Agnes-Marie spreekt in Brussel (25/11/2000)

Alvorens u zaken te zeggen die een weinig verontrustend zijn, zou ik willen beginnen met u gerust te stellen met twee uitdrukkingen die, daar ben ik zeker van, u rechtstreeks ter harte gaan, de eerste is van onze zeer beminde Paus Johannes Paulus II :

“Weest niet bevreesd” : Het is de eerste officiele zin die de Paus 22 jaar geleden uitsprak op de dag zelf van zijn verkiezing op de troon van de H. Petrus. En u bent niet onkundig dat de Heilige Vader wordt geleid, verlicht, en voortdurend ondersteund door de Heilige Geest. Als hij dit woord heeft uitgesproken, is dat voor ons allen die hem beminnen, die hem gehoorzamen, een opbeurend en geruststellend woord voor de verwarde tijden die wij doormaken.

De tweede uitdrukking waarvan ik wens dat ze diep in uw harten wordt gegrift, want ze is verwonderlijk:

“De Heer ziet nooit af van Zijn barmhartigheid en veegt geen enkel van zijn woorden weg” (J.Sir. 47:22). Onder de goddelijke kenmerken is misschien de barmhartigheid het kenmerk dat men het minst goed begrijpt want zij beleven een aanhoudende strijd in deze wereld verstoord door haar weigering de goddelijke wetten te aanvaarden. De barmhartigheid is tegelijk de mateloze vergeving van God maar ook zijn tederheid. Hij die de liefde heeft van een vader en het hart van een moeder voor ieder van ons, het is ook een kinderlijke en eeuwige aanhankelijkheid die de Heer voor ieder van zijn schepsels toont. Welke de gebeurtenissen ook zullen zijn laten we dan nooit vergeten dat de Heer nooit afziet van zijn barmhartigheid.

Weten wij de tekenen van de tijd te duiden?

Jezus sprak tot de menigte: “Als gij een wolk in het westen ziet opkomen, zegt gij terstond er komt regen, en zo gebeurt het, en als de zuidenwind waait, zegt gij het gaat warm worden, en zo gebeurt het. Huichelaars, gij weet het uitzicht van de aarde en van de hemel te onderscheiden; en waarom beoordeelt gij deze tijd niet?” (Luk. 12:54-56).

Daar de Heer ons spreekt over regen en over mooi weer, blijven we op dezelfde golflengte als Hij. Er is geschreven: “Wanneer gij naar mijn wetten handelt, wanneer gij mijn geboden onderhoudt en in praktijk brengt, ZAL IK U OP DE GESCHIKTE TIJD REGEN GEVEN DIE GIJ NODIG HEBT, DE AARDE ZAL ZIJN OOGST GEVEN EN DE BOOM VAN HET LAND ZIJN VRUCHTEN, gij zult tot de wijnoogst dorsen en gij zult de wijnoogst binnenhalen tot aan de zaaitijd. Gij zult uw brood eten tot verzadigens toe en veilig in uw land wonen.

Ik zal het land vrede schenken en gij zult slapen zonder dat iemand u opschrikt. Ik zal de wilde dieren uit het land laten verdwijnen”. (Lev. 26:3-61). Heel de wereld stelt vast, in Belgie evenals elders, dat wij sedert enige jaren catastrofale overstromingen kennen en, volgens onze vriend, broeder Jean-Dominique Talbot, religieus van de derde orde van Sint franciscus te Quebec, gaat deze situatie in de komende maanden nog verergeren. Is daar niet het tastbaar en zichtbaar bewijs, dat men zich niet gedraagt volgens de wetten van de Heer?

Men moet over iedere zin van deze passage van het boek Leviticus mediteren: “Als men trouw is, zal de aarde zijn oogst geven en de boom van het land zijn vruchten”… De ontrouw van de mensen heeft hen ertoe gebracht om eerst en voor alles hun persoonlijk belang te zoeken, dit wil zeggen, het financiele voordeel.

Daarvoor, hebben ze geofferd wat het meest heilig was, dit wil zeggen het respect voor de natuurlijke orde. De landbouwkundige ingenieurs hebben hybride planten en granen gekweekt, dit wil zeggen dat ze steriel zijn en zich niet voortplanten. Deze laatste jaren hebben de laboratoria het bestek opgemaakt van insecticiden die de bijen vernietigen. Door dit chemisch product dat in Frankrijk gebruikt wordt om zonnebloemen te behandelen, bijvoorbeeld, worden de bijen volledig gedesorienteerd, vinden niet meer hun bijenkast en sterven. De essentiele taak van de bijen is niet honing te produceren, een prachtig product als het er bij is, maar om goed en wel bloemen te bevruchten. Hun rol is daarom essentieel in de lente om goede oogsten in de herfst te verzekeren.

