Stem
van Jezus : Mijn kinderen, een grote angst overvalt Mij. Gewond, kom
Ik tot u, en Ik ween, ontroostbaar, over het onherstelbaar ongeluk van een van
Mijn dierbaren. Ik kom van ver, en de opnieuw geopende wonde van Mijn Zijde
foltert Mij. Want met minachting werd Ik daarstraks afgewezen van het sterfbed
van een rampzalige. Hij heeft Mij verstoten onder het voorwendsel dat hij
rechtvaardig was en geen behoefte had aan de hulp van zijn Verlosser! Hij
beweerde met zelfgenoegzaamheid rustig te sterven, zij het dan ver van Mij
verwijderd.
De ongelukkige! De ondankbare! Hij stond Mij niet toe hem
in Mijn armen te sluiten, hem te verzekeren dat Ik hem vergiffenis schonk. Hij
is gestorven zonder Mijn kruis te kussen, zonder Mijn wonden te zegenen. Hij
gaf de geest, terwijl Hij Mij verstootte. Och, bittere smart! Ik had hem toch
zo lief. Al Mijn Bloed had Ik voor hem gestort en hij had zelfs zijn laatste
blik, de laatste klopping van zijn hart niet voor Mij over. Gij dan die Mij
bemint, stilt dat schrijnend leed. Schenk Mij vergoeding en troost door uw
gebed voor de stervenden!
Komt dichter bij Mij, opdat Ik de gloed van uw brandende
zielen mag voelen. Door het lange wachten op uw broeders, werd Mijn ziel als
verkleumd van de koude van hun onverschilligheid.
Ook dat is een bittere pijn! Tevergeefs heb Ik gewacht tot
iemand Mij gastvrijheid wilde verlenen, zoals men het de allerarmste bedelaar
niet durft weigeren. Ik heb op de deur geklopt. Ik heb in ruil hemelse vrede
aangeboden, waarnaar de behoefte groot is. Maar met al Mijn gaven werd Ik
honend afgewezen. En toch had die ziel, dat huisgezin, waar zo grievend leed
doorstaan wordt, zo gemakkelijk Mijn vrede kunnen hebben. Voorwaar, Mijn vrede
is geen schim. Want waar Mijn Hart Zijn liefde vrij kan doen stralen, daar
heerst vrede en geluk.
Mijn kinderen, bied Mij uw liefde en uw vurige gebeden aan.
Breng Mij het offer van uw edelmoedige pogingen, om de verstoktheid te
overwinnen van zovelen, die de rug toekeren aan de tederheid, waarmee Ik ze
zonder rust, noch duur terug roep. Tel de bloedige doornen van Mijn kroon.
Wellicht vindt ge daartussen de naam van iemand uit uw eigen kring. Mijn liefde
wordt afgewezen door hen, die u en Mij zo dierbaar zijn! Ach ze zijn niet
slecht, maar ze leven voort, verdoofd en dronken van het plezier van de wereld,
zonder hun blik op Mij te richten.
Bid Mijn vrienden, laat ons tezamen bidden, dat de lankmoedigheid
en het medelijden van Mijn Hart moge zegevieren boven hun weerstand; dat Ik
eenmaal door de Heilige Eucharistie een glorievolle zege over hen kan behalen,
want Mijn liefde wil niet ophouden zich te verspreiden.
Ik dorst van verlangen, Mij in de Heilige Hostie omringd te
zien door de schare van zondaars, welke Mijn liefde gewonnen heeft; door de
schare van Mijn kinderen, welke de tederheid Mijn verwijten en Mijn tranen
heeft teruggedrongen, en die hier, onder het Heilig Uur, de genaden van
uitverkiezing ontvangen, welke Ik beloofd heb en wegschenk.
Waarom blijft ge dan nog aarzelen! Vraag toch, geliefde
apostelen, vraag met vertrouwen, want de God van de liefde heeft Zijn
gevangenschap slechts aanvaard, om het geluk van de wereld te bewerkstelligen. Klop
dus met vertrouwen, klop aan de poort van Mijn doorboorde Hart: Het zal zich
wijd voor u openen. Vraag en bid met aandrang, Mijn kinderen, want Ik wil Jezus
voor u zijn, uw Verlosser, en in u, al Mijn beloften vervullen.
