Gezegden uit grootmoeders tijd

Een muule van lintjes

Enkele artikels uit het jaar 1960, geschreven door Maria De Meulenaere en Jack Verstappen handelden over het vissersdialect te Blankenberge.
“Ze heeft een muule van lintjes" of zij kan babbelen voor twee.

Hier volgen enkele van deze uitdrukkingen met hun betekenis:

• zen gat schuufelt van bliedschap - hij is zeer tevreden
• je moet nie altied iederein zijn gat ip lichten - je moet niet steeds iedereen ter hulp roepen
• 't is slag om slienger - het is steeds hetzelfde
• 't is 'n krakstrooi - het is een zwakkeling
• 't is 'n brakzwien - het is iemand die verkwist en drinkt
• 't is pokesop - zeer vuil water
  (vroeger brouwsel van chicorei welke in veel gevallen de koffie verving)
• 't is koentekroafs - het is verkeerd of het wordt verkeerd gedragen
• z'n wuuf is ne hokketisse - zijn vrouw is een feeks
• 'n stoppelweeuwe - een ongetrouwde vrouw met een kind
  (komt van stoppels welke op het veld waardeloos achter bleven)
• weunen in 'n growt Ter Doest - in een zeer groot huis wonen
• 't is e katievig wuuf - zij is niet al te proper
• 't is e goe djole van e vint - de man is een brave ziel
• 't is 'n hutsepot - iemand die zich niet fatsoenlijk gedraagd
• j' heed ze viengers gesmeird - hij heeft er goed aan verdiend
• ze liggen altied in striedoage - ze kibbelen voortdurend
• je goat 'n oap vangen - je gaat in moeilijkheden komen

De graad van dronkenschap kon je ook vernemen
door het gezegde van de inwoners:

• een vliegertje an en = een beetje dronken zijn
• een halve vlieger ip hebben = tamelijk dronken zijn
• een vlieger ip hebben = werkelijk dronken zijn
• een ferme vlieger ip hebben = stomdronken zijn

Visserswijsheid vinden we ook in de volgende gezegden:

• die niet besnot is moe z'n neuze nie voagen of wie niets misdoet is niets plichtig
• da zien koenten van gedroogde hoariengen of dit is allemaal larie