Mijn twee zonen en hun naakte vader (Jesaja
7-20)
Jesaja heeft twee zonen die, net als Immanuel, symbolische
namen krijgen:
·
Sear-Jasub is niet zo erg als het klinkt. Het
betekent een overlevende al terugkeren. De naam kan als volgt worden
uitgelegd: hoe erg de situatie ook is, er zal altijd een overlevende van Gods
volk zijn. Het kan ook anders uitgelegd worden: een heel leger kan ten strijde
trekken, maar slechts 1 overlevende zal terugkeren. Dat is niet goed.
·
Maherswalalhasbaz betekend vlugge buit, snelle
roof. Positief hieraan is dat Assyrie spoedig de Syrisch-Israelitische
coalitie zal verslaan die koning Achaz bedreigt. Negatief is echter dat het
volk van Juda dan het slachtoffer zal worden van Assyriers agressie. Dat is
echt niet goed.
Later trekt Jesaja zijn kleren uit en loopt drie jaar naakt
rond. Sear-Jasub en Mahersalalhasbaz zullen wel heel wat uit te leggen hebben
gehad aan hun vrienden, maar de historische achtergrond voor dit ongewone
gedrag is de Assyrische inname van de Filistijnse stad Asdod (711 v. Chr.). De
inwoners van Asdod hadden gehoopt dat hun machtige bondgenoten Egypte en Kus
(Nubie, ten zuiden van Egypte, nu Soedan/Ethiopie) hen zouden helpen bij deze
aanval. Dat doen ze echter niet. Daarom trekt Jesaja zijn kleren uit om de uitrusting
van krijgsgevangenen te symboliseren. Daarmee waarschuwt hij de mensen van
Egypte en Kus dat ook zij in de handen van Assyrie zullen vallen. Verder zegt
Jesaja tegen Juda dat ze niet op Egypte moeten vertrouwen voor militaire steun.
Jeruzalem op het nippertje gered (Jesaja 36-39)
Niemand mag de Assyriers, maar dat kan hen niet veel
schelen. Ze houden zich met niets anders bezig dan verkrachten en het roven en
plunderen van koninkrijken om zichzelf te verrijken en zich ervan te verzekeren
dat de mensen te bang zijn om in opstand te komen. Omdat Israel wel in opstand
komt, verwoesten de Assyriers in 721 v. Chr. Het noordrijk. Bijna twintig jaar
later valt Juda als de Assyrische koning Sanherib meerdere steden verwoest en
zelfs Jeruzalem in handen krijgt.
Gelukkig luistert koning Hizkia van Juda naar Jesaja en
toont berouw in naam van het hele volk. We lezen in de bijbel dat een engel 185.000
Assyrische soldaten in hun slaap doodt, terwijl Jeruzalem onder vuur ligt.
Sanherib keert noodgedwongen terug naar huis.
Een profeet voor elk seizoen: de tweede en
derde Jesaja
Door de verschillen in woordgebruik, theologische
standpunten en historische perspectieven denken veel bijbelwetenschappers dat
het boek Jesaja de woorden bevat van meer dan een profeet. Volgens hun theorie
zijn Jesaja 1-39 grotendeels daadwerkelijk van de achtste-eeuwse profeet uit
Jeruzalem. De tekst waarschuwt Israel en Juda vanwege hun fouten en dreigt met
ballingschap als zij hun leven niet beteren. In Jesaja 40-66 kondigt de profeet
(door geleerden tweede of deutero- Jesaja genoemd) het einde van Gods
boosheid aan en belooft de terugkeer uit de ballingschap.
Deze profeet zou volgens deze theorie kort voor de val van
Babylonie in 539 v. Chr. In ballingschap hebben geleefd. Hierna mogen de joden
terug naar huis. Sommige wetenschappers zien in de hoofdstukken 40-66 ook nog
eens de derde of trito- Jesaja (56-66). Door nieuwe veranderingen van
woordgebruik en standpunten denken zij dat deze hoofdstukken zijn geschreven
door een vijfde-eeuwse inwoner van Juda die is teruggekeerd naar Jeruzalem.
Hoewel dit allemaal theorieen zijn, geeft het wel aan dat de sfeer van Jesaja
verandert als historische veranderingen plaatsvinden, waardoor Jesaja een
profeet voor elk seizoen wordt.
De lijdende dienaar (Jesaja 53)
Het boek Jesaja bevat verschillende passages over de
activiteiten van een naamloze dienaar van God. Het best bekend is het Lied
van de lijdende dienaar in Jesaja 53. Het lied vertelt het verhaal van een
onaantrekkelijke man vol leed die gehaat is en door anderen wordt afgewezen.
Hij draagt de pijn van anderen, maar ze doen hem nog meer pijn. Zelfs God dot
zijn dienaar pijn door de zonden van iedereen op zijn schouders te laden.
Om de lijdende dienaar naamloos is, is hij aan talloze
figuren uit Israels verleden verbonden. Hieronder vallen Jesaja zelf, Jeremia
en zelfs het volk Israel. De schrijvers van het Nieuwe Testament interpreteren
hem als Jezus, die ook veel emotionele en lichamelijk pijn te verduren heeft,
zwijgt voor zijn aanklagers en doorboord wordt (gekruisigd) voor onze zonden.
In de bijbel lezen we niets over Jesajas dood. Volgens de
overlevering executeert Manasse, koning Hizkias zoon en de kwaadaardigste
koning van Juda, Jesaja door hem in tweeen te zagen. In Hebreeers 11:37 van het
Nieuwe Testament lezen we dat een van Gods profeten in tweeen werd gezaagd,
een duidelijke verwijzing naar bovengenoemde gebeurtenis.
J E R
E M I A
Jeremia is ook bekend als de wenende profeet. Hij is
ongetwijfeld de depressiefste figuur in de bijbel en niet ten onrechte: hij is
actief van 626 tot 580 v. Chr. En is lijfelijk aanwezig bij de verwoesting van
Jeruzalem door de Babyloniers. Het ergste is dat veel van deze gruwelen
voorkomen hadden kunnen worden als de mensen naar zijn oproep tot berouw hadden
geluisterd.
De gevreesde en fatale roeping van een profeet
(Jeremia 1)
Jeremia werd geboren in Anatot, een klein dorp zeven
klilometer ten noorden van Jeruzalem. Hij is priester, net als zijn vader
Chilkia en lijkt af te stammen van Mozes, Israels grote bevrijder en wetgever.
Het is daarom interessant dat Jeremia, die volgens God al in de schoot werd
uitverkoren, allerlei smoezen verzint waarom hij niet geschikt is voor de baan.
Hij herinnert God eraan dat hij nog erg jong is en, net als Mozes, niet goed
uit zijn woorden komt. God zegt hetzelfde tegen Jeremia als tegen Mozes: Ik zal
je bijstaan en je vertellen wat je moet zeggen. Vervolgens symboliseert hij hoe
hij woorden in Jeremias mond zal leggen door zijn lippen aan te raken. Met
tegenzin accepteert Jeremia zijn opdracht als Gods profeet.
Nu mag jij het juk dragen, Chananja (Jeremia
27-28)
Enkele van de meest gedenkwaardige passages in Jeremia gaan
over zijn voortdurende strijd tegen de valse profeet Chananja. Een van deze
confrontaties vindt plaats als enkele buurlanden van Juda afgezanten naar
Jeruzalem sturen voor de kroning van koning Sedekia. Om hun aandacht te
krijgen, legt Jeremia een juk op zijn schouders, om te laten zien dat alle
naties in de omgeving spoedig gebogen zullen gaan onder het juk van Babylonie.
Jeremia gaat zelfs zover dat hij de Babylonische koning Nebukadnessar dienaar
van God noemt. Verder waarschuwt hij de volken dat God hen zal straffen met
het zwaard, de pest en hongersnood, als zij zich niet aan Babylonie
onderwerpen.
De mensen willen dit slechte nieuws natuurlijk niet horen
en Chananja helpt hen daarbij. Hij zegt dat Nebukadnessars dagen geteld zijn.
Hij haalt het juk van Jeremias schouders en breekt het om te symnoliseren dat
God het juk van Babylon gebroken heeft. Jeremia heeft echter het laatste woord
in deze confrontatie. Hij keert zich tot Chananja en zegt hem dat hij weliswaar
het juk heeft gebroken, maar dat God een nieuwe van ijzer zal maken. Verder
voorspelt hij dat God Chananja binnen een jaar zal doden. Kort erna sterft de
valse profeet.
De druiven van gramschap zijn zuur (Jeremia 31)
De uitdrukking de druiven zijn zuur komt van Jeremia. In
de bijbel heeft de uitdrukking echter niet met veinzen, maar met
aansprakelijkheid te maken. Jeremia zegt dat de mensen weldra niet meer zullen
zeggen: De ouders eten zure druiven, maar de kinderen krijgen stroeve tanden
(Jeremia 31:29). Dit gezegde wordt blijkbaar vaak gebruikt in de dagen van
Jeremia, aangezien ook Jeremias tijdgenoot Ezechiel de uitdrukking noemt
(Ezechiel 18:2). Het drukt uit wat de meeste mensen denken in de moeilijke
tijden waarin Jeremia leeft: dat de huidige problemen het gevolg zijn van de
zonden van hun voorouders. Jeremia verzekert de mensen er echter van dat
iedereen verantwoordelijk is voor zijn eigen handelingen en dat kinderen
weliswaar kunnen lijden onder de gevolgen van hun ouders zonden, maar daarop
niet afgerekend worden.
Jeremias nieuwe verbond (Jeremia 31)
De meest ontroerende passages in Jeremia zijn de
beschrijvingen van Gods toekomstplannen voor Israel: een hoopvolle toekomst
beloof ik (Jeremia 29:11). Een van Gods plannen is het aangaan van een nieuw
verbond met Israel waarbij mensen Gods wetten zullen gehoorzamen omdat ze in
hun hart geschreven staan. God zal hun zonden vergeven en niet meer denken
aan wat ze gedaan hebben (Jeremia 31:33-34). Deze voorspelling geeft de joden
nieuwe hoop na de verwoesting van Jeruzalem door de Babyloniers in 586 v. Chr.
De vroege christenen passen hem toe op Jezus, wiens dood aan het kruis alle
zonden vergeeft en een nieuw verbond aankondigt (Lucas 22:20).
Ga niet naar Egypte! Jeremias verhuizing en
dood (Jeremia 42-43)
Na de verwoesting van Jeruzalem door de Babyloniers komen
de overlevenden bij Jeremia en geven toe dat ze naar hem hadden moeten
luisteren en hebben berouw van hun zonden. Ze vragen hem wat ze nu moeten doen.
Jeremia zegt dat ze in geen geval naar Egypte moeten gaan (Jeremia 42:19). Dan
laat het volk zien dat ze geen steek veranderd zijn en noemen Jeremia een profeet
van leugens. Vervolgens nemen ze hem mee naar Egypte.
In de bijbel staat niet hoe Jeremia aan zijn einde komt, maar
latere tradities geven twee opties: hij sterft een natuurlijke dood of wordt
gestenigd vanwege zijn onpopulaire boodschappen. Hoe Jeremia ook gestorven is,
zijn leven is een schoolvoorbeeld van hoe zwaar het is om uitverkoren te zijn
als profeet van God.
De wenende profeet: Klaagliederen
De klaagliederen zijn vreselijk moeilijk om te lezen, maar
zeker de moeite waard. De moeilijkheid zit niet in de lengte of het
woordgebruik, maar in de inhoud. In Klaagliederen staan de verdrietige verzen
over de verwoesting van Jeruzalem door de Babyloniers in 586 v. Chr. Omdat
Jeremia, de wenende profeet, leeft ten tijde van deze vreselijke gebeurtenissen
en omdat ergens anders staat dat hij klaagliederen schrijft (2 Kronieken
35:25), is hij volgens de overlevering de schrijver van deze klaagzangen. Ze
zijn echter anoniem, wat wel toepasselijk is omdat ze het verdriet van een volk
uitdrukken.
In de bijbel komt Klaagliederen na het boek Jeremia door de
associaties met deze profeet. In Tenach behoort Klaagliederen (ook wel Eicha of
Hoe genoemd, naar het beginwoord) tot de Geschriften.
Klaagliederen begint met: Verlaten licht de stad, eens zo
vol mensen. En het boek wordt er niet vrolijker op. Het beschrijft hoe de
Babylonische strijdkrachten Jeruzalems stadsmuren neerhalen, de mensen doden of
tot slaaf maken en de stad in brand steken. Degenen die de aanval overleven,
hebben geen voedsel en worden zo wanhopig dat ze hun eigen kinderen opeten
(Klaagliederen 2:20 en 4:10). Zaken die voorheen als waardevol golden, zoals
goud en edelstenen, hebben geen enkele betekenis meer in het licht van de
verschrikkingen die het volk heeft meegemaakt (Klaagliederen 4:1). Temidden van
alle verwoestingen en wanhoop blijft er tot een reden voor hoop in God:
Wie hij verwond heeft, troost
hij weer. Zijn liefde is groot. Niet van harte vernedert en pijnigt hij mensen.
Klaagliederen 3:32-33
Uit : De bijbel voor dummies
|