Luiheid: vadsig als een lotuseter
Luiheid (sommigen noemen het ook wel vadsigheid) is niets
anders dan apathie, en dan vooral op het gebied van gebed en geestelijk leven. Wie
lui is, wil niets of alleen maar onbelangrijke dingen doen. Wie lui is, wil
alleen maar rusten en achteroverleunen, zonder enige prikkel of intentie om een
offer te brengen of iets voor een ander te doen. Luiheid is een afkeer van
werk, lichamelijk, mentaal en spiritueel. Luiheid leidt onvermijdelijk tot
lamlendigheid en ontaardt in desinteresse, moedeloosheid en tenslotte in
depressiviteit, die je alle lol in het leven ontneemt.
Als je bij religieuze erediensten alleen maar lichamelijk
aanwezig bent en niet bewust deelneemt, of als je je religieuze plichten
verwaarloost, is dat volgens de Kerk ook een zonde van luiheid. Andere
voorbeelden van deze zonde zijn: nooit op tijd in de kerk komen; alleen maar in
de kerk zitten zonder mee te zingen, bidden, knielen of staan; nooit de Bijbel
of de Catechismus van de Katholieke Kerk lezen; niet bidden voor het eten of
voor het slapengaan.
Spreuken 24:30-34 heeft ook iets over luiheid te melden:
Ik liep over het veld van een luiaard, door de wijngaard
van een dwaas.
Alles was overwoekerd door onkruid, zijn hele terrein was
met distels bedekt, de muur lag in puin.
Ik zag het, en nam het ter harte, ik nam het in mij op, en
trok er lering uit.
Nog even dan? Nog even slapen, nog een beetje rusten, een
ogenblik nog blijven liggen?
Armoede overvalt je als een struikrover, als een bandiet
slaat gebrek je neer.
Geestelijke luiheid kun je alleen bestrijden door de deugd
van toewijding te praktiseren, de gewoonte om geconcentreerd te blijven en je
aandacht te houden bij datgene waar je mee bezig bent, of dat nu je dagelijks
werk is of het werk van God. Toegewijd gebed en toegewijde godsverering kunnen
je respectvoller maken. Toewijding in alles voorkomt dat je passief wordt,
begint te dagdromen en de werkelijkheid inruilt voor een fantasiewereld.
Net als van andere mensen wordt ook van katholieken
gevraagd de deugden in de praktijk te brengen en de ondeugden te vermijden.
Godsdienst en geloof vragen de kinderen van God zelfs om heiligheid na te
streven en tegelijkertijd alle zonde en kwaad te vermijden. Gelovigen hebben
een heel eenvoudige motivatie om dit te doen: de keuze tussen hemel en hel,
tussen eeuwige blijdschap, vreugde en vrede enerzijds en eeuwige pijn, ellende
en verdoemenis anderzijds.
Uit: Katholicisme voor dummies
|