Boodschappen in El Escorial Madrid aan Luz
Amparo
De H. Maagd: Hier
ben ik, mijn dochter als Moeder van Smarten, als Moeder van de zondaars. De
mensen spotten met mijn woorden en met mijn boodschappen, maar wee degenen die
zich daarvan bedienen als spotternij in plaats van zich te bekeren en op te
zien naar God! Zij treden mijn naam met voeten en spotten met mijn woorden.
Opnieuw vertoon ik mij, niet om niets nieuws te zeggen tegen de mensen, maar om
de oren van de doven te openen en de ogen van de blinden omdat zij niet willen
luisteren naar de Leer, die zij hanteren om erover te lachen en te spotten.
En, zo zeggen zij, waarom zoveel boodschappen? Ziet ge
niet, nutteloze dienaren, dat de wereld in handen is van Satan, maar gij houdt
u doof en blind, terwijl een Moeder haar kinderen er aan komt herinneren, welk
een groot gevaar er in de wereld is. Hoe vaak heb ik u, kinderen, gezegd dat
mijn boodschappen ten einde lopen? De mensen verbeteren zich echter niet en hoe
vaak waarschuwt een moeder haar kinderen niet met kinderen, dit is de laatste
waarschuwing!. Als zij echter ziet, dat het kind op de weg blijft van de
ondergang, gaat de moeder door met het waarschuwen voor het gevaar dat haar
kind bedreigt.
Dit doe ik dus als Moeder van de zondaars: hen waarschuwen
zodat ze hun blik weer op God richten, want de wereld kan niet tot orde komen
zonder God. En gij, leiders van de volkeren, hoe durft ge te spotten met mijn
naam en met de naam van God? In plaats van u te vernederen en uw hoofd te
buigen, gaat ge door met nog hoogmoediger te worden. Wat verbeeldt ge u wel,
dat ge grenzen kunt stellen aan uw God?
De
Heer: Ja, kinderen, de Zoon van de Levende God spreekt tot u en
zegt u, dat ge niet moet spotten met de woorden uit de Hemel. Ik gaf u macht om
de zonden te vergeven en zalfde u met mijn genaden en het is uw zending, de
naastenliefde te beoefenen tegenover de mensen; met mildheid tegenover de
zondaars, zoals een vader raad geeft aan zijn kinderen. Maar tot wat voor soort
leiders behoort gij, als gij spot met mijn naam en ge erover lacht met uw
vrienden? Hoe lang nog, kind, moet ik blijven waarschuwen.
Smeekt bij God vergiffenis af voor de zielen en licht opdat
zij mogen zien en ook voor uzelf, dat gij het licht moogt ontvangen om de gaven
van de H. Geest te onderscheiden. Hoevelen van u, kinderen, komen bij elkaar om
af te breken en niet om op te bouwen. Verspil uw tijd niet, kinderen. Weest een
goede meststof voor de aarde, opdat er bloemen uit uw harten mogen opbloeien.
Weest geen distels, waarvan gij het zaad verspreidt door uw hoogmoed en uw
ontrouw. Nog zegt ge, kinderen: Weer zon boodschap. Gij zijt blind. Verandert
van leven, kinderen. En degenen waarvan gij ziet dat zij de rechte en veilige
weg volgen, probeert ge beentje te lichten zodat ze niet kunnen binnentreden in
de Hemel en dat wilt ge ook niet.
Hoe vaak heb ik u al niet gezegd dat degene die met mij is
niet tegen mij is. Gij gaat tegen mij in en verhindert anderen, met mij te
gaan. Laat de heilige priesters hun gang gaan, die hun zending volbrengen en
het Evangelie verkondigen zoals dat geschreven staat en maakt hun het leven
niet onmogelijk! Bekeert u en toont berouw!
Wee u, volk dat gelijkt op het volk van Israel. Wee,
leiders van het volk, als gij niet voortgaat op de weg van de redding. Weet ge
niet kinderen, dat iedereen die tegen God ingaat, zijn verdiende loon ontvangt?
Bestudeert het Hart van God en gij zult daarin de smart aantreffen van uw
ontrouw en van uw slecht voorbeeld. Weest geen ambtenaren, maar zielen-herders.
