4. Het
huwelijk
Het sacrament van het huwelijk houdt in dat twee mensen man
en vrouw worden door middel van een heilige overeenkomst met God en met elkaar.
Een katholiek huwelijk wordt gesloten tussen twee gedoopte mensen, van wie er
minstens 1 katholiek is. Het katholiek huwelijk is een vocatie, een roeping van
God, een woord dat afkomstig is van het Latijnse woord vocare dat roepen
betekent. Net als priesters, diakens, religieuze zusters en broeders, nonnen en
monniken een roeping van God hebben, zo geldt dat ook voor getrouwde mensen, en
ongetrouwde mensen.
Een goede echtgenoot of echtgenote zijn en daarna een
goede vader of moeder is net zo goed een heilige roeping van God als de
oproep om bij een convent in te treden. Getrouwde mensen moeten net als priesters
en religieuze broeders en zusters worden gewijd.
Omdat het huwelijk een roeping en een sacrament is,
verleent het huwelijk een bijzondere genade die het echtpaar de kracht en het
vermogen geeft alle plichten en verantwoordelijkheden van het christelijk
huwelijk te aanvaarden en te vervullen. Wil een huwelijkse verbintenis een
geldig sacrament zijn, dan moeten de echtelieden het huwelijk aangaan met de
intentie de volgende drie geloften waar te maken:
·
Permanent : tot de dood hen scheidt
·
Trouw : geen overspel
·
Vruchtbaar : openstaan voor de mogelijkheid om
kinderen te krijgen, als God dat wil
Het sacrament van het huwelijk moet de bruid en de
bruidegom de noodzakelijke genadegaven schenken om deze geloften waar te maken.
Maar trouwen in de katholieke Kerk is lang niet zo moeilijk als sommige mensen
denken. Ten minste een van de twee partners moet katholiek zijn, maar de andere
partner mag elk ander geloof aanhangen. Als je als niet-katholiek in een
niet-katholieke Kerk bent gedoopt, moet je een bewijs van je doopsel
overleggen. Als je als niet-katholiek niet gedoopt bent, onkerkelijk bent of
een niet-christelijke godsdienst aanhangt, moet de plaatselijke bisschop
speciale dispensatie verlenen. De priester of diaken die het huwelijk sluit,
kan deze aanvragen.
Net als de sacramenten van het doopsel, het vormsel en de
priesterwijding kan het sacrament van het huwelijk maar 1 keer aan de
echtelieden worden toegediend, tenzij een van hen sterft. Omdat het sacrament
van het huwelijk een verbintenis voor het leven is, kun je als katholiek alleen
maar trouwen met iemand van wie de partner overleden is of die nog niet
getrouwd is geweest. Als je eerder getrouwd bent geweest en je huwelijkspartner
nog in leven is, moet je kunnen aantonen dat het huwelijk ongeldig was, zodat
de eerdere verbintenis nietig verklaard kan worden. Als dat gebeurt, zijn beide
partijen vrij iemand anders te trouwen; en deze keer wel geldig, hoopt de Kerk.
En hoe kun je aantonen dat het sacrament van het huwelijk nooit heeft
plaatsgevonden, met andere woorden dat het ongeldig was? Nou, je kunt
bijvoorbeeld aanvoeren dat jij of je huwelijkspartner nooit de intentie hebt of
heeft gehad een permanente, trouwe en/of vruchtbare verbintenis aan te gaan,
waardoor het huwelijk ongeldig is geworden.
Onthoud dat een kerkelijke nietigverklaring geen soort van
echtscheiding is en geen gevolgen heeft voor de wettigheid van de kinderen,
want dat is zuiver een juridische kwestie. Nietigverklaringen maken de kinderen
die uit de verbintenis zijn geboren niet tot onwettige kinderen.
Nietigverklaringen stellen alleen dat het huwelijk nooit een geldig sacrament
is geweest, zelfs niet als beide partijen met het goede geloof en de juiste
intenties in het huwelijk zijn getreden.
Een geldig sacrament van het huwelijk vereist de
aanwezigheid van een priester of diaken, een bruid en een bruidegom (geen
homohuwelijken) en twee getuigen, die niet katholiek of zelfs christelijk
hoeven te zijn. De bruid en bruidegom zijn de werkelijke bedienaars van het
sacrament, want het is hun ja dat hen tot man en vrouw maakt. De priester of
diaken is alleen maar een officiele getuige voor de Kerk; een noodzakelijke
getuige, dat wel, maar niet meer dan een getuige.
