Een zwangere vrouw, een draak en twee beesten (Openbaring 12-13)

In Openbaring 12-13 lezen we over de handelingen van een vrouw, een draak en twee beesten. Johannes spreekt in metaforen: de vrouw is een groot volk, de draak is de aartsvijand van de rechtvaardigen en de twee beesten staan voor een groot rijk. Als deze figuren met elkaar in botsing komen, ziet het er niet zo fraai uit.

De geboorte van een ster: de komst van de Messias

Johannes heeft een visioen van een zwangere vrouw. Ze is gehuld in de zon, staat op de maan en draagt een kroon van twaalf sterren. Dit lijkt een zinspeling op de droom van Jozef in Genesis 37, waarin Jozefs vader (Jakob) en moeder worden vergeleken met de zon en maan en hij en zijn elf broers met twaalf sterren. Dat wil zeggen dat deze vrouw Israel symboliseert en een zeer bijzondere persoon (de Messias) gaat baren. (noot Claudia : Het is ook de H. Maagd Maria, zoals Jezus zegt)

In het visioen heeft de vrouw een zeer pijnlijke bevalling, maar schenkt tenslotte het leven aan een zoon (Jezus, de Messias). Plotseling verschijnt een grote rode draak (Satan of de duivel) met zeven koppen (misschien de zeven heuvels van Rome) en tien hoorns (zeer waarschijnlijk de tien Romeinse keizers van Augustus tot Domitianus) en zeven diademen (of kronen) op de koppen (wellicht de zeven provincies van het Romeinse Rijk).

Rome wordt in de oudheid vaak omschreven als de ‘stad op de zeven heuvels’. Mensen die in Johannes’ tijd dus Openbaring lezen, zullen direct aan Rome denken bij de beschrijving van de draak met zeven koppen of de vrouw die op zeven heuvels zit (zie Openbaring 17:9). Verder weten mensen die bekend zijn met de voorspellingen van Daniel uit het Oude Testament dat hoorns staan voor heersers. De tiende hoorn of heerser van het Romeinse Rijk is Domitianus die zeer waarschijnlijk aan de macht is op het moment dat Openbaring geschreven wordt. De draak benadert de vrouw om haar kind te doden, maar God neemt het kind mee naar zijn troon (een symbool van Jezus’ hemelvaart) en de vrouw vlucht naar de woestijn, waar God voor haar zorgt.

De opmerking dat God voor de vrouw zorgt (symbool voor Israel) lijkt te verwijzen naar de joodse vrijstelling voor deelname aan de keizerlijke cultus (het aanbidden van de Romeinse keizer als godheid). Deze vrijstelling hebben ze verkregen op grond van de ouderdom van het joodse geloof. Op dat moment wordt het christendom niet langer gezien als onderdeel van het jodendom, maar als een opkomende religie. Om die reden moeten christenen de keizer wel vereren en vinden velen de dood omdat zij dat weigeren.

Oorlog tussen de andere werelden: Michael strijdt tegen de beesten en de draak

De komst van de draak op aarde leidt tot een kosmische oorlog tussen de goede en kwade machten. Michael (strijder van God en beschermer van Israel) en zijn strijdkrachten gaan een pittige strijd aan met Satan en zijn hemelse domeinen. Maar Satan is machteloos tegen het goede. Michael en zijn engelen verslaan daarom de grote draak en werpen hem neer op de aarde.

Eenmaal op aarde probeert de draak tevergeefs ‘de vrouw’ (Israel) te doden en wil dan een gevecht aangaan met haar kinderen die ‘trouw blijven aan de getuigenis van Jezus’ (christenen). Twee andere beesten schieten de draak te hulp: het Beest van de zee en het Beest van de aarde. Het Beest van de zee krijgt macht van de draak, terwijl het Beest van de aarde spreekt voor en autoriteit uitoefent uit naam van het Beest van de zee. Het Beest van de aarde dwingt anderen om het Beest van de zee te aanbidden. Tenslotte geeft het Beest van de aarde iedereen een merkteken op de rechterhand of het voorhoofd, dat hen het recht geeft te kopen en verkopen.

In de tijd van Johannes vertegenwoordigt het Beest van de zee zeer waarschijnlijk het keizerlijke Rome en in het bijzonder de Romeinse keizer, die eist dat zijn onderdanen hem als een god aanbidden. De uitspraak dat de draak het Beest van de zee macht geeft, betekent dat Johannes gelooft dat Rome in handen is van Satan (zoals bewezen wordt door de christenvervolgingen). Het Beest van de aarde vertegenwoordigt waarschijnlijk de Romeinse provincies. De gouverneurs van de provincies moeten de keizer aanbidden omdat hen anders de doodstraf wacht. Verder hebben zij de controle over wie wel en niet mag deelnemen aan de Romeinse handel.

