Inhoud blog
  • Kou en pijn lijden in China
  • Voedselvergiftiging, iemand?
  • Van Kunming tot Shangrila
  • Niet zo lang geleden
    Zoeken in blog

    China
    Land of opportunies
    26-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van Kunming tot Shangrila

    Aankomst in Kunming, 7 oktober, 11u55 ‘s avonds

    Yana en ik hadden net een twee uur lange vlucht overleefd en stonden ietwat verdwaasd in de luchthaven een minikaartje van de stad te bestuderen. Mijn reisgids, een trotter van 2009, vertelde me dat we het best naar het Oostbusstation gingen en omdat we te koppig waren om een taxi te nemen, gingen we te voet de donkere hoofdstraat in. Ons kaartje had echter geen legende en het was vervloekt moeilijk om de afstand in te schatten; na ongeveer een klein uurtje wandelen en een ‘hallo, waar is het Oostbusstation’ te veel, besloten we even op adem te komen en onze kansen in te schatten. Ik stelde voor naar het dichtstbijzijnde politiekantoor te gaan en te vragen of we daar een paar uur mochten blijven in de lobby, want de temperatuur was aan het zakken en mijn tenen vertelden me dat het vriespunt nabij was. Yana was het met me eens en we stapten een politiekantoor binnen; daar probeerden we met handen en voeten uit te leggen dat onze bus vertrok de volgende dag om 6u aan het Oostbusstation en dat we geen hotel hadden geboekt, want dat ging ons te duur uitvallen en het was potverdrie toch niet de moeite waard om meer dan 50 yuan te betalen om daar 4 uurtjes te verblijven.

    Er viel een korte stilte, maar toen begonnen de politiemannen wild te discussiëren met elkaar. Van wat ik kon verstaan waren ze het niet eens met onze keuze van het Oostbusstation. Kunming heeft namelijk 4 busstations, moet je weten, en elk busstation heeft andere bestemmingen. Op dat moment kwam een andere politieagent terug van zijn avondronde en er viel nog een korte stilte terwijl de andere agenten hoopvol opkeken. Het was duidelijk dat de nieuwkomer het alfamannetje was; zijn serieuze blik en relaxe blik waren niet toevallig, noch de cigaret die hij met veel flair opstak. Bovendien kon deze alfa een mondje Engels, wat hem nog meer prestige in de groep opbracht. Met veel gesten nam hij zijn GSM en belde hij (zo vertelde hij in gebroken Engels dat ik met veel moeite kon ontcijferen) het busstation.

    Hij maakte ons vervolgens duidelijk dat we de grootste idioten waren om ’s nachts over straat te wandelen en bovendien naar het verkeerde busstation. Ik viel uit de lucht. ‘Het verkeerde busstation?’ vroeg ik hem, mijn reisgids in de aanslag. ‘Ja hoor, het Oostbusstation is vorig jaar verplaatst en doet geen ritten meer naar Shangrila. Enkel het Westbusstation doet dat nog en dan ga je wel de verkeerde richting uit.’ De andere agenten lachten moedwillig om zijn mopje, blij om in zijn gratie te komen. Ik kon er allerminst om lachen; de busstations mochten dan wel eens hun website update, godverdomme! Ik bleef echter glimlachen en vroeg hem of we hier een paar uurtjes mochten blijven aangezien het vervloekt koud was buiten. Ik had al de comfortabele zetels in de hoek bemerkt en ik had er geen probleem mee me daar voor een paar uurtjes te settelen, maar blijkbaar krijgen enkel criminelen die voorkeursbehandeling, want hij vertelde ons dat het absoluut onmogelijk was om hier te blijven. Nee, hij was zelfs zo vriendelijk om ons een taxi te bellen zodat we stante pede naar het juiste busstation konden afzakken; ik bedankte hem, maar niet echt van harte, want mijn vingers waren ondertussen ijslolly’s.

