Het Jezusgebed Serge Bolshakoff
Ik hoorde vader Euthemios zeggen:
Gebeden die je opleest of zingt uit boeken zijn natuurlijk
heel nuttig, maar ze zijn er maar voor bepaalde omstandigheden, bijvoorbeeld
als je in je cel bent of in de kerk. We hebben niet altijd boeken bij ons. En
we kunnen ook niet de hele tijd in de kerk zijn of in onze cel. We moeten leven
en werken en onze plichten nakomen. Dan is het Jezusgebed iets dat je zonder
onderbreking kunt bidden, overal: thuis, op straat, op reis, in de gevangenis,
in het ziekenhuis, waar dan ook. Je hoeft het alleen maar aan te leren.
Herhaal het gebed als je alleen bent, hardop, zo goed als
je kunt, in je cel, of onderweg, als er niemand bij je is. Je moet dit gebed
langzaam, aandachtig, zachtjes voor je uit zeggen, zoals bedelaars die om een
aalmoes vragen: Heer Jezus Christus, zoon van God, wees mij zondaar genadig.
Herhaal hetzelfde gebed ook innerlijk, voor jezelf, maar ook langzaam en
aandachtig. Daarna kun je het gebed koppelen aan je ademhaling en aan het
kloppen van je hart. Na verloop van tijd zal dit gebed aanhoudend worden. Het
wordt wel vergeleken met een murmelend beekje: de hele tijd gaat het door, of
je nu loopt, werkt of slaapt. Later zul je geen woorden of gedachten meer nodig
hebben. Heel je leven zal gebed worden.
Uit : Wijsheid uit de abdijen
|