Bezoek
aan het Allerheiligste Sacrament
1 Gebed
Heer Jezus Christus, uit liefde tot de mensen verblijft Gij
dag en nacht in dit Sacrament, terwijl Gij daar vol goedheid en liefde allen
afwacht, uitnodigt en ontvangt die U komen bezoeken. Ik geloof dat Gij in het
Sacrament des altaars tegenwoordig zijt; ik aanbid U uit de afgrond van mijn
niet en dank U voor alle mij bewezen genaden. Bijzonder dank ik U, dat Gij mij
Uzelf in dit heilig geheim geschonken, mij uw allerheiligste moeder Maria tot
voorspreekster gegeven en mij geroepen hebt om U in deze kerk te bezoeken.
Ik groet in dit ogenblik uw zo liefdevol Hart en ik heb de
mening het te groeten met een drievoudig doel: vooreerst om U dank te zeggen
voor deze grote gave; ten tweede om U vergoeding te geven voor alle
beledigingen, die U in dit Sacrament door al uw vijanden zijn aangedaan; ten
derde heb ik de mening U te aanbidden op alle plaatsen van de wereld, waar gij
in uw H. Sacrament minder vereerd en meer verlaten zijt.
Mijn Jezus, ik bemin U uit geheel mijn hart. Het spijt mij,
dat ik uw oneindige goedheid in het verleden zo dikwijls mishaagd heb. Met de
hulp van uw genade neem ik mij voor, U in het vervolg niet meer te beledigen en
op dit ogenblik wijd ik mij, hoe ellendig ik dan ook ben, zonder voorbehoud aan
U toe. Ik geef U en sta U af geheel mijn wil, mijn neigingen, mijn verlangens
en alles wat mij toebehoort. Doe voortaan alles wat U behaagt met mij en al het
mijne.
U alleen zoek ik, uw heilige liefde en de volharding tot
het einde toe; uw wil volmaakt te vervullen is mijn enig verlangen. Ik beveel U
aan de zielen van het vagevuur, vooral die de meeste godsvrucht hadden tot het
allerheiligst Sacrament en de heilige Maagd Maria. Ook beveel ik U alle
ongelukkige zondaars aan. Eindelijk, mijn dierbare Zaligmaker, verenig ik al
mijn gevoelens met die van uw liefdevol Hart, en daarmee verenigd offer ik ze
op aan uw eeuwige Vader en ik bid Hem in uw naam, ze uit liefde tot U aan te
nemen en te verhoren.
2
Bezoek aan het Allerheiligste Sacrament
De bruid van het Hooglied ging haar bruidegom zoeken en
toen ze hem niet vond, vroeg ze overal: Hebt ge mijn zielsgeliefde niet gezien?
Toen was Jezus nog niet op aarde; maar als nu een ziel, die Jezus liefheeft,
Hem gaat zoeken, dan vindt zij Hem altijd in het allerheiligste Sacrament. De
gelukzalige Pater Avila was gewoon te zeggen, dat hij onder alle heiligdommen
geen aantrekkelijker kon vinden of verlangen, dan een kerk, waar Jezus in het
Allerheiligst rust.
O oneindige liefde van mijn God, een oneindige liefde
waardig! Hoe hebt Gij er toe kunnen komen, mijn Jezus, zo diep af te dalen, dat
Ge U onder de gedaante van brood wilde verbergen, en U die vernedering hebt
getroost om met de mensen te kunnen verkeren en U met hun hart verenigen? O
mensgeworden Woord, Gij hebt U zo uitermate diep vernederd, omdat uw liefde zo
uitermate groot is. Hoe is het mogelijk, dat ik U niet met heel mijn ziel
bemin, terwijl ik weet, hoeveel Gij gedaan hebt om mijn hart te veroveren!
Ik wil U dan veel beminnen; en daarom geef ik de voorkeur
aan uw welbehagen boven ieder persoonlijk belang, boven iedere zelfvoldoening.
Mijn genoegen is het, U genoegen te doen, U, mijn Jezus, mijn God, mijn liefde,
mij al! Ontsteek in mij een vurige begeerte om voortdurend bij U in het H.
Sacrament te zijn, U in mijn hart te ontvangen en U daar gezelschap te houden.
Ik zou een ondankbare zijn, als ik aan zon zoete en minzame uitnodiging geen
gehoor gaf.
Mijn God, vernietig toch in mij alle gehechtheid aan de
geschapen dingen. Gij, mijn Schepper, Gij wilt dat op U alleen al mijn
verlangens, al mijn genegenheden gericht zijn. Ik bemin U, allerbeminnelijkste
goedheid van mijn God. Ik vraag van U niets anders dan U zelf. Ik vraag niet
mijn eigen voldoening; ik wil alleen U tevredenstellen, dat is mij genoeg. Mijn
Jezus, neem dit verlangen aan van een zondaar, die U wil beminnen. Help mij met
uw genade en maak, dat ik, ellendige slaaf van de hel, van dit ogenblik af de gelukkige
slaaf van uw liefde mag zijn.
