Het viel vannacht nog wel mee. Ik heb de dortoir gedeeld met
een aimabele Ier die een stuk van de Camino had gedaan met de boot, met de
fiets en te voet. Het avontuur was voor hem voorbij en vandaag vertrok hij
terug naar huis.
Deze morgen om 8u00 vertrokken. Nog even gestopt bij de
bakker beneden in de stad voor enkele chocolade- en rozijnenkoeken en wat extra
water voor onderweg.
Eerste 10 km vals plat en plots links zag ik het aankomen
.
Adieu le plat pays! Mijn gids sprak van
een gestage klim. Dat betekende dus 7 km naar omhoog op het kleinste blad.
Gelukkig - het was nog vroeg op de morgen en er hing nog nevel waar de zon nog
niet doorheen kon. Maar het was 7 km
zweten.
Maar als ik uit de laatste bocht kwam. Wauw, wat een
vergezicht. Rechts van mij een diepe
groene vallei met graslanden, bossen, een zee aan zonnebloemen met hier en
daar op de verschillende hellingen een
Chateau. En die vallei mocht ik langzaam
gedurende verschillend kilometers naar beneden fietsen. Wat een ervaring. Ik
herinner me verschillende keren hardop tegen mezelf gezegd te hebben: Jos, kijk
naar de weg! Seffes rijdt ge de gracht in!
En zo ging het vandaag gestaag door. Op en af, op en af
Van de ene vallei naar de andere met daartussen in uiteraard de heuvels
In Corbigny (na 30 km) een café au lait gedronken. Net toen
ik wilde vertrekken, komen er om de hoek twee rugzakkers afgestapt. Ze roepen
even en er ontstaat een hartelijk gesprek. Man en vrouw zijn op 7 augustus
thuis vertrokken, vanuit een dorp ergens boven Eindhoven. Ik voelde dat ze hun
verhaal aan iemand kwijt moesten, want ze spraken geen Frans, zeiden ze zelf.
Mekaar een buen camino toegewenst, en weg waren we weer.
Enkele dorpen verder, in een afdaling zie ik plots weer twee
stappers met een rugzak uit een veldweg komen. Ik roep wat, zij roepen terug,
maar wat heb ik niet begrepen. Mijn snelheid was te groot. Ik realiseer het me:
ik zit nu duidelijk op de pelgrimsroute.
Het was zwaar vandaag, maar o zo mooi.
Vannacht slaap ik in LEspace Bernadette, een groot
klooster waar in de kapel in een schrijn het lichaam van Bernadette de Soubirou
ligt opgebaard, aan wie Maria in Lourdes is verschenen. Bernadette zou haar
laatste jaren als zuster in dit klooster hebben gesleten. Ik ben even gaan
zitten in die kapel
Ik heb ook het avondmaal genomen in het klooster. Een repas
complèt voor 16,5 . Ik zat eerst alleen aan tafel, maar toe kwam er een
Japanner bijzitten waarmee de dames die opdienden geen weg wisten. Hij sprak
namelijk geen Frans en geen Engels. Geprobeerd om een gesprek aan te knopen,
maar het enige dat hij gezegd kreeg was: me Compostella, three times, en dan
stopte de woordenvloed
De vriendelijke man at ook op zijn Japans, hij had
duidelijk problemen met het mes en de vork
De maaltijd was goed. Alleen mogen ze dat geen repas
complet noemen; een glas wijn of een pintje bier, dat zou pas complet zijn
geweest.
Gelukkig was ik enkele uren ervoor even de stad gaan
verkennen. Naast de kathedraal en het Paleis Ducal, niet veel te zien. Dus ging
mijn aandacht/prioriteit naar een terras waar ze een lekker lokaal speciaal
bier schonken i.p.v. nog een 12e eeuwse Romaanse kerk te bezoeken.
(Vergeef me Lieve Heer)
Voor la petite histoire: heb deze morgen mijn shampoo
laten staan bij de zusters van Ste. Madeleine. Ik heb een wasproduct mee. Op de
flacon staat wast alles in elk water. Ik herinner me dat Koen van de Karibou
in Hasselt, waar ik mijn betere trekkleding en andere spullen heb gekocht
(Koen, dit is nogal een reclame voor de winkel, hè man), dat je die zeep zelfs
kunt gebruiken om je te wassen. Zo gezegd, zo gedaan. Mijn haar staat precies
wel iets stijver op mijn kop. Morgen veiligheidshalve toch maar op zoek naar
een nieuwe shampoo.
Morgen staat er een lange rit naar La Chätre op het
programma. Wel wat minder klimwerk begrijp ik uit mijn gids.
Nu ga ik nog even skypen met Maryse.
.
|