|
De beide
geboden van de liefde (Mt. 22, 37.39)
1.
Gij zult de Heer, uw God, beminnen met geheel uw hart, geheel uw ziel en
geheel uw verstand.
2.
Gij zult uw naaste beminnen als uzelf.
De gouden
regel (Mt. 7, 12)
Alles wat gij wilt dat de mensen
voor u doen, doet dat ook voor hen.
De
zaligsprekingen (Mt. 5, 3-12)
Zalig de armen van geest,
want hun behoort het rijk der hemelen.
Zalig de zachtmoedigen,
want zij zullen de aarde bezitten.
Zalig zij die wenen,
want zij zullen getroost worden.
Zalig zij die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid,
want zij zullen verzadigd worden.
Zalig de barmhartigen,
want zij zullen barmhartigheid ondervinden.
Zalig de zuiveren van hart,
want zij zullen God zien.
Zalig de vreedzamen,
want zij zullen kinderen van God genoemd worden.
Zalig zij die vervolging lijden uit liefde voor de gerechtigheid,
want aan hen behoort het rijk der hemelen.
De drie
Goddelijke deugden
1.
Geloof
2.
Hoop
3.
Liefde
De vier
kardinale deugden
1.
voorzichtigheid
2.
rechtvaardigheid
3.
sterkte
4.
matigheid
De zeven
gaven van de Heilige Geest
1.
wijsheid
2.
inzicht
3.
raad
4.
sterkte
5.
kennis
6.
vroomheid
7.
ontzag
voor God
De twaalf
vruchten van de Heilige Geest
1.
liefde,
2.
vreugde,
3.
vrede,
4.
geduld,
5.
vriendelijkheid,
6.
goedheid,
7.
trouw,
8.
zachtheid,
9.
ingetogenheid,
10.
bescheidenheid,
11.
matigheid,
12.
kuisheid.
(Gal. 5, 22-23)
De vijf
geboden van de Kerk
1.
Op
zondagen en verplichte feestdagen deelnemen aan de eucharistie en af te zien
van slaafse arbeid;
2.
Ten
minste eenmaal per jaar biechten;
3.
De
heilige communie ontvangen, op zijn minst in de paastijd;
4.
Op door
de kerk vastgestelde dagen zich onthouden van het eten van vlees en het vasten
in acht nemen;
5.
Helpen te
voorzien in de noden van de kerk.
De zeven lichamelijke
werken van barmhartigheid
1.
de
hongerigen spijzen,
2.
de
dorstigen laven
3.
de
vreemdelingen herbergen,
4.
de
naakten kleden,
5.
de zieken
verzorgen en bezoeken,
6.
de
gevangenen bezoeken,
7.
de doden
begraven.
De zeven geestelijke
werken van barmhartigheid
1.
onderricht
geven,
2.
goede
raad verstrekken,
3.
de
bedroefden troosten,
4.
de
zondaars terecht wijzen,
5.
bedreiging
geduldig dragen,
6.
zij die
ons beledigen, graag vergeven
7.
voor de
levenden en de doden bidden.
De zeven doodzonden
1.
de
hoogmoed,
2.
de
gierigheid,
3.
de nijd,
4.
de
gramschap,
5.
de
onkuisheid,
6.
de
gulzigheid,
7.
de
traagheid of de lauwheid.
De vier
laatste dingen
1.
de dood
2.
het
oordeel
3.
de hel
4.
de hemel
Uit : Bijlagen aan het Compendium van de RK Kerk |