Tijdens de ceremonie mogen officieel alleen schriftlezingen
uit de Bijbel worden voorgelezen en goedgekeurde geloften worden uitgesproken.
In de meeste bisdommen krijgen katholieken die willen trouwen het verzoek om
ten minste 9 tot 12 maanden van tevoren contact op te nemen met de priester of
diaken. In deze periode biedt de priester of diaken praktische financiele en
emotionele hulp en informeert hij aanstaande echtparen over de spirituele aard
van het huwelijk en over natuurlijke geboortebeperking, die overigens iets
anders is dan de oude, vertrouwde periodieke onthouding. Omdat de katholieke
Kerk kunstmatige anticonceptie verbiedt, moeten geboorteregulering en planning
van de gezinsgrootte op moreel toelaatbare middelen, zoals natuurlijke
geboortebeperking, zijn gebaseerd.
Waarom gaat er zoveel tijd in de voorbereidingen zitten?
Waarom kunnen huwelijken niet spontaan gesloten worden? Het antwoord is
eenvoudig: het sacrament van het huwelijk is een vocatie voor het leven. De
katholieke Kerk wil voorkomen dat mensen impulsief en lukraak een huwelijk
sluiten, en dat geldt trouwens voor alle dingen die mensen hals over kop of
ondoordacht doen.
Je kunt kiezen uit 3 soorten katholieke
huwelijksceremonies. De eerste is een huwelijk tijdens een mis; de tweede is
een huwelijk zonder mis; en de derde is een validatieceremonie, waarin een
echtpaar dat van tevoren in de ogen van de Kerk een ongeldig huwelijk had nu
probeert dat huwelijk door de Kerk erkend of bevestigd te krijgen. In het
kerkelijk recht heet dat valideren.
De huwelijksmis
Een huwelijksmis vindt meestal op zaterdag plaats maar ook
op doordeweekse dagen. Maar slechts zelden op zondagen, tenzij de bisschop er
speciaal toestemming voor heeft gegeven. Als allebei de echtgenoten katholiek
zijn, is de huwelijksmis eigenlijk de manier om het huwelijk in te zegenen. Bij
deze ceremonie worden namelijk twee sacramenten tegelijk bediend: het sacrament
van het huwelijk en het sacrament van de eucharistie. Deelname aan twee
sacramenten is een fantastische manier om het huwelijk te beginnen.
Net als een gewone zondagsmis kent de huwelijksmis vier
schriftlezingen: een lezing uit het Oude Testament, gelezen door een vriend of
familielid, een psalm, een lezing uit de nieuwtestamentische brieven, gelezen
door een vriend of familielid, en een evangelielezing, gelezen door de priester
of diaken. Dan houdt de priester of diaken de preek en neemt hij vervolgens de
geloften af.
Vlak voor het afleggen van de trouwbeloften vraagt de
priester of diaken het aanstaande echtpaar drie belangrijke vragen:
1 Zijn jullie uit vrije wil en met de volle instemming van
jullie hart hierheen gekomen om met elkaar te trouwen?
2 Zijn jullie bereid als gehuwden elkaar lief te hebben en
te waarderen al de dagen van jullie leven?
3 Zijn jullie bereid kinderen als geschenk uit Gods hand te
aanvaarden, hen in jullie liefde te laten delen en hen in de geest van Christus
en Zijn Kerk op te voeden?
Daarna kan de priester of diaken verdergaan met de
trouwbeloften.
De beloften kunnen door de priester of diaken worden
voorgelezen en door de bruid en bruidegom herhaald, of de beloften kunnen in de
vorm van een vraag worden voorgelegd, waarop de bruid en bruidegom met een
opgewekt ja antwoorden. Hier volgen voorbeelden van de twee geaccepteerde
versies:
Ik, Alexandra, aanvaard jou, Filemon, als mijn man. Ik
beloof je trouw te blijven in goede en kwade dagen, in armoede en rijkdom, in
ziekte en gezondheid. Ik zal je liefhebben en waarderen, al de dagen van ons
leven.
Of:
Wil jij, Filemon, Alexandra aanvaarden als je vrouw en
beloof je haar trouw te blijven in goede en kwade dagen, in armoede en rijkdom,
in ziekte en gezondheid, tot de dood jullie scheidt?
Na de beloften zegent de priester of diaken de ringen.
Daarna schuift de bruidegom een ring aan de vinger van de bruid en zegt: Draag
deze ring als teken van mijn liefde en mijn trouw, in de naam van de Vader, de
Zoon en de heilige Geest. Amen. De bruid neemt de andere ring, schuift die aan
de vinger van de bruidegom en spreekt dezelfde woorden.
Het paar wordt man en vrouw op het moment dat ze instemmen
met het huwelijk, niet wanneer ze elkaar de ringen geven. De ringen zijn alleen
maar een symbool.
Na de uitwisseling van de ringen worden de voorbeden
gesproken, net als in de zondagsmis, gevolgd door een offerandelied en het
klaarmaken van de tafel. Een vriend of familielid kan het brood en de wijn naar
het altaar brengen, waarna de mis op de gebruikelijke manier verdergaat. Na het
Onze Vader knielen de pasgehuwden, terwijl de priester het echtpaar een
speciale huwelijkszegen geeft. Daarna komen ze overeind, geven een teken van
vrede aan hun ouders en keren terug naar het altaar. De communie volgt zoals
gebruikelijk.
Vaak lopen de bruid en bruidegom na de communie en het
slotgebed naar een Mariabeeld. Ze leggen enkele bloemen voor het beeld, terwijl
een solist het Ave Maria zingt. Dit
gebruik is ontstaan uit een vrome gewoonte van pasgehuwden om Maria om haar
gebeden te vragen. Maria was immers degene die tijdens de bruiloft in Kana haar
zoon Jezus vroeg water in wijn te veranderen. Zo vraagt het pasgetrouwde stel
aan Maria, de moeder van Jezus, of zij ook voor hen tot Jezus wil bidden.
En dan komt het grote moment waarop de priester of diaken
het nieuwe paar voorstelt: Mijnheer en mevrouw Sijstermans. Ze geven elkaar
een flinke knuffel en lopen de kerk uit.
Scheiden voor
de kerk
De kerkelijke rechtbank houdt zich
bezig met verzoeken tot nietigverklaring van een huwelijk. Zij wordt
voorgezeten door een officiaal.
Het huwelijk is een louter burgerlijke
aangelegenheid en de kerkelijke rechtbanken hebben dus geen enkele bevoegdheid
mbt het burgerlijk huwelijk.
Katholieke gelovigen gaan naast een
burgerlijk huwelijk veelal een huwelijk voor de kerk aan. Dit is een
verbintenis voor de geloofsgemeenschap, door de katholieke geloofsleer
sacrament geheten. Dit kerkelijk huwelijk kan evenwel niet aangegaan worden
zonder een voorafgaand burgerlijk huwelijk.
Wat God verbonden heeft, zal volgens de
katholieke geloofsleer niet door de mens gescheiden worden. Een kerkelijke
echtscheiding is dus onmogelijk. Wie burgerlijk gescheiden is en reeds voorheen
kerkelijk getrouwd zou dus niet meer met zijn nieuwe partner voor de kerk
huwen. Hier volgt een synthese van het interview dat Kerk en Leven met deze priester
had.
Maar de kerk is wel bereid de vraag te
stellen of het oorspronkelijk kerkelijk huwelijk wel geldig werd afgesloten. En
wat niet geldig werd afgesloten kan door de kerk nietig worden verklaard en
heeft volgens de kerk nooit bestaan.
De kerkelijke rechter kan het huwelijk
nietig verklaren op volgende gronden:
1. ten gevolge van een
kerkelijk huwelijksbeletsel ;
2. wegens een gebrek in
de kerkelijke vorm (bijvoorbeeld door afwezigheid van getuigen) ;
3. uit oorzaak van
consensusgebreken, namelijk gebreken in de huwelijkstoestemming van ten minste
één van de partijen.
Volgens het kerkelijk recht komt het
huwelijk precies door de consensus tot stand of, zoals Vaticanum II het
uitdrukt, "door het onherroepelijk persoonlijk jawoord".
Wanneer twee gedoopte partners hun jawoord geven, komt gelijktijdig ook het
sacrament tot stand.
De soepelheid van de kerk bij de ontbinding van het huwelijk zit vervat in de
strikte en vooral innerlijke vereisten van het jawoord. In tegenstelling tot
het burgerlijk recht is het louter vermelden van een ja, onvoldoende. Het moet
een echte, gemeende, vrije ja zijn.
Deze ja is van diep persoonlijke aard : een ja vanuit de eigen persoon aan de
persoon van de partner : "een wederzijds geven en ontvangen", zoals
het huidige Kerkelijke Wetboek het formuleert.
Consensusgebreken volgens het Kerkelijk Recht
- Wanneer iemand zonder meesterschap over zichzelf of zonder een minimaal besef
van wat een huwelijk inhoudt, zijn of haar jawoord geeft, dan is dat jawoord
niet geldig gegeven. Men spreekt hierbij dan van
"onbekwaamheid", (vb. verslaving, gestoordheid, ernstig gebrek aan
maturiteit, kennelijke onvolwassenheid, die ondermeer kan blijken uit
verregaande losbandigheid, het reeds verlaten van de huwelijkspartner kort na
het huwelijk, bv. tijdens het huwelijksfeest, enz.)
- hectische omstandigheden waarin het jawoord werd gegeven of ernstig en
buitenmatig twijfelen over het "ja".
- Onbekwaamheid door fysieke of morele onmogelijkheid om de algehele
levensgemeenschap te realiseren die de huwgemeenschap impliceert.
- Gesimuleerde wilsuiting. Dit doet zich voor wanneer een wilsbekwame een ja
woord uit, zonder de innerlijke intentie te hebben deze ja in alle
consequenties na te komen en zonder dus de wil te hebben een algehele levensgemeenschap,
een onverbreekbare band, een band in huwelijkstrouw en openheid, open voor een
kinderzegen aan te gaan. impliceert. Dit is ja zeggen, doch neen denken en
anders doen. Deze simulatie kan blijken uit iemands gedrag of zijn uitlatingen
waaruit kan blijken dat hij gewoon niet getrouwd wil zijn. Vb. de
huwelijkspartner stelt zich niet open voor een kinderzegen, ondanks de
kinderwens van de partner; de partner zet verder het liederlijke
vrijgezellenleven verder, de huwelijkspartner vult het huwelijk in enkel naar
eigen smaak en maat; de huwelijkspartner vult de verplichting tot
huwelijkstrouw niet in..
- dwaling en bedrog: de huwelijkspartner blijkt niet te zijn wie men zich
voornam te huwen, vb. een verborgen immoreel verleden, een verborgen strafregister,
een verborgen instandgehouden relatie, een verborgen besmettelijke ziekte, een
verborgen onvruchtbaarheid,, een verborgen seksuele geaardheid, een verborgen
grensoverschrijdend gedrag. De kerk veronderstelt immers dat het
jawoord bij het huwelijk een bewuste keuze is voor elkaars persoon en
persoonlijkheid.
- dwang of geweld. Hiermee wordt niet alleen bedoeld het spreekwoordelijke
geweer in de rug van de bruidegom, maar ook het huwelijk onder druk van de
familie, onder bedreiging van verstoting, onterving, oneer (vb na ontdekte
gemeenschap of zwangerschap), dreiging met zelfmoord.
De procedure
De procedure wordt ingeleid door een
verzoekschrift bij de kerkelijke overheden en wordt gevolgd door verhoren van
partijen en getuigen.
Het rechtscollege bestaat uit 3 rechters. Indien zij het verzoek afwijzen kan
hiertegen beroep worden aangetekend. Indien zij het verzoek tot
nietigverklaring toestaan, wordt het dossier verzonden aan de rechtbank van
tweede instantie. Indien de rechtbank van tweede instantie zich aansluit bij de
uitspraak van de rechtbank in eerste instantie wordt het kerkelijk huwelijk
definitief ontbonden en kan er een nieuw kerkelijk huwelijk worden aangegaan
Normale duurtijd van een procedure:
ongeveer een jaar. Tegen de uitspraak van eerste instantie is telkens beroep
mogelijk.
|