Over dit onderwerp openbaarde de Heer aan een moeder van een gezin uit het westen, die men Violette noemt, deze boodschap die van droefheid doordrongen lijkt. Het was op 2 mei 2000: “Ik ben de driemaal Heilige God, schepper van hemel en aarde, alles wat bestaat hoort mij toe en weinigen herinneren zich ons verbond. Ik heb de mensen van deze generatie met weldaden overladen, zoals ik nooit tevoren had gedaan. Ik dacht dat voor zoveel overvloed, hun hart tegenover deze God van goedheid erkentelijkheid zou betonen, maar de harten zijn ongevoelig gebleven voor zoveel weldaden.

Mijn dochter, wees dan ook niet verrast dat ik deze overvloed terugtrek omdat de mensen mijn liefde niet hebben weten te erkennen ondanks mijn vrijgevigheid. Erger, ze hebben al deze vruchten verspild die ik hun met zoveel vreugde gaf. Ze hebben zelfs niet met hun broeders weten te delen. Al deze verspilling, altijd om meer voordeel. Ja, mijn dochter, mijn hart is verscheurd bij zoveel ondankbaarheid, ik trek dan ook langzaam aan terug wat ik u zo overvloedig gegeven heb. Ik had gezegd dat de stormen zich zouden vermenigvuldigen en grote schade zouden veroorzaken, gij ziet het, de stormen zijn er en ze gaan in kracht toenemen en heel wat oogsten vernietigen.

Gaan de mensen het begrijpen? Sommigen wel, maar de grote meerderheid zal doorgaan zich te beklagen en op te staan. Ze zijn gewoon aan mooie oogsten, vernietigen zelfs de overvloed, en dat alles voor het geld. Er is niets meer dan dat hetgeen telt – de winst – ze stapelen op alsof ze nooit zullen sterven. En God bij dat alles, wat maken ze ervan? Arme mensheid verzadigd van alles, die slechts profijt zoeken en plezier en voorbijgaan aan het essentiele, het leven, het aardse leven en het eeuwig leven.

Ze zullen van het leven niet profiteren want ze zijn ongelukkig, er is geen hart meer om te beminnen omdat ze wel een bank hebben om op te stapelen en ze nooit genoeg hebben van dit idool dat hun hart en hun ziel verwoest. Ze zijn hebzuchtig geworden want ze bekommeren zich niet om de armen, noch om de ongelukkigen. Ziedaar, mijn dochter, waarom ik de overvloed terugtrek waarmee ik hen had overladen. Leert uw brood te delen met hen die honger hebben, komt hun te hulp die behoeftig zijn, opent uw deuren voor de ongelukkigen, dat is wat ik u geleerd heb, en zo is het dat gij mij dient”.

Steeds in deze passage van het boek Leviticus die ik in het begin citeerde, zei de Heer: “Ik zal uit het land de schadelijke dieren doen verdwijnen” (Lev. 26:6). U bent niet onkundig dat in Frankrijk, de mensen de beer hebben ingevoerd in de Pyreneeen en de wolf in de Alpen; deze twee roofdieren brengen aanzienlijke schade teweeg en het is grote dwaasheid ze in vrijheid te hebben gelaten. Zeker is het goed de soorten in stand te houden met het oog op hun verdwijning maar nog steeds moet men ze beschouwen voor hetgeen ze hoofdzakelijk zijn als het gaat over wilde ontembare dieren zoals het geval is bij de beer en de wolf.

Deze dwaasheid waarmee de mensen aangetast zijn, zeer duidelijke intellectuele dwaasheid, is ook het teken dat men de Tien Geboden niet gehoorzaamt aan de stem van de Heer uw God, zijn voorschriften en zijn wetten niet onderhoudt… zullen alle vervloekingen die er zijn u treffen… De Heer zal u slaan met waanzin, met blindheid en verdwazing, zo zeer dat ge midden op de dag tastend zult gaan, zoals de blinde tastend gaat in de duisternis, en met uw stappen zult ge niet vooruitkomen” (Deut. 28:28-29). Wat een blindheid, wat een dwaasheid in de menselijke wetten die wij allen in het Westen ondergaan… Het zou te lang duren om ze door te nemen maar ze zijn oorzaak van dagelijks lijden voor hen die nadenken en u hoort daarbij.

