Het verhaal
Lees ook
BRUSSEL - Tussen de ruim 1,2 miljoen Vlamingen die zondagavond op Eén
keken naar 'Het goddelijke monster', zaten ook flink wat misnoegde
West-Vlamingen. 'Ons dialect wordt verkracht.'
Van onze redactrices
'Als dit West-Vlaams is, dan spreek ik vlot Swahili'. De reacties op Twitter en
Facebook na de eerste aflevering van Het goddelijke monster liegen er
niet om. Veel West-Vlamingen vinden het West-Vlaams dat in de fictieserie wordt
gesproken, een belediging voor hun dialect. Zelfs de West-Vlaamse gouverneur
Paul Breyne liet zich al kritisch uit. 'Ik heb moeite moeten doen om het
programma uit te kijken', zei hij gisteren tijdens het Radio1-programma Peeters
& Pichal. 'Het West-Vlaams dat gesproken werd, was meestal niet
authentiek. Het viel op dat de meeste acteurs geen West-Vlamingen waren.'
Ook uit academische hoek klinkt er kritiek op het taalgebruik van de acteurs.
'Dit doet pijn aan de oren van elke West-Vlaming', zegt professor Magda Devos
van de vakgroep Nederlandse taalkunde aan de UGent, zelf een West-Vlaamse. 'Het
West-Vlaams wordt ronduit verkracht -vermassacreerd zouden
West-Vlamingen zeggen. Ik hoorde veel fouten tegen de uitspraak. Maar erger is
dat er ook een loopje wordt genomen met de grammatica en woordenschat. De
acteurs nemen woorden in de mond die in het West-Vlaams zelfs niet bestaan (zie
inzet, red.). Dit is dan ook geen West-Vlaams, maar Nederlandse tussentaal,
of zelfs Brabants, met West-Vlaamse klanken. Men toont een miskleun van een dialect,
net op het moment dat Vlamingen zich afkeren van hun dialect en het niet meer
doorgeven aan hun kinderen.'
Leo Deschryver, vertolkt door Michel Van Dousselaere, krijgt de slechtste score
voor zijn West-Vlaams. 'Hij spreekt duidelijk met een Brabantse tongval en
maakt de meeste fouten, maar hij is natuurlijk veel meer aan het woord dan Joke
Devynck, die eveneens gekunsteld West-Vlaams praat.'
Standaard-West-Vlaams
De tragikomische saga rond Katrien Deschryver en haar familie speelt zich af in
de streek rond Kortrijk. Dat dialect verschilt van het West-Vlaams dat
gesproken wordt in de Westhoek, of in het poldergebied langs de Noordzee. Hét
West-Vlaams bestaat immers niet. 'Daarom hebben we voor de serie een soort van
standaard-West-Vlaams gecreëerd', zegt Jean Philip De Tender, de netmanager van
Eén en zelf afkomstig van het West-Vlaamse Gistel. 'Het was voor de acteurs
geen sinecure om dat aan te leren. Ze hebben er maanden op gekauwd, maar het
resultaat mag er zijn, want het draagt bij tot de personages en hun verhaal.'
Volgens professor emeritus dialectologie Johan Taeldeman speelt ook de
toneelopleiding van de acteurs mee. 'De meeste van onze acteurs volgen hun
opleiding in Antwerpen, waar ze een Antwerps taalbad ondergaan. Zo krijgen
niet-Antwerpenaars een halfbakken Brabants aangeleerd. De vijver van
West-Vlaams klinkende acteurs wordt daardoor alsmaar kleiner.'
Alle acteurs die geen West-Vlamingen waren, kregen dan ook begeleiding van
dialectcoach Barbara Vanwelden. Zij studeerde aan Studio Herman Teirlinck en is
van Zwevegem, dezelfde streek als de familie Deschryver. 'Ik heb alle teksten
ingesproken in het West-Vlaams, zodat de acteurs hun teksten in het juiste
dialect konden oefenen', zegt Vanwelden. 'Nadien heb ik samen met de scenarist de
teksten ook fonetisch getranscribeerd, omdat de acteurs daar nood aan hadden.'
De niet-West-Vlaamse acteurs kregen zoveel individuele begeleiding als ze nodig
hadden. Vanwelden was ook op de set aanwezig om bij te sturen. 'Dat was in de
eerste plaats nodig als er tijdens het draaien nog tekstaanpassingen zouden
gebeuren. Was de regisseur nu een Zuid-West-Vlaming, dan was het minder
noodzakelijk dat ik op de set was. Maar Hans (Herbots, red.) is een
geboren en getogen Antwerpenaar. En sowieso is het handig om een goede
taakverdeling op de set te hebben.'
Kostuum
Ondanks de heisa rond het 'pseudo-dialect' blijft netmanager Jean-Philip De
Tender achter de keuze van Eén staan. 'Meestal wordt in typische streekreeksen
verkavelingsvlaams gebruikt', zegt hij. 'Na De Smaak van De Keyser en Katarakt
hebben we bakken kritiek gekregen, omdat er geen streektaal werd gesproken.
Daardoor is de discussie over streektalen hoger op onze agenda beland. In het
geval van Het goddelijke monster kwam de vraag van de cast en de
productie. We hebben besloten om er uitzonderlijk op in te gaan omdat we het
verhaal zo authentiek mogelijk wilden brengen. De reeks heeft een eigen sfeer,
een eigen stijl en de taal speelt daarin een heel belangrijke rol.'
Ook dialectcoach Barbara Vanwelden is best tevreden over het resultaat. 'Het
was niet de bedoeling dat de acteurs in de reeks het echte West-Vlaams zouden
spreken, wel een soort van West-Vlaamse tussentaal die de eenheid van een
familie ergens uit Zuid-West-Vlaanderen benadrukt. Ik zie het dialect als een
soort van kostuum dat de acteurs aantrekken: het past zich aan hun stijl en die
van hun personage aan.'
Voor de West-Vlamingen voelt dat kostuum aan als een verwaaid plunje. 'Mensen
praten dialect om hun authenticiteit en identiteit te etaleren', zegt Johan
Taeldeman. 'Als dat dialect wordt geridiculiseerd, dan raakt men aan hun
authenticiteit en voelen ze zich gekrenkt.' Ook het feit dat West-Vlamingen
meer vasthouden aan hun dialect dan mensen die in Vlaams-Brabant of
Oost-Vlaanderen wonen, maakt dat het West-Vlaams in Het goddelijke monster nu
zo massaal over de tong gaat. 'In West-Vlaanderen is er een grotere groep van
dialectsprekers die kan reageren als hun moedertaal wordt aangevallen.'
De Standaard september 2011.
|