    Een klein half uurtje later, 1u30 ’s nachts, kwamen we aan bij een afgelegen busstation. Voor de gesloten glazen deur zagen we twee Chinezen met bagage en we sloten ons bij hen aan. Ik haalde mijn fleecepull boven en mijn regenvestje en duffelde me in, maar de wind sneed recht door mijn regenvest en deed me bibberen van de koude. Ik vroeg in mijn koeterwaals dat voor Chinees moet doorgaan of het busstation al gauw zijn deuren opende, maar daar kon ze geen antwoord op geven. Ik plofte uitgeput neer op de grond, maar dat bleek een slecht idee te zijn. Toen ik opstond, brabbelde ik in het chinees ‘mijn gat heeft koud, net als ijs’ en de sfeer werd er wat beter op toen onze 2 Chinese medelijders hartelijk begonnen te lachen. Het lachen verging me echter toen ik rondkeek en geen bankjes vond. Het enige waar je op kon zitten, was de boord van het busstation, maar de 2 Chinezen zaten daar al en een derde passagier kwam aan die maar al te graag de derde plek inpikte. Zo stonden we daar, 5 uur en 30 minuten, verkleumd tot op het bot, vooraleer het busstation zijn deuren opende en we een ticket konden kopen met de hulp van Chinese dame die een klein beetje Engels kon. Aangezien onze bus pas vertrok om 9u (en niet om 6u zoals de Trotter zei), hadden we nog tijd om met de dame een kopje thee te drinken in een lokaal restaurantje. Vooraleer we op onze bus stapten, vergezelde ik Yana nog naar het openbare toilet (een chinees toilet versterkt trouwens enkel een vriendschap; ik heb immers nog nooit naast iemand neergehurkt die zonder gêne een heel schetensalvo op me losliet) en dan gingen we op weg.

    De foto’s van deze eerste etappe kan je hier terugvinden: http://photobucket.com/kunmingarrival

    Rit naar Shangrila, 8 oktober, 9u ’s ochtends tot 5u ’s avonds

    De bus was een allegaartje van Chinezen, maar tot onze verbazing vonden we ook een andere buitenlander. Hij bleek echter even arrogant te zijn als de politieagent, maar ik slaagde erin toch wat informatie los te priegelen. Hij was 15 jaar oud, ging naar een internationale kostschool in Kunming en ging om de 3 weken naar huis in Shangrila (een reis waarbij hij ongeveer 11u op de bus doorbracht). Zijn Amerikaanse ouders waren naar hier gekomen om een beter leven te beginnen en zoals zo veel buitenlanders pasten ze in het profiel van ‘niet universitair ongeschoold, maar verdomd slim genoeg om een business op te starten’. Bart, mijn baas, heeft ook enkel een secundair diploma en hij is één van de intelligentste mensen die ik hier in China heb ontmoet. Alles wat ik hier in China zie, brengt mijn geloof in de absolute noodzaak van een diploma aan het wankelen; hier is een diploma immers enkel een papiertje.

    We lieten de verwaande buitenlander links liggen (hij had toch geen interesse om met ons te praten) en richtten onze aandacht op de weg die langzaam aan begon te veranderen. We zagen bergen en bovenal: de blauwe hemel met wolken. Yana liet zelfs een verrast kreetje uit ‘dit zijn de eerste wolken die ik in 2 maanden gezien heb!’. Ik kon het enkel met haar eens zijn; Guangzhou’s hemel bestond namelijk enkel uit een ongedefinieerde massa grijs. Tijdens onze reis maakten we een aantal tussenstops zodat we ook het uitzicht van de bevolking zagen veranderen. Hun huid werd donkerder, hun ogen varieerden van donkerbruin naar lichtbruin en ze droegen allemaal de traditionele kledij van hun minderheidsgroep. Bovendien viel er me één ding op; de mensen hier waren veel mooier dan in Guangzhou. Een onverklaarbaar fenomeen dat ik tot op vandaag nog niet heb kunnen oplossen.

