De
vroege jaren van de Heilige Jozef
Voordat
Ik u in de moederschoot vormde, koos Ik u uit;
voordat u geboren werd, bestemde Ik u voor Mij; als profeet
voor de volken heb Ik u aangewezen - Jeremia1:5
Door Moeder Cecilia Baij, wiens
geschriften zowel het Imprimatur en Nihil Obstat kregen, kennen we de
omstandigheden van Jozefs conceptie en geboorte. Deze gebeurtenissen wijzen op
wat de profeet Jeremia (Jeremia 1:5) en de H. Johannes de Doper (Lucas 1:5-19,
41-44) overkwamen. Zij werden geheiligd in de moederschoot verscheidene maanden
na hun conceptie (bevrijd van de smet van de erfzonde door de genade van God,
niet te verwarren met de Onbevlekte Ontvangenis van de H. Maagd Maria)
Dienaar
van God, Moeder Cecilia Baij: God stond toe dat hun (Jacob en
Rachel) huwelijk voor een tijd onvruchtbaar was, want Hij wilde dat Jozef een
kind zou zijn verkregen door een gebedssmeekbede. Zijn ouders gaven genereus
aalmoezen aan de armen en aan de tempel van Jeruzalem. Ze ondernamen ook vele
bedevaarten om God te smeken voor een nageslacht. God bood
hen troost.
Het was op een gelegenheid in de tempel dat Jozefs
moeder een innerlijke overtuiging ontving dat God haar gebed had verhoord en
inderdaad zij baarde de H. Jozef.
Het geluk en de vroomheid van de ouders vermeerderde nog toen een engel hen
geheime feiten onthulde over dit kind. Het kind zou het gelukkige privilege
hebben om de beloofde Messias te zien en met Hem verbonden te zijn.
De gedenkwaardige dag brak aan. Jozefs moeder baarde
haar kind met gemak. Het kleine kindje had een engelachtige, aanbiddelijke en
serene uitstraling en het zien van hem was een spirituele stimulatie voor
iedereen.
Jozef was in genade en vriendschap met God. Hij was
bevrijd van de smet van erfzonde. Jozef had de beste kwaliteiten: hij werd
overstelpt met gaven. Hij groeide op in een uitstekende manier, zowel fysiek
als spiritueel. Zijn ziel verkreeg vele genaden van de goddelijke gulheid en
generositeit. God vormde hem volgens Zijn eigen hart en geest om hen een
waardige bruidegom te maken voor de Moeder van het Goddelijk Woord. Het kind
nam deze gaven dankbaar in ontvangst.
________________________
In de 17de eeuw werd een Spaanse mystica, Maria van
Agreda (1602-1665) hemelse inzichten gegeven in het leven van de Heilige
Familie, en werden opgenomen in haar werk, De Mystieke Stad van God. Haar
geschriften werden toegejuicht doorheen de eeuwen door Pausen en theologen en
zij werd eerwaardig verklaard door de Kerk. Ook zij werd getoond dat de H. Jozef
geheiligd werd in de moederschoot.
Eerwaardige Maria van Agreda : Jozef was een mirakel van
heiligheid. Deze heiligheid begon bij de vorming van zijn lichaam in de schoot
van zijn moeder. De goddelijke voorzienigheid van God kwam erin tussen, de vier
lichaamssappen van zijn lichaam regelend (volgens de oude Griekse geneeskunde) en
ervoor zorgend dat zijn lichaam een excellente ziel en geest had (Wijsheid 8:19)
Hij werd geheiligd in de schoot van zijn moeder 7
maanden na zijn conceptie, en elk spoor van zonde werd in hem vernietigd voor
de hele duur van zijn leven, nooit enig onzuivere daad gesteld.
Hoewel hij nog geen verstandsvermogen had bij zijn
eerste heiliging, voelde zijn moeder toch vreugde van de Heilige Geest. Zonder
volledig het mysterie te begrijpen begreep ze dat haar zoon grote daden van
deugdzaamheid zou doen en dat hij groot zou worden geacht door God en de
mensen.
