Toespraak van Marguerite
Chevremont, 31/8/2003
Onze
vreugde is het, te schenken, onszelf te schenken, te vergeven, te beminnen.
(
) Vandaag wil ik u herinneren aan wat Jezus van zijn
Kleine Zielen verwacht. Wat vraagt Jezus?
Hij vraagt nederige zielen om te strijden tegen de
hoogmoed. De hoogmoed is een gesel die onvermijdelijk leidt tot de ontkenning
van het Heilige, zo niet van God zelf, de nederigheid is zijn tegengestelde.
Jezus dringt dan ook bijzonder aan op dit basispunt, de Nederigheid. Hij vraagt
liefdevolle kleine zielen om te strijden tegen het gebrek aan liefde. De
liefde, zoals die op onze dagen begrepen wordt is slechts een surrogaat van de
ware liefde, die op God moet gericht zijn: zelfgave, edelmoedigheid, zuiverheid
in elke levensstaat waarin God ons plaatst; huwelijk of celibaat, eerbied voor
de andere. Elke liefde dient op te vliegen uit het Hart van Hem die zei: Ik
ben de Liefde.
Hij vraagt edelmoedige kleine zielen om tegen de zelfzucht te
strijden. Ongelukkigerwijs is er steeds, in elk van ons min of meer, een vorm
van zelfzucht die ons onveranderlijk leidt naar de liefde van eigen gemak, naar
de onmacht van een menselijke natuur die halsstarrig de hulp weigert van de
genade die zich aanbiedt; hulp om het eigen ik te overstijgen. Hij vraagt
biddende kleine zielen om te verhelpen aan het gebrek aan gebed. Eigenlijk,
dierbare kleine zielen, welk gebed wordt door God het meest op prijs gesteld?
Is het een woordenvloed die vurig gebed wil zijn? Of is het eerder zelfgave,
offergave van elke dag, steeds hernieuwd, in vreugde als in lijden dat het ons
doet uitschreeuwen van pijn, maar pijn die verzacht wordt door de vreugde van
de gave aan de Liefde?
Jezus vraagt vertrouwvolle kleine zielen om tegen het
pessimisme te strijden. Geloof mij, het vertrouwen is de basis van de
Kleinheid. Het is als een klein vogeltje in Gods Hand, dat alles, ik zeg wel
alles
van zijn goedheid verwacht. Jezus laat zich altijd overwinnen door ons
vertrouwen; hoeveel mensen van deze tijd laten zich wegzinken in pessimisme,
omdat zij hun hart niet vertrouwvol willen openen? Jezus vraagt reine kleine
zielen om te strijden tegen de onreinheid. Het is levensnoodzakelijk voor de
toekomst van de wereld op te komen tegen het kwaad dat steeds verergert. Geheel
bewust dat God met ons is, dienen wij krachtdadig de onreinheid onder al haar
vormen aan te klagen, het gebrek aan verantwoordelijkheidszin doen kennen van
hen die laten begaan, zonder de stem te verheffen om de kanker te stoppen die
aan de ziel van onze kinderen knaagt, ook aan volwassenen die te laf zijn om
tussen te komen.
De massa-media, de sensatiebladen raken in extase voor wat de
schande is van onze eeuw. Wat slecht is wordt de hemel in geprezen, wat goed is
wordt afgeremd, gestopt, door precies diegenen die tot opdracht hebben het aan
te moedigen, te spreken, luid hun verontwaardiging, onze verontwaardiging, te
verkondigen. De verdorvenheid der zeden tast zelfs de kinderen aan. Er staat
nochtans in het Evangelie: Als gij niet wordt als kleine kinderen zult gij het
Rijk der Hemelen zeker niet binnengaan. Arme kleine jeugd. Wat betekent het
toch
die enkele jaren hier beneden. De dag zal komen waarop gij zult staan
tegenover diegene die Liefde tot het uiterste wil zijn. Jezus vraagt ook: ware
kleine zielen om te strijden tegen de Leugen en de Schijnheiligheid: God is
Waarheid. Telkens wij over dit punt struikelen brengen wij hulde aan de Duivel.
En zoals Jezus het ons in de Boodschap herinnert: Een kleine leugen blijft
steeds een legen. Het order voor Kleine Zielen moet zijn en blijven: Nooit
liegen.
Jezus vraagt onderworpen kleine zielen om tegen de
ongehoorzaamheid te strijden. Wie kent nog het sleutelwoord: Gehoorzaamheid?
