Jezus Christus is een levende persoon Mattya el-miskin
Als je de evangelieboeken en de persoon van Christus alleen
maar met een historische interesse onderzoekt en analyseert, dan mis je de
belangrijkste toegangspoort tot het evangelie. De evangelisten hebben hun
verhalen en herinneringen opgeschreven, terwijl ze de ogen vast gericht hielden
op Christus, hun Heer en God, levend voor hun ogen en in hun hart. Zo ontstond
het evangelie onder hun handen: niet als de nauwgezette kroniek over een man
die Jezus heette en in wie het volk geloofde, maar integendeel als de
moeizame poging om woorden te vinden voor die levende werkelijkheid die zij
zagen en ervoeren: Jezus Christus de Heer, de Zoon van de levende God, van wie
hun bestaan en hun gevoelens en hun geloof vervuld waren.
Over die nog steeds levende persoon vertelden ze, via alles
wat zich in hun geheugen aan herinneringen en feiten had vastgezet. Willen wij
de Schriften goed kunnen lezen, dan moeten wij eerst die levende persoon voor
ogen hebben, en Hij zal de historische gebeurtenissen hun betekenis geven. De
evangelies zijn geloofsboeken, en pas in tweede instantie geschiedenisboeken.
Uit : Wijsheid uit de abdijen
|