________________________
De heiliging van Jozef in de moederschoot is een
voorbeeld van Gods oneindige wijsheid en goedheid als voorbereiding voor de
incarnatie van God de Zoon. De Hemelse Vader heiligde Jozef zodat wanneer de
tijd kwam om de Heilige Maagd Maria te huwen en OLHeer Jezus op te voeden als
zijn eigen zoon, hij de perfecte en heilige echtgenoot en vader zou zijn. Net
zoals de farao Jozef van het Oude Testament aanstelde als prins over zijn
bezittingen (Psalm 104:21) en bemiddelaar voor degenen die in hongersnood waren
(Genesis 41:55), zo ook koos God deze nieuwe Jozef om Zijn kostbaarste schatten
te beschermen en aanbidden : Onze Heer Jezus Christus het Brood des levens (Johannes
6:35) en Zijn perfecte tabernakel, de Maagd Maria (Lucas 1:42).
H.
Alfonsus Liguori: Wanneer
God iemand aanduidt voor een bijzondere opdracht, geeft Hij hem de genaden die geschikt
zijn voor hem. Sinds God de H. Jozef koos voor de opdracht van vader over het
Vleesgeworden Woord, moeten we geloven dat Hij hem al de heiligheid schonk dat
bij deze bijzondere opdracht hoorde. Jozef had drie bijzondere privileges.
Eerst en vooral dat hij geheiligd werd in de moederschoot, zoals Jeremia en de
H. Johannes de Doper. Ten tweede dat hij tegelijkertijd
bekrachtigd werd in genade. En ten derde dat hij altijd vrij
was van neigingen van begeerte-een voorrecht die de H. Jozef ontving door de
verdienste van zijn zuiverheid.
In het
evangelie worden geen details gegeven van de kindertijd van de H. Jozef daarom
moeten we kijken naar andere bronnen om een glimp op te vangen van Jozef
vooraleer hij in de Bijbel verschijnt.
Betreffende
het kind Jozef hebben we openbaringen van Maria van Agreda, Anna Katarina
Emmerick en Moeder Cecilia Baij. We weten hierdoor dat hij een nederige en
heilige jongen was die een groot begrip had van God op jonge leeftijd.
Heilige Anna
Katarina Emmerick: In
een visioen zag ik Jozef op een leeftijd van ongeveer acht jaar. Hij was zeer
begaafd en was een zeer goede student, maar hij was eenvoudig, stil, vroom en
helemaal niet ambitieus
Ik zag hem dikwijls neergeknield met zijn gezicht naar
de muur bidden met uitgestrekte armen.
Eerwaardige
Maria van Agreda: Het
heilig kind Jozef was een prachtige baby en was de bron van een bijzondere
vreugde voor zijn ouders en voor de anderen. De Heer versnelde het leerproces
met ingegeven kennis en zorgde ervoor dat zijn ziel ingegoten werd met nieuwe
genaden en deugden. Het kind begon God te kennen als de Bron en
Schepper van alles. Hij
luisterde aandachtig en verstond alles wat hem geleerd was betreffende God en
zijn werken.
Dienares
van God Moeder Cecilia Baij: Jozef had een beste karakter. Hij groeide op bijzondere
wijze op, zowel fysiek als spiritueel. God vormde hem volgens Zijn eigen hart
en geest, om van hem een waardige bruidegom voor de Moeder van het Goddelijk
Woord te maken. Het kind nam deze gaven dankbaar aan die God hem gaf.
Jozef bezat reeds de gave van de rede tesamen met de gave van heiligende genade
en had als gevolg daarvan een groter begrip van God en van de beledigingen die
gepleegd werden door de mensheid tegen Hem. Hij stortte tranen hierover en
offerde ze aan God met de smeekbede dat Hij genade zou hebben voor de arme
zondaar en dat Hij hen zou verlichten en hen in staat zou stellen hun dwalingen
in te doen zien.
Eerwaardige
Maria van Agreda: De jonge
H. Jozef was liefdevol, zachtmoedig, oprecht. Hij had karaktertrekken die niet
alleen heilig waren maar engelachtig. Hij groeide in deugd en perfectie en
groeide naar een leven toe samen met de H. Maagd Maria : een onbesproken leven.
Dienares
van God, Moeder Cecilia Baij: de H. Jozef veroorzaakte nooit God enig
ongenoegen. Hij beging noch doodzonden nog moedwillige dagelijkse zonde; en hij
deed elke inspanning om zelfs de schaduw van zonde te vermijden. Hij nam de
aanmaning van de Heilige Geest ter harte Wie kleine fouten veronachtzaamt, zal
uiteindelijk in grotere vervallen. Hij was immer behoedzaam in dit opzicht en
was zeer plichtsgetrouw in kleine dingen.
Als hij
ouder werd maakte Jozef grote vorderingen in de deugd, in de liefde voor God en
in de studie van de Schrift, vooral de psalmen van David. Hij bad ze zo
regelmatig, dat hij de meeste van hen van buiten kende. Jozefs leven
ontwikkelde zich zo voor 15 jaar. Hij bewaarde hij vroege onschuldigheid.
Hij
beheerste zijn zintuigen zeer zorgvuldig, vooral zijn ogen, onthoudend dat
David en vele anderen door nieuwsgierigheid in zonde waren gevallen. Hoe meer
hij versterfde aan zijn zintuigen, hoe meer genade hij ontving van God, en hoe
intenser zijn liefde voor God werd. God was het middelpunt van al zijn liefde en
verlangens.
Wanneer
zijn blik getrokken werd naar iets dat een streling voor het oog, maar dat een
gelegenheid werd om in zonde te vervallen, keek hij vlug naar de hemel en
overwoog met de ogen van de geest de hemelse dingen. Hij verloor geleidelijk aan
alle genoegens in schepselen; nog meer ontstoken door de liefde van God. Hij
ervaarde dat alle vreugde lag in het zich volledig bezig houden met God en zijn
genoegen stellen in Hem alleen.
Jozef had
ook een special gave om effectieve hulp te bieden aan degenen die het moeilijk
hadden. Wanneer hij in contact kwam met zon mensen zorgde hij ervoor dat door
zijn houding de mensen altijd van hun zorgen verlicht waren. Hij nam natuurlijk
altijd zijn toevlucht tot God en smeekte vurig voor degenen waarmee hij in
contact kwam. Zijn vermogen om de last van de verdrukten te verlichten was
gekend in de omstreken en bracht velen naar zijn huis die er kwamen om naar hem
te luisteren en zijn hulp in te roepen.
Hij
bemoedigde allen die gebukt gingen onder hun moeilijkheden; hij spoorde hen aan
zich tot God te richten van Wie ze alles wat goed is, alles wat hen troost kon
bezorgen, konden verwachten. Tegelijkertijd vroeg hij hen tot God te bidden dat
Hij de manifestatie van Zijn barmhartigheid in de persoon van de beloofde
Messias zou zenden, omdat zij hun grootste troost in Hem zouden vinden. Velen
die in armoede leefden en zelfs de essentielste zaken in het leven mankeerden
namen hun toevlucht tot Jozef en waren ervan overtuigd dat hij hen zou helpen. Jozef
vroeg nederig aan zijn ouders wat nodig was voor degene die in armoede
verkeerde en zij stonden toe wat hun zoon hen vroeg.
Als hij
de armen hielp zei Jozef altijd dat dit gegeven werd door de goede God en dat
de dankbetuigingen moesten gericht worden tot God die in alles had voorzien. Op
die manier hoopte hij niet geprezen te worden voor zijn liefdadigheid, want hij
beschouwde zichzelf als een nederige dienaar die overweldigend gezegend was
door hemelse gunsten om hen te delen met anderen. Degenen die naar hem kwamen
om aalmoezen waardeerden hem daarvoor en prezen hem in de hele streek.
Dit alles
zorgde ervoor dat personen met een slechte inborst hem benijden en hem zelfs
vervolgden. Ze spraken kwaad over Jozef en verkondigden dan hij alles deed om
geprezen en geeerd te worden. De duivel gebruikte hen om de deugd van Jozef in
een slecht daglicht te stellen. Wanneer Jozef op de hoogte was van dit alles
beveelde hij de boosdoeners aan tot God en wanneer hij ze tegenkwam was hij
steeds vriendelijk. Hij zei dan: Het maakt niet veel uit wat je doet tegen
mij, maar jullie moeten erover waken God niet te beledigen. Sommige van deze
boosdoeners begonnen geleidelijk aan Jozef graag te hebben, door zijn minzame
houding. Hij was altijd nederig tegenover iedereen en hij was er altijd van
overtuigd dat anderen deugdvoller waren dan hem. Het was dan ook geen wonder
dat verstokte harten werden verzacht door zijn liefdevolle woorden. Jozef
leefde in gebedsvolle vereniging met God en zijn ziel was vervuld door de
Heilige Geest.
