Het was erg fris deze morgen in mijn chalet aan de oever van
de Vézère. Met fleece vertrokken maar
die was snel overbodig.
Mijn gids zei me dat vandaag één van de moeilijkste stukken
van hele route naar Compostella aan bod kwam door de vele lange en steile hellingen.
En dat heb ik geweten. Afzien was het, tot de laatste km. Ik
was meurf zoals ze dat in het schoon Landens zeggen.
Verstand op nul, de ogen strak op de weg zowat 2 meter voor
het voorwiel en duwen maar, duwen maar
Ik heb de ganse dag tegen mezelf
gepraat: amai, amai! En komaan joeng,
komaan joeng
!
Ik ben er geraakt. De laatste helling van 2 km (7%) ben ik 5
keer van de fiets gemoeten. In Rocamadour zelf heb ik de fiets naar boven
geduwd. Mijn gite lag natuurlijk weer tegen de kapel van de zusters van Maria,
op het hoogste punt van de berg. Voor de toeristen is er vanuit de cité een ascenseur
naar dat hoogste punt, gebouwd door een Landenaar en vriend. Maar ik mocht daar
met mijn fiets niet in, dus duwen maar.
En wat van het landschap en de cultuur? Prachtig wellicht,
maar vandaag dus voor mij geen prioriteit. Ik kom misschien nog eens terug met
de auto om daar van te genieten
Ik heb mezelf al wijsgemaakt: als je dit kan moet wat rest
ook nog wel kunnen
Enfin we zien wel. Morgen een (relatief) korte tocht naar
Cahors. Kunnen mijn lichaam en vooral mijn benen wat rusten. Ze hebben het
nodig.
|