Nemen zij Jezus-Christus tot voorbeeld, die zijn hele aardse leven lang,
gehoorzaamd heeft aan zijn schepsels Jozef en Maria. Wij zullen het aanschijn
van de aarde niet veranderen. Alleen God, Bron van alle goed, heeft die Macht.
Daarom raad ik u aan, aan de grondwaarheden van het Geloof te gehoorzamen: aan
de eeuwige Waarheden: aan Gods Geboden die op onze dagen zo vergeten zijn. Onze
Moeder de Heilige Kerk lijdt
Laten wij haar wonden verzorgen. Hoe? Door ons
voorbeeld van kleinheid en nederigheid, maar vooral door ons neen aan de
afwijkingen van sommigen van haar leden. Laat ons bidden en beminnen. Jezus,
haar Goddelijke Stichter zal de rest doen
Het weze ons voldoende, te beminnen.
Hij vraagt: Offerzielen om tegen de Ketterij te strijden. Aan elk
van hen vraagt Jezus een onmetelijke eerbied voor zijn Liefdesacrament. Vrezen
wij niet. Trotseren wij spot, beledigingen, onbegrip. God die ons ziet, weet,
en is gelukkig. Dat is het essentiele. De rest heeft weinig belang. Want, zo
wij al lijden, Hij heeft meer geleden dan wij
Onze vreugde is te schenken,
onszelf te schenken, te vergeven, te beminnen
Dragen wij onze broosheid op aan
de Barmhartige Liefde. Kinderen, wezen wij nooit zijn lijden door onze
vrijwillige zonden en onze weigering Hem te beminnen.
Iedereen dient te begrijpen dat indien onze zo tedere
Hemelmoeder bij elk van ons is, zij het kanaal is langs waar de Hemelse Genaden
naar de kinderen van deze aarde vloeien. De Heer ontvangt ons gebed graag uit
haar maagdelijke handen. Nemen wij onze toevlucht tot Maria, onze zo dierbare
Gezant bij God. Door Haar zal de geest van het Kwaad overwonnen worden. Wezen
wij er van overtuigd dat de wereld gered zal worden door haar Bemiddeling op
het Hart van haar Zoon. Zij zal optreden en zijn immanente Gerechtigheid
stoppen, indien er nog tijd is. Ik dring er op aan dat gij in praktijk zoudt brengen
wat Jezus ons leert in de Boodschap van de Barmhartige Liefde. Wat zegt Hij
ons? Hij zegt ons dat wij allen zondaars zijn en dat de bekering van de zielen
bij onze eigen ziel moet beginnen. Kleine ziel zijn betekent beminnen,
schenken, vergeven. Het is eendracht met de naaste betrachten.
Jezus zegt ons: Dat niemand zich boven de andere verheven voele.
Wie heeft het recht te oordelen? Oordelen zij niet maar betreuren zij het kwaad
dat aan de mensheid knaagt. Dat ons dierbare Legioen zich verenige met het
Legioen der Engelen. Zij zijn er om ons bij te staan. Jezus zegt ook in de
Boodschap: Mijn kleine zielen kunnen de wereld redden. Er dient onder ons een
diepe eenheid te zijn, geput uit Gods Hart, want zonder Hem en buiten zijn
Onderrichtingen, zal er niets zinvols mogen verhoopt worden. Kleine ziel zijn
is meer dan een naam, het is een leven leiden in overeenstemming met het
Evangelie en met de Boodschap.
In deze droevige tijden richt ik mij in het bijzonder tot
u, dierbare gehandicapten, want gij zijt de goede gist van onze hoop voor het
leven op deze totaal ontredderde wereld. Geloof in de waarde van uw opgedragen
lijden. Ja, valoriseer wat gij verdraagt door het op te dragen aan de Liefde.
Wat u betreft, jongeren, die de toekomst van de wereld zijt, weest U ervan
bewust dat de Heer naar u kijkt, en van u veel edelmoedigheid verwacht in zijn
Dienst. Slechts aan die rijs en mits om u heen geschonken Liefde, zal Jezus u
als zijn ware kinderen kunnen erkennen. Dan zal Gods Vergiffenis ons niet
ontbreken. Moge de Heer de hedendaagse mensen helpen de zin en het doel van het
leven terug te vinden, en hen zo bevrijden van de onrust en de droefheid die
onze wereld overweldigen. En dat wij allen zouden mogen leven in de vreugde van
de Heer.
|