De
zielen: O, goede Jezus, helemaal vervuld van Uw smarten, verward
en beschaamd bij het zien van Uw droevige verlatenheid, heb ik vergeten U de
verlangens van mijn hart en de behoefte van mijn ziel bloot te leggen.
Ontdek, o Heer, de zwakheden van Uw dienaar en zijn meest
verborgen wonden. Gij kent ze reeds lang, o Jezus! Mijn bloedverwanten, die
onder de beproeving gebukt gaan, hopen ook onder dit Heilig Uur een bijzondere
zegen van Uw Hart te ontvangen. Als het overeenkomstig is met Uw Heilige Wil.
Alles wat ik U vraag is al mijn geliefden tot U te trekken, hen te leren lijden
en beminnen, het oog gericht op Uw Goddelijk Aanschijn en de ziel te verbergen
in Uw gefolterd Hart.
Moge vooral, o goede Jezus, mijn woning het Nazareth en
Betanie van Uw Hart zijn! En nu, o goede Meester, breng in herinnering allen
die zijn heengegaan. Gedenk, o Jezus, vanuit Uw Heilige Hostie, welke schatten
de dood ons heeft ontrukt. Zegen, o Koning en Vriend, de gestorvenen van ons
gezin, en verhaast voor hen het uur van eeuwige rust en glorie.
Gedenk ook hen, die dorsten naar gerechtigheid. Uw
gerechtigheid, o Jezus! Die hunkeren naar liefde. Uw liefde, o Jezus! Ach, Gij
weet bij ondervinding, hoe fel de wonde brandt, die we van onze broeder
ontvangen. Ontferm U, o Jezus, over hen allen, in Uw mateloze barmhartigheid!
Hoewel mijn armoede zo groot is, o Jezus, moet ik U
eigenlijk nog talrijke smeekbeden aanbieden. Maar ik ben er zeker van, dat Gij
in al mijn noden zult voorzien, Gij die waakt over de bloemen in het veld en de
vogels in de lucht. Ik wil dit Heilig Uur eindigen door mijzelf te vergeten en
U mijn laatste gebed opdragen, als uiting van een brandend verlangen, het
uitzien van mijn ziel naar de zegepraal en de glorie van het Rijk van Uw Hart.
Uw belangen zijn onze belangen: wij willen Uw heerschappij! Daarom vragen wij
U, o Jezus in ons de beloften te vervullen, welke Gij aan Uw vertrouwelinge, de
Heilige Margareta-Maria Alacoque gedaan hebt ten gunste van de zielen, welke de
onzegbare schoonheid, de onuitsprekelijke tederheid, de onbegrijpelijke liefde
van Uw Hart vereren.
Daarom vragen wij U, in vereniging met de Heilige Kerk, het
Rijk van Uw Goddelijk Hart te willen bevestigen en te bespoedigen.
Allen : Heers door het Rijk van Uw Goddelijk Hart!
Haast U, o Jezus, ja, heers vooraleer Satan en de wereld
het menselijk geweten van U vervreemden en iedere levensstaat ontheiligen.
Allen: Heers door het Rijk van Uw Goddelijk Hart!
Haast U, o Jezus, en heers in de huisgezinnen; schenk daar
Uw duurzame vrede aan allen, die U met het Hosanna hebben ontvangen.
Allen: Heers door het Rijk van Uw Goddelijk Hart!
Wacht niet, beminnelijke Meester, want vele gezinnen liggen
gedompeld in rouw en bitterheid, welke Gij alleen kunt genezen!
Allen: Heers door het Rijk van Uw Goddelijk Hart!
Kom, want Gij zijt de God van de strijd in dit leven. Kom
en toon ons Uw geopende Zijde als een teken van vertrouwen!
Allen: Heers door het Rijk van Uw Goddelijk Hart!
