H. Maagd Maria : Er staat geschreven. De kerk zal lijden
in haar ledematen totdat is aangevuld wat ontbreekt aan het Lijden van Christus
in Zijn mystiek Lichaam, en het zal zo blijven tot God zijn vijanden zal
nemen als voetbank voor zijn voeten. Gij zijt verwittigd. Een goede vrijdag
bedreigt de Kerk met dezelfde zichtbare tekenen als die welke de door van
Christus vergezeld hebben. Maar ditmaal zal de beving niet slechts zijn een
beweging van de aarde maar siddering, angst, verslagenheid van de geest in de
hoogste hierarchische kringen van de Kerk, die onmachtig zullen zijn om een
volk met een dwalend hart te leiden. En terwijl de opstand en de ongehoorzaamheid
verwoestingen zullen aanrichten, zullen de trouwe zonen bittere tranen wenen,
zonder iemand te vinden die hen troost en zij zullen gaan als schapen zonder
herder, de Kerk zal verduisterd zijn zoals wanneer de zon schuil gaat achter
dikke wolken. De zon zal een plaats in de ruimte blijven innemen, maar zij zal
zeer weinig licht geven. Alleen maar de schijn zou daarom kunnen doen denken
dat de hemel verdwenen is. Maar dat is niet mogelijk, want de zon zal blijven.
(
)
De tussentijd die er zal zijn tussen wat nu gebeurt en wat
zal gebeuren bij de komst van de Goddeloze mens, is hetgeen God aan de mensheid
heeft toegestaan opdat zij zich van harte zal bekeren, dat ze vergeving vraagt
voor haar zware zonden en dat ze verandert. De tijd duurt niet lang meer maar
ik kan u zeggen dat deze tijd overvloeit van genaden, van gaven en van charismas.
De mariale groepen moeten deze tussentijd, goed besteden, daar deze moet dienen
om het geloof te versterken, de hoop te verlevendigen en de liefde te doen
groeien voordat uit de duisternis de Goddeloze mens opkomt. (
)
Er blijft u niet veel tijd meer over. Ik wens dat de
priesters die het meest met Mij verenigd zijn, het weten. De Heer heeft
beschikt een nieuwe ordening in de wereld te vestigen omdat de aarde overloopt
van bederf (geestelijk) van ondeugden en zondigheid. De Heer heeft evenwel,
wegens de smeekbeden tot de Almachtige, aan de mensheid een periode van genaden
toegestaan, opdat de mensen berouw hebben over hun zonden en hun blikken naar
God wenden.
Consuelo : Ik heb, met een buitengewone vreugde voor mijn
ziel, waargenomen dat we in de tijd van Maria zijn, Zij die vol genaden is. En
wanneer Maria aan het hoogste punt van Haar glorie zal zijn gekomen, als Moeder
van God en onze Moeder en de groten en de kleinen, de nederigen en de machtigen
Haar bewonderenswaardige Verhevenheid zullen begrijpen. Dan zal de genade van
God de aarde verlichten. We haasten ons naar de dag waarop de Maan (Maria) de
luister van de middagzon zal hebben en waarop het licht van de Zon (Jezus)
tienduizendmaal groter zal zijn.
Op de vraag om te weten wat men moet doen om gered te
worden wanneer alles verloren lijkt herinnert de H. Maagd ons eraan dat de
enige kennis die we noodzakelijk moeten verkrijgen, een wijze Kennis is van God
en van Zijn Wet. Om gered te worden is het niet nodig grote dingen te weten,
zelfs niet om alle geheimen van de wijsheid en de wetenschap te bezitten.
H. Maagd Maria : Zeer dierbare kinderen, de gevaren die de
mensheid beloeren zijn ontelbaar; om die reden waarschuwt mijn Moederhart u. Ik
begrijp de moeilijkheden die sommigen onder u zullen ondervinden om te geloven,
want gij zijt traag geworden om te begrijpen. Dit is genoeg geweest om de ogen
te sluiten voor de actuele gebeurtenissen. Zij die de naties besturen zullen de
vrede zoeken zonder God. Het ene ongeluk zal dan op het andere volgen. Let dus
op wat ik u zeg. Neemt de rechte weg. Keert terug tot de Heer, laat uw zonden achterwege,
en gij zult de vrede terugvinden.
Na onze blikken te hebben teruggebracht op de primitieve
Kerk en het gedrag van de apostelen voor en na de komst van de H. Geest,
herinnert Maria ons eraan dat de Kerk zich heeft gevormd uit deze menselijke zwakheden,
want de goddelijke uitverkiezing hangt niet af van werken, maar van Hem die
roept. Het is de Geest die omvormt. Het is de H. Geest die de mens tot de
volle waarheid moet leiden. Zie, dit is het tijdperk van de H. Geest en gij roept
hem niet aan: Het spijt me u te moeten zeggen dat heden de mensen die de H.
Geest aanroepen niet talrijk zijn; wat zijn er maar weinigen diep op hun lippen
een gebed hebben om die Eerbiedwaardige Voorspreker om hulp te vragen! En toch
is het tot deze Heilige Weldoener dat de werking van heiliging teruggaat, van
het vervullen van de Kennis van Wijsheid en Wetenschap, van verscheidenheid van
Gaven, van het bevorderen van de Charismas en het opwekken om het goede te
doen
Gebed tot de Heilige Geest :
Heilige Geest, adem in mij zodat al mijn gedachten heilig
mogen zijn. Beweeg in mij, Heilige Geest, zodat ook mijn werk heilig mag zijn.
Breng mijn hart in vervoering, Heilige Geest, zodat ik alleen datgene bemin dat
heilig is. Geef mij kracht, Heilige Geest, zodat ik alles wat heilig is mag
verdedigen. Beziel mij, zodat mijn spreken is vervuld van godsvrucht,
heiligheid, zachtheid en genade. Bescherm mij, Heilige Geest, zodat ik altijd
heilig mag zijn.
|