Na de speeltijd stonden we stil bij het verkeerslicht en zijn kleuren. Rood betekent stoppen en groen natuurlijk rijden/stappen. In de autohoek kwam er ook een werkend verkeerslicht om mee te spelen. Aan de tafel maakten we een heel lekker verkeerslicht dat we ook kunnen opeten. We begonnen met het snijden van onze groenten; tomaat, wortel en komkommer. Vervolgens smeerden we de toastjes en maakten we het verkeerslicht door de stukjes in de juiste volgorde te leggen. Natuurlijk hebben we het ook opgegeten. Het was superlekker!

In de bewegingshoek legden we verkeerslicht en probeerden we met een pittenzak op de juiste kleur te gooien. Het was niet altijd even simpel maar zo leerden we de kleuren kennen. We bewogen ook op K3 (bv. bij de politie, meiden van de brandweer,..). Op het einde van de dag speelden we een spel; we deden alsof we in een auto aan het rijden waren en wanneer we rood zagen stopten we met bewegen.