In dit hoofdstuk 28 van Deuteronomium, kan men deze geheel en al actuele zin lezen (het gaat altijd om de vervloekingen voor hen die niet aan de wet van de Heer gehoorzamen: “Vervloekt zullen de vrucht van uw moederschoten en de vrucht van uw grond zijn, de dracht van uw koeien en de aanwas van uw schapen” (Lev. 28:18). Nu is er de kwestie met de koeien. Men praat veel op het ogenblik, maar zijn het niet veeleer de mensen die dwaas zijn om planteneters tot vleeseters om te vormen en zelfs erger dan dat, om de koeien te hebben willen voeren met afgekeurde dieren, dit wil zeggen met zieke, gestorven dieren enz… Waarom zich verwonderen dat hierna deze zieke dieren hun ziekten aan de mens overbrengen?

Als we de Tien Geboden niet gehoorzamen verduidelijkt ons de Heer: Gij zult altijd slechts verdrukt en beroofd worden zonder dat iemand u verdedigt (Deut. 28:29). Laten we doorgaan, als u het echt wilt, de Hemel te beschouwen zoals de Heer ons zo even uitnodigde. We hebben gezien dat vanwege de zonden van de mensen, het water in beroering komt om de aarde te zuiveren, om de oogsten te verwoesten enz… Er staat immers geschreven: “De wolken voeren de opdracht uit die de Heer hun geeft” (Bar. 6:61). En dit vers van het Boek van de Wijsheid zou ons moeten doen nadenken!

“De schepping die aan u onderworpen is, aan u zijn schepper, zet zich helemaal in voor de kastijding van de goddelozen en ontspant ten gunste van hen die op u vertrouwen” (Wijsh. 16:24). Men ziet hoezeer, in onze dagen de elementen ontketend zijn tegen de mensen. Na het water zien wij de wind: op 26 en 29 december 1999, hebben twee stormen van een van een zeldzame hevigheid in Frankrijk 350 miljoen bomen vernield. Nooit gezien. Zij die de veroorzaakte verwoesting aan onze bossen van nabij hebben gadegeslagen hebben bemerkt dat een flink aantal bomen op ongeveer 4 meter van de grond gebroken waren en dat iedere boom als het ware om zichzelf was rondgedraaid.

Ja, wij zullen moeten erkennen dat de macht van god veel groter is dan onze menselijke uitvindingen en dat wij, erg nederig, op onze plaats zullen moeten blijven, op onze plaats van aanbidders in plaats van ons hoogmoedig tegen de schepper van het heelal en tegen zijn wetten te keren. Eertijds hoorden onze eerste ouders, de stap van de Heer God die in de tuin wandelde in de koelte van de dag…(Gen. 3:81). Vandaag breekt de natuur los tegen de mens die niet ophoudt de natuurlijke orde geweld aan te doen gevestigd door de Heer.

Er zijn winden geschapen voor de kastijding (J. Sir. 39:28); vuur, hagel, honger en de dood, dat alles is geschapen voor de kastijding (J. Sir. 39:29). Speren, pijlen, de bliksemschichten zullen flitsen… een slinger zal grimmige hagelstenen lanceren” (Wijsh. 21:21-22). Niemand is de verwoestende tornado’s vergeten die het Westen hebben doorlopen gedurende de voorbije zomer. Het zijn niet meer alleen de tropische zones die tyfonen kennen, maar nu is het de beurt aan de gebieden van onze planeet die we gematigd noemen.

En wat het vuur betreft, zijn er hele gebieden die verwoest zijn in Rusland, Canada, de VS, het zuiden van Frankrijk, Griekenland enz… Voor wat de hagel betreft, in de loop van de afgelopen zomer werden op de 30.000 ha die de wijnstreek van Champagne telt, 9.000 ha getroffen door zeven opeenvolgende hagelbuien en van deze 9.000 ha werden 3.000 ha volledig verwoest, namelijk 1/10^de van de wijngaarden van de champagne-streek. In dezelfde tijd, branden 2.000 ha bos af in de Ardeche en meer dan 8.000 ha gingen in vlammen op in Corsica…

Al deze straffen, deze catastrofen zijn niettemin met gematigheid naar de mensen gezonden, zoals geschreven staat: “Uw geest is onkreukbaar in alles…ook neemt u langzamerhand hen op die vallen; gij waarschuwt door hen te herinneren aan hun zonden, opdat ze, bevrijd van het kwaad, in u Heer geloven… Niet dat het u onmogelijk was goddelozen in handen van de rechtvaardigen uit te leveren in een gevecht in slagorde, of om hen met een enkele slag te vernietigen… maar door uw oordelen langzamerhand uit te oefenen, laat u plaats aan berouw” (Wijsh. 12:1-10).