Dag 12 - Vrijdag 12/sept - Rocamadour-Cahors - 65 km
Gisteravond zat ik letterlijk op mijn tandvlees. Buiten het vele
klimwerk heb ik echt niet veel op papier gezet. Waar de benen vol van zijn,
loopt de pen van over zeker (of zoiets )
Rocamadour is speciaal. Letterlijk geplakt tegen een
rotswand, met onder zich een diepe kloof. De Cité (oude stad) is maar één
straat breed, die je van boven naar beneden wandelt en omgekeerd. Erg
toeristisch ook.
Le Sanctuaire van de zusters van Maria bevindt zich nog
een stuk boven de stad. Je kan er met een ascenseur naartoe maar ook met een
123 treden tellende trap. In de Middeleeuwen zouden de pelgrims deze trap op hun knieën
naar boven zijn geklommen (op een pancarde staan de namen van enkele toenmalige
bisschoppen en koningen). Via
deze trappen kom ik in de Cité terecht, op zoek naar een tof restaurantje.
De Gïte waar ik slaap wordt beheerd door een Christelijke Stichting
Lou Cantoe en wordt dagelijks ge-exploiteerd door enkele (gepensioneerde?) zusters van Maria. Hun doel is om pelgrims op
weg naar Compostella een eenvoudig onderdak te geven. Aan de pelgrim wordt een
vrijwillige bijdrage gevraagd voor een overnachting. In het huis zijn 8 kleine
kamers die allemaal bezet zijn met stappers (ik ben de enge fietser). Het is er
best gezellig.
Ik heb er goed geslapen. Omstreeks 6 uur in de morgen (het
is nog pikkedonker) hoor ik de eerste rugzakkers zich klaarmaken voor vertrek.
Tegen 7 uur, als mijn wekker gaat, zijn alle kamers al leeg en zijn de zusters
al ijverig bezig met het reinigen ervan. Inpakken en vertrekken is dus de
boodschap.
Na een forse aanzet (4 x 2 km omhoog aan 7 % en telkens
respectievelijk omlaag) rij ik vanaf Labastide (na een koffie met een
croissant) het dal van de Lot in en volg dat voor ca 40 km stroomafwaarts. Wat
een heerlijk gevoel. Dit is nog eens een fietsmoment op zijn best. Dat best nog
een paar dagen mag blijven duren (je mag eens dromen )
Cahors is een leuke Zuid-Franse stad waar het tof is om rond
te kuieren. Smalle Middeleeuwse straten, gezellige pleintjes met terrasjes met
steeds aanwezige platanen Ik ben duidelijk in Zuid-Frankrijk. Je zou er zowaar
een vakantiegevoel bij krijgen..
Dag 11 - Donderdag 11/sept - Uzerche-Rocamadour -105 km - 14,5 km/u
Het was erg fris deze morgen in mijn chalet aan de oever van
de Vézère. Met fleece vertrokken maar
die was snel overbodig.
Mijn gids zei me dat vandaag één van de moeilijkste stukken
van hele route naar Compostella aan bod kwam door de vele lange en steile hellingen.
En dat heb ik geweten. Afzien was het, tot de laatste km. Ik
was meurf zoals ze dat in het schoon Landens zeggen.
Verstand op nul, de ogen strak op de weg zowat 2 meter voor
het voorwiel en duwen maar, duwen maar Ik heb de ganse dag tegen mezelf
gepraat:amai, amai! En komaan joeng,
komaan joeng !
Ik ben er geraakt. De laatste helling van 2 km (7%) ben ik 5
keer van de fiets gemoeten. In Rocamadour zelf heb ik de fiets naar boven
geduwd. Mijn gite lag natuurlijk weer tegen de kapel van de zusters van Maria,
op het hoogste punt van de berg. Voor de toeristen is er vanuit de cité een ascenseur
naar dat hoogste punt, gebouwd door een Landenaar en vriend. Maar ik mocht daar
met mijn fiets niet in, dus duwen maar.
En wat van het landschap en de cultuur? Prachtig wellicht,
maar vandaag dus voor mij geen prioriteit. Ik kom misschien nog eens terug met
de auto om daar van te genieten
Ik heb mezelf al wijsgemaakt: als je dit kan moet wat rest
ook nog wel kunnen
Enfin we zien wel. Morgen een (relatief) korte tocht naar
Cahors. Kunnen mijn lichaam en vooral mijn benen wat rusten. Ze hebben het
nodig.
Vannacht weer weinig geslapen. Mijn gïte lag op ca 100 m van
de Klokkentoren van de abdij. Die klok sloeg echt waar- om het kwartier een
zware doing met een nagalm van minstens één minuut en elk uur van de nacht
het aantal overeenstemmende doings. Wat kan zon klok toch luid klinken in de
nacht Ik ben -denk ik- een vrij verdraagzaam man, maar als ik inwoner van Bénévent zou zijn, zou ik een mars organiseren naar de paters van de abdij met het dwingende verzoek om die klok s'nachts te doen zwijgen...
Deze morgen ontbeten met drie stappers, twee vrouwen en
een man, uit diverse Franse windstreken. Op weg naar Compostella, maar elk als einzelganger
op zijn/haar tempo. Eén van de dames zei me dat ze al verschillende jaren na
mekaar haar verlof gebruikte om gedurende 3 weken een traject af te leggen. Ze
had dit nodig zei ze.