Stelt de kerken open opdat de mensen de goddelijke Gevangene kunnen bezoeken.
Wijdt u aan de zielen en ge zult bemerken dat ge vrede in uw binnenste zult
hebben.
Hoe lang, kinderen, moet God nog blijven waarschuwen? En
gij vertelt, hoe God zich aan de mensen zal openbaren. Is er soms geen
aanleiding dat God waarschuwingen geeft? De ontrouw jegens God is ernstig. Komt
daarom uw toevlucht nemen tot mijn Hart, want hoe ernstig uw zonden ook zijn,
mijn barmhartigheid is groter. Maar buigt uw hoofd en weest niet hoogmoedig. Ik
maak mij bekend aan de nederigen, aan ongeletterden om de geleerden en de
machtigen te beschamen. Waarom belet ge, God te werken? Trekt de zielen aan en
vervolgt ze niet en maakt het hen niet moeilijk. Bij voortduring blijft ge hen
pijnigen. Past op kinderen, dat dit zich niet tegen u keert.
Ik wil alleen dat ge u verandert. Ik roep de leken,
priesters en kloosterlingen op hun geloof beter te beleven en zich niet door
hartstochten te laten meeslepen, noch door de Triestheid van de vijand. Predikt
het Evangelie zoals dat geschreven staat en maakt er geen zinnebeeldige
uitdrukkingen van. Het Evangelie blijft steeds hetzelfde. En wee degene die
daaraan iets toevoegt of wegneemt als deze zich moet melden bij de majesteit
van God! Vreest gij God niet, kinderen? Om ergens bang voor te zijn, moet ge
weten dat Hij bestaat en velen geloven niet meer in Gods oneindige Majesteit.
Van de huisgezinnen maak ik
heilige families bij al
degenen die mijn goddelijk wil wensen te aanvaarden. Ik roep alle mensen op om
de Kerk lief te hebben en uw schuld te belijden. Satan heerst onder de
mensheid. Ziet ge niet, kinderen, dat ge zonder gebed niet kunt leven? De ziel
moet gevoed worden door en verbonden blijven met God en de mensen hebben Hem in
de steek gelaten. Belijdt uw schuld en nadert tot het H. Sacrament des Altaars.
Brengt bezoeken aan Jezus die eenzaam en alleen is en doet werken van liefde en
barmhartigheid samen met gebed en offer. Weest nederig, kinderen en hebt eerbied
voor mijn woord.
Spot daar niet mee, want God zal rechtspraken over U allen.
En gij, heilige priesters, blijft de rechte weg van het Evangelie bewandelen en
laat niets of niemand u in verschudding brengen. Blijft kenbaar als priester,
want veel priesters zijn als zodanig niet meer herkenbaar omdat ze geen
zichtbare kenmerken daarvan dragen. Wat jammer dat ze hun kleed afgelegd
hebben; zij hebben een heilig gewaad afgelegd en ge behoort daar niet trots op
te zijn, want het belemmert u in uw leven, kinderen.
De H.
Maagd: Ik zal boete en gebed in herinnering blijven brengen want
gij mensen vergeet uw verplichtingen als christenen. Zij zeggen ook waarom ik
mij manifesteer! Als God wordt vergeten en de mensen zich de sacramenten niet
meer weten te herinneren, leven zij als dieren allen tezamen zonder sacramenten
nodig te hebben. En gij zegt dat het goed gaat in de wereld? Daarom kom ik u de
ogen openen en de oren. Ik ben u al veel jaren komen waarschuwen en gij zijt
voortgegaan als blinden en doven; ik zeg u: nederigheid, gebed en offer; bemint
de Kerk.
Hebt eerbied voor uw Bisschoppen, priesters en leken;
ontvangt de Eucharistie en het Boetesacrament; helpt de priesters en bidt voor
hen. Weest nederig en belijdt uw schuld. Iedereen die naar deze plaats toekomt,
zal gezegend worden en op het voorhoofd het teken van het kruis ontvangen.
Houdt al uw voorwerpen omhoog: allen zullen worden gezegend voor de arme
zondaars. Ik zegen u zoals de Vader u zegent door middel van de Zoon en met de
H. Geest.
|