|
Afgunstig
zijn op wat anderen hebben of kunnen
De Kerk spreekt van afgunst, een andere doodzonde, als je
kwaad bent omdat iemand anders geluk of plezier heeft. Het katholicisme
onderscheidt twee soorten afgunst:
·
We spreken van materiele afgunst als je kwaad
op anderen bent omdat ze meer geld, talent, kracht, schoonheid, vrienden en
dergelijke hebben.
·
We spreken van spirituele afgunst als je kwaad
op anderen bent omdat ze in heiligheid meer vooruitgang boeken dan jij; als je
liever hebt dat ze op of onder jouw niveau blijven steken en je niet blij of gelukkig
kunt zijn over het feit dat ze doen wat ze moeten doen. Spirituele afgunst is
veel en veel erger dan materiele afgunst.
Sommige spirituele schrijvers maken onderscheid tussen
afgunst en jaloezie. Afgunst betekent volgens hen dat je kwaad bent om wat
anderen hebben, zoals materiele bezittingen, talent, roem enzovoort, terwijl
jaloezie betekent dat je bang bent kwijt te raken wat je bezit. Een echtgenoot
die jaloers is, is bang dat hij zijn vrouw aan een andere man verliest. En als
diezelfde man vindt dat Julia Roberts de mooiste vrouw van de wereld is, kan
hij tegelijkertijd afgunstig zijn op de vriend van Julia Roberts. De Kerk
beschouwt jaloezie net zo goed een doodzonde als afgunst, omdat het er
ontzettend veel op lijkt.
Jaloezie komt veel voor onder werkende mensen, omdat ze
vaak bang zijn hun eigen status, positie, faam of achting kwijt te raken aan
concurrerende collegas. Jaloerse mensen zijn onzeker, ongerust en bang dat hun
collegas hun afpakken wat hun toebehoort, hen voorbijstreven of achterlaten
met minder dan waarmee ze begonnen zijn. Onder studenten doet zich vaak
hetzelfde voor. Een student die in zijn studiegroep de beste cijfers haalt, is
jaloers als hij is zijn eerste plek kwijt te raken aan een andere student die
steeds hogere punten haalt en steeds beter wordt. Aan de andere kant kan een
mindere student afgunstig zijn als hij een hekel heeft aan een goede student.
De Kerk meent dat je afgunst kunt neutraliseren met
zachtmoedigheid of mildheid. Zo vertelt Genesis 37-47 het verhaal van de broers
van Jozef die afgunstig waren op Jozef, omdat hij de favoriete zoon was van hun
vader, Jakob. Op een gegeven moment gaf Jakob Jozef een bontgekleurde jas, wat
voor de broers de spreekwoordelijke druppel was. Ze verkochten Jozef als slaaf,
nadat ze bijna hadden besloten hem te doden. Maar Jozef maakte in Egypte een
schitterende carriere en klom op van eenvoudige slaaf tot persoonlijk adviseur
van de farao. Later, toen hij zijn broers weer ontmoette, nam hij geen wraak.
Hij toonde zijn zachtmoedigheid en liet hen en zijn vader naar Egypte komen.
Deze zonen van Jakob werden de hoofden van de twaalf stammen van Israel.
Uit: Katholicisme voor dummies
|