Wees Gij het enige einddoel, het fundament, het loon van al
ons zwoegen en streven.
Allen: Heers door het Rijk van Uw Goddelijk Hart!
Denk aan de zondaars, die uitverkorenen van Uw
barmhartigheid. Wees indachtig, dat Gij vooral om hunnentwil, de
onuitputtelijke tederheid van Uw liefde hebt geopenbaard.
Allen: Heers door het Rijk van Uw Goddelijk Hart!
Zovelen die, goede Meester, voortleven in onverschilligheid
en lauwheid. Ontsteek in hen, Heer, door deze genaderijke devotie.
Allen: Heers door het Rijk van Uw Goddelijk Hart!
Hier is de bron des levens zegt Gij, terwijl Gij ons Uw
doorstoken Zijde toont. Sta dan toe, dat wij daaruit de vurigheid en heiligheid
putten, waarnaar wij dorsten.
Allen: Heers door het Rijk van Uw Goddelijk Hart!
Om aan Uw verlangen te voldoen, werd Uw afbeelding in vele
huisgezinnen geintroduceerd. In hun naam smeek ik U daar, als veel geliefde
Koning te blijven heersen.
Allen: Heers door het Rijk van Uw Goddelijk Hart!
Geef woorden van vuur, geef onweerstaanbare en
aloverwinnende overredingskracht aan de priesters, die zoals Johannes, de
beminde Leerling, U liefhebben en Uw Naam verkondigen.
Allen: Heers door het Rijk van Uw Goddelijk Hart!
En voor hen, die deze devotie prediken, bewaar, o Jezus,
een uitverkoren plaats in Uw Goddelijk Hart, daar waar ook de Naam van Uw
Moeder gegrift staat.
Allen: Heers door het Rijk van Uw Goddelijk Hart!
O Jezus, geef ons Uw Hart. Wij die gedurende dit Heilig Uur
aan Uw angst en lijden hebben deelgenomen.
Allen: Heers door het Rijk van Uw Goddelijk Hart!
Wij moeten U verlaten, o Jezus; dit heilig en gezegend uur,
waaronder wij Uw tegenwoordigheid hebben ervaren, loopt ten einde. O, vergezel
ons in het binnenste heiligdom van onze woning, waar Gij Vader, Broeder, Vriend
en Koning zijt van het gezin. Kom. Maar alvorens te vertrekken willen wij een
laatste smeekbede tot U richten; wil ze, o goede Jezus, gunstig aanhoren!
Wanneer de Engelen, die Uw Tabernakel omringen, U in de H.
Hostie zullen zegenen, terwijl ik heenga, laat dan hun lofprijzingen gelden als
waren het de mijne. Denk dan aan de arme dienaar van Uw Goddelijk Hart!
Wanneer de rechtvaardigen van deze wereld, U, vlammend van
liefde, zullen toejuichen, terwijl ik heenga, laat dan hun troost en hun tranen
gelden als waren het de mijne. Denk dan aan mij, Uw verloren kind, gewonnen
door Uw Goddelijk Hart!
Wanneer Uw priesters, Uw toegewijde maagden, Uw apostelen,
U als hun Koning zullen uitroepen, de devotie tot Uw Hart zullen verspreiden
terwijl ik heenga, laat dan hun ijver en hun vurigheid gelden als waren het de
mijne. Denk dan aan uw getrouwe vriend van Uw Goddelijk Hart!
Wanneer, gedurende de oefening van het Heilig Uur, de
zielen van Uw uitverkiezing, door liefde, lijden en eerherstel, U het verraad
en de ontrouw van de mensen zullen doen vergeten terwijl ik heenga, laat dan
hun vertroosting en bezoeken gelden als waren het de mijne. Denk dan aan dit
Heilig Uur en mij, het slachtoffer van Uw Goddelijk Hart!
Wanneer Uw lieve Moeder U in de Heilige Eucharistie zal
aanbidden om voor de talloze misdaden van de wereld eerherstel te geven terwijl
ik heenga, laat dan Haar aanbiddingen gelden als waren ze de mijne. Denk dan
het kind van Uw Goddelijk Hart!
