E Z E C H I E L
Ezechiel leeft net als zijn tijdgenoot Jeremia ten tijde
van de verwoesting van Jeruzalem. Hij woont alleen 1600 kilometer verderop in
Babylonie. Ezechiel is een belangrijke inwoner van Jeruzalem, een
tempelpriester, die tien jaar voor de vernietiging van de stad in 586 v. Chr. Naar
Babylonie is verbannen. Ezechiel is daarom een profeet voor de ballingen.
UFOs en Ezechiels roeping (Ezechiel 1-3)
Het boek Ezechiel begint met een ongelooflijk visioen: God
verlaat Jeruzalem en zijn tempel in een razendsnel voertuig dat triomfwagen
wordt genoemd. Het is een soort troon die door zeer vreemde wezens de lucht in
wordt getild. Het zijn cherubs met leeuwenlichamen (of in dit geval
waarschijnlijk mensenlichamen) en adelaarsvleugels. In tegenstelling tot de
gebruikelijke cherubs die alleen een mensenhoofd hebben, hebben ze vier
verschillende hoofden: die van een mens, een leeuw, een os en een adelaar.
Vanuit zijn vurige triomfwagen stuurt God Ezechiel om te
profeteren tegen Israel. God geeft Ezechiel een boekrol met de tragische
gebeurtenissen die te gebeuren staan en zegt hem deze op te eten. Ezechiel
gehoorzaamt (Ezechiel 3:3) en mag dan meerijden in Gods vliegende triomfwagen
naar de ballingen in Babylonie. Dit is het begin van Ezechiels loopbaan.
Ezechiels visioen onderstreept twee belangrijke zaken.
Allereerst zien we dat God zijn volk zal bijstaan, ondanks de ballingschap.
Daarom vliegt hij in zijn wagen van Jeruzalem naar Babylonie. Ten tweede weten
we dat Ezechiel voor God spreekt omdat hij de door God geschreven boekrol op
heeft gegeten. En we weten dat zijn woorden waar zijn.
Tot op het bot gaan (Ezechiel 37)
Ezechiel beschrijft het visioen waarin God hem naar een dal
vol uitgedroogde botten brengt. God vraagt de profeet: Zouden deze botten weer
levend kunnen worden? Ezechiel is zo slim om te antwoorden dat alleen God het
antwoord op die vraag weet. Ezechiel volgt Gods aanwijzingen en zegt de botten
dat zij zullen leven. Vervolgens hoort hij een luid gekletter. De droge botten
bewegen, komen bij elkaar en vormen skeletten. Vervolgens groeien er pezen,
spieren en vlees op de skeletten.
Dit klinkt meer als een scene uit The Mummy dan uit de
bijbel. Dit visioen is bedoelt om de Israelitische ballingen hoop te geven. Net
zoals God de overblijfselen van deze skeletten weer in elkaar zet en tot leven
wekt, zo zal hij Israel weer opbouwen en doen herleven door de ballingen weer
naar huis te brengen.
Een visioen voor de toekomst: de tempel
(Ezechiel 40-48)
Op de 25ste verjaardag van zijn ballingschap
(572 v. Chr.) heeft Ezechiel een fantastisch visioen. Hij ziet Jeruzalems
toekomstige tempel en de afmetingen ervan zijn behoorlijk groot. Hij ziet dan
hoe de glorie van God, die de vorige tempel bij de verwoesting in 586 v. Chr. Verliet,
terugkeert uit Babylon en deze nieuwe, geidealiseerde tempel binnengaat. Nu zal
God voor eeuwig onder de mensen van Israel wonen. Koningen zullen niet langer
nodig zijn in het herstelde rijk en God zal heersen vanuit het Nieuwe
Jeruzalem.
We weten niets zeker over Ezechiels dood. Volgens de
legende leeft hij een lang leven in ballingschap, sterft hij een natuurlijke
dood en is hij begraven vlakbij Babylon.
Een
ontmoeting met de twaalf kleine profeten
H O S
E A
Hosea leefde in het noordrijk van Israel tijdens de tweede
helft van de achtste eeuw v. Chr. Dit zijn turbulente jaren voor Israel, omdat
verschillende koningen worden vermoord en het een kwestie van dagen lijkt voor
de Assyriers het land zullen verwoesten. En alsof het allemaal nog niet erg
genoeg is, gebiedt God zijn profeet Hosea om met een prostituee te trouwen. En
om het nog een tikkeltje erger te maken is de naam van de prostituee die hij
trouwt Gomer.
God gebiedt Hosea met een prostituee te trouwen omdat
Israel gehoereerd heeft door Gods wetten niet na te leven en andere goden (echtgenoten)
te aanbidden. In navolging van Israels overspel is ook Gomer ontrouw aan Hosea.
Uit haar ontrouw komen drie kinderen voort: Jizreel, Lo-Ruchama en Lo-Ammi.
Deze namen zijn net zo symbolisch als het huwelijk.
·
Jizreel verwijst naar een beroemd dal en een
stad in het noorden van Israel, waar een bloedig coup plaatsvond onder Jehu (2
Koningen 9). De koning van Israel ten tijde van Hosea, Jerobeam II, is een
afstammeling van Jehu. Hosea voorspelt dat aan zijn dynastie en zijn volk snel
een einde zal komen (Hosea 1:4-5).
·
Lo-Ruchama betekent geen genade en geeft aan
dat God geen medelijden zal hebben met Israel. Hij zal Assyrie toestaan het te
straffen voor hun ontrouw en de onderdrukking van de armen (Hosea 1:6-7).
·
Lo-Ammi betekent niet mijn volk en duidt erop
dat God Israel verwerpt als zijn volk vanwege hun zonden.
Na de geboorte van haar drie kinderen verlaat Gomer Hosea.
God zegt echter tegen Hosea dat hij achter haar aan moet gaan en haar moet
redden en weer thuisbrengen. Dit symboliseert Gods hart voor Israel. Hoewel de
Israelieten God ontrouw zijn geweest, zal hij hen op een dag verlossen en thuisbrengen.
Hosea ziet een dag waarop God Jizreel zal zuiveren van zijn bloedzonden en
Israel vergeeft. Hij noemt hen dan weer mijn volk.
J O E
L
Uit het boek Joel kunnen we niet opmaken wanneer het is
geschreven. Deze profeet wordt daarom gedateerd tussen de negende en vijfde
eeuw v. Chr. Een jaartal is echter niet belangrijk om deze profeet te kunnen
begrijpen.
Joel schrijft uitgebreid over de komst van een grote,
verschrikkelijke dag van de Heer (Joel 3:4), die voor de hele wereld de dag
van het oordeel zal zijn. Voor dit oordeel zal de zon zwart worden en de maan
veranderen in bloed. Enorme legers zullen als een enorme zwerm sprinkhanen
(sommige geleerden interpreteren dit als echte sprinkhanen) alles verwoesten.
Ondanks dit dreigende onheil is er hoop op bevrijding als Israel zijn huidige
koers verandert en zich weer tot God richt.
Keert terug naar de Heer,
jullie God. Hij is mild en vol medelijden, vol liefde en geduld, steeds bereid
de straf in te trekken. Misschien verandert hij van gedachten, misschien komt
hij terug op zijn besluit en zegent hij je toch. Joel 2:13-14
Zelfs als Israel terugkeert, belooft God dat er een dag van
het oordeel zal komen voor degenen die dat niet doen. Op die dag zal God alle
volken van de aarde bijeenroepen in het Dal van Josafat, dat Dal van het
oordeel van de Heer betekent. Degenen die voor die dag geen berouw tonen voor
hun zonden, zullen veroordeeld worden. Maar wie een beroep doet op mij, zal
worden gered (Joel 3:5).
A M O
S
Amos lijkt de vroegste van de schrijvende profeten. Hij is
actief tijdens de voorspoedige en vreedzame jaren van het midden van de achtste
eeuw v. Chr. Op een bepaalde manier maakte dit Amos taak moeilijker; mensen
zijn minder geneigd naar de waarschuwingen van een profeet te luisteren als het
goed met hen gaat.
Amos veroordeelt het gedrag van Israels buurlanden,
waaronder Syrie, Filistea, Fenicie, Edom, Amon en Moab (Amos 1:3-2:5). Hij is
echter het meest kritisch over Israel dat door zijn bevoorrechte positie van
uitverkorene van God meer aansprakelijk is dan de andere volken (Amos 3:1-15).
Volgens Amos is God een kampioen op het gebied van sociale gerechtigheid die
zich inzet voor de sociaal zwakken en armen. God verafschuwt echter Israels
religieuze schijnheiligheid, omdat de Israelieten religieuze handelingen
uitvoeren, maar niet in staat zijn handelingen van medeleven of gerechtigheid
uit te voeren. God formuleert het als volgt:
Houd op met dat gebral van je
liederen, dat getokkel op je harpen wil ik niet meer horen. Zorg liever dat het
recht zijn loop heeft en dat gerechtigheid een bedding vindt als een nooit
opdrogende beek. Amos 5:23-24
O B A
D J A
Obadjas voorspellingen vormen het kortste boek van Tenach
en bevat slechts 21 verzen. Deze geringe omvang maakt de schrijver tot een van
de meest mysterieuze van de bijbel. Duidelijk is dat Obadja boos is op Judas
zuiderburen, de Edomieten. Volgens de Israelieten zijn zij verwant aan elkaar.
Uit Genesis 25 maken we op dat de voorouders van Edom (Esau) en Israel (Jakob)
een tweeling zijn. Na Judas verwoesting door de Babyloniers in 586 v. Chr. helpt
Edom zijn broer echter niet, maar schept genoegen in zijn nederlaag. De
Edomieten trappen Juda zelfs nog ver de grond in door diens steden te
plunderen. Obadja voorspelt dat Edom als wraak voor dit gedrag op korte termijn
eenzelfde lot tegemoet kan zien. God zegt zelf:
Jullie hebben je broeders
overweldigd, de nakomelingen van Jakob; daarom zul je worden uitgeroeid, voor
eeuwig zal men schande van je spreken. Obadja 10
|