Bij het verlaten van Bénévent kom je onmiddellijk in een
bosrijk en vooral heuvelachtig gebied terecht. De valleien worden steeds dieper
(tot soms een heuse kloof), de hellingen langer en dus ook de klimpartijen
Op km 45 in St.Léonard-de-Noblat, een schilderachtig
middeleeuws stadje met leuke pleintjes en terrasjes een koffie gedronken. Ik
had mijn gids goed gelezen: hier inkopen doen want de volgende 30 km geen
winkel meer. En effectief, geen winkel maar ook zelden zelfs een huis. 30 km langs
smalle bosrijke veldwegen, slechts één rijvak breed.
Op een 30 km van Uzerche zei mijn boekje: lange klim 7%.
Ik verwed er mijn klak op dat de auteur hier bewust geen lengte heeft vermeld,
om ontmoediging van de fietsende pelgrim te vermijden. Wat was die helling lang
Daar kwam geen einde aan.
De vermoeidheid begon echt te wegen. Blij dat ik een bord
Uzerche zag.
Ik slaap vannacht in een houten chalet van de camping La
Minoterie. Wat afgeleefd, maar ik heb een bed. Gezien geen restauratie op de
camping ben ik in de stad wat gaan eten. In het restaurant zat een Vlaams
koppel uit Oostende. Hij was ook recreatief fietser en dus erg geïnteresseerd
in mijn avontuur. Ik heb hem het adres van mijn BLOG gegeven. Ik denk dat hij
zijn vrouw gaat overtuigen Het waren de eerste Vlamingen op mijn weg.
Mijn schietgebedje gisterenavond heeft geholpen. Ik had
gevraagd dat de onweders met bliksems en donders zouden verdwenen zijn tegen de
ochtend. En ze waren weg. Alleen had ik niks over regen gevraagd. En ja, het
regende dus pijpenstelen toen ik omstreeks 8u in de morgen moest vertrekken
Maar een enthousiaste pelgrim laat zich daardoor niet
afschrikken. Regenjasje en fietshelm aan (verse regen op stoffige asfalt kan
soms erg glibberig zijn)en weg was ik. Na
5 km stonden mijn schoenen vol water: bij elke pedaalslag klonken mijn voeten
in mijn schoenen als sop sop sop
Op km 7 moest ik volgens mijn boekje even halt houden bij de
middeleeuwse kasteelhoeve in Sarzay. Bij de laatste bocht in een helling zag ik
de indrukwekkende toegangspoort maar ook een grote zwarte hond die daar voor zat. Die kreeg mij ook in het
vizier en snelde al blaffend naar me toe. Een moment dacht ik nog om mijn daser
boven te halen (een toestel dat op basis van ultrasoongeluiden bijtgrage honden
op afstand houdt) maar dan moest ik van de fiets en dat vond ik op dat moment
geen goed idee Ik heb me dan maar recht gezet en riep : weg
joeng, weg joeng. Maar dat beest verstond natuurlijk geen Nederlands en bleef
me ca 100 meter blaffend volgen. Tot hij het blijkbaar welletjes vond en terug
naar zijn strategische zitplaats voor die grote poort ging zitten. Wellicht om
een volgende pelgrim de stuipen op het lijf te jagen Ik versta nu ook beter
het begrip hondenweer: als het regent, zet je de hond buiten
Intussen bleef de regen met bakken uit de hemel vallen.
De volgende kilometers reed ik regelmatig wat rugzakkers
voorbij. De wandelende rugzakken waren inmiddels veranderd in puntkabouters, een
grote cape over het hoofd en over de rest van het lichaam (inclusief de rugzak),
helemaal tot onder de knieën. De
wederzijdse bonne route klonk op dat moment enigszins cynisch maar het was
wel gemeend.
Ik heb vandaag weer naar hartenlust kunnen schakelen (=
ander woord voor klimmen!). Het waren er weer veel vandaag, heuvels bedoel ik.
Volgens het hoogteprofiel ca 24. maar het leken er wel 44. En steil jongens Mijn gemiddelde
km/u dagsnelheid is gezakt tot een minimum: 15,2 km/u. Dat zegt ook iets over
de moeilijkheidsgraad van de dag.
Wat heb ik deze namiddag weer door een prachtige streek
gefietst. Te vergelijken met onze Ardennen. Een slingerende weg tussen rotsen,
bossen en diepe valleien. Af en toe een prachtig meer.
In LaSouterraine (km
75) op een terrasje bij een café au lait telefonisch mijn slaapplaatsen voor
de komende drie dagen gereserveerd en opnieuw op weg, voor nog een laatste 20 km schakelen.
De laatste 4 km voor Bénévent-LAbbeye erg steil bergop. En
toen viel plots mijne frank (euh Euro). Bénévent-LAbbeye. Dat is een ABDIJ. En waar bouwden ze in de Middeleeuwen abdijen?
Ja, juist, boven op de heuvel!Ik dus 15 kg fiets en 15 kg bagage de laatste 200 m naar omhoog duwen. Ik weet mijn slaapplaatsen
wel te kiezen
Ik slaap vannacht in Gïte/B&B La Chouette. De
gastvrouw is een Américaine, vraimant 'chouette' Ze spreekt frans met een echt
sappig Amerikaans accent. Op zon moment vind ik het spijtig dat ik ondanks 2
kg IT-spullen in de fietstas (inclusief oplaad- en datakabels) er niet slaag om
een geluidsbandje in dit bericht te integreren. Ik ben nooit een IT-techneut
geweest (zegt de ingenieur!).
Voor het avondeten nog even langs de plaatselijke bar
geweest op het marktpleintje. Ze schenken er Grimbergen van het vat. Geweldig
hoe zon biertje ( om eerlijk te zijn 2) kan smaken na zon dag schakelen.
Dag 8 - 08/Sept - Nevers-La Chatre - 134 km - 16,8 km/u
Deze morgen aan het ontbijt mijn Japanner niet meer gezien.
Jammer. Anders hadden we ons boeiend gesprek van gisteravond verder kunnen
zetten Ik heb deze nacht nog liggen denken: dit moet wel een heel gelovig (of
heel dankbaar) man zijn om voor de vierde keer vanuit het verre Japan naar
Frankrijk te komen en vanuit Saint-Jean-Pied De Port de 800 km lange Caminote stappen. Respect!
Vannacht heel slecht geslapen. De beelden van de fietsdag
bleven in mijn hoofd spoken. Nochtans fit opgestaan. Ook de benen voelen goed.
De eerste 70 km van de rit waren snel. Eerst langs het
jaagpad van de Loire, later in een brede vallei met hoofdzakelijk gesloten
landschappen van met hagen en bomen omringde weilanden.
Ter hoogte van km 70 in het stadje St-Amand-Montrond liep
het mis.Na een verkenning van het
stadje vond ik de uitvalsweg niet. Ook mijn GPS had blijkbaar last van de
warmte en bleef me maar rond het marktplein laten draaien. Na drie kwartier zoeken bleek dat ik een heel
smalle gravel-veldweg op moest. Vanaf dan ging de route over niet genummerde
veldwegen. Geen nummering, dus ook geen borden langs de weg. Het was dus goed
uitkijken om niet verkeerd te rijden.
Met die veldwegen doken plots ook weer de stappende
rugzakken op. Tja, langs achter gezien zie je vooral een rugzak met daaronder
een stel benen Begrijp me niet verkeerd: ik heb heel veel respect voor die
mannen en vrouwen die van God weet waar naar Compostella stappen.
Die veldwegen gingen bovendien behoorlijk op en af. Korte
nijdige kuitenbijters zoals bij ons in de fruitstreek. Dat bleef zo maar
doorgaan. De vermoeidheid begon zich te manifesteren.
Tot ik bij het binnenrijden van Chateaumeillant (km 110)
plots in een heuse wielerwedstrijd verzeilde. Ik mocht in de richting van de
wedstrijd meerijden, als ik me maar rechts van de weg hield.Moest ik toch niet de hoofdstraat door zeker,
waar de aankomstmeet was getrokken Op het voetpad links en rechts veel
volk.Algemene hilariteit dus als ik die
hoofdstraat enkele minuten na de coureurs op mijn kleinste verzet oprijd,
maar ook oprecht handgeklap van veel mensen zo voelde het toch aan die mijn
blauwe schelpstickers op mijn fietsbagage hadden herkend. Dit deed mij goed.
Mijn vermoeidheid was even weg.
Nog 20 km moeilijke veldwegen te gaan.
Ik slaap vannacht in Hotel/Restaurant Au Jardin dété.
Klinkt gezellig, is ook heel gezellig. En er wordt Aflligemse van het vat
geschonken. Een hoogzwangere gastvrouw is de vriendelijkheid zelve.
Terwijl ik dit schrijf is de hemel boven mij gitzwart
geworden. Her en der bliksemflitsen. Ik ga seffes toch een schietgebedje doen
met de vraag of dit morgenvroeg voorbij getrokken zou zijn.
Het viel vannacht nog wel mee. Ik heb de dortoir gedeeld met
een aimabele Ier die een stuk van de Camino had gedaan met de boot, met de
fiets en te voet. Het avontuur was voor hem voorbij en vandaag vertrok hij
terug naar huis.
Deze morgen om 8u00 vertrokken. Nog even gestopt bij de
bakker beneden in de stad voor enkele chocolade- en rozijnenkoeken en wat extra
water voor onderweg.
Eerste 10 km vals plat en plots links zag ik het aankomen .
Adieu le plat pays! Mijn gids sprak van
een gestage klim. Dat betekende dus 7 km naar omhoog op het kleinste blad.
Gelukkig - het was nog vroeg op de morgen en er hing nog nevel waar de zon nog
niet doorheen kon. Maar het was 7 kmzweten.
Maar als ik uit de laatste bocht kwam. Wauw, wat een
vergezicht.Rechts van mij een diepe
groene vallei met graslanden, bossen, een zee aan zonnebloemen met hier en
daarop de verschillende hellingen een
Chateau.En die vallei mocht ik langzaam
gedurende verschillend kilometers naar beneden fietsen. Wat een ervaring. Ik
herinner me verschillende keren hardop tegen mezelf gezegd te hebben: Jos, kijk
naar de weg! Seffes rijdt ge de gracht in!
En zo ging het vandaag gestaag door. Op en af, op en af
Van de ene vallei naar de andere met daartussen in uiteraard de heuvels
In Corbigny (na 30 km) een café au lait gedronken. Net toen
ik wilde vertrekken, komen er om de hoek twee rugzakkers afgestapt. Ze roepen
even en er ontstaat een hartelijk gesprek. Man en vrouw zijn op 7 augustus
thuis vertrokken, vanuit een dorp ergens boven Eindhoven. Ik voelde dat ze hun
verhaal aan iemand kwijt moesten, want ze spraken geen Frans, zeiden ze zelf.
Mekaar een buen camino toegewenst, en weg waren we weer.
Enkele dorpen verder, in een afdaling zie ik plots weer twee
stappers met een rugzak uit een veldweg komen. Ik roep wat, zij roepen terug,
maar wat heb ik niet begrepen. Mijn snelheid was te groot. Ik realiseer het me:
ik zit nu duidelijk op de pelgrimsroute.
Het was zwaar vandaag, maar o zo mooi.
Vannacht slaap ik in LEspace Bernadette, een groot
klooster waar in de kapel in een schrijn het lichaam van Bernadette de Soubirou
ligt opgebaard, aan wie Maria in Lourdes is verschenen. Bernadette zou haar
laatste jaren als zuster in dit klooster hebben gesleten. Ik ben even gaan
zitten in die kapel
Ik heb ook het avondmaal genomen in het klooster. Een repas
complèt voor 16,5 . Ik zat eerst alleen aan tafel, maar toe kwam er een
Japanner bijzitten waarmee de dames die opdienden geen weg wisten. Hij sprak
namelijk geen Frans en geen Engels. Geprobeerd om een gesprek aan te knopen,
maar het enige dat hij gezegd kreeg was: me Compostella, three times, en dan
stopte de woordenvloed De vriendelijke man at ook op zijn Japans, hij had
duidelijk problemen met het mes en de vork
De maaltijd was goed. Alleen mogen ze dat geen repas
complet noemen; een glas wijn of een pintje bier, dat zou pas complet zijn
geweest.
Gelukkig was ik enkele uren ervoor even de stad gaan
verkennen. Naast de kathedraal en het Paleis Ducal, niet veel te zien. Dus ging
mijn aandacht/prioriteit naar een terras waar ze een lekker lokaal speciaal
bier schonken i.p.v. nog een 12e eeuwse Romaanse kerk te bezoeken.
(Vergeef me Lieve Heer)
Voor la petite histoire: heb deze morgen mijn shampoo
laten staan bij de zusters van Ste. Madeleine. Ik heb een wasproduct mee. Op de
flacon staat wast alles in elk water. Ik herinner me dat Koen van de Karibou
in Hasselt, waar ik mijn betere trekkleding en andere spullen heb gekocht
(Koen, dit is nogal een reclame voor de winkel, hè man), dat je die zeep zelfs
kunt gebruiken om je te wassen. Zo gezegd, zo gedaan. Mijn haar staat precies
wel iets stijver op mijn kop. Morgen veiligheidshalve toch maar op zoek naar
een nieuwe shampoo.
Morgen staat er een lange rit naar La Chätre op het
programma. Wel wat minder klimwerk begrijp ik uit mijn gids.
Als eerste werk deze morgen mijn (nog natte) was van de
draad gehaald, alles ingepakt en weg zijn we naar de dichtstbijzijnde
koffieshop voor een nog warme croissant. Kwestie van de innerlijke mens te
versterken.
Dan op weg naar Vézelay. Een rustige rit eerst langs het
jaagpad van de Yonne, later langs het Canal du Nivernais. 50 km heerlijk
fietsplezier, op één akkefietje na een uitschuiver (letterlijk) op gravel.
Enkele minuscule schaafwondjes aan linker hand en been, ter plaatse wat ontsmet
en hup, vooruit met de geit, euh fiets.
Op ca 10 km van Vézelay, weg van het jaagpad, naar de
heuvels. Een enkele serieuze beklimming van ca 3 km aan 7%. Dan een lange
afdaling tot aan de voet van de stad.
Vézelay ligt dus op een (hoge) heuvel. Opnieuw naar boven
dus!
Ik slaap vannacht (in een dortoir) bij de zusters van
Sainte-Madelaine (Maria Magdalena). Ik had het moeten weten. Die zusters willen
graag kort bij onze Lieve Heer zijn, dus naast de Kathedraal. En waar staat de reusachtige
Kathedraal Ste. Madeleine? Juist. Op het hoogste punt van de stad Ik dus met
de fiets aan de hand naar boven, want fietsen gaat niet, te stijl.
Vézelay was in de Middeleeuwen één van de vier Franse steden
waar pelgrims uit vele windstreken verzamelden om samen naar Compostella te
trekken. In groep gaan bood meer veiligheid tegen roversbenden. Er hangt iets
vredigs en een zekere ingetogenheid over dit middeleeuwse stadje. De geschiedenis is tastbaar aanwezig en het is
alsof toeristen en pelgrims hiervoor respect hebben.
Het wordt ook drukker in de slaapplaatsen. Vandaag slaap ik
voor de eerste keer niet alleen in een
kamer. Ik hoor dat dit huis vol zit. Dat betekent met zeven in de slaapzaal. Ik
zal maar op zoek gaan naar mijn oordopjes in mijn reistassen.
Omstreeks 21u00 zit ik nog even in de gemeenschappelijke ruimte. Wie houdt me gezelschap: een Duitse familie (papa, mama en drie opgroeiende kinderen), een Ier van (mijn) middelbare leeftijd en twee Canadese dames uit Montréal. God, wat is de wereld toch klein geworden!
Morgen fiets ik naar Nevers. Te zien aan het hoogteprofiel,
een dag voor het serieuze klimwerk.
Dag 5 - 05/Sept - Rosières près Troyes-Auxerres - 96 km -
Na het ontbijt afscheid genomen van Nederlandse maat Frans en naar Troyes gereden. 'Mérite un détour' zal de Michelin gids waarschijnlijk zeggen. En of. Ondanks de vele verwoestingen zie je de rijke geschiedenis van deze stad in zijn vele prachtige vakwerkhuzen. Het oude centrum is werkelijk adembenemend.
Bij het verlaten van de stad voel je het onmiddellijk, die weidse open omgeving van gisteren is er niet meer. Het landschap is gesloten. Hagen rond weiden, groene graslanden, af en toe een bos en rechts van mij in de verte zelfs golvende heuvels. Zouden daar wijngaarden zijn?
De dorpen volgen elkaar ook sneller op. Dat betekent ook meer splitsingen en kruispunten, dus ook meer aandacht voor de kaart om zeker niet verkeerd te rijden. Wat die dorpen betreft, enig mooi, bijna alle huizen in vakwerk. Bokrijk, maar dan véél groter en in real time (of is het real life?).
Naarmate ik vorder, wordt het landschap heuvelachtiger en groener. Dichte bossen wisselen af met diepe valleien. Op en af gaat het. Werkelijk genieten van elke km.
En dan plots, ca 15 km voor Auxerre - helemaal uit het niets- zijn ze er... de wijngaarden van de Chablis. Niet één maar wellicht honderden hectaren. Maar met de wijngaarden komen ook de heuvels die ik op moet (soms tegen 7 km/u, net snel genoeg om niet om te vallen), én de Caves die verleidelijk uitnodigen voor een dégustation. Met enige spijt in het hart laat ik deze '(be)proeving' aan mij voorbij gaan (geen alcohol tijdens de rit).
Zoals ze gekomen zijn, verdwijnen ze weer. Geen druiven meer. Maar de heuvels blijven... En Walter, op één beklimming steekt het inderdaad niet, maar als die mekaar blijven opvolgen, dan begint het wel te steken....
En dan op die laatste heuvelrug, zie je in de verte in de vallei Auxerre, echt glinsterend in de zon. Ik voel enige vreugde in me opkomen... omdat ik een lange afdaling voor me zie...
Naar mijn slaapplaats, opnieuw een 'Maison de Randonneurs'. Maar ligt die weeral niet boven in de stad...maar wel helemaal in het centrum. Intussen een wandeling door de stad gemaakt, een Leffe Royal gedronken en mij door de patron naar een uitstekend Siciliaans restaurant laten verwijzen.
Terug in mijn 'Maison' ge-skyped' met kleinzoon Jules (en Maryse uiteraard) en vervolgens dit verslagje gemaakt. In de keuken want daar is de beste ontvangst. In die keuken zitten ook een Engels koppel te eten, een Japanse (op doorreis in Europa ) is bezig met haar avondeten te bereiden en wat later komt ook nog een Duitse jonge dame haar afgehaalde Chinees verorberen. Geweldig om in zo'n internationaal gezelschap dit verslag te mogen schrijven.
Dag 4 - 04/Sept - Chalons-en-Champagne - Rosières près Troyes - 112 km - 18,3 km/u
Vannacht geslapen in Hotel de la Cité, een degelijk proper
hotelletje op wandelafstand van het centrum van de stad. En geloof het of niet:
het enigebier dat ze in de koelkast staan hadden,was Grimbergen Blond.
Na het uitchecken vanmorgen even de oude stad verkend met de
fiets (wat ik altijd al een toffe manier heb gevonden om een grote stad te
verkennen) en wat aan fotoshooting
gedaan van de vele vakwerkhuizen die de stad rijk is. Dan wat proviand
ingeslagen (baguette,saucisson en 2
liter extra water) voor over de middag.
En dat was nodig. Want vandaag ca 90 km door een eindeloze
landbouwregio gereden met reusachtige graansilos en honderden windmolens. Langs
de weg af en toe een klein dorp (eerder een gehucht) zonder enige voorziening.
Winkels zijn er niet. Rijdende winkelwagens bedienen de mensen.
In zon weidse omgeving voel je je echt wel nietig.
Ter hoogte van Mailly-le Camp, waar een groot Camp Militaire
is gevestigd, ben ik bijna letterlijk van de weg geblazen door een voorbijrazende
kolonne van zware tanks, die op nog zwaardere vrachtwagens stonden.
Vannacht slaap ik in een mooi gerenoveerde Auberge de
Jeunesse in een groene omgeving. Bij aankomst een babbel gedaan met een
Nederlander, die met de fiets op weg was naar Zuid-Frankrijk. Naar Compostella
was hij al 5 keer geweest. Een keer met de fiets, en 4 keer te voet,
telkens over een andere Camino. Daarna ook nog samen gegeten, wij waren blijkbaar de enige gasten (twee 60-plussers in een 'Auberge de Jeunesse...)