    Ik waagde het om een dutje te doen, want 8 uur wachten op een bus zonder slaap is niet niets, en de reis naar Shangrila vloog zo voorbij. We kwamen aan om 5u ’s avonds en wederom stonden we te klutteren in de koude. Gelukkig sprongen we vlug in een goedkope taxi die ons min of meer rechtstreeks naar ons jeugdhuis bracht.

    De foto’s van de reis naar Shangrila kan je hier vinden: http://photobucket.com/reisnaarshangrila

    Shangrila, 8 oktober ’s avonds tot 10 oktober ’s ochtends

    Ons jeugdhuis was gelegen in het beschermde deel van de stad, genaamd ‘old town’, Unesca werelderfgoed.  Op het plein in het midden van de stad, waren een aantal enthousiastelingen al aan het dansen op traditionele muziek en de sfeer zat er goed in. Yana en ik dumpten onze spullen in de kamer (zonder verwarming en zonder badkamer) en gingen toen naar buiten om een hapje te eten. We kwamen terecht bij een barbequekraampje waar ik gekke, maar oh zo pikante, pannenkoekjes bestelde en waar Yana voor het eerst schapenvlees at. Daarna gingen we terug naar onze kamer en maakten we het bed op. De temperatuur buiten zat ondertussen tegen het vriespunt (dat konden we aflezen van de thermometer in onze kamer die dezelfde temperatuur had) en we wilden dolgraag een douche nemen. Er was slechts één klein luxeprobleem: de douches waren buiten en je had maar één kapstokje om je kledij op te hangen. Niet getreurd, scoutsmens als ik ben, wikkelde ik mijn handdoek om me heen en liet ik mijn kleren achter in de kamer om vervolgens blootvoets over de binnenplaats te trippelen naar de douche. Twee seconden later schalden een aantal Nederlandse vloekwoorden over hetzelfde binnenplaatsje; het duurde namelijk 2 minuten vooraleer er warm water verscheen. Al bibberend kroop ik in het tweepersoonsbed, waar Yana het éénpersoons elektrisch dekentje dwars had gelegd. We schuifelden wat dichter naar elkaar toe en toen vielen we in slaap.

    De volgende dag stonden we vroeg op en gingen we naar het busstation. Ons eerste plan was naar het natuurreservaat te gaan, genaamd ‘Pudacao national park’, maar toen we tickets wilden kopen, kregen we te horen ‘sorry, de bus is kapot’. Enkel in China kan dit gebeuren. Een beetje teleurgesteld stapten we uit het busstation. Ik had echter een plan B: ‘waarom gaan we niet naar de Yila grasvlaktes en daarna naar het Napa meer’. Yana had er geen problemen mee en we probeerden een bus te vinden die ons daarheen bracht. In China is het echter vervloekt moeilijk om iets te vinden als je reisgids geen exacte locatie opgeeft; iedereen stuurt je namelijk een andere richting uit om toch iets te zeggen; in dit land zeggen de mensen zelden ‘ik weet het niet’, want dat leidt tot gezichtsverlies. Mooi voor hen, maar sneu voor ons want we hadden ondertussen al een wandeling van 1 uur achter de kiezen en we waren nog nergens. Ik stopte dus een taxi en na wat onderhandelen over de prijs bracht hij ons naar de Yila grasvlaktes.

    De taxi stopte bij wat een boerderij leek en onmiddelijk kwam er een horde Chinezen op ons afgestormd. Of we geen paard wilden huren, was hun vraag en ze boden ponies aan een belachelijk hoge prijs aan. Een beetje boos, maar toch nog steeds met een glimlach, vertelde ik hen dat we de trip liever te voet deden. ‘Aha, dan moet je een ticket kopen’ zei de Chinees links van me. Hij had evengoed kunnen toevoegen ‘smerige buitenlander’, want zo voelde ik me op dat moment, ongewild in een streek waar de mensen enkel op je geld uit zijn. Ik wimpelde hen af en ging uit de boerderij naar de kleine asfaltweg die verder door het landschap kronkelde. In overleg met Yana, bedachten we dat het beter was te stappen in de richting van de paarden in de verte.

    Vol energie, gingen we op weg door een landschap dat adembenemend was (en dit is een serieuze understatement). Links van ons bergen, volgens Yana heuvels, rechts van ons de uitgestrekte vlaktes. Ik verwachtte elk moment een bende Mongolen die de vlaktes onveilig maakten met hun paardenkunstjes, maar de streek die we doorkruisten lag dichter bij Tibet en Vietnam dan bij Mongolië dat aan het noorden van China grenst en niet aan het westen. Na een uurtje stappen was het landschap nog min of meer hetzelfde en waren we nog geen stap dichter bij ‘de paarden in de verte’ dus we staken onze duim uit en besloten te liften tot aan het Napa meer. Ons wens werd verhoord en we mochten achteraan in de goederenwagen van een boer zitten; een paar seconden later gingen we aan een aangename snelheid verder. Het ritje eindigde abrupt toen we door een poort reden met daarop ‘Napahai’ en er (alweer) een bende Chinezen kwam toegesneld. De boer weigerde om door te rijden dus we stapten onvrijwillig uit zijn wagentje. ‘Ticket kopen?’ vroeg ik onmiddellijk en de kerel die het dichtst bij me stond knikte enthousiast, zijn hand al uitgestrekt. ‘Waar is het Napa meer?’ vroeg ik eerst, maar hij wees me vaag naar iets in de verte. Hij probeerde me ook paarden aan te smeren, maar ik kocht enkel een ticket; ik kon immers genoeg paarden langs de weg zien en bovendien wilde ik het de ponies niet aandoen om mijn gewicht te torsen. En heb ik al gezegd dat ik te gierig ben om geld aan zulke nutteloze luxe uit te geven?

    Wederom te voet zetten we onze queeste verder, want we wilden werkelijk het Napa meer zien. Na een halfuurtje van enkel graslandschap en paarden, sprak ik de lokale bevolking aan. ‘Waar is het Napa meer?’; de man kreeg een onbedaarlijke lachbui en ik begon bijna te denken dat het door mijn Chinees kwam totdat hij wees naar het graslandschap rechts van ons en zei ‘droog, droog!’. Wel verdraaid, hadden we toch weer een ticket gekocht voor niets. Ik had inderdaad gelezen dat het meer droog kwam te staan, maar enkel in november. Helaas was het dit jaar uitzonderlijk warm geweest in de zomer en dus was het meer nu al droog. Yana en ik barstten ook in lachen uit en bedankten de man. Naar goede gewoonte staken we onze duim uit en gelukkig mochten we meereizen tot in Shangrila met een vriendelijke Naxifamilie.

    In Shangrila aten we een hapje en huurden we een fiets om naar het Songzalin klooster te gaan.  In een reisgids op het internet had ik gelezen dat we het ticket voor het klooster konden omzeilen door met gehuurde fietsen naar binnen te racen en dus wanneer een boze Chinees ‘Hey! HEY!’ riep, reden we gewoon door. De Chinees was echter slimmer dan we dachten en verwittigde met zijn walkie-talkie een wachter verderop die wijdbeens en wijdarms ons de weg versperde. Omdat we geen zin hadden om van onze fiets gesleurd te worden, stapten we af. ‘Ticket, ticket’ blafte de tweede wachter ons toe. Nu was het dus de tweede keer dat we om een ticket gevraagd werden en voor de eerste keer werd ik echt boos. Ik vertelde hem dat we in Belgie enkel tickets vroegen voor gebouwen en niet om een stel heuvels te zien en dat ik bovendien wist dat de monniken in het klooster geen eurocent van het ticket te zien zouden krijgen. Zoals verwacht begreep de man geen woord van mijn gefoeter, maar hij zag aan mijn gezicht dat ik, zacht uitgedrukt, niet tevreden was. Dus een vertaler werd erbij gehaald, maar haar Engels was slechter dan mijn Chinees. Uiteindelijk bereikten we een compromis: ik zou een ticket kopen, maar dan wel aan studentenprijs.

