Deze morgen aan het ontbijt mijn Japanner niet meer gezien.
Jammer. Anders hadden we ons boeiend gesprek van gisteravond verder kunnen
zetten
Ik heb deze nacht nog liggen denken: dit moet wel een heel gelovig (of
heel dankbaar) man zijn om voor de vierde keer vanuit het verre Japan naar
Frankrijk te komen en vanuit Saint-Jean-Pied De Port de 800 km lange Camino te stappen. Respect!
Vannacht heel slecht geslapen. De beelden van de fietsdag
bleven in mijn hoofd spoken. Nochtans fit opgestaan. Ook de benen voelen goed.
De eerste 70 km van de rit waren snel. Eerst langs het
jaagpad van de Loire, later in een brede vallei met hoofdzakelijk gesloten
landschappen van met hagen en bomen omringde weilanden.
Ter hoogte van km 70 in het stadje St-Amand-Montrond liep
het mis. Na een verkenning van het
stadje vond ik de uitvalsweg niet. Ook mijn GPS had blijkbaar last van de
warmte en bleef me maar rond het marktplein laten draaien. Na drie kwartier zoeken bleek dat ik een heel
smalle gravel-veldweg op moest. Vanaf dan ging de route over niet genummerde
veldwegen. Geen nummering, dus ook geen borden langs de weg. Het was dus goed
uitkijken om niet verkeerd te rijden.
Met die veldwegen doken plots ook weer de stappende
rugzakken op. Tja, langs achter gezien zie je vooral een rugzak met daaronder
een stel benen
Begrijp me niet verkeerd: ik heb heel veel respect voor die
mannen en vrouwen die van God weet waar naar Compostella stappen.
Die veldwegen gingen bovendien behoorlijk op en af. Korte
nijdige kuitenbijters zoals bij ons in de fruitstreek. Dat bleef zo maar
doorgaan. De vermoeidheid begon zich te manifesteren.
Tot ik bij het binnenrijden van Chateaumeillant (km 110)
plots in een heuse wielerwedstrijd verzeilde. Ik mocht in de richting van de
wedstrijd meerijden, als ik me maar rechts van de weg hield. Moest ik toch niet de hoofdstraat door zeker,
waar de aankomstmeet was getrokken
Op het voetpad links en rechts veel
volk. Algemene hilariteit dus als ik die
hoofdstraat enkele minuten na de coureurs op mijn kleinste verzet oprijd,
maar ook oprecht handgeklap van veel mensen zo voelde het toch aan die mijn
blauwe schelpstickers op mijn fietsbagage hadden herkend. Dit deed mij goed.
Mijn vermoeidheid was even weg.
Nog 20 km moeilijke veldwegen te gaan.
Ik slaap vannacht in Hotel/Restaurant Au Jardin dété.
Klinkt gezellig, is ook heel gezellig. En
er wordt Aflligemse van het vat
geschonken. Een hoogzwangere gastvrouw is de vriendelijkheid zelve.
Terwijl ik dit schrijf is de hemel boven mij gitzwart
geworden. Her en der bliksemflitsen. Ik ga seffes toch een schietgebedje doen
met de vraag of dit morgenvroeg voorbij getrokken zou zijn.
Want dan fiets ik naar Bénévent-lAbeye.
|