar haar antwoord was steeds hetzelfde: “O, nee! Ik was tot Heilige God aan het praten.” Als ze haar verder vroegen zei ze: “Heilige God zegt dat ik niet over deze dingen mag spreken.” Nellie werd gevraagd om te bidden voor de genezing van een wel bekende Jezuiet die niet naar Cork kon komen door een ernstige ziekte. “Heilige God is zeer gehecht aan Vader” zei ze een paar dagen later. “Hij zal beter worden, maar hij zal me nooit zien.” Haar woorden werden waarheid. Gedurende de maand januari verdroeg de kleine patient haar lijden met heroische vastberadenheid. Vader Scannell zei dat “dagen van marteling weken van doodsstrijd werden, tot de meevoelende mensen baden dat God haar bij Zich zou nemen.”

    Haar heilige dood

    Nellie zei dat ze naar Heilige God zou gaan op Zijn eigen dag (zondag) en dat ze haar kleed van haar Eerste Communie zou dragen, en dat ze in de armen van de verpleegster zou sterven. Haar kracht nam af dag na dag; het einde naderde. Op donderdag de 30ste januari, kwam Moeder Francis naar haar kijken. Wetend dat het leven van het kind bijna over was sprak ze over wat haar na aan het hart lag. “Nellie,” zei ze “wanneer je naar Heilige God gaat, ga je vragen aan Hem dat Hij me meeneemt? Ik verlang naar de Hemel.” Het kind keek Moeder doordringend aan en haar ogen leken te stralen. Dan antwoordde ze: “Heilige God kan je niet meenemen, Moeder, tot je beter bent en gedaan hebt wat Hij wil dat je doet.” (Moeder Francis leefde tot ze 99 jaar was. Ze stierf in 1960 in het Goede Herder Home in St Paulus, Minnesota)

    Nellie was zo zwak dat men dacht dat ze reeds gestorven was. Op zondag 2 februari het Feest van de Zuivering was Nellies doodsstrijd hartverscheurend om te zien. Verschillende Zusters kwamen om geknield te bidden rond het kleine bed. Drie zusters bleven waken en zouden getuigen zijn van Nellies heilige dood. Omstreeks 15.00u werd Nellie kalm en ze bleef bewegingsloos voor ongeveer een uur. Haar ogen waren gericht op iets aan de voet van haar bed. “Er was een buitengewone blik in haar liefdevolle ogen,” vertelde een Zuster, “het was niet een wazige blik van een stervende.” Dan bewoog Nellie. Haar ogen waren gevuld met tranen van vreugde. Ze probeerde zich op te richten naar dat “iets” waar ze zo lang naar staarde en dan glimlachte ze. Van de beweging van haar lippen leek het alsof ze met iemand aan het spreken was, en haar ogen volgde ze dat “iets” met een blik van bovennatuurlijke liefde dat boven haar hoofd bleef hangen. Met een extatische glimlach “vloog” kleine Nellie naar Heilige God. Het was 16.00u op zondag 2 februari 1908, het Feest van de zuivering van Maria en de Presentatie van het Kind Jezus in de Tempel. Nellie was dan 4 jaar, 5 maand en 8 dagen oud.

    Nellie’s lichaam wordt opgegraven en onaangetast gevonden

    Nellies lichaam werd op het bed gelegd. Ze was gekleed in haar Eerste Communie kleed en droeg de witte sluier en haar kleine schoentjes. Rond haar bed werden de afbeeldingen, medailles en andere vrome voorwerpen gelegd die ze zo graag had; al deze werden kostbare relikwieen.

    In de morgen werd de kleine kist naar de kapel gedragen. Na de Requiem Mis namen de Zusters en kinderen afscheid van haar. Ze raakten de kleine hand met rozenkransen en medailles aan en kusten het lichaam eerbiedig. Ze werd begraven op de St Jozefsbegraafplaats. Er waren weinig rouwenden: Nellies zuster Mary, die nog altijd een leerling was in de St Finbarr’s school; verpleegster Hall; Zuster Teresa en sommige leerlingen.

    Maar het verhaal van haar opmerkelijk leven verspreidde zich al vlug onder het publiek en haar kleine graf op de St Jozefsbegraafplaats werd geleidelijk een bedevaartplaats. De genaden die werden verkregen door haar voorspraak werden kenbaar gemaakt en de begraafplaats van dit kleine kind werd over het hele land bekend.

    Men zocht de overblijfselen over te brengen naar de begraafplaats van het Klooster. Exact een jaar en een week na kleine Nellies dood, werd het graf geopend om te zien of zo’n overbrenging kon gedaan worden.

    De opgraving werd bijgewoond door een priester (Vader Scannell), de Verpleegster, en twee andere betrouwbare getuigen. Tot grote verbazing van allen werd het lichaam onaangetast gevonden, behalve voor een kleine holte in de rechterkaak die overeenkomt met het bot dat werd vernietigd door botafbraak terwijl de kleine nog leefde. De vingers waren flexibel en het haar was wat gegroeid. Het kleed en de sluier van haar Eerste Communie waren nog altijd intact. De zilveren medaille van het heilig kind blonk alsof het onlangs opgeblonken was. Alles was nog zoals de dag van Nellies dood.

    Het lichaam werd met toelating van de burgerlijke en kerkelijke autoriteiten verplaatst naar het klooster van de Goede Herder, waar het op 8 september 1909 werd begraven. Vader Scannell beeindigt zijn rapport met het volgende: “Het nieuwe graf wordt bezocht door groepen van vrome mensen die vragen dat kleine Nellie op haar voorspraak voor de troon van de Almachtige God hun gunsten kan verkrijgen. De blinden, de doven, de lammen, degenen die lijden of in miserie verkeren, zoeken genezing en troost op dit vredige heilige schrijn.”

    Een degenen die de voorspraak zochten van “Kleine Nellie” hebben dit niet vruchteloos gedaan want er zijn talrijke mirakels gebeurt door haar hemelse bemiddeling in de 100 jaar sedert haar dood, en een aantal van deze getuigenissen werden opgetekend door de Zusters van de Goede Herder als een levende getuigenis voor haar zorg voor degenen die bidden om haar hulp.

    Kleine Nellie van Heilige God, bid voor ons!



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail
    URL
    Titel *
    Reactie * Very Happy Smile Sad Surprised Shocked Confused Cool Laughing Mad Razz Embarassed Crying or Very sad Evil or Very Mad Twisted Evil Rolling Eyes Wink Exclamation Question Idea Arrow
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs