Boodschap van Jezus aan Catalina in Bolivia
Mijn dochter, Ik wil je nog eens spreken over het
eerherstel, dat Ik wens, dat jullie brengen. Je vraagt Mij hoe je dit
eerherstel zou moeten brengen: met geloof en volharding. Als je op een zeker
moment vermoeidheid voelt, bezorgd bent of kou voelt, richt dan je blik naar
het Kruis of naar het Tabernakel. Iedereen moet begrijpen dat de wereld
uitsluitend leeft door Mijn Wil en door Mijn Liefde. Ik ben de Liefde, en de
vrucht van Mijn Liefde is vrede en vreugde
Ik verlang aan de wereld de
vruchten van Mijn Liefde te schenken: vrede en geluk. Indien gij geen boete
doet (uit eerherstel), zal de gehele wereld naar haar ondergang gaan door de
zonde.
Oorlog is niet alleen een straf wegens de haat onder de
naties, maar ook een straf wegens de zonden van de mensheid. Gij vraagt:
hoelang moet men boete doen? Tot aan het einde van uw dagen. De zonden door
deze mensheid begaan zijn te talrijk en te groot. De duivel houdt niet van
eerherstel, en hij verafschuwt het vasten, het gebed en de offers. Maar als je
het doet, ondervindt je er het verlossend effect van. Dan schenk Ik aan uw
zielen kracht, volharding, moed, liefde en blijdschap. Ik herhaal het je: er
zijn te veel zonden die Ik niet kan dulden: ijdelheid, onzedelijkheid,
kwaadsprekerij
; ook vele religieuzen zijn in hun ziel verre van godsdienstig;
ze zijn het slechts door hun habijt.
Ik heb de wereld vrijgekocht door het lijden en door s
nachts te bidden. Het eerherstel is, een verandering van leven, een verandering
van gedrag. Zij die vroeger vervloekten, moeten nu zegenen. Zij die gestolen
hebben, moeten nu teruggeven. Zij die haatten moeten nu liefhebben. Zij die hun
lichaam gediend hebben, moeten hun ziel dienen, en zij die Mijn Geboden hebben
miskend, moeten ze vanaf nu volgen. Zonder dat is er geen ware bekering. Ik zou
op de deuren van elk klooster en van elk gelovig gezin geschreven willen zien: Eerherstel
en offer.
Zeg dat tegen iedereen. Alleen door het zien van dit kleine
opschrift, zal ieder lid van die communiteit of van dat gezin kleine en grote
offers brengen. Als de geest van eerherstel bloeit in de zielen, zal Ik
Barmhartigheid betonen aan Bolivia en aan de wereld. Daarom onderricht en leert
spreekt, doet iets, weest niet bang. God is met u als gij met God zijt. De
liefde bezwijkt niet voor de kleinmoedigheid. Hebt een werkzame liefde; het is
niet voldoende de Liefde te verkondigen; men zal van die Liefde iets levends
maken, iets aktiefs. Men zou weerstand kunnen bieden aan het woord, maar men
zal het voorbeeld, dat altijd aanstekelijk is, niet kunnen weerstaan.
Vecht tegen de eigenliefde, tegen het eigen persoonlijk
gemak. Weet het, stuk brood in tweeen te delen, zelfs als het klein is, zelfs
als er maar voor een is. Opent edelmoedig de armen voor je broeder. Er zijn
zoveel noodlijdende broeders
Het is voor de ziel van goede wil niet moeilijk
om te begrijpen dat alleen de terugkeer naar God u kan redden van schipbreuk.
In feite wacht ieder tot de ander de eerste stap zet. En aldus handelt niemand.
Maar de tijd is ernstig. Begin daarom. Begin in de gezinnen, in de
communiteiten, in de parochies en in de verenigingen.
Denk niet meer aan uitstapjes, aan vermaak, aan
voorstellingen. Bezoek daarentegen de armen, de eenzamen
Spreek, help,
bemoedig, haast u! Weldra komt er een tijd, dat men zal zeggen: zalig zij, die
gestorven zijn in de Heer, en mens zal hun lot benijden. Velen zullen zich
ergeren als zij dit lezen; maar denken zij dan dat men voor de kinderen het
verdriet en het lijden van de Vader kan verbergen? Toon uw broeders het ware
gelaat van Christus, het Ecce Homo. Mijn Gelaat dat aan de mensen getoond moet
worden is het Gelaat met de ogen naar de Hemel gericht, op het Kruis geslagen,
uitroepend: Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen! Daar
ben Ik geheel en al in Mijn Oneindige Liefde en in Mijn mateloze Smart. Stel u
niet tevreden met het wijzen naar de Verrezen Christus, vol vreugde en glorie.
Eerst moet gij op dit Kruis vastgespijkerd zijn, om tot het moment van Mijn
Verrijzenis te geraken. En dit mensdom weigert dit te doen.
|