Het merkteken van het beest : 666

In een van de beroemdste mysteries van Openbaring zegt Johannes dat het Beest van de aarde iedereen op zijn rechterhand of voorhoofd merkt met het getal 666. Degenen die het merkteken niet krijgen, kunnen geen voedsel of andere benodigdheden kopen of verkopen (Openbaring 13:16-18). Omdat zeven het getal van perfectie is in de bijbel, symboliseert de drievoudige herhaling van het cijfer zes de totale imperfectie of het kwaad. Wie is nou dat beest en wat is dat merkteken? De antwoorden op deze vragen hangen ervan af of je denkt dat Openbaring verwijst naar de toekomst of naar het verleden of beide.

Het merkteken is geidentificeerd met alles van monetaire systemen of tattoeages tot hedendaagse credit cards en internet. (N.B.: de Hebreeuwse letter die grofweg overeenkomt met de Nederlandse ‘w’ is de zesde letter van het Hebreeuwse alfabet, waardoor www dus gelijkstaat aan 666!).

Harmagedon en de dag des oordeels (Openbaring 14-20)

Harmagedon is de Griekse uitspraak van het Hebreeuwse woord har megiddo, of ‘berg van Megiddo’, een locatie in de Jizreel-vallei in Noord-Israel. In de oudheid kwamen alle wegen die Afrika en Azie met Europa verbonden langs Megiddo. Door zijn strategische ligging werden vele belangrijke oorlogen hier uitgevochten, waaronder volgens Openbaring 16 ook de ‘laatste oorlog’ tussen goed en kwaad.

De vruchten plukken: Gods laatste oogst

Voor de laatste oorlog tussen goed en kwaad zal ‘een mens’ op aarde komen oogsten. Vervolgens zal een engel komen die wijn maakt van de druiven (Openbaring 14:14-20). Deze activiteiten zijn geen voorbereidingen voor een feestje, maar metaforen voor de voorbereidingen voor Gods laatste oordeel.

·        De mens is Jezus die de rechtvaardige mensen op aarde ‘oogst’ om hen te beschermen tegen het onheil dat over de aarde zal komen.

·        De oogst van druiven die worden vertrapt en tot wijn worden geperst, symboliseren Gods wraak die hij spoedig over de aarde zal ‘uitschenken’

God dient zeven schalen met zijn woede op

Nu de druiven van de wraak helemaal vertrapt zijn, laat God zijn woede los in de vorm van zeven met plagen uitgeruste engelen die hun schalen uitschenken over de aarde:

·        De eerste schaal zorgt voor zweren bij de mensen die het merkteken van het beest dragen en diens voorstelling aanbidden.

·        De tweede schaal wordt uitgeschonken in de zee, waardoor deze in bloed verandert en alle zeewezens doodt.

·        De derde schaal verandert alle rivieren van de aarde in bloed.

·        De vierde schaal wordt over de zon uitgeschonken, waardoor het vreselijk heet wordt en de mensen verschroeien.

·        De vijfde schaal wordt uitgeschonken over het Beest dat staat voor Rome en verduistert zijn koninkrijk.

·        De zesde schaal wordt in de Eufraat gegooid, waardoor de rivier opdroogt. Hierdoor kunnen koningen uit het oosten met hun legers de natuurlijke grens overschrijden. Drie demonische geesten komen vervolgens uit de draak, het beest van de zee en de valse profeet (het Beest van de aarde) en zij brengen een groot leger bij elkaar om te strijden bij Harmagedon.

De draak, het Beest van de zee en het Beest van de aarde vertegenwoordigen een valse of kwade Drie-eenheid tegenover de rechtvaardige Drie-eenheid van de Vader, de Zoon en de heilige Geest.

·        De zevende schaal wordt in de lucht uitgeschonken waardoor bliksem en aardbevingen ontstaan en Rome totaal verwoest wordt, hier gesymboliseerd als ‘Babylonie’.

De verwoesting van de grote hoer

In Openbaring 17 ziet Johannes een ‘grote hoer’ die ‘overspel’ heeft gepleegd met alle koningen op aarde. Ze rijdt op een zevenkoppig beest, is weelderig gekleed en dronken van ‘het bloed van de rechtvaardigen’. Wie is deze hoer? Johannes vertelt ons dat zij ‘de grote stad is die macht uitoefent over de koningen der aarde’ (Openbaring 17:18). In de tijd van Johannes kan dit geen andere stad zijn dan Rome, wat nog wordt bevestigd door de engel die zegt dat de zeven koppen van het beest de zeven heuvels symboliseren, een gebruikelijke manier om naar Rome te verwijzen.

De zeven koppen vertegenwoordigen echter ook ‘zeven koningen’: ‘vijf van hen zijn gevallen, de zesde is nog aan de macht, de zevende moet nog komen’ (Openbaring 17:10). In Johannes’ tijd zouden de vijf koningen kunnen verwijzen naar de vijf keizers voor Nero die zelf de zesde is (als we Julius Caesar meerekenen) of de vijf keizers sinds het leven van Jezus, waarbij Domitianus degene is die aan de macht is. Hoe het ook zij, de grote hoer of Rome (ook het grote Babylon genoemd), die dronken is van het bloed van de rechtvaardigen, zal spoedig aan haar einde komen als God de stad verwoest tijdens zijn veroordeling.

Uit : De Bijbel voor dummies