Koning David. David was de vader van Salomo en
de vrouw van Uria was zijn moeder. Salomo was de vader van Rechabeam,
, Mattan was
vader van Jakob. Jakob was de vader van Jozef, de man van Maria; uit haar is
Jezus geboren, die Messias genoemd wordt. - Matteus
1:1-16
De soevereine Heer had Jozef van koninklijk bloed
gemaakt, en in hem alle eer en glorie van het Huis van David voorzien.
Hoewel de familie van de H. Jozef niet langer op de
troon zat, was hij toch de voortzetting van deze adel. Hij droeg deze erfenis
als was het een geheim tussen hen en zijn Heer een heilige band tussen een
aardse prins en de Heerser van Hemel en Aarde.
Het koningschap van de H. Jozef was niet door een
uiterlijke kroon zichtbaar, maar was verborgen in zijn Kuise Hart een hart
waarin de Heer Jezus grote troost en grote vreugde vond. - Joe Rodrigues, "H. Jozef Prins van de
Kerk"
H. Peter Julian Eymard: Sinds Christus Koning was uit
het nageslacht van David, was de H. Jozef uit hetzelfde nageslacht geboren. Hij wilde
dat hij van adel was. In de
aderen van de H. Jozef vloeit daarom het bloed van David en Salomo, en van al
de koningen van Juda. Als deze dynastie nog op de troon zat, zou de H. Jozef
troonopvolger geweest zijn en op de troon hebben gezeten.
H. Bernardino van Siena: De H. Jozef was geboren van een patriarchaal,
koninklijk en prinselijk ras in directe lijn. Het evangelie van Matteus vermeld
de directe lijn van opvolging van alle vaders van Abraham tot de echtgenoot van
de Maagd Maria, dat duidelijk aantoont dat alle patriarchale, koninklijke en
prinselijke waardigheid in hem samenkomt.
H. Peter Julian Eymard: Ongerechtigheid heeft deze familie van de
troon gestoten waarop hij recht had. Want hij is niet minder dan een koning, de
zoon van deze koningen van Juda, de grootste, adellijkste en rijkste in de
wereld. Hij werd in de gegevens van de Romeinse gouverneur opgenomen en erkend
als erfgenaam van David: hierin ligt zijn koninklijke titel, die gemakkelijk
identificeerbaar is en het koninklijke zegel draagt.
|