Morgenvroeg ga ik Troyes bezoeken en rij dan verder naar Auxerre.
Deze morgen met een valse start vertrokken. Toen Mme La Responsable kwam afrekenen (11,2 om te slapen in een kraaknette trekkershut...) vroeg ik haar of er een bakker was in het dorp. Zeker en zelfs een theesalon, maar ik moest wel helemaal naar beneden in het dorp. Ik dus op de fiets. Tof zo bergaf. Bleek dat de bakkerij op woensdag sluitingsdag had. Dus ontbijt voorlopig even uitgesteld.
Zet ik mijn GPS op om het stadje te verlaten en wat zegt die mij: helemaal terug naar boven naar de Citadel om daar aan de andere kant naar beneden te rijden. Ik te voet dus terug naar boven met de fiets aan de hand. En vertrekken dus maar. Mijn GPS stuurt me dan in een lus naar een nabij dorpje om even rond de kerk te draaien en brengt me terug aan de voet van de Citadel, beneden in het dorp dus... Na 13 km stond ik terug aan het startpunt...
Weg dus GPS. Leve de kaart.
Vandaag opnieuw een prachtige rit gemaakt. Zon, wind in de rug en een prachtige omgeving. Eerst nog in het Departement Meuse, later de overgang naar het Departement Marne. De eerste 60 km gereden in bossen met enkele serieuze beklimmingen maar ook prachtige lange afdalingen als beloning. Een regio waar de soldatenkerkhoven van 14'-18' gezaaid zijn. Tienduizenden jonge mensen die daar hun leven hebben gegeven, dikwijls in een vreemd land, opdat wij in een vrij en onafhankelijk land zouden kunnen opgroeien. Om even stil bij te worden.De laatste 70 km in een hoofdzakelijk landbouwgebied gefietst, een beetje te vergelijken met ons Haspengouw maar dan meer glooiend. De kavels leken ook groter, de horizont lag precies verder en het asfalt onder de wielen van mijn fiets was duidelijk van betere kwaliteit...
Wat mij verbaast: ik slaap in Chalons-en-Champagne maar ik heb bij het naderen van de stad geen enkele druivenstok gezien...Bij ons achter Tongeren zijn er meer druiven dan hier.
Vanmorgen dus vanuit Revin opnieuw de Voie Verte
Transardennes genomen, richting Charleville-Mézières, ca 50 km lang. Werkelijk
een parel van een fietsroute. Niet voor niets in de meeste toeristische gidsen
als één van de mooiste fietsroutes in Frankrijk vernoemd. Een oase van rust in
een groene Maasvallei met af en toe een stadje langs de oevers. Speciaal voor
de fietsvakantievrienden: deze moeten we zeker eens samen doen!
VanafCharleville
geen Voie Verte meer. Het was even schrikken en slikken op die drukke
D-wegen. Bijna 70 km ver over Sedan, Mouzon en Stenay naar Montmédy. Naast de
drukte bovendien erg geaccidenteerd terrein: klimmen, dalen en opnieuw klimmen
en dalen Met als toetje de beklimming (eigenlijk ben ik te voet naar boven
gegaan ) naar de Citadelvan Montmédy,
die hoog boven het dorp uitsteekt.
Ik slaap in een gemeentelijke Gîte de Randonneurs 'Le Pigeonnier', die juist naast de Citadel is
gelegen. Proper en heel praktisch ingericht voor trekkers. Er is een dortoir
met 6 slaapplaatsen maar ik ben alleen vanavond. Bij aankomst wel even paniek,
er was niemand aanwezig om de sleutel te overhandigen en bovendien bleek men
bij telefonische navraag bij de toeristische dienst vergeten te zijn dat ik
kwam logeren. Maar het euvel was snel rechtgezet.
Terplekke voor de eerste keer andere Compostella fietsers ontmoet. Waren hun tent aan het opstellen op de camping in de buurt van de Pigeonnier. Een koppel uit Nederland, wat dacht je...?
Moest ik uiteraard nog eten en dat kon alleen in het dorp
beneden. Ben wijselijk te voet gegaan, met de fiets geraakte ik toch niet boven.
Morgen gaat de tocht verder naar Chalons en Champagne. Ja,
ja, je leest het goed: naar de Champagnestreek
Dag 1- 01/Sept - Attenhoven-Revin - 154 km - 18,9 km/u
Voila, de kop is eraf.
Deze morgen nochtans met een heel klein hartje afscheid
genomen en vertrokken. De zon en de weg zorgden er evenwel voor dat het
beklemmend gevoel snel verdween.
Dus 155 km geredenipv de voorziene 130 km. De fietsvrienden zullen niet verwonderd zijn.
Dat is normaal voor Jos, zich 25 km vergissen in afstand!
Vanmorgen dus aan de Industriezone Landen de RAVEL genomen
naar Namen (langs eenprachtig stuk
Waals Haspengouw) en vervolgensin Namen
de Ravel2 naar Dinant en Marienbourg, waar de oversteek is gemaakt naar Givet.