Schietgebed: Jezus, mijn enig goed, ik bemin U bovenal.
3
Geestelijke communie
Mijn Jezus, ik geloof dat Gij in het allerheiligste
Sacrament tegenwoordig zijt. Ik bemin U boven alles en wens U in mijn hart te
ontvangen. Maar ik kan dit nu niet werkelijk doen; daarom bid ik U: kom ten
minste geestelijkerwijze in mijn hart. Ik omhels U, alsof gij reeds gekomen
waart en verenig mij geheel en al met U. Laat mij toch nooit van U gescheiden
worden.
4
Bezoek aan Maria
Allerzoetste meesteres en mijn moeder, ik ben een lage
opstandeling tegen uw grote Zoon; maar vol berouw kom ik een beroep doen op uw
medelijden om door u vergiffenis te krijgen. Zeg mij niet, dat ge het niet
kunt, want de H. Bernardus noemt u: middelares van verzoening. Op u ook rust de
taak, die in gevaar zijn te redden; volgens de H. Ephrem toch zijt gij de hulp
van allen die in gevaar verkeren. O mijn meesteres, wie verkeert in groter
gevaar dan ik? Ik heb eens God verloren. Het is zeker dat ik tot de hel veroordeeld
ben geweest, maar of God mij reeds vergeven heeft, weet ik niet.
En zo ja, dan kan ik Hem opnieuw verliezen. Gij kunt echter
alles voor mij verkrijgen; van u verhoop ik dan ook alle goed: de vergiffenis,
de volharding, de hemel. Door uw voorspraak eenmaal zalig geworden, hoop ik in
het rijk der hemelingen te behoren tot het getal van hen, die het meest uw
barmhartigheid zullen roemen.
Schietgebed: Eeuwig, eeuwig zal Ik Marias barmhartigheid prijzen.
Amen, amen!
5
Gebed tot de allerheiligste Maagd om haar machtige bescherming te verkrijgen
Allerheiligste en onbevlekte Maagd en mijn moeder Maria,
tot u die de moeder zijt van mijn God, de koningin der wereld, de
voorspreekster, de hoop en de toevlucht van de zondaars, neem ik, de
ellendigste van allen op dit ogenblik mijn toevlucht. Met de diepste eerbied
kniel ik voor u neer, o grote Koningin, en ik dank u voor alle mij tot hiertoe
bewezen genaden, voornamelijk dat gij mij van de hel, die ik zo dikwijls heb
verdiend, bevrijd hebt. Ik bemin u, allerbeminnelijkste Maria, en om de liefde
die ik u toedraag, beloof ik voor altijd uw dienaar te wezen en zoveel in mijn
vermogen is te maken dat ook anderen u beminnen.
Op u vestig ik al mijn hoop; heel mijn zaligheid stel ik in
uw handen. Neem mij aan als uw dienaar en laat mij schuilen onder uw mantel, o
Moeder van barmhartigheid. En omdat gij zo vermogend zijt bij God, bevrijd mij
van alle bekoringen of wel verkrijg voor mij de kracht om ze tot mijn dood toe
te overwinnen. Ik bid u om de ware liefde tot Jezus Christus; door u hoop ik
een goede dood te sterven. Mijn moeder, om de liefde die gij God toedraagt,
smeek ik u mij altijd bij te staan, maar vooral in het laatste ogenblik van
mijn leven. Verlaat mij niet, totdat gij mij zalig ziet in de hemel, waar ik u
zal zegenen en uw barmhartigheid in alle eeuwigheid zal prijzen. Amen. Zo hoop
ik, zo zij het.
6
Bezoek aan de H. Jozef
H. Jozef, vergun mij, dat ik u met de H. Kerk toespreek: U
zal ik steeds prijzen, want gij zijt mijn machtige beschermer. Ik zal u loven
en uw macht verkondigen, want nooit heb ik vergeefs uw hulp ingeroepen. In de
bekoringen ben ik nooit bezweken, als ik tot u gebeden heb.
Schietgebed: Geef mij een zalig sterfuur en eeuwig zal ik u
prijzen.
7
Gebed tot de H. Jozef
Mijn heilige aartsvader, gij zetelt nu in de hemelse
vreugde op een verheven troon, dicht bij uw geliefde Jezus, die u op aarde
onderdanig was; heb medelijden met mij! Ik leef hier omringd van zoveel
vijanden, van de duivel en mijn boze hartstochten, die mij onophoudelijk
bestrijden en van Gods genade trachten te beroven.
Op aarde viel u het geluk te beurt, voortdurend met Jezus
en Maria om te gaan. Verkrijg ook voor mij de genade, mijn overige levensdagen
met God verenigd te leven, altijd weerstand te bieden aan alle aanvallen van de
hel en daarna in de liefde van Jezus en Maria te sterven. Dan zal ik mij
eenmaal voor eeuwig met u in hun gezelschap mogen verheugen. Amen.
Uit: Bezoeken aan het Allerheiligste Sacrament door H. Alfonsus Maria de Liguori
|