Open mij voor eeuwig de beminnelijke wonde van Uw Goddelijk
Hart!
Wat heb ik, Heer, dat Gij niet hebt geschonken? Laat het
liefdesvuur van Uw Hart mij ontvlammen! Wat weet ik dat Gij mij niet hebt
geleerd hebt? Och, laat mij alle menselijke wetenschap vergeten, als ik U, o
Goddelijk Hart, maar dieper mag doorgronden! Wat vermag ik tenzij Gij mij
helpt? En wat ben ik zonder verenigd te zijn met U? Verbind mij dan met U door
niet te breken boeien. Ik wil geen genieting meer ervaren, als ik het Paradijs
van Uw Goddelijk Hart maar volkomen mag bezitten.
Daar in dat Hart, vergeet voor altijd alles wat ik tegen U
misdreven heb. Straf mij en wreek U door mijn arm, zondig hart te doorboren met
de schichten van Uw vlammende liefde!
Als ik U verloochende, laat mij van nu af, o verborgen God
van het tabernakel, Uw wezenlijke tegenwoordigheid belijden.
Als ik U beledigde, laat mij van nu af U dienen. Ik wil
voor altijd slaaf zijn van Uw liefde. Ik wil Uw medelijdend en verlaten Hart
doen beminnen!
Een Onze Vader en Weesgegroet voor de stervenden en
zondaars.
Een Onze Vader en Weesgegroet voor de triomf van het Heilig
Hart, in het bijzonder door de veelvuldige en dagelijkse Heilige Communie, het
Heilig Uur en de introductie van het Heilig Hart in de huisgezinnen.
Een Onze Vader en Weesgegroet voor de bijzondere intenties
van allen die tegenwoordig zijn.
Akte
van Toewijding van het menselijk geslacht aan het Heilig Hart van Jezus : (Leo
XIII)
Allerzoetste Jezus, Verlosser van het menselijk geslacht,
zie ons in alle nederigheid voor Uw altaar neergeknield. Wij behoren U toe en
wij willen U ook toebehoren; maar om des te inniger met U verenigd te zijn,
wijdt ieder van ons zich heden vrijwillig aan U toe. Zovelen zijn er, die U nooit
gekend hebben; zovelen, die U door het veronachtzamen van Uw geboden zich van U
hebben verwijderd.
Algoede Jezus, heb medelijden met hen allen en trek hen tot
Uw Heilig Hart.
O Heer, wees Koning, niet enkel over de getrouwen, die
nooit van U zijn afgeweken, maar ook over die zondige kinderen welke U hebben
verlaten; doe hen spoedig terugkeren tot het huis van hun Vader, opdat zij niet
van ellende en honger omkomen.
Wees Koning over hen, die ofwel door dwaling misleid, ofwel
door scheuring van ons gescheiden zijn en roep hen terug tot de Poort van
Waarheid en de eenheid van Geloof, opdat het weldra een schaapstal en een
herder wordt.
Wees Koning over allen die nog leven in de duisternis van
de afgoderij of van de Islam, en weiger niet ze allen tot het licht van Uw Rijk
te trekken. Sla een blik vol
barmhartigheid op de kinderen van dat volk, dat zolang Uw uitverkoren volk was;
laat het Bloed dat vroeger over hun hoofd geroepen was, nu als een verlossend
en levenwekkend doopsel ook over hen neerdalen.
Schenk, Heer, aan Uw Kerk volkomen vrede en vrijheid;
schenk aan alle volkeren rust en maak, dat over heel de aarde deze ene kreet
weerklinkt: Eer aan het goddelijk Hart, dat ons de zaligheid heeft verworven.
Eer, lof en glorie in alle eeuwen. Amen.
Vijfmaal ter ere van Jezus vijf heilige wonden: Heilig Hart
van Jezus, laat toekomen Uw Rijk!
Driemaal: Onbevlekt Hart van Maria, bid voor ons!
Eenmaal: Heilige Jozef, bid voor ons! Heilige
Margareta-Maria Alacoque, bid voor ons!
|