Daar de Voie Verte Transardennes genomen (een prachtige fietsroute langs de
Maas) tot in Revin. Ter hoogte van de Nucleaire Centrale van Choozevenwel verkeerdelijk een (bijzonder drassig
en modderig) bos ingereden tot ik niet meer verder kon. Terugkeren dus met als
gevolg: extreem vuile fietsen
fietstassen kuisen bij aankomst in hotel.
Slaap vannacht in Hotel Bar Restaurant Le Wigwam. Chief
Winnetou (eigenaar/uitbater) is er manusje voor alles: verzorgt het onthaal, doet
de kamers, kookt het avondeten, verzorgt het ontbijt, doet de bar De kamers zijn aan een grondige opknapbeurt toe (om
niet te zeggen dat ze vies en vuil zijn). Het avondeten viel wel mee. En... hij had Blonde Leffe van het vat. Dat maakte veel goed! In ieder
geval een afrader voor toekomstige Compostella gangers.
Zit nu met krampen in de benen aan tafel. Dus ik ga wat op
mijn bed liggen.
Wat verdwijnt er in de drie fietstassen als bagage?
'Wat je thuislaat, is mooi meegenomen' zeggen doorwinterde pelgrims. Of anders gezegd, beperk je bagage tot het hoogst noodzakelijke! Elke kg die je mee de berg moet opnemen, is er één te veel...
Fietsen in september betekent evenwel kledij meenemen voor alle weer: voor kille ochtenden, voor warme zomerdagen, voor plensbuien en permanent gemiezer, voor de koude bergpas in de Pyreneeën of de Spaanse 'meseta'... Van alle een beetje dus en dagelijks een wasje voorzien als eerste werk bij aankomst.
Schoeisel, slaapzak en toilet gerief. EHBO-kit en reisapotheek. Fietsreserve- en -herstelmateriaal. GPS, GSM, fototoestel, mini-notebook ... allemaal met oplader én datakabel...
Routekaarten en gidsen. En nog wat andere nuttige dingen zoals een 'dazer' (om bijtgrage loslopende honden op afstand te houden...), een helm , een zaklamp...
Gisteren en vandaag respectievelijk 120 en 130 km gereden, zonder bagage. Gisteren vrij vlak (Tienen-Leuven-Aarschot-Diest), vandaag naar Maastricht en terug over vrij geaccidenteerd terrein (ca 700 hoogte meters - dat moet al een col van eerste categorie zijn..?) bij een vrij hoge temperatuur (28 °C) en wind tegen.
Wat heb ik geleerd?
1) de 'poep' is nog niet klaar voor een dagelijkse rit van 100 km...Een pijnlijk zitvlak raadt me aan me nog veel te oefenen...
2) om de 25 km rusten, iets eten en veel drinken (bij voorkeur geen alcohol, waar ik me de voorbije twee dagen NIET heb aan gehouden...)
3) zorgen dat je tijdig thuis bent, vooral als je moeder en tante hebt uitgenodigd voor het avondeten...
Volgende week ga ik opnieuw met de beste voornemens...
En intussen veel trainen en proefrijden met bagage...
Heb mij voor de tocht naar Compostella een stevige KOGA trekfiets aangeschaft. Ondanks zijn 15 kg een juweeltje van een fiets. Weg stijve en pijnlijke rug... Mijn koersfiets hangt wellicht definitief aan de haak. Inmiddels al 1700 km afgelegd op minder en meer geaccidenteerd terrein.
Intussen heb ik ook fietstassen gekocht voor de noodzakelijk mee te nemen bagage. Vandaag hiermee voor de eerste keer gefietst. Een trip van ca 100 km met 14 kg (nep)bagage. Richting Hasselt-Diepenbeek. Vrij vlak dus. volgende week zelfde afstand maar dan in de heuvelachtige fruitstreek in en rond Borgloon.
Mijn nieuwe MIO GPS (een verjaardagscadeau van Maryse en de kinderen) houdt me hierbij op het juiste pad.
1 September komt snel naderbij. Ik moet/zal er klaar voor zijn.
Dit aspect van de reis heeft wel wat voorbereiding gevergd. Ik heb bewust gekozen voor relatief eenvoudige slaapgelegenheden. Het was even zoeken naar de juiste websites waar je op zoek kon naar diverse slaapgelegenheden: B&B's, hostels, hostals, Auberges de Jeunesse, Maisons de Randonneurs, Refuges de pélerins, Albergues de peregrinos... en uiteraard hotels!
Vanaf Vézelay, één van de Middeleeuwse vertreklocaties in Midden-Frankrijk, geen probleem. Vanaf daar vind je in nogal wat gemeenten een 'refuge de pélerin', waar je als pelgrim terecht kunt voor een bed in een 'dortoir' (slaapzaal) met de nodige sanitaire voorzieningen en veelal met ontbijt. Eenmaal op de Camino Francés in Spanje ook geen probleem. Elk (zelfs verlaten) dorp heeft één of meerdere 'albergues de peregrino', een eenvoudige slaapgelegenheid waar je tegen een 'donativo' of vrij klein bedrag een bed krijgt in een slaapzaal (voor 2 tot ..... personen!).
In Noord-Frankrijk zijn de pelgrimsvoorzieningen wat minder voorhanden. Maar na wat 'googelen' (ook via de gemeentelijke toeristische diensten) vind je uiteindelijk toch wel een slaapplaats. Zij het een 'auberge de jeunesse' of eenvoudig hotel.
En uiteraard kan je op elk ogenblik kiezen voor een wat meer confortabel hotel.
Hieronder vind je een voorbeeld van een website in Frankrijk en Spanje, waar je op zoek kan naar overnachtingsmogelijkheden.
Ik heb mijn reis ingedeeld in 28 (theoretische) fietsetappes. Bij elke etappe heb ik minstens één slaapplaats gezocht (en enkele in reserve gehouden). De eerste zeven nachten zijn voor vertrek gereserveerd. De anderen reserveer ik in functie van de vordering van de reis. Een klein oponthoud kan er immers voor zorgen dat fietsetappe en overnachting noodgedwongen dienen veranderd. In Spanje is reservatie niet echt nodig. Een uitgebreide lijst met 'albergues' laat me toe de dag zelf te beslissen waar te overnachten.
Een overzicht van mijn geplande fietsetappes in Frankrijk en Spanje zie je in de bijlage hieronder.
Zelf heb ik gekozen voor de 2500 km lange fietsroute 'Langs oude wegen en pelgrimssteden naar Compostella', zoals beschreven in een driedelige gids van Clemens Sweerman en Aart van Rossum. Deze route volgt historische verbindingswegen, die eeuwenlang gebruikt werden door pelgrims en handelaren, kunstenaars en koningen. Allen hebben zij onderweg hun sporen achter gelaten.
De fietsroute vertrekt in Maastricht en doorkruist via Aken onze Belgische Ardennen om dan via Bastogne het Franse stadje Montmédy te bereiken. Zelf fiets ik vanuit Attenhoven richting Namen en volg vanaf daar ca 170 km de Maas langs Dinant en de Noord-Franse stadjes Givet, Charlesville-Mézières en Sedan om dan in Montmédy aan te sluiten op de Middeleeuwse route.
Vanaf hier gaat het naar Châlons en Champagne, Troyes, Auxerre en over Vézelay naar Nevers. Verder wordt midden Frankrijk doorkruist via St.Léonard-de-Noblat, Rocamadour, Cahors en Moissac. Via een kleine omweg langs Lourdes bereiken we Oloron-Ste. Marie en tenslotte St.Jean-Pied-de-Port aan de voet van de Pyreneën.
Hier vertrekt de alom gekende 800 km lange 'Camino Francés' over de steden Pamplona, Logroño, Burgos en Léon.
Het traject in Frankrijk zie je op de kaarten in de bijlagen hieronder.
Volgens de overlevering werd begin 8ste eeuw aan de Atlantische kust van het Noord-Spaanse Gallicië het graf ontdekt van Jacobus de Meerdere, één van de naaste leerlingen van Jesus Christus. In die tijd was Spanje praktisch volledig bezet door de Moren, het noorden uitgezonderd. Op die plaats ontwikkelt zich de stad Santiago De Compostella. Tijdens de Middeleeuwen groeit Compostella uit tot de religieuze hoofdstad van West-Europa en neemt de verering van Apostel Jacobus de vorm aan van een cultus. Van heinde en verre vertrekken pelgrims over de door heel Europa verspreide wegen naar het graf van de Apostel. Vooral in Frankrijk verzamelen pelgrims zich in vier plaatsen van waaruit ze (in groep) vertrekken: Parijs, Vezelay, Le Puy en Arles. De pelgrimsroute in Spanje wordt dan ook de 'Camino Frances' (de Franse weg) genoemd. De 100-jarige oorlog en de Reformatie maken een einde aan het pelgrimeren. Het blijft ca. 600 jaar stil rond Jacobus tot een enkeling ergens na de Tweede Wereldoorlog zich opnieuw waagt op de wegen naar Compostella. Het signaal wordt opgevangen in diverse Europese landen en al gauw verenigen vele enthousiastelingen zich in Jacobusgenootschappen, die de moderne pelgrim met raad en daad bijstaan in het vinden van hun weg naar Compostella. Vorig jaar werden in de stad ca. 220 000 pelgrims geregistreerd. Oude Middeleeuwse pelgrimsroutes worden daarom terug op de kaart gezet.
Ik ben katholiek opgevoed, zoals zovelen van mijn generatie, maar heb 'het instituut kerk' met het ouder worden stilaan verlaten omwille van haar oerconservatieve gedachtegoed en de vele schandalen. De be-/verwondering voor Jesus Christus en zijn eerste volgelingen als revolutionaire predikers voor een betere wereld is wellicht gebleven...
De Middeleeuwse 'hype' om (vooral vanuit enkele Franse windhoeken) naar het graf van apostel Jacobus in Compostella te pelgrimeren heeft ons een schat aan cultuur-historische en cultuur-religieuze monumenten achtergelaten (versterkte steden, hospitalen, abdijen en kathedralen...). We geven ons te weinig rekenschap van wat onze voorouders in deze moeilijke, duistere en door godsdienst gedomineerde tijden hebben gerealiseerd.
Als een soort van eerbetoon aan de vele tienduizenden -wellicht honderdduizenden- pelgrims die 600 tot 1000 jaar geleden uit vrije wil of 'als straf' deze barre tocht aanvatten en die dikwijls bekochten met hun leven.
Het sportieve avontuur om een 2500 km lange fietstocht te maken doorheen het prachtige Frankrijk en Noord-Spanje, is op zich een uitdaging.