    Tevreden met mijn korting, stapte ik weer op de fiets en gingen we de heuvel op. De vloer was bedekt met de kinderkopjes die ook de straten in Brugge hebben en toen we eindelijk de top van de heuvel bereikt hadden, was mijn bips tot moes geslagen van het voortdurende gehobbel. Yana had hetzelfde gevoel en dus sloten we onze fiets aan een dichtbijzijnde boom. Links van ons zagen we ondertussen een prachtig meer (in elk geval veel indrukwekkender dan het Napa ‘meer’) en we volgenden een stel monniken die met de wijzers mee rond het meer aan het wandelen waren. Na een wandeling van ongeveer een kleine 20 minuten zagen we de drie tempels van dichtbij en we gingen de binnenplaats van de meest linkse binnen.

    Direct na onze binnenkomst werd de poort van de binnenplaats gesloten alsof het allemaal getimed was. Drie seconden later zwaaide de hoofdingang van de tempel open en kwam er een man met een gekke gele muts uit, hollend met een tafeltje met een pluche tijgervel. Tot onze verbazing volgenden twee mannen met een gigantische metalen toeter en dan het hele gevolg, getooid in paarse habijt en gele hanenkamhoed. Het gevolg begon te keelzingen en een belangrijk ogende man leidde de dienst. Af en toe werden bloemblaadjes en zonnebloempitten rondgestrooid en als bonus kregen we ook nog eens de trommels te zien. We waren de enige toeristen daar en woonden een dienst bij van ongeveer 40 minuten; spijtig genoeg mochten we geen foto’s nemen, maar deze beschrijving moet maar volstaan als documentatie.

    Na de linkse tempel bezochten we ook de hoofdtempel en daar ontmoetten we een andere buitenlander, uit Engeland deze keer. Jo was haar naam en ze verbleef al 3 weken in Shangrila. Vorig jaar had ze een jaar in Xichang verbleven, zonder internet of contact met de buitenwereld aangezien er rellen waren uitgebroken. Ze vertelde ons dat ze een gesprek had gehad met één van de monniken en ik doneerde het geld, dat ik uitgespaard had bij het kopen van het ticket, aan de tempel zelf. We bleven nog even babbelen over koetjes en kalfjes en toen wandelden Yana en ik terug, richting fietsen.

    Nu had deze koppige Belg iets anders in haar hoofd gehaald. Aangezien Shangrila bekend staat om de Yakmelk, wilde ik per se een kopje melk ergens proeven. Goede melk is moeilijk te vinden in China en dus dit was een buitenkans om toch echte ‘Chinese’ melk te proeven. Ik sprak in een klein dorpje vlakbij een dame met takkenbos op de rug aan en ze nodigde ons uit om een kopje te drinken bij haar thuis. Verbaasd, volgenden we haar naar haar huis waar op de koer een gigantische Yak lag te slapen. De deur zwaaide open en een kindje en grootmoeder kwamen naar buiten om ons te verwelkomen. Na de traditionele begroeting, stapten we een rokerige kamer binnen met foto’s van de Dalai Lama aan de muur. Blijkbaar was de taal van de vrouw niet het Mandarijns, maar Tibetaans. Met haar communiceren was dus nog moeilijker dan met de andere Chinezen. We deden toch ons best om een conversatie op te bouwen en het eerste wat we konden verstaan was ‘Ben je getrouwd?’. We konden het niet laten om even kort te giechelen en wat later was onze gastvrouw ook aan het gieren van het lachen. We dronken ons versgemelkt kopje melk en lieten een kleinigheid achter vooraleer we weer naar Shangrila trokken.

    De avond in Shangrila was heerlijk, met de bezoeken van souvenirwinkeltjes en een klein restaurantje. ’s Avonds vielen we weer als een blok in slaap, ditmaal nog dichter tegen elkaar aangeschurkt.

    De foto’s van Shangrila vind je hier: http://photobucket.com/inshangrila

    26-10-2011 om 05:35 geschreven door Ujelly  




    Archief per week
  • 05/12-11/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 07/11-13/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 15/08-21/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 04/07-10/07 2011

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs