OFFERZIELEN
Jezus heeft dorst
Jezus: Vrome ziel, Ik ben Jezus, de
grote Liefde-dorstige! Ik wend me tot u, zoals Ik eens deed tot de Samaritaanse
vrouw. Herinner u deze publieke zondares! Daar Ik tot haar hart wou
doordringen, vroeg Ik haar om drinken. De vrouw kende Me niet en reageerde
bruusk, met een afwijzing. Toen riep Ik uit: O zo gij de genade Gods kende, en
wist Wie het is die u te drinken vraagt!
Gij uitverkoren ziel, zoudt ge met
een afwijzing antwoorden aan uw Jezus? Ik zal spreken tot uw hart. Luister met
zachtmoedige nederigheid naar deze liefdelessen. Als ge uw oor zoudt sluiten
voor Mijn Stem, zoudt ge u van zoveel verdere genaden beroven.
Als ik me
tot u wend, dan is dit omdat Ik u bemin met een bijzondere liefde. Ik heb u op
de wereld geplaatst in een land waar het licht van het Evangelie schittert. Ik
heb u toevertrouwd aan een diep-christelijke familie. Ik droeg ijverzuchtig
zorg voor u vanaf uw eerste jaren. Uit hoeveel gevaren heb ik u bevrijd!
Hoeveel keer schonk Ik Mij in de H. Eucharistie aan u! Wat een overvloed van
inspraken stortte Ik in uw ziel; dit aan de voeten van Mijn Tabernakel en
gedurende de H. Communie. En terwijl vele andere personen aangetrokken werden
door de bedriegelijke aardse genoegens, en snel achteruit gingen, heb Ik u
daarentegen het Heilig Licht gegeven. Dit om echte waarden en de werkelijke
aantrekkelijkheden ten opzichte van Mij te zoeken.
Als ge u
niet bevindt in de beklagenswaardige toestand van andere zielen, dan is dit
dankzij Mij: Ik heb u veel gegeven! Maar vergeet niet, aan wie veel werd
gegeven, zal er ook veel gevraagd worden. Wat zou God u kunnen vragen?
Wat zou
Hem ontbreken?
Niets!.. En nochtans
Ik ben God, maar ook Mens! Ik ben de
Verlosser der zielen en Ik zoek zielen! Ik heb er zon dorst naar!
Ik zou
elkeen de vruchten van Mijn bloed willen mededelen, om ze in de eeuwige
gelukzaligheid te hebben. Zou een vader niet bezorgd zijn om zijn kinderen? En
zou Ik geen interesse hebben voor Mijn schepselen? Aanhoor daarom Mijn
smeekbede, die herleid werd in de woorden: Ik heb dorst!, uitgesproken op
Calvarië. Terwijl Ik aan het kruis genageld hing, bereikte Mijn Lijden het
toppunt. Niemand vertroostte de stervende Christus!.. Mijn uitgebloed Lichaam,
ten prooi aan een gloeiende koorts, vroeg in dit uiterste uur een beetje water:
Ik heb dorst!
, en het werd Mij geweigerd! De vrome vrouwen, die een beetje van
het kruis verwijderd stonden, hoorden Mijn kreet, en wilden Mijn dorst lessen.
Ze konden het niet doen, omdat het hen verboden was de Veroordeelde te
benaderen. De slok water, die Ik in de hevigste pijn vroeg, was een natuurlijke
vraag. Maar dit: Ik heb dorst!, drukte nog heel wat anders uit! Het was de
dorst naar de zielen die Mij verscheurde. Daarom was Ik mens geworden en stierf
Ik! wat had Ik in zon subliem moment kunnen wensen? De zielen te redden! De
één na de andere, geen enkele uitgesloten. Terwijl vele Me ontvluchten! Zij
geven er de voorkeur aan zich over te leveren aan Satan. Deze trekt hen aan met
valse genoegens, ze denken niet na, en lopen hun eeuwige verdoemenis tegemoet!
Snelt gij hen tegemoet om hen te redden!
In het
plan van de Eeuwige Vader is vastgelegd dat de schepselen gered worden door de
hulp van diezelfde schepselen. Bijgevolg heb ik medeverlossende zielen
nodig, die Mij overvloedige verdiensten geven, opdat Mijn Bloed over de
zondaars zou komen en hen bekeren. Al wat men doet voor een afgedwaalde, is
een verkwikking voor Mij! Wat een eer en wat een verdienste te kunnen zeggen:
Tijdens mijn korte levensloop heb ik zo dikwijls de dorst van Mijn God
gelest! O hoe goed verstond de kleine H. Theresia mijn smekende kreet! En hoe
groot heb Ik haar verheven in de hemel en op aarde
.
Ziel:
Jezus, mijn leven, mijn alles, ziehier uw dienaar! Doe met mij zoals het U best
bevalt! Daar Gij me dit met zon grote liefde vraagt, is het mijn plicht uw
wensen zo goed mogelijk na te komen. Weet nochtans dat ik zwak ben. Geef mij de
kracht! Ik wil voor U mijn leven besteden. Ik wil geen hindernis plaatsen voor
Uw werk in Mij. Ik leg me in Uw handen!
Jezus:
Ja geen
hindernis opstellen
In hoeveel harten zou Ik zulke wonderbare veranderingen
kunnen volbrengen! Maar door de hindernissen die men opwerpt voor Mijn werk,
blijft het dikwijls alleen bij het initiatief tot volmaking. Zachtmoedigheid en
moed dus! Als ik het u vraag, wil dit zeggen dat ge het Mij kunt geven! Ik
vraag nooit aan iemand meer dan hij Me geven kan. Ik zou willen dat ge Me
zoveel zoudt vragen als Ik u vraag, want zonder Mij kunt ge niets doen. Aanhoor
Mij nu aandachtig.
