23/12/2000

Jezus Christus : Mijn kinderen, Mijn triomf staat voor uw deur met zijn stoet van stormen en wanorde, die de stuiptrekkingen van een eindigende wereld zijn. Ja, Mijn Glorie staat voor de deur en ge weet niet de tekenen te onderscheiden die ik tot u allen richt, noch te luisteren naar de waarschuwingen die Mijn profeten u overbrengen. Als altijd spot ge met hen en gelooft ge mijn woorden niet, die zij u overbrengen. Maar het uur van hun verantwoording nadert. Mijn komst zal niet zonder lawaai zijn want al wie niet met Mij is, zal vernietigd worden. Niets van wat slecht is zal standhouden voor Mijn Zon van Gerechtigheid die zich bij de dageraad van een nieuwe wereld aftekent.

Ja, Mijn kleine kinderen, de Dag van de Heer is niet ver van u die voortgaat te leven alsof ik niets gezegd had over wat betreffende uw tijd gebeurt. Ik maak ieder van uw harten sedert jaren klaar, de werking van Mijn Heilige Geest wordt dringender in Zijn eis tot bekering en van Liefde tussen u en tegenover God. Laat, vanaf nu, geen enkele “reddingsboei” passeren die de Heer u aanreikt om u naar Hem terug te voeren. Deze “reddingsboeien” kunnen zijn een providentiele ontmoeting, een uitnodiging van vrienden op een weekeinde of een retraite, een gesprek of bepaalde lectuur, een voorstel of een directe openbaring van de Heer. Weersta niet aan de dringende oproepen van Mijn Stem in uw harten. Verhardt uw harten niet tegen God omdat u zijn eisen van volmaaktheid niet begrijpt, noch de tekenen van de tijd.

Alles wat in de Evangelien aangekondigd is als voorafgaande aan de terugkomst van de Heer gaat gebeuren. De mensheid zal in verwarring gebracht worden over zijn wetenschappelijke en rationalistische zekerheden want in de seizoenen en in de natuur zal niets meer de logica volgen begrepen en afgebakend door uw onderzoekers sedert eeuwen. Ja, “de wereld zal niet meer rond draaien”. U zult niets herkennen van hetgeen u meent het beste te herkennen.

26/12/2000

Godsspraak van Jahweh: Luistert volkeren der aarde naar de Stem van de Almachtige God die over het Heelal regeert en wat het te boven gaat, op de aarde en die haar bewonen. Ja, gij, mannen van de aarde, Israel van de komende tijden, ge zult de Vrede zoeken en ge zult hem niet vinden, ge zult de Liefde zoeken en haar niet vinden. Neen, de aarde verkilt zoals uw harten, de aarde stort ineen zoals uw zekerheden, niets houdt stand dat op zichzelf wil bestaan terwijl God de Levende is die alles geschapen heeft door de Macht van Zijn Liefde. De Levende, Degene die gij gedood hebt, vertoont zich voor u, alle volkeren van de aarde en eenieder, ge zult met uw gezicht ter aarde vallen, de knieen gebogen, en uw hoogmoed gebroken voor de Glans van Zijn Gelaat en de vurige warmte van zijn Hart: een oven van Barmhartigheid dat u smelt “zoals het goud in de smeltkroes” om u te zuiveren. Het is de tijd van de naties en de tijd van de Grote Verzoendag. Het is de tijd van Christus en Zijn glorievol Rijk. Het is de tijd van de Vreugde van de Vader voor de verloren kinderen die terugkeren. Vreugde op aarde in de beproeving en Vreugde in de Hemel voor de verlossing. Het is de terugkeer van de Zonen naar hun Vader.

Evenwel, de zonen zijn nog bezig hun erfdeel van kinderen Gods te verkwisten, maar de beproeving komt waarop ze het voer van de zwijnen zullen eten voordat hun harten durven terugkeren in de nederigheid van de vernedering, tot de Barmhartige Vader. (Luk. 15:11-32). Ja, Mijn kinderen, Ik kondig u een tijd van beproeving aan voor de naties, opdat ze zich bekeren, want “God wil de dood der zondaars niet, maar dat ze zich bekeren” (Ezekiel). Maar als er modder nodig is voor de bekering, zal er modder zijn; als er hagel nodig is voordat ze zich bekeren, zal er hagel zijn. Dat ze zich bekeren en er zal niets zijn, niets anders dan de onmetelijke Liefde van de Vader voor Zijn kinderen teruggekeerd naar Hem in het Geloof en de Hoop.

De beproeving die Ik u aankondig, daarvan is uw natie niet uitgesloten. De schaduw van de oorlog hangt boven uw hoofden want de twist wekt razernij op in uw harten. Gij verwerpt Mij, Ik die Vrede ben. Zolang gij Mij niet zult hebben ontvangen in u – en Ik sta ook voor uw deuren – zal de Vrede niet in uw natie heersen, noch tussen uw volkeren en die van de rest van de wereld. Uw woorden bevatten geen Waarheid, welke vrede wil u zo opbouwen? De vrede van de Vorst van de leugen, de valse vrede die oorlog is, ge spreekt van vredesakkoorden! Huichelaars! Ras van Satan! Uw trots is wat Mij betreft, die de volgende dag ziet, vernietigd! Niet een haar van Mijn kinderen zal Ik voor u vergeten te tellen op de dag van Mijn Gerechtigheid! Vreest Mijn toorn, godsspraak van Jahweh! Ik zegen U.