Omtrent de dood van Jozefs
ouders zijn we aangewezen op de openbaringen van Moeder Cecilia Baij.
De H.
Jozef was 18 jaar toen zijn ouders stierven. Zijn moeder was de eerste om te
sterven, door ziekte. Het was Jozef die op een dag de Patroon van een
gelukzalige dood zou worden, die haar bijstond in haar laatste dagen. Zij
ervaarde zoveel vreugde en troost in haar laatste momenten in aanwezigheid van
haar heilige zoon:
Hij stond zijn moeder Rachel bij
en sterkte en troostte haar in haar pijn, God voortdurend smekend om haar bij
te staan in haar zware ziekte.
De heilige jongeman bracht vele nachten door bij het bed van zijn moeder of biddend
voor haar. Net als hij voorheen zijn dankbaarheid had geuit voor haar goedheid
jegens hem, was zijn houding in deze laatste momenten van haar leven een
toonbeeld van liefde. Hij wilde haar niet achterlaten en hij hielp haar en
troostte haar met zijn heilige liefde. Jozef bleef bij haar tot haar laatste
ademtocht. Hij was een grote hulp niet enkel voor haar, maar ook voor zijn
vader, die vervuld was van smarten over het verlies van zijn zo deugdzame
levensgezellin.
De H. Jozef, lijdend onder het verlies van zijn moeder, had weinig tijd om te
rouwen, want spoedig na haar vertrek werd zijn vader ziek. Hij bleef zijn rol
als toegewijde zoon verderzetten, net zoals hij had gedaan bij zijn moeder en
stond hem bij in zijn laatste momenten:
Niet lang erna werd Jozefs vader Jacob dodelijk ziek. Jozef was serieus
verzwakt gedurende de periode van zijn moeders pijnlijke ziekte en hij smeekte
God vurig om Zijn genade, en voor energie en kracht die nodig waren om zijn
vader bij te staan gedurende zijn laatste ziekte.
Jozef hielp zijn vader zowel dag als nacht en moedigde hem aan geduldig zijn
lijden te dragen. Als zijn vaders laatste uren kwamen, stond Jozef hem
liefdevol bij en stimuleerde hem een groot vertrouwen te hebben in de
goddelijke goedheid en barmhartigheid en troostte hem door zijn eigen
overtuiging dat zijn vader spoedig in vrede en vreugde zou opgenomen worden. Jozefs
vader gaf zijn leven in een vaste hoop om het eeuwig leven te beerven. Jozef
barstte uit in tranen. Hij had alle reden om bedroefd te zijn. Hij had zijn liefdevolle en
bekommernisvolle vader verloren.
Na de
dood van zijn vader, gaf hij zich vertrouwvol over aan de zorg van de Hemelse
Vader:
Hij viel
op zijn knieen neer en onder tranen smeekte hij de Goddelijke Majesteit om hulp
met deze woorden: O God van Abraham, Isaak en Jakob- en mijn God! Kijk neer op
mij, beroofd van zowel vader als moeder, U hebt hen buiten de zogen van dit
vergankelijk leven geplaatst en nu smeek ik U dat U in Uw goedheid mijn
volledig onder Uw bescherming plaatst. Ik geef mij volledig over aan U.
Ik ben altijd de Uwe geweest en ik ben altijd door U beschermd en verdedigd. Ik
wens mijn toewijding aan U te vernieuwen en ik wens dat U volledig over mij
heerst. Sinds ik niet langer iemand heb dan U, mijn God, geef me de nodige
genade zodat ik in staat ben te zeggen met de koninklijke profeet David: Als vader en moeder mij
verlaten,
haalt de heer mij in huis. (Psalm 27:10). Wees van nu af aan mijn vader,
mijn beschermen, mijn moeder, mijn toevlucht en mijn toeverlaat. Doe met mij
wat U behaagt. Moge Uw heilige wil voltooid worden in mij in alles. Verleen mij
dat ik altijd Uw wil mag onderscheiden, want het is mijn wens om ze volledig en
perfect op te volgen.
|