Eerst
bestond gij niet. Daar Ik u schiep, zult ge niet ophouden te bestaan. Ge maakt
uw proeftijd door op de wereld; ge zult daar blijven zolang Ik het wil. Ik zou
kortelings kunnen komen, of Mijn komst nog lang uitstellen. Wees waakzaam!
Zalig is de dienaar die, wanneer de Heer komt, wakende is! Het aardse verblijf,
dat zo kort is, kan verlopen in een ongeremde zoektocht naar plezier. Het kan
iemand een beetje vermaken, maar slechts een wijle. Want zulk een persoon zal
bitterheid in het hart hebben; hij zal nooit het ware geluk vinden. Want Ik ben
het ware geluk! Levend in de slavernij van passies, zal hij, na veelvuldige
desillusies, naar het eeuwige vuur gaan. Mijn Opperste gerechtigheid oordeelt
immers elkeen volgens zijn eigen werken en gedrag. Daar ge echter een vrije wil
hebt, kunt ge kiezen. Ik kan uw vrije wil niet dwingen. En gij kunt een
leven van versterving kiezen. Dat wil zeggen: met grootmoedigheid de
levenskruisen aanvaarden en u verbeteren voor uzelf en voor de anderen.
Zon leven zou hard kunnen schijnen
versterving
ontzegging
Maar in
werkelijkheid is het niet zo!
Wie lijdt
zonder ideaal wordt verpletterd door de pijn. Wie lijdt voor het hoogste,
edele ideaal, dat wil zeggen, om Mij te behagen en Mij zielen te geven, is
verheugd en vindt zelfs op deze aarde het geluk, ook al voelt hij het gewicht
van het kruis! Wie met Mij het kruis draagt, kan met spoed de Calvarie-weg
bewandelen.
De
grootmoedige zielen, die Mijn werken gewillig aanvaarden, ondergaan een
radicale transformatie, zonder het te bemerken. Ik doe hen het lijden
liefhebben. Ik drijf hen ertoe het te zoeken en het te vragen. Die zielen komen
dan op het punt het als een ontbering aan te voelen, wanneer ze Mij geen smart
meer te bieden hebben. De bloem van de Karmel, Mijn kleine Theresia, kon het u
bevestigen: Ik verheug me, wanneer ik lijd. Als ik geen pijn heb, lijd ik het
meest. Mijn passie is de smart. Als in het Paradijs mijn hart niet verandert, zal
ik me niet kunnen verheugen, want daar zal ik niet kunnen lijden! Deze
sublieme bevestiging kan niet begrepen worden, tenzij door de grootmoedige
zielen. Aan deze zou Ik ter kennis willen brengen, dat Ik hen begunstigd heb
met de kostbaarheid van het lijden. uit die kennis moet een grotere achting van
het kruis voortvloeien. Als Ik, God, de Eeuwige Wijsheid, een meer geschikte
weg had gevonden om de mensheid te redden, dan zou Ik die verkozen hebben. Maar
de enige weg is deze van het lijden. Aan deze gaf Ik de voorkeur, en Ik maakte
Me tot de Man van Smarten. Mijn aardse bestaan was een voortdurend kruis.
Aan Mijn
volgelingen bakende Ik de weg naar het Paradijs af, zeggende: Wie Mij lief
heeft, neme zijn kruis op en volge Mij! Hoe meer Ik een ziel bemin, des te
meer kruisen geef ik ze. Welke persoon zou er dierbaarder aan Mijn Hart
geweest zijn dan Mijn Maagdelijke Moeder? Nochtans werd zij de Vrouw van
Smarten, de Smartvolle! Het zwaard van droefheid doorboorde Haar Hart! De
wereld ontvlucht het lijden; maar Mijn barmhartige Liefde dient ze toe aan
iedereen, in verschillende dosissen. Zalig diegene die er gebruik van weet te
maken. De zielen die Mij het meest dierbaar zijn zullen dit niet vergeten: Waar
het kruis is, daar is ook Jezus!
Waar Jezus is, daar staat ook het kruis!
De grootste genade die Ik kan geven aan een ziel is: haar bij Mij te houden op
Calvarië
en haar de kracht te geven.
Ziel:
Deze taal O Jezus, lijkt me hard! Maar aangezien het Uw wil is, en daar ik
rijkelijk drink aan de beker van Uw liefde, zal ik de instincten van mijn
verwende natuur het zwijgen opleggen. Ik plaats me onder Uw liefderijke hamer.
Maak van Mij een afbeelding die U waardig is. Welke kunstenaar zou er delicater
kunnen zijn, dan Gij Jezus? Tot op heden heb ik de waarde van het lijden weinig
gewaardeerd, en heb ik mijn kruis met een slechte wil gedragen, het slepende.
Omdat Gij me een verheven doel aanwijst om te bereiken, verlang ik nu dat het
lijden me vergezelt en me heiligt.
Noot: nu
vertelt Jezus meer specifiek over wat het inhoudt om een hostie-ziel te zijn.
Volgende keer vertelt Jezus over de liefdesproef, de geestelijke dorheid, en
hoe daarna de Jezus zich weer van dichtbij laat voelen
en dan beginnen we ook
aan het levensprogramma dat Jezus uitlegt aan de hand van het Italiaans voor
hostie, OSTIA (Orazione: gebed; Sacrificio: offer en dorst; Tutto à Gésu: alles
voor Jezus; Illuminare: verlichten; Amore: liefde).
Jezus zoekt Hostie-zielen
Jezus:
Weet, o dierbare ziel, dat elk begin moeilijk is. Wees niet ontmoedigd wanneer
ge op een bepaald moment uw zwakheid zult aanvoelen. Dat getuigde Ik zelfs in
de Hof van Getsemane, en Ik riep uit: de geest is wel gewillig, maar het vlees
is zwak! Roep Mij dadelijk ter hulp, en Ik zal u ondersteunen, zoals Ik de
martelaren ondersteunde, en zoals Ik elke dag de grote offerzielen, de
mystieken, bijsta.
Een
slachtoffer zijn, wat een grote taak! Ik was het Slachtoffer bij uitstek, en Ik
zoek zulke zielen, die klaar staan om zich op te offeren voor de zondaars. Hoe
moeilijk is het om zulke grootmoedige zielen te vinden!
Men vreest om een roos
te plukken, uit angst om zich te kwetsen aan de doornen! Maar wanneer men de
staat van slachtoffers zoekt en Ik heb zovele offers nodig dan stel Ik me
waarneembaar voor aan zekere zielen, en nodig hen uit de staat van slachtoffer
te aanvaarden, tot heil der zondaars. Diegenen aan wie Ik dit verzoek richt,
antwoorden dadelijk met onderwerping en grootmoedigheid. Zo deden Gemma
Galgani, Chambon, Katharina Emmerick, Consolata Ferrero en Josepha Menendez,
Zo ook doen het nog vandaag andere bevoorrechte zielen, in de stilte en
verborgenheid, wat Me zoveel glorie brengt.
Aan elk
buitengewoon liefdeslachtoffer duid ik een categorie zondaars aan, teneinde hen
te redden door het lijden en gebed. Hoe groot is het geschenk van hun lijden!
In hun lichaam prent Ik Mijn vijf Wonden; het maakt hen dikwijls deelgenoot in
de doodsangst van Getsemane. Ik doe hen de pijnen ervaren van de geseling en de
doornenkroning. Ik laat hen de aanvallen van Satan aanvoelen. Ik voer hen op
mysterieuze wijze naar het Vagevuur, zelfs naar de Hel, om nog meer te lijden
Met Mijn genade volharden ze in deze staat gedurende lange jaren en zijzelf
vragen Me om groter lijden. In hun hart zijn ze gelukkig, en de glimlach ligt
steeds op hun lippen! Hoeveel zondaars redden zij alzo! Ik ben deze zielen
erkentelijk, en Ik vergoed hen voor de hulp die ze Mij geven! Hoeveel keer houd
Ik hen gezelschap, samen met Mijn Maagdelijke Moeder, en hoezeer voldoe Ik
dadelijk aan hun verlangens!
Van u,
mijn arm en dierbaar kind, eis Ik niet zoveel. Ge moogt niet veronderstellen
dat Ik u uitverkies tot buitengewoon liefdeslachtoffer! De oproep die Ik tot u
en tot andere zielen richt, is een oproep tot de staat van gewoon
slachtoffer. Terwijl ge in uw gewoon doen-en-laten blijft op uw gewone
levensweg, kunt ge Me nochtans veel glorie geven, en veel zondaars redden!
Ziehier
nu wat Ik van u verlang: kleine zaken, maar voortdurend vergezeld van een
zuivere liefde. Leg u in Mijn handen, opdat Ik met u doe wat Ik wil, volgens
Mijn eigen goedkeuring. Al hetgeen ge Mij zult geven, zal ten goede komen aan
de zielen. Vrees niet: Wie aan zijn evennaaste iets geeft, verliest er niets
bij, integendeel, ge zult er meer bij winnen, omdat al uw daden het parfum zullen
hebben van naastenliefde.
Gij o
ziel, zijt klein, en ge kunt geen grote dingen doen. Herinner u nochtans dat
een berg gemaakt is van kleine steentjes, en dat de zee is gemaakt met druppels
water; zo is het ook met het geestelijk leven. Wees trouw in de kleine zaken,
met de intentie Mij te behagen. Ik zal alles verzamelen als druppels voor een
kostbare balsem. Een niet gesproken woord, een niet geworpen blik, een gedode
affectie, een aangename gedachte verbroken,
deze kleine akten, verenigd met
Mijn oneindige verdiensten, verwerven een grote waarde. Als ge moest weten hoe
ze Mij behagen, deze kleine offeringen gedaan in stilte! De volmaaktheid is
samengesteld uit de vermenigvuldiging van deze kleine akten. Ik, van Mijn kant,
zal u een vermenigvuldiging geven van genaden, als gij Mij in overeenstemming,
een vermenigvuldiging van akten geeft. Om te volharden in het goede, moet ge
denken aan het goede dat ge doet. Wanneer ge een klein werk doet, tot eer van
Mij, en terwille van Mijn liefde, verwerft ge drie diensten: De eerste
verdienste is deze van de verheerlijking; een verhoging van de eeuwige glorie,
van de goddelijke schittering. Het is een nieuwe parel aan de kroon die ge zult
krijgen in de hemel. De verdienste van verheerlijking is strikt persoonlijk en
men kan ze niet afstaan aan iemand anders. Maar met hetzelfde kleine goede werk
kunt ge ook de verdienste van voldoening verwerven, een gedeeltelijke aftrek
der straffen verdiend door uw trouweloosheid. Bijgevolg vermindert ge uw
vagevuur. De verdienste van voldoening kunt ge afstaan aan anderen, en alzo
volbrengt men een voortreffelijke akte van geestelijke barmhartigheid, die Ik
zozeer op prijs stel.
Een derde
verworven verdienste met een klein goed werk, is deze van de afsmeking. Door
deze verdienste verkrijgt ge van Mij elke genade. Het is mystiek wisselgeld,
dat men voor zichzelf kan gebruiken of voor de evennaaste. Hoe meer het goed
werk uit ware liefde werd volbracht, hoe meer het u gekost heeft, des te meer
waarde heeft het voor Mij. Ik vraag u heden alle afsmekingsverdiensten, opdat
Ik me ervan zou kunnen bedienen voor de zondaars.
Ziel:
Mijn Jezus, dit zijn werkelijk de schatten van het leven! Ik heb spijt over al
mijn verloren tijd, omdat ik niet heb geweten hoe ik de gelegenheid die Gij me
hebt geboden, kon benutten. Ik geef u alles, o mijn God. Overigens vraag ik zo
weinig voor mezelf.
Jezus: Ik
ben de vlekkeloze Hostie, het reine Offer, en Ik zoek hosties. Ik zal u
onderrichten wat een hostie-ziel, een offerziel, moet zijn. Ze moet zijn: een
zielen-apostel. Het woord apostel, slaat terug op de twaalf apostelen, op
deze ruwe vissers, van de welke Ik Mij bediende om Mijn Rijk te openbaren. De
opdracht die Ik hun toevertrouwde was deze: Gaat en onderwijst alle volkeren
en doopt ze in de naam van de Vader, van de Zoon en van de Heilige Geest! Deze
woorden, gegeven aan de apostelen, waren gericht tot elke christen. Iedere
christen, door het simpele feit dat hij het H. Doopsel ontving, heeft tot
plicht dit apostolaat te volbrengen. Als dit apostolaat een plicht is voor de
christen, moet het een verplichting worden voor de hostie-ziel. Deze moet zich
tot doel stellen an het eigen leven alles te geven van zichzelf, in
voortdurende opoffering van zichzelf. Dit apostolaat kan volbracht worden op
drie manieren:
1.
Met het
woord
2.
Met het
gebed en de voortdurende opoffering van zichzelf.
3.
Met de
daad
Als het
apostolaat van het woord uw actie-terrein is, is het nodig dat het vergezeld
gaat met de praktijk van het inwendige leven, dit opdat het vruchtbaar zou
zijn. Het innerlijke leven is in principe een vitaal punt voor elke vorm van
apostolaat. Zoniet zou het herleid worden tot een puur uitwendig werk, dor en
onvruchtbaar. Het apostolaat van het gebed is veel gemakkelijker, en is zelfs
mogelijk voor diegenen die door bijzondere omstandigheden in de onmogelijkheid
verkeren zelf te werken voor het heil der zielen. Het apostolaat van de
hostie-ziel is het meest zachte! Ik bekijk deze ziel met voorliefde, omdat Ik
weet dat zij helemaal van Mij is, en dat die ziel alles doet om medemensen,
broeders, te redden die in het slijk gevallen zijn! O, als ge eens wist met
welke bijzondere liefde Ik de hostie-zielen behoed. Deze hostie-zielen, die al
te dikwijls slachtoffer zijn van de onrechtvaardige mensheid. Uit al hetgeen Ik
heb gezegd moet ge de staat van hostie kunnen begrijpen en liefhebben.
Het zich aanbieden als hostie-ziel
Met vurig
verlangen heb Ik het moment afgewacht van uw grootmoedige opoffering aan Mijn
versmade liefde. Wees nu sereen, maar vurig voorbereid tot deze verdienstelijke
daad. Kies een plechtige datum uit; deze moet voorbereid zijn door een
noveen, vóór de aanbieding als hostie-ziel. In deze negen dagen zult ge uw
hart zuiveren door een private biecht. Ge zult me al uw goede werken aanbieden
tot eerherstel van de begane zonden; in dank om de ontvangen genaden, en om
nieuwe genaden af te smeken. Als ge dus goed voorbereid zult zijn, doen dan
volgende opdracht, nadat ge Me in uw hart ontvangen zult hebben tijdens de
Communie:
O,
Almachtige en Eeuwige God, die me geschapen heeft om U lief te hebben, met al
mijn krachten, gewaardig U mijn nederige opoffering te aanvaarden. In de
tegenwoordigheid van de Maagd Maria, van mijn bewaarengel, van het hele hemelse
Hof, offer ik mij aan U op als hostie van liefde en tot eerherstel voor de
zondaars. Ik weet dat ik zwak ben, maar ik weet evenzeer dat Gij mijn kracht
zijt. Zie me hier dus klaar om met nederige onderwerping de kruisen te
aanvaarden. De kruisen die Gij mij in Uw goedheid zult zenden. Ik ben bereid
daarmee te hulp te komen voor de redding van zoveel arme zondaars. De
Allerheiligste Maagd Maria, en mijn bewaarengel zullen U voortdurende alles
aanbieden wat ik doe of zeg, in het bijzonder elk leed. Moge deze akte
hernieuwd worden bij elke klop van mijn hart. Amen.
Het is
goed elk jaar plechtig deze opoffering van slachtoffer te hernieuwen,
voorafgegaan door een persoonlijk triduüm (driedaagse voorbereiding). Nadat ge
deze opdracht gedaan zult hebben, zult ge met een sterkere intensiteit van
geest gaan werken. Wanneer zon nieuw tijdperk in uw leven ingeluid wordt, is
het noodzakelijk dat ge elke dag een pas vooruit gaat. Tracht in het begin niet
te klagen over de kleine smarten of over de dagelijkse sleur. Vraag Me
vervolgens, op een bepaalde dag in de week, bijvoorbeeld de vrijdag, een
speciaal lijden. Verder schrijdend op uw weg van offerziel, kunt ge Me elke
morgen een geschenk vragen voor die dag. En
de geschenken van een Gekruisigde
God zijn
kruisen.
Nadat ge
geoefend zult zijn in deze oefening, zult ge verder kunnen gaan, dat wil
zeggen, niet alleen Mijn geschenken aanvaarden, maar bij elk kruis, bij elke
doorn zeggen: Dank u, Jezus! Hoe weinig zielen zijn er dankbaar omwille van
een verkregen kruis! En nochtans verlang Ik zo innig naar zulke dankbaarheid!
De plant ontwikkelt zich en groeit geleidelijk aan. Zij heeft water nodig, zon
en zelfs wind, opdat de wortels dieper en vaster zouden komen. Zo ook gij, ge
zult u omvormen tot het leven van hostie, langzamerhand.
Ziel: O
Jezus, ik wil me plechtig voorbereiden tot de akte die Gij me voorstelt. Ik wil
uw lieveling worden, uw speelgoed. Ik leg me in Uw handen, zoals een kind doet
in de armen van zn moeder. Dat mijn leven een voortdurende geur van mystieke
wierook moge worden!
Noot: Nu
wordt uitleg gegeven over de liefdesproef, volgende keer komt het
levensprogramma.
De liefdesproef
Jezus:
Het is goed dat ge de gedragslijn kent welke Ik voorstel aan de offerzielen.
Houd echter steeds voor ogen dat Ik de beste ben van alle Vaders. Eerst zorg Ik
ervoor dat Ik hun een grote vreugde en een geestelijke kalmte geef. Daarmee leg
Ik hun zwak hart vast. Vervolgens onderwerp Ik hen aan de liefdesproef: dat wil
zeggen, Ik ontneem hun elke vreugde, daardoor komt er geestelijke dorheid. De
offerziel begint de verveling en de verbittering aan te voelen, alhoewel ze
daar de oorzaak niet kan van vinden. Daar die ziel echter denkt dat ze tot die
gang van zaken aanleiding heeft gegeven, wordt ze nog meer gekweld. Op dat
ogenblik denkt ze ver van Mij te zijn, ze denkt dat ze door Mij verlaten werd.
Wel, integendeel, het is juist in deze momenten dat Ik deze ziel het meest
nabij ben! Tijdens zulk een proefperiode mag de ziel gerust zijn, kalm. Als ze
geen zin heeft om te bidden, wanneer het zelfs vervelend is, dan moet ze het
toch doen. Als die ziel een afkeer voelt om een goed werk te verrichten, dat ze
het dan toch maar doet. Hoe groter de weerzin om een goed werk te doen, en het
toch te verrichten, des te meer is de liefdesproef Mij aangenaam. In deze
periode, die werkelijk een geestelijke agonie is, weet dan dat Ik vele andere
zielen red!
Het licht
dat ik aan de offerziel ontneem, geef Ik aan de zondaars; de koudheid van het
hart van de offerziel, dien omt de verharde harten te verwarmen. Eén enkele
liefdesakte door een offerziel gebracht in zon periode, herstelt vele, vele
ondankbaarheden van andere zielen. Het gezegde: Jezus, Uw wil geschiede!, in deze
smartelijke proef, is meer waard dan een lange Rozenkrans die vurig gebeden
werd.
Ik heb u
gezegd dat een plant zon nodig heeft. Wel, nadat de offerziel beproefd is
geworden, kent ze een geestelijk herontwaken. Groots! Hoe harder de proef is
geweest, hoe hoger de opeenhoping van genaden. De kalmte en de vreugde lacht
Mijn uitverkorenen toe. Zelfs een toenemen aan voorrechten en verlichting. Ik
laat Me dan van héél dichtbij voelen. En op zekere wijze ontsla Ik hen dan van
de verplichting Mij te helpen zondaars te redden. De landbouwer heeft er
interesse bij dat de plant echt vruchtbaar zou zijn, daarom snoeit hij die
plant. Ook Ik verlang er vurig naar dat de offerziel genoeg vruchten afwerpt,
daarom laat Ik haar niet te lang in deze zoete geestelijke toestand. Na zon
rustperiode, herbegint de proef. Het zou kunnen zijn door een miskenning; door
een lastig persoon waarmee men verplicht is te leven; een fysieke kwaal; ofwel
een periode van erge bekoringen. Wanneer een offerziel Mijn gedrag kent, zal ze
niet ontmoedigd worden. Ze zal Mij laten werken. Want Ik keer alles ten beste.
De bekoringen die overwonnen worden in zon periode, geven aan de zondaars de
kracht om het slechte te verlaten. De ondergane vernederingen herstellen de
beschimpingen die Mij worden gebracht door de bozen. De lichamelijke ongemakken
dienen om de onbeschaamdheid en de onzuiverheid te herstellen
Alles wordt
gebruikt!
Dus
wanneer ge in de kalmte zijt, bereid u dan voor op de proef. Als ge te lijden
hebt, wacht tot de verlichting komt. Wordt nooit moe op deze weg! Satan haat
mijn offerzielen, omdat ze hem de prooi ontstelen: de zondaars. Hij doet zn
best om hen te ontmoedigen, om hen alzo deze ingeslagen weg te doen verlaten.
Ge zult nu opwerpen: Hoe kan ik door zoveel proeven geraken? Het leven is zo
lang!
Ge zult als volgt aan de duivelse valstrikken weerstaan: Vandaag lijd
ik
morgen misschien niet meer! Ik wil niet aan de toekomst denken, elke dag
heeft genoeg aan zn eigen zorgen
Dezen die volharden op deze weg van liefde,
zijn Mijn welbehagen.
Mijn
tranen drogen en Mijn wonden helen! Dat is uw opdracht! Weet ge hoezeer Ik
beledig word door de zielen? En er zijn er onder hen die Mij het meest zouden
moeten beminnen! Maar ik wil allen gered zien
Gij zult Mij helpen! De oogst is
groot, maar er zijn zo weinig arbeiders! Het aantal te bekeren zondaars, en
voor dewelke men eerherstel moet brengen, is groot,
maar zo klein is het
aantal der grootmoedige zondaars! Hoe meer offerzielen er zullen zijn, hoe
grootser Mijn triomf van genaden in de wereld! Ik verzoek elke offerziel er
minstens drie andere te vinden. Drie andere personen die bereid zijn zichzelf
op te offeren voor de zondaars. Harten die bereid zijn tot deze daad van
grootmoedigheid, heb Ik in de wereld gezaaid.
Opdracht
Jezus: De
offers, de gebeden, de goede werken van de offerzielen, zijn genaden voor de
zondaars. Ik wil u leren kennen hoe Ik de verdiensten der afsmeking gebruik.
Er zijn vele, vele zondaars, en toch ken Ik ze één per één. Ik heb zoveel
medelijden met hun staat. Nochtans kan Ik hun wil niet dwingen opdat ze het
kwaad zouden verlaten. Maar wanneer Ik afsmekingsverdiensten heb, Mij gegeven
door gelovige zielen, wend Ik deze aan, in Mijn Opperste Wijsheid, door genaden
te geven aan diegenen die het nodig hebben. Dat wil zeggen, Ik verlicht hun
geest die verduisterd is; Ik beweeg hun verharde hart. Ik maak dan speciaal
gebruik van lijdensmomenten, omdat op zon ogenblikken de zondaar zich het
gemakkelijkste in zichzelf keert. Nu bekeer Ik een stervende die hardnekkig is
in de boosheid; dan een arme gekwetste; of weer een familie die in rouw is; of
dan weer red Ik een zondaar uit een groot gevaar, opdat Hij de liefhebbende
Hand Gods zou zien
Voortdurend werk Ik in de zielen. Men kan in de wereld geen
dokter vinden die zo attentievol is voor de zieken als Ik voor de zondaars. Het
is Mijn opdracht als Verlosser. Als men bidt voor een bepaalde zondaar, en als
men offers brengt voor hem, dan is het mogelijk dat men niet dadelijk zijn
inkeer ziet. Denk dan niet dat dit nutteloos is geweest, deze verdienste van
afsmeking. Wel integendeel! Meestendeels wordt de zondaar, waarvoor men bidt,
bekeerd. Zo niet dadelijk, dan toch minstens voordat hij sterft.
Maar
somtijds pas Ik het gebed en de offers niet dadelijk toe op deze bepaalde ziel,
omdat Ik voorzie dat in die tijdspanne Mijn genade verkwist zou worden. Daarom
wacht Ik een meer gunstig moment af. In zon geval gebruik Ik de verdienste van
afsmeking voor anderen, omdat deze dan meer ontvankelijk zijn om de Goddelijke
genade vrucht te laten dragen. Nu ge het werk kent, dat Ik voltrek, zult gij,
kleine offerziel, gewapend zijn met een heilige moed en zult ge onvermoeibaar
meewerken.
Levensprogramma van de offerziel
Jezus:
door het woord OSTIA (hostie) zal Ik u uitleggen wat Ik van u verwacht.
O =
Orazione: Gebed
S = Sacrificio e Sete : Offer en dorst
T = Tutto a Gésu : Alles voor Jezus
I = Illuminare : Verlichten
A = Amore : Liefde
Gebed
Jezus:
Het gebed is de verheffing van het hart boven de geest, tot Mij, om Mij te
aanbidden, om Mij te bedanken, en om Mij te vragen hetgeen men nodig heeft. Ik
ben de Allerheiligste Hostie, en in de gedaante van de Eucharistie verneder Ik
Mij. Als Eucharistische Hostie bid in ononderbroken voor de mensheid, terwijl
Ik tussenkom bij de Goddelijke Vader. Een hostieziel is een offerziel van
gebed. Volbreng dus met nauwkeurigheid en getrouwheid uw godsdienstpraktijken.
Laat er geen enkele vallen.
Schietgebeden
De
schietgebeden of liefdesstralen, zijn de korte aanroepingen die ge dikwijls
kunt doen gedurende de dag, en zelfs s nachts wanneer ge wakker wordt. De
beste schietgebeden zijn natuurlijk deze die spontaan in uw hart opwellen, dit
omdat ze werkelijk een uiting van liefde zijn. Al bij al zal Ik er u enkele
voorstellen die Mij zeer dierbaar zijn.
- Jezus, ik geef U mijn hart.
Vervul het met Uw liefde, en offer het op aan de Hemelse Vader.
- Jezus, mijn God, mijn
leven, mijn alles! Omdat Gij wilde dat mijn ziel Uw bruid werd, geef dat
mijn leven steeds een beluistering van U zij, geef dat mijn leven steeds
behaagt aan de ogen van Uw liefde!
- Glorie aan U,
Allerheiligste Drievuldigheid!
- Jezus, ik hou zielsveel van
U!
Bid
dikwijls
Alvorens
een werk te ondernemen, vraag dan Mijn zegen! In de moeilijkheden, roep
Mij dan te hulp! Ik sta zo dicht bij u, en uw kreet om hulp bereikt dadelijk
Mijn Hart, vooral van u, kleine offerziel. Maar vooral: bid vooraleer ge een
apostolaatswerk zult doen. Vraag Mij dan de meest doeltreffende woorden te
vinden. Ge zult zien hoe het goede woord, de Blijde Boodschap, in de harten zal
neerdalen. Misschien zult ge het soms niet dadelijk zien, maar wanneer ge de
vruchten niet dadelijk bemerkt, wees er dan niet om bekommerd. Het zaad dat ge
zult gestrooid hebben, zal te zijner tijd groeien en bloeien.
Aanroep uw
Engelbewaarder
Gij,
kleine hostie, zijt Mijn schepsel, zo edel, naar Mijn gelijkenis gemaakt, en
voorbestemd om eens in het gezelschap der engelen te zijn! Gedurende de
pelgrimstocht van dit aards leven, heb Ik voor u, aan u persoonlijk, een Engel
geschonken, opdat hij u zou behoeden en te hulp komen wanneer het nodig is. Dus
vergeet deze goede vriend niet, uw Engelbewaarder. Hij is dag en nacht in uw
gezelschap. Denk niet dat ge minder zijt dan hem, wanneer ge de deugd van
zuiverheid onderhoudt! Luister naar zijn delicate stem, hij begeleidt u in het
goede, en weerhoudt u bij gevaren. Aan Mijn buitengewone liefde-slachtoffers
geef Ik dikwijls de vreugde hun Bewaarengel werkelijk te zien. Ik laat zelfs
toe dat ze een gesprek hebben met hem. Aan u is dit echter niet toegestaan. In
elk geval, al zult ge hem niet zien, ge zult hem van zeer nabij voelen, dit als
ge voor Mij een trouwe kleine hostie zijt!
Eer uw
patroonheilige
Bij de
voltrekking van uw Doopsel, heeft mijn bedienaar u onder de bescherming van een
bijzondere heilige geplaatst: diegene wiens naam gij draagt. Bid tot uw
Patroonheilige, opdat deze u zou bijstaan in de taak die Ik u heb toevertrouwd.
Tracht een levensbeschrijving over hem of haar te verkrijgen, dit opdat ge zijn
of haar voorbeeld zoudt kunnen navolgen.
Bemin en
aanbid mijn Heilige Wonden
Het is
het Goddelijk Bloed dat de ongerechtigheden in deze wereld vernietigt. Mijn
Wonden zijn bronnen van barmhartigheid en vergiffenis. Daarom is het nodig dit
dikwijls te gedenken en er beroep op te doen met geloof.
Offer en dorst
Jezus:
Hostie betekent slachtoffer. Onder de vorm van Hostie, offer Ik me elke dag op
de altaren op. Zo weze het ook met u. Zoals de hostie gemaakt is van zovele
graankorreltjes, zo moet de hostieziel gevormd worden door vele kleine
offertjes. Bij de vorming van deze hostie zult ge de pure vreugde en het geluk
vinden. Luister, de menselijke natuur houdt vast aan het genot. Men onderwerpt
zich aan vele offers, zelfs grote, om het te bereiken en te smaken. Alvorens
men het proeft, kent men een groot verlangen. Terwijl men het proeft, merkt men
dat men het wil ontvluchten, daarna rest er de ontgoocheling, de walging, de
bitterheid en dikwijls de wroeging.
Alvorens
men het offertje omhelst, gevoelt men een zekere weerzin. Het is de zwakke
menselijke natuur die in opstand komt. Maar Mij, gekruisigd aanschouwende,
gevoelt de ziel zich bemoedigd. Eens dat het geloof terug opleeft, roep dan
voor uw geest het hoge goddelijke ideaal: de zondaars bekeren! Besluit dan met
alle wilskracht tot het brengen van het offertje. Herinner u dan dat het
offertje wordt gebracht als men het doet. Ondertussen wordt de weerzin
verminderd, en samen met Mijn genade verhoogt uw kracht. De ziel begint de
vreugde te smaken, een vreugde, die helemaal anders is dan de lichamelijke. Dus
van nu af aan, zoek de vreugde van het offer. Meer nog dan de persoonlijke
vreugde, denk aan de vertroosting die ge uw Jezus geeft!
Nederigheid
Zoals de
hoogmoed de wortel is van elke zonde, zo is de nederigheid de moeder van elke
deugd. De nederigheid laat uw nietigheid erkennen, ze houdt u op uw plaats. Ze
remt uw onzinnige wens boven de anderen te willen uitsteken! Het is de
nederigheid die u doet zeggen: Heer, Gij zijt alles en ik ben niets! Wat
waart ge voor Ik u heb geschapen? Niets! Uit uzelf hebt ge niets anders dan
begane zonden! De nederigheid is werkelijkheid, is waarheid! De nederigheid
verplicht u niet de gaven te verloochenen of te verbergen die Ik u gaf, zoals
talent, bekwaamheid, enz. Maar de nederigheid doet u ze herkennen en verplicht
u ze te gebruiken om Mij te verheerlijken. Naargelang uw nederigheid zult ge
genaden ontvangen van Mij.
Hier
volgen verschillende punten van de nederigheid:
Niemand
misprijzen! Het wereldse wel misprijzen, de wereldse grondregels en
voorschriften. Zichzelf geringschatten. Niet bezorgd zijn om de misprijzing die
men krijgt, en welwillend de vernedering aanvaarden, vanwaar ze ook moge komen.
De nederigheid is geen nederlaag, die u ver verwijdert van elke actie,
integendeel, ze ontplooit uw activiteit naar de volmaaktheid toe, en trekt u
aan tot het goede, terwijl ze ook de anderen ertoe aanzet. Ze doen u het gedane
goed toeschrijven aan Mijn genade, want in werkelijkheid zijt gij, schepselen,
niets. En daar ge niets zijt, kunt ge niets uit uzelf, zonder Mijn genade en
hulp.
Een ziel
zal nooit echt een hostieziel zijn, als ze niet een behoorlijke dosis
nederigheid bezit. En nu
komen we tot de praktijk ervan. Hebt ge het verlangen uzelf in het midden te
plaatsen, opdat ge bewonderd zoudt worden? Verberg u dan! Geef geen
genoegdoening aan eigenliefde. Wilt ge vertellen over uzelf, alleen opdat ge
lof toegezwaaid zoudt krijgen? Zwijg dan! Hebt ge een lofrede verwacht om een
volbrachte taak, en ze niet gekregen? Wees dan niet gekrenkt! Denk eraan dat Ik
diegene ben die men moet loven en prijzen! En hoe zult ge u gedragen bij een
vernedering? Als ge uw trots de vrije teugel laat, zult ge geprikkeld zijn, ge
zult scherp antwoorden en uw kalmte verliezen. Daardoor zult ge Mij diep
bedroeven, terwijl Satan victorie kraait boven u. Als ge daarentegen uw
eigenliefde het zwijgen oplegt, vertoont ge u als een ware hostieziel.
Bijgevolg: zwijg, zeg geen enkel woord ter verdediging. Zwijg absoluut. Laat
aan Mij de taak over om de waarheid te doen zegevieren. Bovendien, wees
dankbaar omdat ge vernederd werd, en bid voor diegenen die het mogelijk maakten
om zon grote verdienste te verwerven. En om de kracht te hebben te zwijgen bij
een vernedering, denk dan aan Mijn gedrag voor de rechters. Ik Koning van het
heelal, werd beledigd, bespot, bedekt met spuwsel, Ik werd duivelsbezetene
genoemd en godslasteraar
en Ik deed toen Mijn mond niet open! Ge zult een
hostieziel zijn wanneer ge mijn houding navolgt.
Zuiverheid
De
nederigheid is de zuiverheid van de geest; de kuisheid is de nederigheid en de
zuiverheid van het lichaam. Gij hostieziel, behoort Me toe met geheel uw wezen.
Ge kunt me dus niet behagen als ge de lelie van uw kuisheid niet behoedt, zoals
ze in uw eigen levensstaat moet bloeien! De wereld is bedolven onder modder; de
schandalen zijn enorm! Ik ben het Onbevlekte Lam en Ik weid tussen lelies. Mijn
hostiezielen zijn de meest welriekende lelies. Welriekender dan deze aardse
bloem! Een kuise ziel is een ziel van kristal. En zoals kristal is ze ook
doorschijnende en weergalmend, om de weerspiegeling te ontvangen, van de
schitterende stralen van Mijn liefde. De Eucharistische Hostie is sneeuwwit, zo
moet ook een hostieziel zijn. Maak uw hart zuiver en vrij, bewaak uw zinnen.
Wees er
niet bezorgd om wanneer in u een strijd gevoerd wordt tussen het vlees en de
wetten van de geest. Het goud wordt gezuiverd in het vuur, en de deugd in de
proef. De zielen die Mij het meest dierbaar zijn, hebben steeds zon harde weg
moeten bewandelen. Mijn genade heeft hen ondersteund en hen naar de overwinning
gebracht. Het mishaagt me niet als ge onderworpen wordt aan bekoringen. Het is
nochtans noodzakelijk ze niet op te zoeken en alles te doen om er niet in te
vallen! Elke overwinning is een bewijs van trouw. Hoe groter de strijd, des te
groter de vergoeding. Als uw geest overvallen wordt door gedachten die u niet
aangaan, houd er u dan niet mee bezig! Als uw gedachten overhoop worden
gehaald, zoek dan verstrooiing, en wees waakzaam opdat ge Me niet zou
beledigen! Ge zoudt Me inderdaad beledigen, en niet weinig, als ge bij een
slechte gedachte, die ge opmerkt, er toch in volhardt, en terwijl ge weet dat
het kwaad is, er toch mee verder doorgaat!
Behoed uw
zinnen en beteugel ze, zoals honden aan de ketting. Herinner u dat de zonde
bestaat uit de wil tot zondigen en dat wanneer ge niet vastberaden toestemt
in het kwade, ge niet verantwoordelijk zijt.
In hevige
bekoringen kan het volgende nuttig zijn voor u:
- Blijf sereen in uw ziel. Hoe
meer ge er bezorgd om zijt, des te breder de weg wordt die de bekoring
zich toe eigent.
- Zoek verstrooiing en
ontspanning. Ge kunt gezelschap zoeken, ofwel u gaan bezig houden met iets
anders.
- Bid.
Het is
werkelijk de duivel van de onkuisheid die uw deugd belaagt en komt bekoren met
herhaalde aanvallen! Maar bij zon proef ben Ik aanwezig! Ik sta steeds klaar
om u te hulp te komen, en dit nadat ge nauwelijks me met uw hart erom verzocht
hebt! Ik stel u een korte aanroeping voor, die vreselijk gehaat wordt door
Satan. Herhaal ze langzaam, en met geloof. Ge zult zien welk goed ge erdoor
verkrijgt. Terwijl ge dit bidt, zal uw kracht versterkt worden, en deze van de
duivel vernietigd:
Laat Uw
Bloed, o Jezus, over mij komen, om mij te versterken, en stort het over de
onzuivere duivel om hem te verslaan!
En
wanneer ge dan volhardt, na zon krachtige aanroeping, zal de kleur van uw
blanke lelie geen schade berokkend worden! Ge moet ook een bijzondere zorg
dragen bij de behoeding van uw hart. Als dit niet goed behoed wordt, kan het u
naar de diepste afgrond sleuren! Niemand slafelijk beminnen, niet geoorloofde
genegenheden afbreken! Ik ben jaloers op het menselijke hart, en in het
bijzonder jaloers op het hart der hostiezielen. Beroof uzelf van een bepaalde
blik
van een bepaalde herinnering
en van die bepaalde gesprekken die de
kalmte van uw geest zouden kunnen verstoren. Val niet in de hinderlaag van de
duivel. Hij zou u vast kunnen binden met de uitvlucht van sympathie,
erkentelijkheid of andere motieven. Ge kunt geen hostieziel zijn met een
ongeoorloofde verhouding!
|